Sport-Chocolade,
J. G. LANGEVELD,
TE KOOP:
Sigaren-Magazijn,
Hollandsche IJzeren-Spoorweg-MaatschappU-
Rijnlandsche en Noordwijksche Stoomtramwegen.
H. VAN ANDEL.
N*. 9399.
Vrijdag XO October.
A*. 1890.
Vervolg der Advertentiën.
dSourant wordt dagelijks, met uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
uitsluitend verkrijgbaar
Onmisbaar voor Sportsmen en
Militairen op Marsch.
Deze Chocolade heeft niet den dorstverwekkenden, zoeten
smaak van gewone Eet-Chocolade.
BOTERMARKT 29.
In A.antocht:
Feuilleton.
GLÜCK AUF!
LEIDSCI
DAGBLAD.
PRUB DEZER COURANT:
▼oor Lelden per S meenden1.10.
Franco per poet1.40.
Aftonderljflte No mm era0.05.
600 hectoliter beste ook
by gedeelten, tegen concurreerende pryzen, by
H. VAK SCHIP, Haarl.meer (Burgerveen).
PRIJS DER ADVERTENTEEK:
V.n 1 - 6 regel. 1.05. Iedor. regel meor/O.lTf
Grootere lettere D.ar plefctenilmte. Voor het tn
ceeeeereD buiten do etad wordt 0.10 berekend.
De Garnizoens-Voedings-Commissie te Leiden
zal op den 15dcn October ÏNÏIO, des
middag3 te 12 uren, ten Bureele van den
Kolonel Garnizoens Commandant (Morschpoort-
Kazerne), onder nadere goedkeuring van den
M. v. O., in het openbaar AANBESTEDEN
De levering van Aardappelen
voor de Soldaten-Menages van het
Garnizoen, gedurende het tijdvak
van I November 1S90 tot 15 Juni
1S01.
De voorwaarden dezer Aanbesteding liggen
ter lezing op voornoemd Bureel, des voor-
middags van 10 tot 2 uren.
i|
in het Notarishuis aan den
Burg te Leiden, by opbod en
afslag op Zaterdagen 11 en 18
October 1890, telkens des
namiddags te zevtn uren, ten
overstaan van Mr. L. M. J. H. KERSTENS,
Notaris te Leiden, van
No. 1. Een good onderhouden BURGER
WOONHUIS, te Leiden, aan den Ouden Ryn,
No. 13, groot 48 centiaren, met oon uitgang
in do daarnaast goiegen Poort, bevattendo
beneden: Zykamer mot Binnenkamer en
Suite, Kelder, Keukon on Turfzoldertje
boven: Voorkamer, Achterkamer, Dienst
bodenkamer, Zolder en Vliering.
Laatsteiyk verhuurd geweest voor
ƒ260 'sjaars, waarvan een gedeelte was
onderverhuurd aan een Student voor
/250 'sjaars.
No. 2. Een HUIS te Leiden, in de Bregten
poort, uitkomende aan het Levendaal, No. 2b,
groot 20 centiaren.
Verhuurd voor ƒ1.05 per week.
Aanvaarding na de betaling der koop
penningen, 1 November 1890.
Te bezichtigen des Vrydags en Zater
dags in de weken van veiling en afslag,
van 10 tot 2 uren.
Te beginnen met 15 October 1890 zullen de Tramtreinen rijden als volgt:
Van NOORD WIJK AAN ZEE en KATWIJK AAN ZEE naar LEIDEN.
Noordwyk aan Zee (Remise) Y.
Noordwyk-Binnen
RynsburgA.
7.03
7.09
7.35
-
9.08
9.14
9.40
10.48
10.54
11.20
-
12.38
12.44
1.10
3.13
3.19
3.45
-
5.28
5.34
6.-
7.18
7.24
7.50
1 8.58
|S| 9.04
u, 9.30
Katwyk aan Zee (Station)V.
