N°. 9379.
Woensdag XT' September.
A8. 1890.
t§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 16 September.
Feuilleton.
GLÜCK AUF!
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Toer Leiden per 8 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlek© Nommers0.05.
PRIJS DER AD VER TEN TIEN:
Tan 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in-
ca8seeren buiten de stad wordt f 0.10 berekend.
Officieel Kennisgevingen.
Vergadering ran den Gemeenteraad van Lelden,
op Donderdag 18 Sept., deB namiddags te twee uren.
Punten ter behandeling:
1°. Benoeming van een Hoofd der school 4de klasse
No. 2. (192)
2°. Verzoek van G. W. Zandvoort om eene uitloozing te
maken voor zijn slachthuis in de Lange Agnieten-
straat. (187)
3°. Rekening over 1889 van het R.-K. Wees- en Oude-
liedenhuis. (190)
4°. Idem als voren van het R.-K. Armbestuur. (190)
5°. Suppletoirc staat van begrooting, dienst 1890, van
het H. G.- of Arme Wees- en Kinderhuis. (191)
6°. Idem alsvoren van het Geref. Minne- of Arme
Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (186)
7°. Voorstel betrekkelijk de uitbreiding van do Gas
fabriek. (140, 153 en 184)
Benoemd is tot assistent-leerares aan de
H. B.-school voor meisjes te Groningen mej.
D. B. Van Malsen, te Leiden. De jaarwedde,
aan deze betrekking (voor den cursus 1890 91)
verbonden, bedraagt 1200.
Gedurende de tweede helft der maand Aug.
zyn aan het postkantoor alhier bezorgd de
volgende brieven, welke, wegens onbekend
heid der geadresseerden, niet besteld konden
worden
W. Molenaar, Mevr. C. Wolff, Pysten,
Amsterdam; Mevr. Van Steyn, Mevr. De
Wartel, Arnhem; D. Van Munster, Deventer
Tyssen, Smits, R. Champod, Marie Telt-
kamp, 's-GravenhageA. v. d. Berg, Kampen;
Mej. Van der Geer, Millingen; W. Hazenberg,
Noordwyk; J. M. Obreen, Oegstgeest; M.
Assendelft, J. Gadu, Rust, W. M. v. d. Klouw,
Rotterdam; D. A. v. d. Riet, Winschoten.
BriefkaartenA. F. Ruiter, H. J. G. Buning,
Amsterdam; J. Dijstelbergen, Apeldoorn.
Het op do Staatsbegrooting van 1889
toegestaan bedrag van f 305,000 voor ge
rechtskosten in strafzaken en andere kosten
is gebleken ontoereikend te zyn, zoodat die
som met f 27,000 zal moeten worden ver
hoogd, waartoe eene aanvrage b(j de Staten-
Generaal is ingediend, zonder dat de begroo
ting daardoor verandering ondergaat, omdat
sommige andere posten verminderd kunnen
worden met gelijk bedrag.
Hoogere uitgaven wegens vergoedingen
aan getuigen en uitleveringskosten hebben
het tekort veroorzaakt.
B(j koninklijk besluit van 13 dezer is
bepaald dat by afzonderlyke dagorders, zoo
in Indié als in Nederland, eervol zal worden
vermeld de sedert tot adjudant-onderofficier
bevorderde sergeant-majoor der infanterie van
het Nederlandsch-Indisch leger J. L. Lode-
wyks, en zulks ter zake van zyn gedrag by
de krygsverrichtingen in Atjeh op den Isten
Mei 1889.
By koninkiyk besluit zyn eervol ontsla
gen uit hunne betrekking van directeur van
het voormalig Ryks-Entrepotdok te Amster
dam, P. Rahusen en J. W. H. Crommelin,
te Amsterdam; uit hunne betrekking van
commissaris voor het Ryk by het voormalige
Ryks-Entrepotdok te Amsterdam, M. H. Insin-
ger, P. N. Muller, mr. M. C. Van Hall, A.
W. Van Eeghen, mr. N. J. Den Tex en mr.
H. L. M. Luden; onder dankbetuiging voor
de door hen in bovengenoemde betrekkingen
aan den lande bewezen diensten.
By beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken van 15 dezer is, met
ingang van 1 October e. k., benoemd tot
prosector-anatomes, tevens custos der kabi
netten aan 's Ryks veeartsenyschool te Utrecht,
de veearts B. Sikkema, te Dalfsen.
De minister van waterstaat, handel en
nijverheid, die een achttal dagen buitenslands
vertoefde, heeft gisteren zyne ambtsbezig
heden hervat.
Stemgerechtigde ingelanden van het
waterschap Laagnieuwkoop hebben met al-
gemeene stemmen herkozen als heemraad
den heer J. W. Casant, en benoemd tot se
cretaris den heer G. Hondelink, te Vleuten,
voorzitter van dat waterschap.
By koninklyk besluit is, met ingang van
1 October a. 8.lo. de hoofdcommies by het
departement van marine H. P. Looyen, op zyn
verzoek, eervol uit 's Ryks dienst ontslagen,
behoudens toekenning van zoodanig pensioen
als waarop hy zal bevonden worden volgens
de wetteiyke bepalingen aanspraak te hebben
2o. by gemeld departementa. bevorderd tot
hoofdcommies, de commies C. F. Gravelotte;
tot commies, de adjunct-commiezen D. I. R.
K. Roobol, S. L. Vermeer en A. W. De
Groot; en b. benoemd tot adjunct-commies,
de lsteklerk J. L. G. Gregory.
Te rekenen van 1 September 1890, aan
L. G. Slof eervol ontslag verleend als hulp
havenmeester voor de vaart in de Nieuwe
Maas en Koningshaven.
Met ingang van 1 October 1890, benoemd
tot directeur van het post- en telegraafkantoor
te Brielle K. I. Hobbel, thans telegrafist der
lste klasse by de Rykstelegraaf.
Met ingang van 15 September 1890, aan
den telegrafist der 2de klasse by de Ryks
telegraaf J. Raemaekers, op zyn verzoek, eer
vol ontslag verleend uit 's Ryks dienst.
O o in o ii Nieuws.
Te acht uren ongeveer had
gisteravond alhier in de Bakkersteeg naby
den Vliet een opstootje plaats, als gevolg van
het naschreeuwen door eenige jongens van
een beschonken persoon, J. geheeten. J. achter
volgde de knapen zoo goed en zoo kwaad dit
ging en gaf te kennen hen te willen ranselen,
welke kennisgeving medewerkte tot het doen
samenloopen eener groote menigte belang
stellende personen.
Men wilde J. naar huis geleiden, maar
zyne leuze was„ik ga nog niet naar huis 1"
Daarop legde hy zich op den grond neder.
Ten slotte kwamen een paar politie-dienaars
toesnellen.
Zy tilden J. van den grond op, legden
hem met behulp van eenige jongens op een
wagen en verwijderden hem uit de Bakkersteeg,
waar het zeer druk was geworden, hem
brengende naar het bureel van politie.
Reeds in de vroegte, n.l. te zeven
uren hedenmorgen, viel er alhier een jongen
in het water, een zoon van den heer F., aan
de Hoogewoerd. Hy kwam in den Nieuwen
Ryn terecht. Spoedig werd hy op het droge
gehaald en door zyn redder vergast op het
geen men noemt „een pak slaag."
Men schryft ons uit Zoete r-
woude: In de vorige week werd de uiterste
wil van den Zeereerw. heer H. Pufkus, R.-C.
kapelaan alhier, in 1889 te Leiden overleden,
ten uitvoer gebracht; welke was het ver
strekken van 30 wollen dekens aan 30 be
hoeftige weduwen in deze gemeente.
Te Hoofddorp, in de Haarlem
mermeer, zyn Zondagavond, na een langdu
rig straatgezang, baldadigheden, gopleegd als
door gestapelde steenen omver te gooieD,
poging om een hoop krullen in een in aan
bouw zijnd gebouw in brand te steken, poging
om een zonnescherm af te rukken, bedreiging
om iemand met steenen voor 't hoofd te zul
len gooien als hy buiter. durfde komen, dief
stal van appelen enz. Van een en ander is
aangifte gedaan.
De daders stonden reeds niet hoog aange
schreven vóór het plogen dezer ongepastheden.
