Vergadering van den Tweeden Raad te Leiderdorp, naar aanleiding van de voorgestelde grens regeling der gemeente Leiden. Tegenwoordig: de hoeren K. R. A. Abbink, D. Mater, T. Rijnsburger, J. M. P. De Graaf, G. W. Van der Drift, H. J. Broekveldt, D. Van Rjjn, A. Smittenaar, J. A. Bernard en Jac. Boot. De burgemeester opende de vergadering en wees daarna op het groot gewicht dezer samenkomst, die ingevolge art. 135 der Gemeentewet werd gehouden. De heer De Graaf gaf kennis, dat de heer Dingjan niet in do gelegenheid was de ver gadering bij te wonen. Het rapport, door het gemeentebestuur uit gebracht, werd voorgelezen, waarna de heer Abbink het woord vroeg en verkreeg. Hij zeide dat, indien hot niet tot de ver plichting van deze vergaderden behoorde om een zelfstandig rapport uit te brengen, hij zich geheel bij dat van het gemeentebestuur zou kunnen neerleggen; alleen zou hij daarin nog de vraag behandeld willen zien, of de burgerschapsrechten, en wel met name het kiesrecht, van de met annexatie bedreigden, niet verkort zouden worden. Immers, menig een, die nu onder Leiderdorp kiesgerechtigd is, zou als bewonor van Leiden van het kies recht uitgesloten zjjn. Ook zou lijj gaarne van den voorzitter de officiëele cijfers willen ver nemen van het bedrag, waarop de gemeente Leiderdorp die annexatie zou te staan komen met andere woordenhoeveel zal Leiderdorp in zijne inkomsten verminderen? De burgemeester, hem hierop antwoordende, zeide dat het bepalen van dat bedrag niet alleen moeilijk, maar onmogelijk was, want hij kan o. a. niet zeggen of de gemeente- eigendommen zullen worden overgenomen tegen de daarvoor betaalde stichtingsgelden, of dat die zonder vergoeding mede geannexeerd zullen worden. Ook weet men niet zeker of het 4/5 van de belasting, nu door het Rjjk aan de gemeente uitgekeerd, ingeval van annexatie toch aan de gemeente Leiderdorp zal worden uitbetaald. Vóór in zijn 1896 moet de wet, die uitkoering r herzien worden, en wat het gevolg van die revisie zal zijn, is hem onmogelijk ie zeggen. Da heer Abbink verlangt zekerheid, want bjj die herziening kan de rekening wel zóó gemaakt worden, dat de gemeente er wel degelijk schade door zou lijden. Hij ziet in het voorstel van heeren Gedeputeerden een streven, om alleen de belangen van Leiden te bevorderen, alhoewel hij het door de annexatie voor Leiden te verkrijgen voordeel nog niet begrijpt; het verbaast hem, dat heeren Gedeputeerden zoo'n voorstel hebben kunnen doen. Dat Leiden ten koste van de aangrenzende gameenten tot de 3de gemeente van ons land zou verheven worden, mag voor sommi gen aardig zijn; de noodzakelijkheid daarvoor bestaat z. i. niet. Zij, die perceelen in de gemeente Leiderdorp gekocht hebben met de wetenschap, dat ze lasten zullen betalen, berekend volgens den te Leiderdorp geldenden maatstaf, zullen be langrijk hoogere moeten betalen en hunne bezittingen zullen merkbaar in waarde dalen. Alleen heeft Leiden misschien schade van de omliggende gemeenten door het bevolken van z(jne scholen, maar waarom heft het dan van de uit andere gemeenten ter school gaande kinderen geen hooger schoolgeld? Dat de Leiderdorpers, wanneer ze het be talen, gas- en waterleiding hebben, zal toch geen schade voor Leiden zijn; imn ere, hoe meer verbruikers, hoe beter voor de exploitatie. Ik keer het geheel om, zeide spr.niet wij hebben voordeel van Leidon, maar Leiden hoeft voordeel van ons. De burgemeester antwoordde dat Gedepu teerden natuurlijk hebben gemeend, dat de annexatie in 't algemeen belang is. Hjj con cludeerde dat de toestand in menige buurt van Leiden verre boneden dien van Leider dorp staat. Do hoer Abbink hernam het woord en zeide: Het is ijdelhoid om Leiden eene hooger vlucht te doon nemen, maar mogen daaraan de andere gemeenten worden opgeofferd Het Leidsch belang heeft mets gemeen met het algemeen belang. Eenige jaren geleden, toen oveneens do gronsverandoring, alhoewel op bescheidener schaal, aan de orde was, hebben Gedeputeerden na bekomen inlichtingen beslist dat er geen motief voor bestond, en wat is er dan wel voor bijzonders in dat korte tijds bestek geschied, waardoor heeren Gedepu teerden nu zoo geheel anders over deze