Na, S365. Maandag 1 September. A°. 1890. feze ^Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Eon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 30 Augustus. Feuilleton. GLÜCK AUF! PRIJS DEZER COURANT: Toot Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nomcnere0.05. i PRIJS DER ADVEK - iNTIEN: Tm 1—6 regels/1.05. Ieder rogel moor 0.171. Grootere lettere naer plaatsruimte. Voor hot in» caeeeeren bniton de 6tod worol 0.10 berekend. Op 31 Aug-tistus. Toen mot het sterven van den Koning- Stadhouder, "Willem III, de laatste mannelijke telg, in de mannelijke linie uit den Zwijger overgebleven, wegviel, he9ft men zich met verloopen in wanhoopsklachten: „nu sterft het geslacht van den Zwijger uit", maar meu heeft zich gelukkig geacht afstammelingen van den Zwijger uit de vrouwelijke linie met de Stadhouderlijke waardigheid te kunnen be- kloeden; en waar nu in deze linie ook het mannelijk oir ontbreekt, Irekt al de liefde van 'een trouwhartig volk zich samon op do Prinses, in wie e9n sprank leeft van dat Nas- sauer bloed, dat het hart van den Zwijger deed kloppen; dat de „Princen van Oraniën" tot heil va-n het volk plengden op het altaar des vaderlands. Neen, het mistroostig woord „Algeheele liquidatie van het Koningshuis" behoeft ons niet op do lippen te komen, want oen Oranje- vorstin, Neeriands Kroonprinses leeft; en ook aan haar - God geve het bij de hooge wa teren, door welke het schip van Neerland's staat gestuurd moet worden kan eenmaal blijken wat samenhoudende kracht voor de natie uitgaat van eene bij het volk geliefde dynastie. Zjj een onbewolkte toekomst beschoren aan het vorstelijk kind, „bemind om der va deren wil", nu reeds haar aandeel hebbond aan de traditie neele populariteit van hot huis van Oranjeen worde, onder de leiding van den koninklijken Vader en de vorstelijke Moeder, met iederen Slaton Augustus haar het inzicht duidelijker in de plichten, door d6n hoogen rang en den grooten naam, dien zij voert, haar opgelegd. Daar is in 't heele land geen kind, Zoo ongeveinsd van elk bemind Als ons geliefd Prinsesje. 's Volks liefde voor d'Oranjeboom, Zij vloei' haar, als een frissche stroom, Verkwikkend, sterkend tegen Zwolle. G. L. Van Loon. (H«t Morgenlicht 1890. Leiden, De Breuk eo Smits.) De minister van waterstaat, handel en nijverheid brengt ter kennis van belangheb benden, dat in de eerste helft van de maand November a. s. voor de vervulling der be- tekking van adspirant-ingenieur van don ■tjkswatorstaat een vergelijkend onderzoek zal plaats hebben. Tot dit onderzoek wordon toegelaten Neder landers, die een voldoend examen als civiel- ingenieur hebben afgelegd aan de Polytech nische school te Delft, mits zjj op 1 Januari a. s. niet ouder zijn dan 2S jaar. Dit onderzoek betreft: de theoretische en toegepaste mechanica en do kennis van werk tuigen de kennis van bouwstoffen, gebruike lijk zoowel voor bouwkundige als waterbouw kundige werker.de waterbouwkundede burgerlijke bouwkunde, voor zooveel betreft de constructie van eenvoudige gebouwen; het landmeten en waterpassenhet administratief recht betreffende den waterstaat; het situatie-, ornament- en handteekenen, benevens het teokonen van voorwerpen, tot de waterbouw kunde behoorende, waarvoor overlegging van behoorlijk gewaarmerkte teekeningen gevor derd wordt. Zjj, die zich aan het vergelijkend onderzoek wenschen te onderwerpen, moeten vóór den löden October a. s. daarvan aan het