7.15
8.05
9.20
10.10
11.-
11.50
12.50
2.30
3.25
4.20
5.40
7.30
9.10
Katwyk aan den Ryn
7.28
8.18
9.33
10.23
11.13
12.03
1.03
2.43
3.38
4.33
5.53
7.43
9.23
Rynsburg.
7.35
8:25
9.40
10.30
11.20
12.10
1.10
2.50
3.45
4.40
6.-
7.50
9.30
Oegstgeest
7.45
8.35
9.50
10.40
11.30
12.20
1.20
3.-
3.55
4.50
6.10
8.-
9.40
8.45
10.-
10.50
11.40
12.30
1.30
3.10
4.05
5.-
6.20
8.10
9.50
Van LEIDEN naar KATWIJK AAN ZEE en NOORDWIJK AAN ZEE.
V
8.33
9.20
10.10
11.-
11.50
12.50
2.30
3.25
4.20
6.-
7.30
8.22
Oegstgeest
71
8.43
9.30
10.20
11.10
12.-
Ié
2.40
3.35
4.30
6.10
7.40
8.32
Rynsburg
n
-
8.53
9.40
10.30
11.20
12.10
1.10
2.50
3.45
4.40
6.20
7.50
8.42
Katwyk aan den Ryn.
71
-
9.-
9.47
10.37
11.27
12.17
1.17
2.57
3.52
4.47
6.27
7.57
8.49
Katwyk aan Zee (Station)
A.
9.13
10.-
10.50
11.40
12.30
1.30
3.10
4.05
5.-
6.40
8.10
9.02
Alleen
op
Zon- en
FeeBtd.
Degel,
beh.
Zon- en
Foestd.
Rynsburg
V.
7.40
9.45
11.25
1.15
4.45
6.25
7.55
8.47
Noordwyk-Binnen
8.06
10.11
11.51
1.41
5.11
6.51
8.21
9.13
Noordwyk aan Zee (Remise)
A.
8.12
-
10.17
-
11.57
1.47
-
5.17
6.57
8.27
9.19
11.05
11.15
11.25
11.32
11.45
Alleeu
op
Zon- en
Feest <1.
11.25
11.51
11.57
DE ADMINISTRATEUR.
BIJ
>X^4JEXE 84.
Exellent3'/2-Cls.-Slgaar.
Palac I o Para. 3'/i
eene lading puike Rnhr-kachelkolen,
afgehaald J3 Cents per H. L., vry aan huis
80 Cents per H. L. By hoeveelheid van
100 H. L. Cents per H. L.
Verder alle andere soorten BRAND
STOFFEN, tot zeer lage prgzen.
Aanbevelend,
II. J. BLOMMESTEIN,
Oranjegracht No. 4,
2de huis van den Nieuwen Ryn
Roman van E. W E R N E R.
92)
„Ik kwam hier", ging zü voort, „om my-
zelve te overtuigen, of gy met het plan van
vader instemdet. Gy keurt het goed, zooals ik
zie en ik zal dus vertrekken."
Zy keerde zich om. By do deur bleef zy
nog even staan; het kwam haar voor, alsof
hy op het oogenblik, dat zy de hand aan de
kruk logde, zich oprichtte, alsof hy eene be
weging maakte, om haar na te snellen; maar
neen, zo had zich zeker vergist; want toen
zij het hoofd omwendde, stond Arthur nog
altyd by de schrijftafel, doodsbleek, wel is
waar, doch zyne geheele houding, iedere trek
van zyn gelaat drukte hetzelfde woord uit,
waarmede zy hom eens van zich had ge-
stooten een onbarmhartig en onherroe-
poiyk: „Noen!"
„Eugónie raapto al haren moed byeen tot
een woord van afscheid.
„Wy zullen elkander morgen niet anders
dan in papa's byzyu ontmoeten en daa mis
schien nooit weder, en dus vaarwel,
Arthur!"
„Vaarwel I" zeido h(j op doffen toon.
