N*. 9404.
Donderdag 16 October.
A\ 1890.
fa ze (Qoarant wordt dagelijks, met uitzondering
ran §pn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 15 October.
Feuilleton.
GLÜCK AUF!
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRUB DEZER COURANT:
▼••r Leiden per S meende».1.10.
fresco per poet.1.40.
tCBosderl^ke Nommere0.06.
F RIJS DIS AD VIB TINTTEN:
Tia 1—r»£el» 1.05. I«U« r»f«l m««T/O.lf*.
GtooWr» letter» uur plutarnlinte. Toor het lx
auMtrvD buiten de et»d wordt 0.18 berekend.
Het candidaats-examen aan de universiteit
alhier in de godgeleerdheid voor het tweede
gedeelte ie afgelegd door den heer J. H. De
Roode; het voorbereidend examen in de ge
neeskunde door den heer C. J. H. De 'With.
Heden, 15 October, is een belangrijke
dag op het gebied van het spoorwegwezen
hier te lande. De „Ned. Rijnspoorwegmaat
schappij" eindigt heden haar bedrijf, dat met
al hare bezittingen en verplichtingen overgaat
op den Staat, die het gebruik der lijnen heeft
overgedragen aan de „Maatschappij tot Exploi
tatie van Staatsspoorwegen", behoudens mede
gebruik van een doel er van door de „Hol-
landsche IJzeren-Spoorwegmaatschappij".
De Exploitatie-Maatscbappy doet daarmede
langs de lijn Leiden Weerden haar intrede
ook in Leiden.
De overdracht ging zeer eenvoudig in baar
werk. De eene maatschappij ging, de andere
kwam; de ambtenaren blijven en voort rollen
de spoortreinen.
De directeur-generaai der Maatschappij
tot Exploitatie van Staatsspoorwegen heeft,
uit aanmerking dat personen in dienst tre
dende by die maatschappij., eerst drie maanden
na den dag der in-dienst-treding als lid van
het Pensioenfonds worden opgenomen, en
eerst dan kunnen voldoen het bedrag te
storten volgens art. 13 van het reglement
voor het Pensioenfonds, bet volgende bepaald
het personeel der Nederlandsche Rijn
spoorwegmaatschappij, ouder dan 35 jaar,
dat wenscht over te gaan in den dienst der
Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoor
wegen, op den voet van het thans bjj die
Maatschappij in dienst zjjnd personeel, der
halve lid zal worden van het Pensioenfonds,
kan de gelden hun uitgekeerd uit het Onder
steuningsfonds der Nederlandsche Rijnspoor
wegmaatschappij ter bewaring deponeeren
bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staats
spoorwegen
de Maatschappij tot Exploitatie van
Staatsspoorwegen zal over het aldus gedepo
neerd bedrag vergoeden een rente van 3'/,
pCt. per jaar, gerekend over den duur van
het depot;
c. van do aldus in depot genomen gelden
zal ter zijner tijd worden ontleend het bedrag
verschuldigd wegens de storting volgens art.
13 van het Reglement op het Pensioenfonds,
terwijl het eventueel ontbrekende moet wor
den bijbetaald, het eventueel overblijvend be
drag met de op het depot verschenen rente
den rechthebbende zal worden gerestitueerd;
d. wanneer de betrokken persoon vóór den
dag der bovenbedoelde storting overlijdt of
den dienst der Maatschappij verlaat, zal aan
hem of aan zijne rechtverkrijgenden het bedrag
van het depot, met de daarbij volgens litt. b.
verschenen renten worden terugbetaald;
e. de gelden moeten worden gestort bij den
chef der comptabiliteit op het centraalbureel
der Maatschappij, tegen overgave van een
quitantie, waarop het sub d. gemaakt beding
is vermeld;
f. met de uitvoering van dit besluit is belast
de Centrale Dienst.
Naar stellig, in verhsnd tot de verklaring
door de Regeering in de Tweede Kamer afge
legd, wordt vermoed, is in den gisteren ge
houden ministerraad besloten om aan den
Raad van State kennis te geven, dat, naar
bet oordeel der ministers, de Koning buiten
staat is geraakt de Regeering waar te nemen.