Den 14den dezer hielden dele-
den dor Wielryders-vereeniging „de Arend",
te Amsterdam, een wegwedstryd over een
afstand van 8 K. M. (handicap.) De lste prys,
verguld-zilveren medaille, werd behaald door
den heer Frank P. Timperley, in 16 m. 15 s.;
de 2de prys, zilveren medaille, door den heer
R. H. Winkelman, in 17 m. 18 s.de 3de
prys, bronzen medaille, door No. 2132, A. N.
W.-B., in 18 m. 24 s.
Omtrent den brand te Warmond
wordt nog gemeld dat van den bouwman
P. Van der Voort zyn afgebrand een 6-roeden-
hooiberg met daarin aanwezig hooi (men onder
stelt 80,000 pond), een vee- en paardenstal,
zomerhuis met wagenschuur, voorts land
wagens, tilbury, landbouwgereedschappen enz.
Zondagnacht heeft eene hevige
vechtparty in de Koediefstraat te 's-Graven-
hage plaats gehad. Twee mannen werden
door een twist over vrouwen handgemeen.
Een bracht den ander met een mes eene be-
langryke verwonding toe aan de rechterkaak.
Gistermiddag is een 13-jarige
jongen uit Scheveningen, die vóór het dorp
zich te ver in zee had gewaagd, verdronken.
Wel poogde men hem te redden en ging een
man, Den Duik geheeten, te water, maar de
levensvonken waren reeds uitgedoofd.
Zondagmiddag te ongeveer 1
uur kwamen by Scheveningen voor anker
twee scheepjes, genaamd „Zwerver" en „Isis",
van de Kon. Ned. Roei- en Zeilvereeniging
te Amsterdam. Enkelen der opvarenden kwa
men met hunne bootjes aan wal. Zy keerden
omstreeks 4 uren, met den vloqd, naar boord
terug, waarna beide vaartuigen weer naar
Amsterdam vertrokken.
De heer Léon Mary heeft zyn
fraaie ballon „Prinses Wilhelmina" als ballon-
captif doen inrichten, om daarmede opstygin-
gen te doen van het terrein der marinewerf,
Oostzeedyk te Rotterdam.
Z o n d a g-m orgen heeft te Hilver-
sum eene vermetele aanranding plaats gehad.
Twee dames, moeder en dochter, die aldaar
op eene villa gelogeerd zyn, wandelden om
streeks halftwaalf in het Susannapark, toen
eensklaps een kerel de jongste der dames
aangreep. Op haar hulpgeroep, vooral toen
zy om hare broers riep, liet hy los en zetto
net op een loopen.
Een uurtje later dwaalde dezelfde man rond
in de buurt der villa, waarop de jongedame,
hem bespeurende, de hulp van een viertal
wandelaars inriep, die dadelyk bereid werden
bevonden jacht op den dader te maken. Of
schoon men hem tot een eind op den Bus-
summerweg nazette, gelukte het hun niet
hem in te halenhy ontsnapte in de richting
van Bussum. Naar opgave der dame schoen
het een werkman op zyn Zondags te zyn,
in 't blauw gokleed, met fantasie-hoed, rood
haar en roode bakkebaarden. De zaak is in
handen der politie gesteld.
Roman van E. WERNER,
53)
Maar toch scheen die blik den jongen man
niet in eene toegevende stemming to bren
gen, want zyne stem klonk hard en toornig,
toen hy antwoordde
„Dat zonderlinge ligt minder in myne wei
gering, dan in de wijze, waarop het aanbod go-
daan wordt. Zoo myn vader, wegens zyne ver
diensten, welke hy zich ontegenzeglyk op het
punt van industrie heeft verworven, in den
adelstand was opgenomen, had ik, als zyn
erfgenaam, my dit evenzeer laten welge
vallen. Het is eene onderscheiding, zooals
iodere andere, en als zoodanig altyd vereerend.
Men heeft niet goed gevonden, ze hem te
verleenen, en ik kan natuurlyk geen rechter
zyn over de „vooroordeelen", welke er tegen
hem bestaan, maar ik, van myn kant, ik kan
volstrekt geene aanspraak maken op zulk
eene onderscheiding, en daarom acht ik het
beter dat wy der residentie geene aanleiding
geven om te vertellen dat eene vermaag-
schapping met de familie Windeg noodzakelyk
tnyne opneming in den adelstand ten ge
volge moest hebben", eindigde Arthur op
onverschilligen toon.
