N°. 9379.
Dit nonuncr bestaat uit TWEE
Bladen.
<§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
17 September.
PRIJS DEZER COURANT:
▼oor Leiden per t maanden1.10.
ïranco per poak1.40.
Afzonderlijke Nommera0.0S.
Be overdracht van het rectoraat.
Hedennamiddag droeg in het groot-audi
torium van het academiegebouw de aftredende
rector-magnificus prof. dr. A. P. N. Franchi-
mont voor het nu nieuw ingetreden academie
jaar zjine waardigheid over aan zijn opvolger
prof. dr. C. K. Hoffmann.
De gehoorzaal was bij die gelegenhoid te
twee uren geheel bezet, zoowel door curato
ren, hoogleeraren en studenten als verdere
belangstellenden, w. o. ook dames.
De aftredende rector volgde het voorbeeld
van zijne voorgangers en gaf vooraf een ver
slag van de lotgevallen der universiteit in
het afgeloopen jaar, hetgeen zeker het moei
lijkste en het minst aangename gedeelte van
sprekers taak op heden was. Het moeilijkste,
omdat de rector officieel slechts over een ge
ring aantal gegevens voor eon verslag be
schikt, weinig aangenaam, omdat bij alleon
herhalen kan wat gij allen, zoo zeide spre
ker weet of althans weten kunt uit
courantenberichten. Hy vervult dus eigenlijk
de onaangename rol van repetitor, eene taak,
waarbij v°or hem daarenboven de noodzakelijk
heid zich opdoet om de juistheid der berichten
na te vorschen. Het is spreker daarbij gebleken
dat zfj ook wol eens schooner en beter zijn
dan de werkelijkheid, maar in elk geval dat
mag spr. dankbaar erkennen zijn zy hem een
gewenschte leiddraad geweest bij het opmaken
van het verslag.
Dit jaar is een jaar geweest van feesten.
De rector noemde het daarom een vreugde
vol jaar en achtte zich gelukkig ditto kunnen
zeggen, omdat dit zijns inziens pleit voor het
gezonde leven onzer universiteit. Wat toch
ie een leven zonder vreugde?
Mogen sommige dier feesten bij spr. en
ouderen onder one, die ze zoo menigmalen
reeds hebben bijgewoond, den wensch doen
opkomen dat het jongere geslacht ze als ver
ouderd mocht beschouwen en er een nieuwen
vorm voor uitdenken, toch hebben zij nog
niet alleen hunne aangename, maar ook hunne
nuttige zijde, getuige de „geschiedkundige
aanteekeningen tot toelichting der Maskerade",
bijeenverzameld door de heeren E. C. Six en
en J. Acquoy en nimmer zouden wij kunnen
wenschen ze geheel te zien verdwijnen, want
waar vreugde is, is leven (applaus).
Het is van het leven onzer universiteit in
het afgeloopen jaar, dat spreker vervolgens
eene schets gaf. Dat leven is rjjk geweest aan
gebeurtenissen van allerlei aard, vroolijke en
droevige, doch do eerste hebben verreweg de
bovenhand behouden.
In het college van curatoren kwam dit jaar
gelukkig geeoe verandering. Gelukkig, omdat
wij weten zeide spreker wie wij hebben
ea by verschillende gelegenheden toch hebben
wjj onze curatoren leeren kennen als wel
willende, verdraagzame mannen, die onze feilen,
■want die hebben wy ook, zooveel mogelijk door
de vingers zien. Wy allen, hoogleeraren, zooals
•wy hier tegenwoordig zyn, leveren daarvan het
sprekendst bewys, want wy wagen het al
sedert 13 jaren telkens by openbare plechtig
heden te verschynen in een ander kostuum
dan dat, hetwelk ons by koninkiyk besluit is
voorgeschreven, en nooit is daarop eenige
aanmerking gemaakt. Spr. hoopt hen nog
lang aan het hoofd onzer universiteit geplaatst
te zien, met ons samenwerkende tot haren bloei.
Hst verheugde spr. ook dat hun yverige
secretaris, wiens kennis van zaken, wiens
bereidvaardigheid en hulp vooral de directeuren
van Laboratoria niet hoog gonoeg kunnen
temen, opnieuw is benoemd.
