Poons, 2de barytonJ. Doorenbos, idemCh. Arnoldi, 1ste bas; H. Van Engelen, baase- chantante; B. Delmonte, 2de bas. Koorpersoneel2-1 dames en 24 heeren. Orkest (45 musici)C. Van der Linden, or kestmeester K. Ph. llünch, 2de orkestmeester, lste solorepetiteur, pianist en koordirigentJ. Tyssen, solorepetiteur, pianist, organist en zoo noodig 2de orkestmeester; S. Benavente, koorrepetiteur; E. Caron, concertmeester; mej. E. Elsasser, harp. De gemeenteraad van Utrecht heeft aan B. e?. Ws. een krediet van 1250 toegestaan voor het geven van een openbaar concert en fraai vuurwerk op 1 Sept. ter gelegenhoid van den verjaardag van de Prinses. Ds. De Wilde, predikant by de Ned.- Herv. gemeente te Wehl, heeft het voorrecht morgen, Zondag, zyne 40-jarige loopbaan als evangeliedienaar te herdenken. Hy was steeds in eone en dezelfde gemeente werkzaam. By beschikking van den minister van waterstaat, handel en ny verheid van 14 dezer zyn, met ingang van 1 October a. s., de hoofd ingenieur van den waterstraat A. M. K. W. baron Van Ittersum, thans in het 6de dis trict, belast met den dienst in bet 10de dis trict, ter standplaats 's-Gravenhage, en do ingenieur van don waterstaat B. Hoogenboom, thans in het 4de riviorarrondissement, balast met do waarneming van den dienst van hoofdingenieur in het 6de district, ter stand plaats 's-Hertogenbosch; en is voorts bepaald dat zullen dienst doen de ingenieur van den waterstaat der 2de kl. C. B. Schuurman, thans te 's-Hertogenbosch, als ingenieur in het 4de rivierarrondi3sement, ter standplaats Dordrecht; de ingenieur van den waterstaat der 2de klasse jhr. C. J. De Jong van Beek en Donk, thans te Brielle, als arrondissements- ingenienr in het oost9lyk arrondissement van het 6de district, ter standplaats 's-Hertogen bosch; de ingenieur van den waterstaat der 3de klasse jhr. T. L. Ortt, thans by het kanaal van Amsterdam naar de Merwede, als arrondissementsingenieur in het zuidelyk arrondissement van het 10de district, ter standplaats Brielle, en de ingonieur van den waterstaat der 31e klasse II. Van Oordt, thans toegevoegd aan den inspecteur in de 2de inspectie, onder de bevolen van den hoofd-ingenieur belast met den aanleg van het kanaal van Amsterdam naar de Merwede, ten einde te worden toegevoegd aan den sectie ingenieur Kemper. G o m o ïi g <1 IV e u vr s. Wy ontvingen heden het vol gende landbouwbericht uit Haarlemmermeer Ofschoon het weder weinig overeenkomt met Augustus, toch toonen da gewassen dat de oogsttyd aangebroken is. Enkele zonnige dagen hebben de halmen voldoende doen rijpen. Wie onder de arbeidersbevolking eone zicht of sikkel hante6ren kan, maait of snydt er op los. Jaarlyks komen daarvoor in onzen polder handen te kort. Tal van maaiers uit Friesland, Gelderland of ook wel uit Zeeland en België komen dan de werkkracht ver meerderen. Meestal kan dan ook de boer meer werklieden krygen, dan hy noodig hoeft, en wanneer het weder tegenslaat, loopen velen dikwyls werkeloos rond. De karwy is gedorscht. De opbrengst was om het ongeluk te zien, dat men had aan gericht, nog altyd voort mot schot op schot te lossen, wat do verschrikte dieren tot steeds woestere vaart aandreef. Het eind was ge- makkeiyk te voorzienby de brug bonoden zou de ontknooping plaats hebben. De by het huis verzamelde toeschouwers deden, wat eene groote menigte by derge lijke gelegenheden doet. Deze en gene deed een kreet van 6chrik hooren, men liep rade loos door elkander, doch het kwam niemand in de gedachte, zoo mogelyk de noodige hulp t§, verleenen. Op dit beslissend oogenblik had zelfs geen van de mynwerkers den moed of de tegen woordigheid van geest, om hier tusschenbeide te treden. Eén enkele nochtans verloor zyne bedachtzaamheid niet. Het gevaar in al zijn omvang met één blik te overzien, zyne mak- Jcers op zyde te duwen en het rytuig tegen te Sitpllen, dit was voor Ulrich het werk van één oogeii^'k- He' drie 6prongen had hy de brug bereikt, angstkreet van Martha klonk hem nog acu.t0rna laat, hy had zich vóór do paarden geworpen en greep hen met krachtige hand by I?6 teugels. Schuimbekkend steigerden verschrikte dieren