Eugénie klemde toornig de lippen opeen
zy wist immers dat de laatste woorden enkel
aan haar adres gericht waren 1 Wilde hy zich
dan met geweld boven alles verheffen, wat.
haar nog het recht gaf hem te verachten?
En toch wenschte zy meer dan ooit hiertoe
in staat te zyn.
„Ik schyn my inderdaad vergist te heb
ben in de redenen, welke deze vermaagschap-
ping wenscheiyk deden voorkomen", hernam
de baron kalm en waardig; „ik moet echter
bekennen, dat ik by u dergelyke begrippen
niet meende aan te treffen, welke bovendien
van nieuwen datum zyn, daar gy vóór uw
huwelyk eer eene tegenovergestelde meening
scheent toegedaan te zyn."
„Vóór myn huwelyk I" herhaalde Arthur,
terwyl zyn mond zich tot een bitteren glim
lach plooide, „toen wist ik nog niet, hoe men
in uwe kringen, mynheer Windeg, my en mijne
verhouding tot die kringen beoordeelde. Sedert
dien tyd is my dit meer on meer duidelyk
geworden, en het kan u dus geene verwon
dering baren, indien ik er tegen heb, hierop
den duur als een onwelkom indringer be
schouwd te worden."
Eugénie's vingers omklemden by dit ge
zegde zóo krampachtig eene roos, welke zy
eenige oogenblikken te voren uit de vaas had
genomen, dat de teedere bloem hetzelfde lot
onderging als haar waaier onlangs in Arthur's
handenvernield en ontbladerd viel zy op
den grond.
Arthur zag het niet. Hy had haar byna
den rug toegekeerd en wendde zich uitslui
tend tot haren vader, die hem aanzag met
eene uitdrukking van twyfel op het gelaat
of dit werkelyk zy'n schoonzoon was, dio
daar voor hem stond.
„Natuurlyk kan ik niot nagaan, wie u
deze in allen geval zeer overdreven inlich
tingen heeft gegeven", antwoordde hij op
hoogst ernstigen toon; „ik moot u echter
verzoeken ook Eugónie's belangen in het oog
te willen houden. By de rol, welke zy dezen
winter waarschynlyk in de residentie zal
spelen, kan zy duid het my niet ten
kwade, mijnheer Berkow 1 kan zy onmo-
gelyk dien burgerlyken naam dragen; dit
lag niet in uws vaders bedoeling, noch in
de myne."
Arthur wierp een langen, peinzenden blik
op zyne vrouw, die zich thans nog met geen
enkel woord in het gesprek gemengd had,
hoezeer zy ook by andere gelegenheden niet
geschroomd had, haar gevoelen en haren
wil kenbaar te maken. Zy zat daar zwy-
gend, met neergeslagen blik.
„Eer het winter is, kunnen alle omstan
digheden zich anders ontwikkeld hebben dan
het zich nu laat aanzien. Laat dit gerust
aan Eugénie en my over. Voor het oogenblik
ben ik verplicht, by myne weigering te vol
harden. Daar dezo eer my alleer, aangeboden
is, heb ik ook alleen het recht, haar aan
te nemen of af te slaan, on ik sla af, wat
ik duid het my niet ten kwade, mynheer
Windeg! niet aan den aristocratischen
naam myner vrouw te danken wil hebben."
Baron Windeg stond beleedigd van zyno
zitplaats op.
„Dan blyft my niets anders over, dan de
reeds gedane stappen in deze zaak zoodra
mogelyk weer ongedaan te maken, opdat ik
my hierdoor nog niet meer compromit
teer dan reeds het geval is. Eugénie,
waarom zwygt gy onder dit alles? Wat zegt
gy van deze zienswyze van mynheer uw
echtgenoot?"
Het antwoord zou de jonge vrouw be
spaard worden, want op dit oogenblik word
de deur, niet zooals anders, byna onhoorbaar
door den bediende geopend, maar haastig
opengeworpen.
Vervolg ommezijde.)