Reeds in den aanvang van den cursus
werden de plaatsen, die in het vorige jaar
in de ryen van hoogleerareu waren openge
vallen en door het overlijden der professoren
Eauwenhoff on d'Ablaing, aan wie door spre
kers voorganger de welverdiende hulde werd
gebracht, weder aangevuld. De eerste door
dr. J. H. Gunning, die den 21aten September
7.yne taak aanvaardde; de tweede door mr.
H. L. Drucker op den 28sten October, juist
10 jaren nadat hy door zyn leermeester
Goudsmit met lof tot doctor in de rechts
wetenschap was bevorderd. Den 16den Sept.
1S79 had hy bovendien hier den gouden
eerepenning verworven.
Spr. hoopt dat hun arbeid zal strekken
tot bloei onzer universiteit.
Is de dag, waarop een nieuw hoogleeraar I
zichaan onze universiteit verbindt, van oudsher
een dies festus, niet minder is dit het geval
of behoorde het althans zoo te zijn als door
een der hoogleeraren de herinnering aan eene
lange en nuttige loopbaan wordt gevierd.
Ale zoodanig beschouwde spr. dan ook in de
eerste plaats den lOden October, toen de hoog
leeraar Land zyn 25-jarig professoraat her
dacht, waarvan hy 17 jaren aan onzohooge-
school heeft verkeerd. Talrijk en harteiyk
waren de blyken van waardeering te dier
gelegenheid door den jubilaris ontvangen, die
daaruit het bewijs zal hebben gezien dat zyn
arbeid gedurende dien tijd vruchtbaar geweest
ie en dat zyn streven zeer wordt op prys
gesteld. Spr. hoopte dat prof. Land later het
zilveren feest zyner werkzaamheid aan deze
universiteit met evenveel opgewektheid -zal
mogen vieren.
Een dergelijk feest werd den 28 sten Nov.
gevierd door onzen De Vries, den alom be
kenden en geëerden beoefonaar der Neder-
landsche taal- en letterkunde. Hier gold het
niet eene 25-jarige, maar eene 40-jarige onaf
gebroken werkzaamheid, eerst te Groningen,
later te Leiden. Voorwaar oen zeldzaam feest,
dat byzondere aantrekkelykheid aanbood, om
dat de jubilaris zich niet alleen door zyne
geleerdheid, maar evenzeer door zyn minzaam
karakter ontelbare vrienden heeft verworven.
Er was iets aandoenlyks in, de Nestor onzer
Nederlandsche taalgeleerden omringd te zien
van vertegenwoordigers der opvolgende acade
mische geslachten, die door hom niet slechts
voor de wetenschap zyn gevoed, maar ook
met liefde voor het vaderland bezield; iets
benydenswaardigs daarenboven onder hen
mannen te aanschouwen, die als hoogleeraren
aan de verschillende universiteiten van Neder
land de lyn voortzetten, door den gevierden
leermeester begonnen, en den geest voort-
planten, die van hem is uitgegaan. Was de I
28ste November een schoons dag in bet leven
van De Vries, hy was tevens een lieflyke
dag voor allen, die hem toen mochten be
groeten. (Daverend applaus).
Tegenover die mengeling van vreugde wees
spr. vervolgens op de droefenis, welke de
26ste October veroorzaakte door het over-
lyden van den oud-hooglaeraar Carel Gabriël
Cobet, in den ouderdom van byna 76 jaren.
Na eene korte levensschets van hem gegeven
te hebben, wees spreker er op hoe zyne beel
tenis, aan de academie door zyne dochter
geschonken en door allen op hoogen prys
gesteld, eene eerste plaats zal blyven in
nemen naa3t die van zoovele andere be
roemde mannon en zyne trekken ook voor
het nageslacht zal bewaren. Spr. haalde voor
beelden aan ten bewyze hoe groot zyne Euro-
peesche vermaardheid was. Zyoe nagedach
tenis zal in hooge eere worden gehouden.
Ook van de hoogleararen in dienst ontviel
er één aan de academie door den dood. Den
17den Mei overleed Eduard Alexander Van
der Burg, hoogleeraar in de artseny-bereid
kunde en toxicologie, in den ouderdom van
byna 57 jaren. Uitvoerig toonde spr. aan hoe
hy in vele opzichten zich jegens de maat-
schappy en jegens zyn vaderland zeer ver
dienstelijk had gemankt. Zyn heengaan wordt
betreurd en er wordt gedeeld in den rouw
van zyne kinderen.
Tot zijn opvolger werd bij koninklijk be
sluit van 1 Aug. benoemd de heer J. F.