Gelijk meci weet moet nu de Raad van
State, krachtens artikel 38 der Grondwet,
een advies ever die verklaring van den minis
terraad uitbrengen. (D. v. Z.-Holland.}
Gaarne vestigen wjj nog eens de aan
dacht onzer lezers op de Vereeniging „Moed,
Beleid en Trouw", beschermheer Z. M. de
Koning.
Deze vereeniging werd op den 30sten April
jl., den 75 jarigen gedenkdag van het bestaan
der Militaire Willemsorde, gesticht, ten einde
werkzaam te zijn in bet belang van de Ridders
der Militacre Willemsorde beneden den rang
van officier. Zjj wil die Ridders bij hun terug
keer in de Burgermaatschappij zoo mogelijk
aan eene passende betrekking helpen; hen
geldelijk srteuneD, wanneer zjj, voor werken
ongescbikt buiten hun schuld in armoede ver
vallen; na hun dood zoo veel mogelijk zor
gen voor hunne weduwen en weezen.
Hoewel elke gift, hoe gering ook, welkom
is, wordt men lid van de vereeniging door
eene jaarlijksche gift van minstents f 5.
Donateurs zijn zij die eene jaarlijksche gift
van f 25 dan wel eene gift in eens van f 200
storten.
Het verzoek brengen wij gaarne aan onze
lezers over om, wanneer z(j over eeno be
trekking beschikken, waarvoor een oud-soldaat,
ridder der Militaire Willemsorde, geschikt is,
daarvan opgave te doen aan een lid van een
der afdeelingsbesturen of aan den secretaris
van het bestuur, den kolonel der mariniers
F. A. Van Braam Houckgeest te Amsterdam.
Terecht toch zegt het bestuur in zijne circu
laire, dat, wanneer de dapperen bi) zee- of
landmacht uit Oost of West „in het vaderland
terugkeeren, versierd met het kruis voor Moed,
Beleid en Trouw, doch dikwerf met eene
zwaar geschokte gezondheid, zij niet in armoede
mogón vervallen, niet z(jn blootgesteld aan
zorgen en gebrek."
Gedurende den winterdienst, welke heden,
15 Oct, aanvangt, zullen doorgaande rijtuigen,
die in den afgeloopen zomer zeer in den smaak
van de reizigers bleken te vallen, op het
traject Rotterdam Scheveningen van het Hol-
laadsche spoor, blijven rijden, eu wol in den
trein, welke te 8 uren uit Scheveningen ver
trekt en in dien, welke 4.15 Rotterdam verlaat.
Door mevrouw de wed. J. M. Verstege
is aan de Koninklijke Vereeniging „Het Eere-
feeken voor betangrpke Krijgsverrichtingen"
te 's-Gravenhage, het welgelijkend, groot
formaat portret geschonken van wijlen haren
echtgenoot, den luit.-kolonel J. J. W. E.
Verstege.
Aan de achterzijde staat geschreven: „Sou
venir aan de hulde en waardeering op 5 Sep
tember 1890 aan wijlen uwen eere commis
saris, den luitenant-kofonel J. J. W. E.
Verstege".
De aanbieding ging vergezeld van bet
volgende schrijven:
„Mijne heeren! Getroffen door de groote
eer, die a bij het ter aarde bestellen van mijn
echtgenoot, den luit. kolonel J. J. W. E. Ver
stege, aan zijn stoffelijk overschot bewezen
hebt, en overtuigd vau de groote sympathie die
hp gedurende zijn leven voor alle goede militaire
instellingen, maar vooral voor de uwe koesterde,
heb ik gemeend u aangenaam te zjjn door de
schenkiog van zijn portret.
„Ontvangt het als een bewijs van hulde en
dankbaarheid van zijne echtgenoote."
Te Utrecht is gistervoormiddag het stof
felijk overschot van den 104-jarigen heer
Lorette ter aarde besteld. Eene breede schare
belangstellenden woonde de plechtigheid bjj.
Ds. Groote, predikant der Evangelisch-Lu-
thersche gemeente, sprak eenige korte, doch
hartelijke woorden ter herinnering aan den
oudsten inwoner van Utrecht en misschien
van Nederland. Een der familieleden dankte
de aanwezigen voor hunne belangstelling.