achteruit, maar in plaats ."an s"' te deden zij een nieuwen sprong' V0or- niet groot en de marktprijzen veel lager dan voorheen. Het weinige koolzaad, dat verbouwd werd, heeft een zeer goed beschot geleverd en ofschoon de prys der oliezaden ook weer is verminderd, begint toch de lust om koolzaad te verbouwen weer toe te nemen, want dit gewas geeft eene gunstige gelegenheid tot verwisseling in den bouw. De wintergarst en de rogge zyn beide onder dak en de qualiteit en de quantiteit zyn van beide gewassen zeer goed. De haver, waarvan het gewas groote ver schillen toont, wordt gemaaid en de opbrengst zal wel redelyk genoemd kunnen worden. Met het maaien en binnenhalen van ons hoofdproduct, de tarwe, is men druk bezig. Over 't geheel zyn de resultaten van den tarwebouw zeer goed. De vrees, dat door het ongunstige weder de korrels niet flink zouden uitgroeien, is verdwenen. De boonen st3an hoog over het veld, maar de opbrengst zal zeer waarschynlyk niet be antwoorden aan de lengte van do stengels. De suikerbieten zien er heel wat minder uit dan een jaar te voren. Dit gewas heeft vooral warmte noodig. De veeboeren hebben weer een goed jaar. Gras en klaver groeien maar steeds flink door, de kaas en de boter hebben eene goede markt en de vette kalveren zyn prijzig. Met de aardappelen ziet hot er niet best uit. De vroege soorten zyn sterk door de ziekte aangetast; van de latere heeft men eene betere verwachting. Ofschoon de aard appelteelt hier weinig beteekent, is eene mis lukking daarvan vooral eene ramp voor vele nyvere werklieden. In den tuin heeft de productie ook veel van den regen geleden. Boontjes en agurken, die vooral droogte en warmte behoeven, blyven dan ook vry duur. Voor kool is deze zomer wel geëigend. De opbrengst der appel- en pereboomen zal wel heel gering zyn en de druif, welke zoo- voel beloofde, zal weinige rype trossen kunnen leveren. V/at den gezondheidstoestand van den vee stapel aangaat, die is dooreongenomen niet ongunstig. Van de bekende varkensziekte, welke reeds eenige slachtoffers maakte, hoort men nu weinig meer. De weduwe Voortman te O o t - marsum, eene arme vrouw (want zy werd bedeeld!) kwam onlangs tot de ontdekking, dat haar ongeveer f 450 aan contanten waren ontvreemd; zy deed hiervan geene aangifte, wellicht omdat zij zich altyd zoo arm had voorgedaan. Toch kwam de zaak ter oore van de politie, ten gevolge waarvan Zaterdagoch tend twee personen gearresteerd werden ongeveer 250 nam de politie in beslag, als mede het zakje en de portemonnaie, welke aan de wed. V. losbehoorden. Te Groningen zal voor rekening van den bekenden industrieel den heer V/. A. Scholton, een kinderziekenhuis gebouwd en aan de stad geschonken worden. Voor dit doel is in 't midden der stad een groot huis met uitgestrekten tuin aangekocht. Op de plaats van het afgebroken huis, in de onmid- deliyke nabyheid der Groote Markt, zal deze inrichting verryzen. De aanbesteding zal 27 Aug. plaats hebben. waarts en wilden hem met zich voortrukken, j Ieder ander zou medegesleurd en onder hunne hoeven vertrapt zyn geworden, maar Ulrich's reuzonkracht wist hen te breidelen. Een byna bovenmenschelyke ruk aan den teugel, dien hy niet had losgelaten, deed het ééne paard ter aarde storten; het trok in zyn val ook het andere met zich mede en het rytuig stond stil. De jonge mynwerker was aan het portier getreden, niet anders denkende, dan dat hy de zich daarin bevindende personen, ten minste de dame, in zwym zou vinden. Vol gens zyn begrip was dit de gewone toestand der aanzienlyken, als zy zich door h6t een of ander gevaar bedreigd zagen; maar niets van dat alles by deze gelegenheid, nu men, zoo ooit in zyn leven, inderdaad alle recht had gehad om flauw te vallen. De jonge vrouw stond in het rytuig, zich met beide handen aan het rugkussen vast klemmend, terwyl zy de oogen strak op de helling hield gevestigd, in welker diepte de rit waarschynlyk een oogenblik later een schrikkeiyk einde zou hebben genomenmaar geen geluid, geen enkele angstkreet was aan hare samengeperste ,'ippen ontsnapt. Gereed om, wanneer hot tot het uiterste kwam, den sprong te wagen, welke