Eykraan, voormalig hoogleeraar te Tokio, die
weldra, naar men hoopt, in functie zal tre
den. Onder de vakgenooten zoowel hier te
lande ale in den vreemde heeft hy zich door
zyn wetenschappelyken arbeid een goeden
naam als geleerde verworven. Spr. wenschte
hem met zyne benoeming geluk en verwachtte
dat door zyn onderwys en voorbeeld de
pharmacie aan de Leidsche universiteit tot
ongekenden bloei zal gerakon.
Voor meerdere sterfgevallen is de academie
gelukkig bewaard gebleven. Wel vernam men
van de ernstigs ziekten dor hoogleeraren Veth
en Prins, maar ook van hun gelukkig her
stel, evenals van verscheidene hoogleeraren.
Doch helaas, by het begin der zomer-
vacantie bereikte den rector en ditmaal
officiéél, eene andere treurmare. De hoogleeraar
Huet berichtte hem dat hy zyn ontslag had
aangevraagd. Hadden wy zoo vervolgde
de rector ons in het b9gin van den cursus
harteiyk verheugd over zyn herstel uit eene
zware ziekte, in welk# vreugde ook de medi
sche studenten hebben gedeeld en waaraan
zy openlyk uitdrukking hebben gegeven, het
bleek helaas later dat dit herstel slechts
tydelyk was en dat de ziekte, waaraan hy
lydt, van dien aard is, dat hy zich genood
zaakt heeft gezien zyn ontslag aan te vragen.
Geen tydelyke, alleen bly vende rust kan hem
volgens zyne meening batenzoodat de poging
van curatoren om hem doof een langdurig
verlof gelegenheid tot herstel te geven en hem
daardoor voor de universiteit te behouden,
schipbreuk leed.
Zal zyn heengaan door de medische stu
denten, die zyn onderwys op den waren prys
wisten te stellen, diep betreurd worden, ook
one aldus vervolgde de rector ongeveer
smart het zeer dat hy zoo vroeg reeds ge
noodzaakt is zyn nuttigen werkkring vaarwel
te zeggen. Hoe gaarne zouden wy hem nog
jaren lang aan onze universiteit verbonden
hebben gezien, waar by sedert 12 November
1872 een toonbeeld is geweeet van hetgeen
een geneesheer zyn moet, „niet alleen man
van wetenschap, van kennis, van ervaring,
niet alleen een sociaal ontwikkeld man, maar
bovenal mensch." Niet door ziekelyke, maar
door ware humaniteit heeft hy zich altyd
onderscheiden en ook daardoor den goeden
naam van het medisch onderwys te Leiden
gehandhaafd en een weldadigen invloed uit
geoefend in ruimen kring.
De erkentelykbeid van hen, wien hy gene
zing of verlichting van lyden aanbracht, en
de genegenheid, die hy zich van talloos velen
heeft verworven, mogen h9m de herinnering
aan zyne werkzaamheid alhier tot eene aan
gename maken, en gedurende zyne overige
levensjaren die voldoening schenken, waarop
hy aanspraak kan maken. Yan ganscher harte
wordt hem het herstel zyner geknakte ge
zondheid toegewenscht, al moeten de hoog
leeraren tot hun diep leedwezen voortaan
zyne samenwerking missen. (Langdurige en
daverende toejuichingen.)
Vervolgens bracht de rector in herinnering
de eerbewyzen, welke sommige hoogleeraren
ontvingen als biyk hunner werkzaamheid op
verschillend gebied, nl. de hoogleeraren Van
der Hoeven, Huet en Van Geer tot ridder in
de orde van den Nedorlandschen Leeuwbui-
ter.landsche onderscheidingen genoten da hoog
leeraren Bierens de Haan, Schlegel, Van de
Sande Bakhuyzen, de rector zelf, prof. Fran-
chimont; terwyl da hoogleeraar Kern tot
buitenlandsch lid van de „Akademie der Wis
senschaften" te München en de hoogleeraar
Bierens de Haan tot buitenlandsch lid dor
„Académie dss Scieocos et belle3 lettres" van
Cherbourg gekozen werden.
Van de lectoren, wier aantal heden zeer
klein is, i3 er één, de heer M. T. Hout3ma,
sedert 1835 lector in de Perzische er. Turksehe
talen, buiten bezwaar van 's Byks schatkist,
PRIJS DER ADV13RTENTTEN:
Tin 1—# regel* 1.05. ledin reg*l miflr/0.171,.