Nader meldt men dat de uitreiking der
medaille aan den heer J. H. Smits zal geschie
den te Amsterdam op Zondag 26 October.
De heer W. Van Zuylen ontving by zyn
optreden in „De familie Kogge", te Utrecht,
een fraai bloemgeschenk van den senaat van
het Utrechtsch Studentencorps.
Volgens de „Kölnieche Zeitung" is de-
regeering van den Congo-staat bereid haar
verlangen tot het heffen van invoerrechten
in den Congo staat te laten varen, indien de -
Nederl. regeering toestemt in een aanmerkelyke
verhooging van de invoerrechten op alcohol.
Daarentegen deelt het „Journal deBruxelles"
mede, dat reeds oen tarief van de invoer
rechten aan de verschillende mogendheden
is verzonden. De commissie, bedoeld in het
protocol der Brusselsche conferentie, zal spoe
dig te Brussel bijeenkomen, ten einde haar
oordeel hierover uit te spreken. Volgens het
officieuze Belgische blad zijn de invoerrechten
zeer laag gesteld.
De Parjjscbe „Temps" deelt mede dat
onderhandelingen zyn aangeknoopt met den
Oud-Katholieken aartsbisschop van Utrecht,
om hem op te dragen de leiding van „l'Egliso
Catholique Gallicane" te Parys, de stichting
van Hyacinths Loyson, totdat zij haar eigen
bisschop zal hebben.
Op de voordracht voor ontvanger-griffier
voor het waterschap Schouwen zyn geplaatst
mr. D. Van der Vliet te Zieriksee en D. Hocke
D.z. te Brouwershaven.
De gemeenteraad van Usquert (prov.
Groningen) heeft besloten geen genoegen te
nemen met het voorstel van Ged. Staten om
de tollen op de gemeentewegen tegen eene
som in eens, groot tienmaal do gemiddelde
opbrengst van de tollen, af te schaffen. De
raad wil de afkoopsom op 15-maal dat bedrag
gebracht zien.
De minister van buitenlandsche zaken-
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
het op Maandag den 20sten October a. s. en
volgende dagen bepaalde examen ter verkry-
ging van het getuigschrift van bekwaamheid
voor de betrekking van leerling-consul zal
worden gehouden in de lokalen boven de
Rykspost8paarbank, Buitenhof 35, te 's-Gra-
venhage. Het examen zal op gomelden datum
een aanvang nemen des voormiddags te halftien.
De ministers van koloniën en van oorlog
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
voor eenige daartoe phyaiek geschikt bevon
den ongehuwde gepensionneerde of gegageerde
militairen beneden den rang van officier van
het leger hier te lande, of wel gediend heb
bende by de troepen in Oost- of West-Indië,
de gelegenheid is opengesteld om in dienst
te treden by eene reconvalescenten compagnie
van de koloniale reserve te Zutfen, en wel bij
het vaste personeel.
Roman van E. W E R N E R.
102)
Uit een der vensters van de woning der
familie Windeg, welke in eene dezer hoofd-
straten was gelegen, zag eene jongedame op
al dat bonte gewoel neder, waaraan zy ge
durende haar verblyf op het land byna ge
heel ontwend was. Engénie was in haars
vaders huis teruggekeerd en hiermede scheen
ook haar kortstondig huweiyk tot de verge
telheid te behooren. In den kring harer familie
werd dit punt slechts zeer zelden en alleen
dan aangeroerd, als de scheiding ter sprake
kwam. De zonen volgden hierin het voor
beeld van hun vader, die zich eenvoudig
scheen te hebben voorgenomen, iedere her
innering daaraan te smoren, in zyn eigen
huis ten minste; terwyl hy onder de hand
in stilte de noodige stappen deed om eene
gerechtelyke scheiding tot stand te brengen.
Tot zoolang zou de zaak nog geene rucht
baarheid verkrügen. De dienstboden en de
weinige bekenden, die zich omstreeks dezen
tyd nog in de residentie ophielden, meenden
dat de jonge vrouw slechts een voorbygaand
bezoek by hare familie bracht, naar aanleiding
van de gebeurtenissen, welke op de goe
deren van haren echtgenoot waren voor
gevallen.