evenwel niet anders Blykens de statistieke opgaven over de hoenderfokkerij in Frankryk zyn in dit land 45,000,000 kippen, welke, berekend tegen eene gemiddelde waarde van 2.50 fr. per stuk, een kapitaal vertegenwoordigen van 112,050,000 fr. Een vyfde gedeelte van dezen voorraad wordt elk jaar geslacht en brengt dan 22,500,000 fr. op. Ook worden elk jaar 2,000,000 hanen geslacht, welke 5,000,000 fr. opbrengen. Het getal der leggende kippen wordt geschat op 35,000,000. Deze kippen leggen elk jaar voor 183,000,000 fr. eieren. De electriciteit begint ook reeds den arbeid der schoenpoetsers overbodig te maken. Te Cnicago werkt sedert eenigen tijd met goed gevolg in de straten een klein werk tuig, bestaande uit een door electriciteit rond- gedraaiden borstel, waarmede in een oogen blik de schoenen worden gepoetst. De graaf van Parys vertrekt in het begin van September met zyn zoon, den hertog van Orleans, naar Nieuw-York. Het doel der reis is een bezoek te brengen aan de slagvelden in VirginiO, waar de graaf van Parys in 1863 deel heeft genomen aan den burgeroorlog. Volgens bericht uit Queenstown omtrent de aanvaring van het Ned. stoomschip „Obdam," met de Fransche bark „Christophe Colombo," waardoor laatstgenoemde gezonken is, verneemt mon nog dat het stoomschip „Obdam" zeer zacht aan stoomde in den dikken mist. De misthoorn blies geregeld om de anderhalve minuut. Er was een uitkijk boven en een op de bak. De kapitein met den tweeden, derden en vierden stuurman, be nevens de roerganger, waren op da brug. Te 1 u. 10 m. 's namiddags, by de Zuidelyke banken, rapporteerde de uitkyk een schip aan stuurboord vooruit. Dadelyk werd het roer bakboord gelegd en werkte do machine vol spoed achteruit. Het schip draaide snel naar stuurboord, doch niet snel genoeg om de aanvaring te vermyden, en de bark werd tusschen den grooten en bezaansmast aan boord geloopen. De schok op de „Obdam" was zóó licht, dat d'e door de passagiers niet vernomen werd, doch de bark werd door midden gebroken. Do meesten der bemanning van de bark klommen over op de „Obdam"; t06n echter de bemanning nageteld werd, bleek het dat men 4 man miste. De „Obdam" kruiste nog twee uren lang daar op de plaats rond, doch do kapitein van de „Obdam" was overtuigd dat er niemand meer te vinden was. De manschappen der equipage van de „Christophe Colombo," uit 26 koppen be staande, behoorden alle te Cette te huis en zyn aan de zorg van den Franschen consul opgedragen. Volgens bericht uitVigozijntwee Engelsche schepen, op weg naar Nieuw-York en naar Lissabon, tegen elkander gevaren en zyn 13 man verdronken. Het eene schip, de „Halcyon," is onmiddellyk gezonken, het andere, de „Rubanat," zwaar beschadigd te Vigo binnengeloopen. Te Nalinnes (Henegouwen) is Zondag de heer Bodson, iemand van dertig jaren, van een wandelrit tehuis komende, by het afstappen zoodanig door zyn paard in den arm gebeten, dat men dezen heeft moeten afzetten. Hetzelfde paard had eene week vroeger een zyner kinderen gebeten. j dan ongelukkig had kunnen afloopen, had zij - den dood kalm en moedig onder de oogen gezien, en haar uiteriyk toonde dat zij dit met volle bewustheid deed. Ulrich had haar schielyk omvat en uit het rytuig getild, daar de op den grond liggende, doch schuimbekkende en trappelende paarden dit nog altyd in gevaar deden verkeeren. Het waren niet meer dan eenige seconden, welko hy noodig had om haar over de brug te dragen, maar in deze weinige oogenblikken vestigden zich twee donkere oogen vol be langstelling op den man, die zich zoo koel bloedig onder de hoeven der paarden had ge worpen, en gleed zyn blik over het schoone, bleeke gelaat, dat het gevaar zoo moedig getrotseerd had. Misschien was het den jongen mynwerker wel wat vreemd, op een maal een zacht, blinkend zyden kleed in de armen en het geritsel van een witten, door- schynenden Bluier om zich heen te voelen, eenige verlegenheid was althans op zyn ge laat te bespeuren, en haastig, byna onstuimig, zette hy de jonge vrouw op den grond neder. Eene lichte si lering voer Eugénie door de leden, terwyl ten diepe zucht aan haren mond ontsnapte; dit was