De deur viel achter haar dicht; zy was
verdwenen.
Hun laatste samenzyn was ydel geweest,
het laatste middel tot verzoening nutteloos
gebleken. Geen van beiden had de minste
willen zyn, goen van beiden had het woord
willen uitspreken, dat alleen hier helpen en
redden kon, dat ééne woord, dat alle3inorde
zou gebracht hebben, al waren er nog tien
maal erger dingen geschied de trots
alleen sprak en hiermede was ook hun
vonnis geveld.
Grauw en somber brak de morgenstond
boven de bergen aan, maar in het landhuis
was alles, ondanks het ongewone uur, reeds
vroeg op de been. Men had de afreis zoo
vroegtydig vastgesteld, om het naastbyge-
legen station te bereiken, ten einde nog dien
zelfden avond bytyds por spoor in de resi
dentie aan te komen.
Voorshands bevond Koenraad 'van Windeg
zich alleen in het salon. De baron was nog op
zyne kamer. Eugénie liet zich ook nog niet
zien en do jonge officier scheen met blykbaar
ongeduld op iemand of iets te wachten. Hy
had het vertrek reeds verscheidene malen
met groote stappen doorkruist, nu eens op
het balkou gestaan, en dan weer eene poos
op een fauteuil gezeten, waarvan hy nu eens
klaps opsprong, toen Arthur Berkow bin
nentrad.
„O, zyt gy al hier?" zeide deze, zyn jon
gen zwager met die koele beleefdheid groe
tende, welke tusschen hen gebruikeiyk was.
Koenraad yide hem driftig tegemoet.
„Ik wilde zoo gaarne nog een enkel woord
met u afzonderiyk.maar, myn Hemel, wat
scheelt u? Zyt ge ziek?"
„Ik?" vroeg Arthur kalm. „Hoe komt ge
er aan? Ik ben volmaakt gezond."
„Zoo?" hernam Koenraad met een onge-
loovigen blik op het bleeke, afgematte ge
laat van zyn zwager; „ik zou anders geneigd
zyn het tegendeel te gelooven."
Arthur haalde eenigszins ongeduldig de
schouders op.
„Ik ben dat vroogo opstaan niet gewoon
dan ziet men er altyd wat slaperig uit. Ik
vrees dat gy het heden niet goed met het
weer zult treffen; het is een afschuwe-
lyke mist."
Hy stapte op het venster toe, als om het
weder ia oogenschouw te nemen, maar eigen-
lyk om z'ch aan de lastige phyeionomische
onderzookingen te onttrekken, waarmede Koen
raad hem vervolgde.
Deze liet zich echter niet zoo schielyk af
schepen hy trad hem op zyde.
„Ik w.lde het eerst van allen hier zyn",
begon by min of meer aarzelend, „omdat ik
nog gaarne een gesprek onder vier oogen
met u wilde hebben, Arthur I"
De aangesprokene keerde zich om, even
verbaasd over den inhoud als over de in
kleeding van dit gezegde. Zoolang zy in
nadere betrekking tot elkander hadden ge
staan, had Koenraad hem nog nooit by zyn
voornaam genoemd. Hy placht gewooniyk
het voorbeeld van zyn vader te volgen en
„Berkow" of zeifs wel „mynhoer Berkow" te
zeggen.
„Nu?" vroeg deze op verbaasden, doch
welwillenden toon.
De jonge officier streed zichtbaar met eene
opwelling van twyfel en verlegenheid, doch
hy vormande zich on hief zyn open, trouw
hartig gelaat tot zyn zwager op.
„wy hebben u onrechtvaardig beoordeeld,
Arthur, en ik misschien wel het allermeeBt.
Ik was verstoord over dat huweiyk, over den
dwang, welke ons werd opgelegd en ik
zal het u maar eeriyk bekennen ik heb
u met myn gansche hait gehaat van het
oogenblik af, dat gy myn zwager werd."
[Wordt vervolgd.)