depar tement van waterstaat, handel en nijverheid doen blijken by op zegel geschreven adres, bevattende Opgave van naam, voornaam en woonplaats. Daarbij moeten worden overgelegd: lo. het bewijs, dat de candidaat is Nederlander en op 1 Januari 1891 niet ouder is dan 28 jaren; 2o. eene schriftelijke verklaring van een ge neeskundige, wiens handteekening door den burgemeester zijner woonplaats moet zijn gewaarmerkt, dat de candidaat een gezond lichaamsgestel en geene voor den ingenieurs- dienst hinderlijke gebroken heeft; 3o. een getuigschrift van goed en zedelijk gedrag, afgegeven door of vanwege het gemeente bestuur zijner woonplaatsen 4o. het diploma van civiel-ingODieur. Wegens het begin der zomervacantie vierde de schooljeugd te Valkenburg Vrijdag reeds den verjaardag van ons Prinsesje. Evenals in vorige jaren wachtte haar een mild onthaal namens den burgemeester der gemeente, den heer R. F. C. De Brujin. Een paar uren werden recht aangenaam gesleten in het schoolgebouw, afgewisseld door den gebruikeljjken ommegang door het dorp. Men meldt ons uit Waddingsveen dat Woensdag 11. de IJsclub vergaderde, 't Huis houdelijk Reglement word aanmerkelijk gewij zigd, niettegenstaande het op do laatstgehou den vergadering met algemeene stemmen was goedgekeurd. De Club telt 65 leden. Van de 40 adspiranten, die aan het toelatings examen voor de Rijks kweekschool te Haarlem hebben deelgenomen (45 hadden zich aangemeld,) hebben de volgenden plaat- siDg gekregen, nl.G. A. Blits, van Haarlem K. E. Coppée, van Houtrijk en Polanen; D. L. Bakker, J. Kats, W. Renos, H. OoBtwald en J. Van dor Wateren, vau Amsterdam; J. Van Aalst, van Lisse; J. A. Burk, van HaarlemJ. A. Van der Bjjl, vaa Koudekerk aan den Rijn; J. C. Ceton, van Bodegrave; J. Corver, van Assendelft; S. Kalsbeek, van Warga; C. Kok, van Utrecht; K. G. Kuiper, van Anna-Paulowna; P. Van der Lijn, van AarlanderveenJ. Matthijs, van Maasdam J. Mulder, van Hobredo; P. M. Do Pee, van Maasdam; P. Pieters, van Nieuwer-Amstel; R. J. Rodenborg, van FroderiksoordC. Steen, van Wjjde-Wormer; K. J. Tol, van Nieuwer- kerk aan den IJsel, en N. Voerman, van Schermerhornde laatste 17 onder genot van oone Rykstoelage van 300 per jaar, de eerste 7 zonder toelage. Verder zijn nog 3 van bovenbedoelde 40 adspiranten, naar aanleiding van het te Haar lem afgelegd toelatings examen, benoemd ge worden tot leerling aan de R(jks-kweekscbool voor onderwijzers te 's-Hertogenbosch, onder het genot van eeno toelage van ƒ300 jaarlijks, nl.: Cb. Barneveld, te AmsterdamJ. H. Van Lint, te 't Zand, en W. D. Vorduyn, te Lisse. Daar in het „Hotel des Galeries" te Schoveningen, op uitdrukkelijk verlangen, nog steeds kamers voor do aartshertogin Eliza beth van Oostenrijk worden gereserveerd, blijkt hieruit dat het plan tot oen btzoek aan de te Schoveningen vertoevende bloed verwanten nog niet is opgegeven. De Staatscourant van heden bevat het verslag der commissie, van 1 Aug. 1889 tot 1 Aug. 1890 te Groningen heiast geweest met het afnemen der practische examens van apo theker (2de zitting). Over het geheel maakte het examen gunstiger indruk dan bij delete zitting. De uitslag was aldusVan de 25 candidaten, die zich hadden aangemeld, trok ken zich gedurende hot examen 2 terug; 4 candidaten werden afgewezen en aan 19 werd het diploma uitgereikt. Het standbeeld van admiraal De Ruyter, te Vlissingon, zal waarschijnlijk eene betere standplaats krijgen. Tot nu toe stond de held met den rug naar de zee, doch thans bestaat het plan hem te plaatsen op den nieuw- aangelegden zee-loulevard en het beeld dan met het aangezicht naar de zee te richten. Do gewone audiëntie van den minister van justitie zal op Dinsdag 2 Sept. a. s. niet plaats hebben. Het stoomschip „Bromo", van Batavia naar Rotterdam, passeerd-: 29 Aug. Ouessant; de „Noord Brabant" vortr. 