Np. 9391. Woensdag X October. A*. 1890.
feze £ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
GLÜCK AUF!
Burgerlijke Stand.
LEIDSCH jSi DAGBLAD.
PHIJB DEZEB COUBANT:
t»t Leiden per S memdec1.10.
Frenoo per post1.10.
Afionderlyk© Nommers0.05.
KOLONIËN.
BATAVIA, 27 tot 30 Aug. (Vervolg.)
Aan eene correspondentie van den 12den
dezer van de „Loc." uit Atjeh, ontleenenwy
het volgende: Zooeven ontving ik do tijding,
dat de sultan-pretendent op morgen de reis
naar Groot-Atjeh zal ondernemen in het ge
zelschap van vijf hoeloebalangs, waarvan de
Toekoe Bintara Kemala en Toekoe Tjoet
Atjeh de voornaamste zijn.
De kapitein-kwartiermeester De Jeer wordt
naar Padang geëvacueerd met leverziekte. H(j
werd hedenmorgen in een tandoe vervoerd.
Wederom moest een aantal lijders, bestemd
tot evacuatie, achterblijven uit gebrek aan
scheepsruimte.
Twee zelfmoorden hebben hier plaats gehad,
namelijk van een cavalerist, die zich dood
schoot, omdat z(jn kameraad beter zong dan
hij, en van een Europeesch fuselier van het
3de bataljon, die om niet bekende redenen
zich door een geweerschot het leven benam.
Een bloedig treffen, zegt de „Soer. Crt.",
wordt heden of morgen verwacht tusschen
den heer G., denzelfden, die dezer dagen reeds
een paar keeren in dit blad genoemd werd,
en zijne vijanden.
Boos omdat z(j gerechtelijk vervolgd zijn,
hebben ze met eenige bekende vechtersbazen
tegen G. een complot op touw gezet. Zjjne
gangen worden bespied, en G. acht zijn leven
niet meer zeker. Dag en nacht heeft hjj eene
geladen revolver bij zich.
Een inlandsche pikeur zat te Semarang
heel genoeglijk te paard. Op den weg van
Bodjong, ter hoogte van Sepaton, kreeg hij
eene koliek, steeg van het paard, bond het
aan een boom vast, doch kon toen niet meer
verder en moest per dogcart naar huis ge
bracht worden, waar men slechts zijn lyk in
ontvangst kon nemen.
Uit Makassar meldt menMet eene groot e
prauw, zegt de „Cel. Crt.", voeren eenige
dagen geleden 17 personen (mannen en vrou
wen), waaronder ook de Arabier Brahima
Matar, van hier naar het eiland Dewakang,
ter viering van eene bruiloft aldaar.
Of 't was wegens een onder weg ontstane
lekkage door 't losraken van eene der planken
van 't vaartuig, of om eene andere oorzaak,
hoo 't geweest zy, de prauw zonk, met
't noodlottig gevolg, dat 12 der opvarenden
verdronken; een, die, hoewel door een men-
giwang gebeten, zich nog wist te redden,
bracht hier de tyding van 't onheil. Van de
vier overigen, die eerst vermist werden, is
Roman van E. W ERNE R.
78)
Lorentz nam zyn hoed van de venster
bank en maakte zich gereed om te ver
trekken.
„Gy zult wel het best weten, hoe wy
ook verder moeten handelen. Gij zyt immers
onze leider?"
Ulrieh's gelaat betrok.
„Ja, dat ben ik, maar ik had gedacht dat
het gemakkelyker zou zyn met u samen te
werken. Ge maakt my die taak reeds zwaar
genoeg."
De jonge bergwerker hief beleedigd het
hoofd op.
„Wy? Ge hebt toch waariyk geen klagen
over ons; elk onzer is u onvoorwaardeiyk
gehoorzaam I"
„Gehoorzamen 1"
Ulrich sloeg een vorschenden blik op het
gelaat van zyn vriend.
„Ja, daaraan ontbreekt het niet en daar
over beklaag ik mg ook niet, maar toch is
het anders geworden tusschen ons beiden,
Karei, geheel anders dan vroeger. Gy allen
later nog één teruggekeerd; die drie anderen
moeten dus ook het leven er by hebben inge
schoten.
Al het goudwerk en de juweelen, welke
de verongelukten by zich hadden, en die, naar
beweerd wordt, eene waarde vertegenwoor
digden van 15 a 20 mille, moeten by de
ramp verloren zyn geraakt.
Uit Semarang: Een adjudant-onderoffi
cier, hier ter stede woonachtig, schryft de
„Loc.", werd eenige weken geleden ingedeeld
by de expeditionnaire macht voor Flores en
vertrok met de troepen derwaarts, te Sema
rang zyne vrouw en kinderen achterlatende.