Eugenie had weer dezelfde kamers betrok
ken, welke zy vóór haar huweiyk bewoonde;
zy hadden niet de minste verandering onder
gaan, en als zy, zooals vroeger, aan het
balkonvenster stond, ontmoette haar blik ook
de welbekende voorwerpen, alsof zy nimmer
weg was geweest. De laatste drie maanden
moesten en konden voor baar immers ook niets
anders zijn, dan een benauwde,koortsachtige,
droom, waaruit zy nu ontwaakte tot de vroe
gere vryheid harer meisjesjaren en tot een
gelukkiger leven dan toenwant nu was alle
zorg gebannen, welke haar en den haren des-
tyds als een dreigend spook op de hielen
zatnu bracht niet iedere nieuwe dag nieuwe
vernederingen en nieuwe offers mede; nu
werd niet ieder uur van het huiseiyk samen-
zyn vergiftigd door den naderenden slag,
welken de volgende morgen wellicht met
zich zou brengen: het verlies van vermogen
en goeden naam en de gevolgen hiervan.
Het oud-adeliyk geslacht der Windogs kon
opnieuw optreden in al den glans zyner
macht en rykdommen. Wie de Rabenausche
goederen in eigendom bezat, was ryk genoeg
om alle vorige verliezen daarmede te dokken
en zich en den zynen eene schitterende toe
komst te verzekeren.
Wel bleef te midden van al dien zonne-
scbyn nog eene enkele schaduw over, en wel
de door den baron en vroeger ook door
Eugénie zoo gehate burgerlyke naam; maar
ook dit was slechts eene quaestie van tyd.
Het schoone, talentvolle meisje had reeds
in haren eigen kring menigen bewonderaar
gehad, die baar vroeger of later tot zyne
vrouw zou begoerd hebben, ondanks de be
narde finantiëele omstandigheden, waarin men
wist dat haar vader verkeerde.
Eugénie Windeg was inderdaad wel in
staat, om een man te doen vergeten dat by
de dochter van een verarmd en met schul
den beladen geslacht als gade zyn huis bin
nenvoerde. De oude Berkow had destyds met
ruwe hand al die plannen en verbintenissen
vernietigd en aan zyn eigen zoon den prys
geschonken. Hy had de macht om te eischen,
waar anderen alleen vragen konden en wist
die macht te gebruiken.
Nu werd Eugénie echter weer vry; de
tegenwoordige majoraateheer kon haar eene
rpke huwolyksgift medegeven; hy had meer
dan één bekende in zyn eigen kring en stand,
die gaarne, en dit niet alleen uit berekening,
bereid was, de vroegere betrekking weer aan
te knoopen, en tegeiyk met den naam ook
de laatste herinnering aan dat huweiyk uit
te wisschen, terwyl hy de jonge barones door
eene echtverbintenis met een edelman weer
tot denzelfden, zoo niet tot een hoogeren
rang verhief, dan waartoe zy door hare ge
boorte behoorde.
Dan zou de laatste smet gedelgd zyn van
het wapen der Windegsdan zou het weer
in al zyn glans en luister schitteren.
De jonge vrouw zag er echter niet zoo
kalm en bemoedigd uit, als men met het
oog op zulk eene gelukkige toekomst met
grond had kunnen verwachten. Reeds ver
scheidene weken was zy nu in haars vaders
huis en nog altyd wilde de kleur maar niet
op hare wangen terugkeeren, nog altyd wilde
haar mond zich maar niet tet een glimlach
plooien. Ondanks al de liefde en zorg, waar
mede vader en broeders haar omringden,
bleef zy hier even bleek en stil, als zy het
ooit aan de zyde van den haar opgedrongen
echtgenoot was geweest, en ook thans zag
zy op al dat gewoel daar aan hare voeten
neder, zonder dat het aan eene dier gedurig
wisselende gedaanten mocht gelukken, hare
opmetkzaambeid één oogenblik tot zich te
trekken. Wordt vervolgd.)