29 Aug. van Batavia naar Ancona; de „Prinses Sophie" vertrok 28 Aug. van Glasgow naar Amsterdam. Gemengd N ieu wH. Do laatste wielerwedstrijden van dit seizoen, welke morge::. Zondag, op do Schoveningsche Baan zulten plaats hebben, beloven, evenals de vorigen zeer geanimeerd te zijn. Engeland zal vertegenwordigd zijn door de hoeren dr. G. R. Adcock en B. W. Crump, van Londen, beiden reed bekend by hot wedstrjjdbezoekend publiek, terwijl de heer Deilmann, uit Bochum, Duitschlands eer zal trachten hoog te houden. Ook do heer Scheltema Beduin, die den 3den Augustus den zilveren driewielerkrans bemeesterde, noemt aan dezen wedstrijd deel en heeft nu de Donateurs cup over een afstand van 10 KM. op safety te verdedigen. Do universiteitsnummers voor studenten en het meesterschap van Zuid Holland zullen zonder twjjfel mooie ritten te zien geven. Wil bet weder wat medeweiken dan zal het zokor by dezen sluitingsstrijd aan toeschouwers niet ontbreken. Zaak Aafke Kuypors. Naar de „Amst. Crt." vernoemt, zal deze zaak, welke aanvankelijk bepaald wa3 in November te zullen dienen, reeds in October voor de recht bank worden gebracht mot het oog op het vertrek van jhr. Smissaert naar Amerika. De vorige week werd mevrouw de wed. J. W. Stieltjes te Amsterdam door den rech ter van instructie gehoord over do verhou ding tusschen de overleden freule en juf frouw Kuypers. Deze getuigenis moet niet ten gunste van de verdachte zijn. De twee freules Smissaert, die by bovengenoemde damo inwonen en dezen zomer tijdelijk te Erummen vertoefden, werden in Zutfen door den rechter gehoord omtrent juffrouw Kuypers. Deze beide dames werden echter tot dusver onkundig gehouden van het foit, waarvan mej. Kuypers verdacht wordt. Het getuigenverhoor moet vaa dien aard zijn, dat de behandeling der zaak voor de rechtbank met gesloten deuren zal plaats hebben. Men schrijft aan het „Hbl."uit St.-Jacobi-Parochie: De toestand in deze ge meente blijft dezelfde; de rust is ongestoord, doch hiermede is ook meest alles gezegd. Met de 19 uit Gaasterland z(jn er thans omstreeks Roman -van E. W ERNE R-. 29) Do wind woei nog tamelijk koud uit het noorden. Wilberg knoopte voorzichtig zyne paletot dicht en sloeg de einden van zijn dikken wollen cachenez zorgvuldig over elkan der, terwijl hjj zuchtend zeide: „Gy zyt toch wel gelukkig, Hartman, met uwe rouzsnnatuur en reuzengezondheidGy gaat maar in de mynen naar boven en naar beneden, van de koude in de warmte en van de warmte in de koude, en staat dan weer hier in den snydendon wind, terwyi ik my voor iedere temperatuur in acht moot nemen. En daarby ben ik zoo zenuwachtig, zoo prik kelbaar en teergevoelig ik geloof dat ik eigoniyk te voel denk en gevoel. Ja, Hart man, mijn geest ia te groot voor myn lichaam - daar komt het van!" „Ik geloof, mijnheer Wilberg, dat het van uw onophoudelijk theedrinken komt", ant woordde Ulrich, met een min of meer mode- ïydenden blik op den kleinen, zwakken be ambte. „Als gy 's morgens en 's avonds altyd en eeuwig thee drinkt, wordt ge nooit sterk." Wilberg