Kort na zyn vertrek werd een zyner kin
deren ongesteld, en stierf het, na eenige dagen
te hebben geleden. De arme vrouw trok zich
het verlies van haar kind zóódanig aan, dat
zy steeds in eene zeer bedroefde stemming
verkeerde en weinig voedsel gebruikte, teit
wyi zy het graf van haar kind dikwyis be
zocht. Een paar dagen na het afsterven van
de kleine kreeg de moeder een hevigen aan
val van buikziekte. De vrouw verkeerde in
een hoogst zorgwekkenden toestand. Daarop
werd een van de overige kinderen ziek. De
arme kleine leed vreeselyk en stierf mede
enkele dagen later aan eene ongeneeslyke
ziekte. De lydensgeschiedenis van deze be
klagenswaardige medemenschen is echter nog
niet ten einde. De buikziekte, waaraan de
vrouw ïydende was, nam af, doch ontaardde
in een hoogen graad van typhus, waaraan
zy hedennacht na een lang en smarteiyk
ïyden overleed.
De ongelukkige vader, die, naar wy ver
nemen, thans op reis moet zun naar Java,
is nog geheel onbewust van den vreeselyken
slag, die hem heeft getroffen.
Door den heer H. C. Maurenbrecher, lid
by de Alg. Kekenkamer, is wegens dringende
familie-aangelegenheden eervol ontslag uit
's lands dienst aangevraagd, met ingang van
2 Sept. a. s.
Het verlof naar Nederland, verleend aan
den hoofd ambtenaar A. W. P. Verkerk Pis-
torius, laatsteiyk resident van Tapanoeli, is
verlengd met zes maanden.
Gruweiyk is de moord, dezer dagen in
een der dessa's van het Sidho-Ardjosche ge
pleegd op eene jeugdige inlandsche vrouw.
Het lyk is in de sawah gevonden, door ver
scheidene messteken doorboord.
Door de yverige bemoeiingen van het dis
trictshoofd van Djongolo I zitten reeds eenige
verdachte personen achter slot. Men spreekt
van vele medeplichtigen.
Blykens eene ordonnantie, in de „Jav.-Ct."
opgenomen, zal van 1 Januari 1891 af in het
gouvernement Celebes en onderhoorigheden,
voor zoover dit onder ons rechtstreeksch gezag
staat, eene hoofdelyke belasting worden go-
heven van alle personen, behoorende tot de
inlandsche bevolking, die den vollen ouderdom
van 18 jaren hebben bereikt (van de vrouwen
alleen, wanneer zy zelfstandig in haar levens
onderhoud voorzien), uitgezonderd van hen,
die hun hoofdbestaan in de rystcultuur vinden
en als zoodanig in de vertiening zyn aange
slagen. Daarentegen worden acht verschillende
belastingen, tot nog toe geheven, afgeschaft.
Naar wy vernemen, is de aan de dorde
openbare inlandsche school te Madioen geno
men proef met onderricht in ambachtsvakken
als mislukt te beschouwen en daarom voor
gesteld die proef te doen staken. (Java Bode.)
Ter aanvulling zyn van Makassar met
de „Devonhurst" naar Flores vertrokken de
lste luit. der inf. L. F. J. A. Glaser, 3 kor
poraals en 6 fuseliers (allen Europeanen.)
Den controleur 2de kl. J. H. Simon Tho
mas is 6 maanden verlenging van verlof ver
leend buiten bezwaar van den lande.
Tot gouvernements-landmeter voor de
afd. Bengkalis, Siak en Tanah-Poetih is be
noemd de eerst aanw. ingenieur, de heer J.
F. Gyselaar.
Mejuffrouw D., wonende te Mlaten (Sema
rang), hot leven moede, trachtte zich van dien
last te ontdoen. Niet wetende, welke manier
de beste was, goot zy petroleum op hare klee-
ren, stak die toen met een lucifer in brand
en bereikte haar doel, daar zy, trots eene
zorgvuldige behandeling, onder de hevigste
smarten den volgenden middag den geest gaf.
De gezondheidstoestand op Banka liet
gedurende de verloopen maand nogal te wen-
schen over; koortsen en buikziekten kwamen
nog veelvuldig voor.
Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn
de volgonde beschikkingen genomen:
Civiel Departement. Goedgekeurd: Dat door
den landraad te Magelang (Kedoo) is ontslagen we
gens vertrek, eervol, als buitengewoon subst.-griffier
b. bezw. van den lande bij die rechtbank, W. Dumas
dat is benoemd tot buit. subst.-griffier 1). bezw. van
den lande bij die rechtbank, F. J. Tereira.