Groot«re letters naar plaatsruimte. Voor het ia
easseeren buiten de stad wordt f 0.10 berekend.
vertrokken, ten gevolge eener benoeming tot
hoogleeraar te Utrecht in de Hebreeuwsche
letterkunde en oudheden. Spr. bracht hulde
aan zyne verdienstelyke werkzaamheid tydens
zyn verbiyf alhier en wenschte hem veel voor
spoed toe in zyn nieuwen werkkring.
Een tweede der lectoren, de heer Snouck
Hurgronje, bevindt zich nog buitenslands.
Verlangend ziet men naar het tydstip uit, dat
hy, na het volbrengen zyner zending in Indië,
hem door de Regoering opgedragen, aan onze
hoogeschool de plaats zal innemen van den
vertrokken hoogleeraar Pynappel.
Mogen de geruchten, dat hy zich deze be
noeming niet zou laten welgevallen, niet be
waarheid worden en de pogingen om hom te
bewegen zich aan onze universiteit te ver
binden, slagen 1 In afwachting van dat tydstip,
is tot waarnemend lector voor de instellingen
van den Islam voorgesteld de heer J. D. Van
Gelder, alsmede later tot lector in de Perzi
sche en Turksehe talen buiten bezwaar van
's Ryks schatkist benoemd.
Door de hoogleeraren Kern en Vreede wordt
bovendien belangeloos tydelyk nog in enkele
andere vakken voorzien.
Van de privaat-docenten, aan wie de Leidscho
universiteit ook niet ryk is, werd mr. G.
Heymans door curatoren van,het Stolpiaansoh
Legaat met goud bekroond wegens zyne ver
handeling: „Schets eener critische geschiede
nis van het causaliteitsbegrip in do nieuworo
wysbegeeite". Den 18den Juni werd hy tot
hoogleeraar te Groningen benoemd.
Het verheugde epr. zeer dat de ongesteld
heid van den privaat docent dr. Nykamp hem
niet belet heeft zyn onderwys, dat door do
medische studenten op zeer hoogen prys ge
steld wordt, te blyven geven.
De privaat-docent dr. Sissingh heeft zich
genoodzaakt gezien de intrekking van het
hem verleend verlof om onderwys te mogen
geven, aan te vragen. Hem werd dank ge
bracht Toor de bewezen diensten.
Aan den privaat-docent dr. Bakhuis Roozo-
boom viel de eer te beurt gekozen te worden
tot lid der Koninklyke Academie van Weten
schappen, met welke onderscheiding hem
werd geluk gewenscht.
Van de assistenten zyn or in dezen cursus
heengegaan en door nieuwe vervangen;
andoren bleven. Een woord van dank werd
gebracht aan de vertrokkenen, in het byzon-
der aan dr. P. Van Romburgh, die spr. van
1 Sept. 1878 tot 1 Nov. 1889 op verschil
lende wyze by het onderwys in de organische
chemie behulpzaam was. Zyn verlies ie to
betreuren en niet gemakkelyk te herstelleD.
Spr. nam deze gelegenhoid te baat om er
ook even op te wyzen hoe karig bedeeld
onze assistenten zyn. Hun traktement is
weinig hooger dan dat van een amanuensis,
geringer zelfs dan by andere inrichtingen;
zoodat in den regel hun belang vordert dat
zy, in plaats van eenigen tyd te blyven en
daardoor die ervaring te verwerven, welke
hen eigeniyk geschikt kan maken voor hunne
betrekking, zich zoe spoedig mogelyk eene
beter bezoldigde positie trachten te ver
schaffen. Gelukkig ook dat hun tot heden
geene groote ongelukken overkomen zyn;
ware dit gebeurd, hetgeen, zeide spr., in
onze beknopte ruimte, waar aan alle zijden
gevaar dreigt, volstrekt niet tot de onmogo-
ïykhedon behoort, dan «ouden zy verplicht
zyn hetgeen zy tot hun herstel behoeven,
zeiven te bekostigen, daar het niet geoorloofd
is ze van staatswege tegen ongelukken te
verzekeren.
Van de overige mutaties in het personeel
der assistenten zou spr. r.iet gewagen; men
vindt die in het Jaarboek, dat telken jaro
door den rector magnificus wordt samen
gesteld.
By het pharmaceutisch onderwys is nog
altyd geen assistent, zoodat de studenten
by afwezigheid of ontstentenis van den hoog-