zag minachtend tot zyn raadgever op. „Dat begrüpt ge zoo niet, Hartman! Ik zou onmogelijk zulk oen krachtigen kost als gy kunnen verdragenmyn gestel brengt dit niet mede on bovendien is thee een fijne, geurige drank. Hy wekt my op, hy bezielt mjj, als ik myne eontonigo dagtaak heb vol bracht, als de muze in het stille avonduur tot my komt „Als ge verzen maakt, wilt ge zeggen?' viel Ulrich hom droogjes in de rede. „En dus hebt ge daarvoor thee noodig? Nu, ze zyn er ook naar!" Gelukkig was de ziel van den dichter op dit oogenblik met een paar rymwoorden ver vuld, welke hy' voor niets tor wereld wilde laten ontsnappen, waardoor hot onbeleefd en beleedigend gezegde van zyn metgezel voor hem verloren ging, zoodat hy na oene korte poos weer even vriendeiyk hot woord tot hem richtte. „Hartman, ik heb u een verzoek, eene bede, een eiech te doen", zeide hy, een ge- regelden climax volgend, „en gy moot er, het koste wat het wil, aan voldoen. Gy hebt een voorwerp in uw bezit, dat voor u niet de minste waarde heeft en dat mij tot den gelukkigsten van allo stervelingen zou maken. Dat moet ge mij afstaan." „Wat moet ik u afstaan?" vroeg Ulrich, die, zooals gewooniyk als Wilberg sprak, slechts met een half oor had toegeluisterd, op onverschilligen toon. Wilberg bloosde, zuchtte, zag vóór zich, zuchtte nog eens en schoen hierop het ge bruik zyner stem herkregen te hebben. „Ge zult u nog wel alle byzonderheden herinneren",' ging hy voort, „van dien dag, toon gy mevrouw Berkow reddet, hoew6l het geducht jammer is, dat gij volstrekt geen gevoel hebt voor het poötische van dien toe stand. O, Hartman, indien ik in uwe plaats ware geweestDoch ter zakeMevrouw Ber kow gaf u haren eigen zakdoek, toen zy zag dat gy gekwetst waart. Gij gebruikte hem niet, inaar hieldt hem in do hand, omdat er toen juist ook hulp van andore zijden kwam opdagen. Hemel, kerel 1 Gy kunt zoo iets t»ch onmogeiyk hebben vergeten?' „Nu, dn wat zou die zakdoek?" vroeg Ulricb, plotseling opmerkzaam geworden. „Ik zou hem zoo gaarne in eigendom heb ben", fluisterdo Wilberg, droefgeestig voor zich ziende. „Eisch "wan my alles wat go wilt, maar schenk my dat dierbaar aandenken aan eene vrouw, die ik aanbid!" „Gij!" riep Ulrich op een toon, welke zijn metgezel deed achteruitdeinzen en ang stig rondzien, of er soms iemand in de nabij heid was. „Schreeuw toch niet zoo, HartmanGe behoeft er niet zoo van te ontstellen, dat ik de vrouw van onzen toekomstigon chef aan bid. Dit is iets geheel anders, dan wat g(j gewoon zyt onder liefde te verstaan; dit is— ja, ge zult zeker niet weten, wat men ge wooniyk platonische liefde noemt?" „Neen!" antwoordde de mijnwerker kortaf, terwijl hy zyn stap verhaastte en het gesprek blykbaar wenschte af te breken. „Gij kunt dat ook onmogelijk begrypen'V ging Wilberg met groote zelfvoldoening voort, „want ge zult noch kunt uw geest ooit op- heften tot die hoogsto en reinste govoelone, waarvoor alleen de ontwikkelde mensch vat baar isgevoelens, welke hem in staat stellen, zonder iels te hopen of te wenschen, zich alleen met eene stomme, zalige aanbidding uit de verte te vergenoegen. Of wat denkt go dat men anders zou kunnen doen, ais men oone vrouw liefhoeft, die al een ander toebehoort?" Men overwint dat gevoel", zeide Ulrich op doffen toon, „of. „Of?" „Men maakt dien ander een hoofd korter." Met verbazende vlugheid deed Wilberg

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 5