Departement van Oorlog. Bevorderd: Tot mil.
paardenarts 2de kl. (lste luit.) de mil. paardenarts
3de kl. (2de luit.) H. J. Tromp de Haas.
Geplaatst: Bij het garniz.-bat. te Palcmbang
do 2de luit. H. J. L. Muskoijn, onlangs uit Nederland
aangekomen, als gedet. voor don tijd van vijf jaren
bij het leger hier te lande.
Overgeplaatst: Bij het lste bat. inf- te
Banjoe-Biroe de majoor A. J. D. Pool, van hot 11de
bat. te Meester-Oornelis; bjj hef subsist.-kader
te Batavia de magazijnm. 2de kl. lste luit. J. M.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 16 regels ƒ1.05. Iedore regel meer 0.1?^
Grootere letters naar plaataruimto. Voor het ln
caaseeren buiten do stad wordt 0.10 berekend
Schmits, laatstelijk beheerder van het hulp-genio
magazijn te Oleh-leh; bij het corps genie-troepen
to Malang de 2de luit. A. Mollinger, van don ge-
wostehjken en plaatselijken genie-dienst van Palcm
bang aldaar; bij het hospitaal te Semarang de
ofl'. van goz. 2de kl. G. P. Swerver, on bij dat to
Willem I do oft", van gez. 2de kl. M. Kiovit, resp.
van don gewestelijken en plaatselijken geneesk. dienst
in de 2de milit. afd. op Java, hospitaal te Willem I
en te Semarang, en bij dien dienst, garniz. te Flatten,
de oft", van goz. 2de kl. M. Hartmann, van dien in
de lsto milit. afd. op Java hospitaal te Batavia;
bij het 11de bat. te Meester-Oornelis de kapt. H. P.
Willomstijn, laatstelijk adjudant van den chef van
het wapen der inf.; bij het 4de bat. te Padang
de majoor H. A. N. Catenius, van het lste bat. te
Banjoe-Biroe; bij de 2do opnomingsbrigade ter
Sumatra's Westkust te Padang de lste luit. C. A.
F. F. R. J. Bom8winekel, van de Sdo opnemings
brigade in de Westerafd. van Borneo te Pontianak.
Benoemd: Aan het dept. van oorlog bij de
2de afd. hoofdbureel der inf. tot adjudant van den
chef van het wapen der inf. de lste luit. B. T. C. F.
Schmidt, van het subsist.-kader te Batavia.
Gereilde perceelen.
Gehouden verkooping aan den Burg, op 27
Sept. 11., ten overstaan van den notaris mr.
J. A. F. Coeberghhet huis en erf buiten
de voorm. Koepoort, aan de Heerenstraat,
onder Zoeterwoude, gem. F, Nos. 202 en 203,
kooper J. Van Tilburg, te Zoeterwoude, voor
f3225; drie huizen en erven in deRoodelaan
aldaar, gem. F, Nos. 39, 38 en 37, gecom
bineerd kooper J. Kuypers, te Zoeterwoude,
voor f2140.
ALKEMADE. Geboren: Willem, z. van Joliannea
Bonda en Maartje Boeloft'a. HermaDus, z. van
Willem Aijao De VrieB en Janajo Van don Burg.
Ovorledeu: Jan Krnit, 6 m., z. van Jan Kruit
en Harmijntje Baartse. Lijajo Van Beijoren, 73 j.,
ongehuwd, d. van Gerrit Van Beijeren en vau Eliaa-
beth Hoogoveou. Wilhelmina Hoogenhoora, 12 d.,
d. van Willem Iloogenhoom on van Gerarda Aker
boom. Jacoba Do JoDg, 64 j., ongehuwd, d. van
Jan Do Jong en van Marijtje Zaal. Helena Van
dor Zwet, 4 j-, d. van Hubertue Van dor Zwet en
Truitje Van Wieringen. Antoon Wijtkamp, 80 j.,
weduwnaar ecrat van Maria Catbarina Boekwog, laatst
van Eliaabeth Bezemcr, echtgenoot van Aaltjo Aker
boom, z. van Caepor Wijtkamp on Geertruid Vreu-
link. Wjjnandua Frodericue Van dor Meor, 7 m.,
z. van Petrus v. d. Meer en van Susanna Ma. Muis.
Ondertrouwd: Krijn Warmerdam, 47 j., wedur.
van Berdina Weaaelman, en Anna Van der Bijl, jd.
Gehuwd: Johannes Weaaeliua, jm. 24 j. en
Maria Eliaabeth Klomp, jd. 21 j.