echter ook het eenige, waarmede zy aan haren doorgestanen angst lucht gaf. INGEZONDEN. Annexatieplan. Mijnheer de Hedacteur Nadat eenigen tyd geledon in uw veelge lezen blad was aangetoond, dat by eventueels annexatie de gemeente Leiden, gedurende eene reeks van 35 jaren, ieder jaar ƒ50,000 zwaar der belast zou zyn dan nu het geval is, heeft men over die zaak in het publiek niet meer gesproken, maar zooveel te meer maakt die veel geruchtmakende zaak een punt van be spreking uit in gesloten vergaderingen en wel voornamelyk als er personen by tegenwoordig zijn, die gekozen zyn om zitting te nemen in den dubbelen Raad, die over deze zaak zal hebben te beslissen. In eene dergelyke vergadering werd kort geleden door een volbloed voorstander van de annexatie beweerd, dat, ingeval er niet werd' geannexeerd, de gemeente Leiden binnen eene reeks van jaren (boe lang werd niet gezegd), eene schade zou lyden van 1 millioen. Die bewering berust op veronderstellingen,, welke nog in hot geheel niet zeker zyn en wellicht nimmer verwezenlykt zullen worden,, en daarom is het maar beter die geheel on besproken te laten. Maar wat niet op veronderstellingen berust en met zekerheid zal gebeuren, ale er wel ge annexeerd wordt, is, dat de gemeente Leiden, gedurende 35 jaren, -ieder jaar ƒ50,000 zwaardere lasten zal hebben te dragen, en vermenigvuldigt men nu dit bedrag met het getal jaren, dan ziet men dat de annexatie na dat tydsverloop aan de gemeente Leiden zal hebben gekost de verbazende som van 1,750,000, zeggeÉén millioen, zevenhonderd en vyftigduizend gulden, of nagenoeg twee millioen. Uit het bovenstaande kan men zien dat annexatie nimmer kan strekken in het alge meen belang van Leiden, zonder nog te spre ken van de schade, welke aan de omliggende gemeenten zou worden toegebracht. De eenigen, die by de annexatie voordeel zouden kunnen hebben, zyn de massa ambte naren, die door uitbreiding der gemeente en daaraan verbonden meerdere werkzaamheden, aanspraak zouden maken op verhoogde trak tementen, en het ligt in de reden, dat de meest hooggeplaatsten er het best by zouden varen; maar de nyvere burgery zou daarvan de dupe zyn, doordien de lasten noodzakelijk zouden moeten worden verhoogd, waardoor de inkomstenbelasting, waarvan de percentage tegenwoordig 27 bedraagt, wel eons tot 4 a 5 pet. van het belastbaar inkomen zou kunnen stygen. De slotsom van dit alles is, dat door annexatie hot algemeen belang der inwoners van Leiden zou worden opgeofferd aan do byzondere be langen van eenigen 1 Of dit nu de bedoeling van de voorgestelde annexatie is? Wie zal het zeggen Het heeft er wel eenigen schyn van. Sommigen zeggen dat het twijfelachtig is- of Leiden wel het radicaal bezit om een zelf standig kiesdistrict te zyn (n. 1. eene bevol king van 45,000 zielen), of bevreesd is dit te zullen verliezen; maar in dat geval zou annexatie wel in het politiek belang van som migen, doch nimmer in het algemeen belang kunnen zyn. P. „Ik ik dank u. Zorg voor mijnheer Berkow!" Ulrich, die juist van plan was naar dezen om te zien, werd zonderling door dit gezegde getroffen. „Zorg voor mynheer Berkow!" zei de jonge vrouw zoo verwonderlyk koel en kalm op oen oogenblik dat iedere andere ang stig den naam van haren man zou hebben uit geroepen een vermoeden van datgene, wat de heeren zooeven by het terras zoo uitvoerig met elkander bosproken hadden, rees in de ziel van den jongen mynwerker op en hij keerde zich om, ten einde voor „mynheer Berkow" te zorgen. Deze had evenwel zyne hulp niet meer noodighy was al uit het rytuig gestegen en de brug overgekomen. Arthur Berkow had ook by deze gelegenhoid zyne kalme, gelyk- matige natuur niet verloochend. Toen het gevaar zich zoo onverwachts openbaarde en zyne jonge vrouw aanstalten maakte om uit het rytuig te springen, had hy haar slechts even de hand op den arm gelegd en op zachten toon gezegd: „Biyf zitten, Eugénie! Ge zyt verloren,als ge er uitspringt!" Geen woord, geen lettergreep zelfs was verder tusschen hen gewisseld, maar terwyl Eugénie in het rytuig stor.d, naar hulp uit-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 6