HILLEGOM. Geboren: Pieter, z. van lïutger
Scliilpzand on Lena Catbarina Elders. Anna Maria,
d. van Jurriaan Van Dooren en Anna Maria Van de-r
Jagt. Willem Karei, z. van Miea Johannes Seel
on Aliida Elfring.
Ondertrouwd: Gorardna Van dor Jagt cn
Antje Paaae.
Overleden: Matje Spilker, 9 m.
ALFEN. Bevallen: J. M. Vrceawijk geb. De
Jong, Z. A. Van Wijk geb. Vieaer, D. G. Van
't Wout geb. Loevo, Z.
Overleden: Tj. Van Donk, jm. 19 j. D.
Schrijf, jm. 70 j.
eenenmale verlaten hadden. Stil en neerge
drukt bleef hy op zyn stoel zitten, zonder
zelfs eene poging aan te wonden om het
gesprek weer aan te knoopen.
Ulrich scheen dat stilzwygen toch niet te
kunnen verdragen; met eene haastige be
weging keerde hy zich om.
„Vader, zegt gü dan niets van de tyding,
welke Wilms ons gebracht heeft? Is het u
dan zoo geheel onverschillig of wij overwin
nen of bezwyken?"
De opzichter hief langzaam het hoofd op.
„Onverschillig is het my niet. maar ver
heugen kan ik my ook niet. als het nu wer-
kelyk al tot bodreigingen en geweld is go-
komen. Wy zullen eerst afwachten, wie er
by het einde het best aan toe zynde hoe
ren of wy. Het is waar, daar vraagt gy niet
naar, gy hebt uw zin doorgedreven. Gy zyt
nu hoor en meester op al de bergwerken in
den omtrok. Tot u komt alles, voor u buigt
alles; u gehoorzaamt alles en dat is het
immers, wat gy van het begin af ge-
wenscht hebt, waarop ge ook alles hebt
aangelegd
„Vader!barstte do jonkman uit.
„Zwpg maar", was het kalme antwoord.
(Wordt vervolgd.)
zyt tegenwoordig zoo vreemd, zoo koel en
zoo schuw, en dikwyis komt het my voor,
alsof gy allen my maar vreest en anders
niets!"
„Neen, neen, Ulrich!" Lorentz wierp de
beschuldiging zóó heftig van zich af, dat zyne
tegenspraak bjina voor hare waarheid pleitte.
„Neen, wy vertrouwen u volkomen, u alleen.
Wat ge ook gedaan hebt, ge hebt het voor
ons gedaan, niet voor uzelven, dat zullen wy
nooit vergeten!"
„Wat ge ook gedaan hebt, ge hebt het
voor ons gedaan!"
Dit klonk onschuldig genoeg en kon ook
als zoodanig bedoeld zyn, en toch meende
Ulrich een verborgen zin in die woorden op
te merken en wierp hy den spreker een door-
horenden blik toe. Deze ontweek dien en
zag vóór zich.
„Ik moet gaan", zoide hy haastig, „ik zal
Wilms by u zenden. Gy blyft immers thuis,
zoodat hy u zekor aantreft?"
Ulrich antwoordde niet. De gloed van zoo
even had weer voor de vale bleekheid plaats
gemaakt, welke zyn aangezicht by zyn binnen
treden had overtogen hy knikte slecht3 toe
stemmend en wendde zich naar hot venster.
Do jonge mynwerker groette den opzichter
en verliet bet vertrek; Martha stond op en
volgde hem naar buiten. Het meisje had zich
in het geheel niet in het gesprek gemengd,
hoewel zy de oogen niet van de beide mannen
had afgewend. Zy bleef vry lang buiten; dit
kwam echter den achterbly venden niet vreemd
voor. Ze wisten immers dat verloofden altyd
nog iets byzonders met elkaar te fluisteren
hebben en schenen er zich dan ook niet veel
om te bekommeren.
Vader en zoon waren alleen; maar het
stilzwygen, dat thans tusschen hen heerschte,
was misschien nog drukkender dan straks
by Ulrieh's komst. Deze stond nog by het
venster, het voorhoofd tegen de ruiten ge
drukt, en staarde naar buiten, zonder noch
tans iets te zien.
De opzichter had zyne plaats niet ver
laten; hy zat nog altyd by de tafel en
steunde het hoofd met de hand; maar het
gelaat van den ouden man had gedurende
de laatste weken eene zonderlinge veran
dering ondergaan. Verdriet en zorg stonden
er op te lezende rimpels, welke de ouder
dom er op geploegd had, schenen nog dieper
te zyn geworden, en zyne oogen hadden zulk
eene droevige uitdrukking gekregen, alsof al
de wakkerheid en strydvaardigheid, waar
mede hy zyn zoon vroeger zoo monige duch
tige strafpredikatie had gehouden, hem ten