zaak denken? Die inconsequohtle begrijpt spreker niet. De heer Broekveldt zeide, zich mede in hoofdzaak met het door den Raad uitgebrachte rapport te kunnen voreenigen, doch de door- schemering van het behoud van het 4/5 en der teruggave van de f 7000 (kosten Singel gebouw) beschouwt h(j als een lokaas, en mocht 't al zoo geschieden, dan zullen de geannexeerden toch van de lijdende partij zijn, terwijl het overschietende gedeelte er do vruchten van zou plukken. TVat het kies recht aangaat, zou hij meenen, dat daarvoor geen bezwaar zal bestaan, want Leiden zal de geannexeerden wel zóó aanslaan, dat ze toch kiezers blijven. De burgemeester antwoordde daarop, dat bet kiesrecht verkregen wordt naar den maat staf der huurwaarden, en hoewel de door Leiden geheven opcenten belangrijk hooger zijn dan te Leiderdorp, wordt men door die hoogere lasten geen kiesgerechtigde. De heer Boot is er tegen iets af te staan. De burgemeester vond het ook hard dat de eigenaars van perceelen in het te annexeeren gedeelte door de hoogere lasten 1/5 van hun kapitaal zullen verliezen. De bewoners, die gekomen zijn om niet te duur nabij Bene groote stad te wonen, zullen bjj hoogere lasten naar elders gaan, bijv. naar Den Haag, waar misschien meer amusementen zijn, do scholen even goed en de belasting minder. De heer Abbink zeide Indien het annexatieplan mocht doorgaan, zal spoedig de toestand weer gelijk aan den teger.woordigen worden, want men zal, een motor buiten de stad de dorpslasten betaler.de, niet in Leidon bouwendan zal er misschien na eenige jaren weer een nieuw annexatieplan komen. Do heer Boot verzocht in het rapport op spoed aan te dringen, opdat zij, die wenschen te bouwen en dit nu uitstellen, zullen weten in welke gemeente zij hunne woningen stichten. Volgens den heer Abbink en anderen bestaat er voor Leiden volstrekt geene behoefte om te annexeeren, er staan huizen genoeg ledig en bjj verkoop van huizen ziet met hoe gering de opbrengst is; o. a. is het huis op het Rapenburg, indertijd bewoond door prof. Cobet, een eerste-klasso-huis, op don besten stand van Leiden, eenige maanden goleden in pu blieke veiling voor 12 mille verkocht. Wan neer zoó'n huis slechts zulk een lagen prijs kan bedingen, blijkt het hem nog niet, dat er behoefte aan terrein bestaat om huizen te bouwen. De heer Broekveldt voert aan dat in de sectie-vergaderingen te Leiden er over is ge sproken, dat er in de omliggende gemeenten pestholen gevonden wordenhjj spreekt dit tegen en begrijpt niet, dat men daarover durft spreken, vooral nu er zooveel moeite door B. on W8. van Leiden gedaan is tot demping van eene sloot (Binnenvestgracht tusscben de Mare en Tweelingstraat), die met recht aan spraak op dien verheven naam kan maken. Nog andere leden der vergadering gaven hunne beschouwingen over de voorgestelde grensregeling ten beste; allen spraken onge veer in gelijken geest en het was duidelijk, dat geen hunner de voorgestelde annexatie van een deel der gemeente Leiderdorp door Leiden wenschelijk achtte. Verschillende besprekingen, o. a. over meer dere gelegenheid tot kosteloos onderwijs in het te annexeeren gedeelte, verbetorde ver lichting, opruiming van dammen, demping van slooton, die met de annexatie discussie niets te maken hebben, werden gehouden en het bleek uit de antwoorden, daarop door den burgemeester gegeven, dat alles wacht op de beslissing in deze voor velen zoo ge wichtige aangelegenheid. De burgemeester zeide geene vrijheid te gevoelen om de gemeentegelden uit te geven, alvorons h(j de zekerheid heeft, dat die gelden in het belang der gemeentenaren worden besteed. IVbg) Gemengd R'deu ws. Ontbreekt er ditmaal op de krrmis veel, dat andere jaren do tbans ledige ruimten op het kermisterrein vulde, in de pliats daarvoor zou echter iets aangeboden worden, dat sedert lang hi6r niet plaats had oen luchtvaartfeest. Het zien opstijgen van een luchtballon heeft altijd iels belangwekkends. Vandaar dat in den namiddag van heden het publiek naar den Stationsweg stroomde enj de kermis ge durende eenige uren zoo goed als ontvolkt was. De opstijging zou geschieden op het wei land naast „Zomerzorg". Door den tuin daarvan verkreeg men tegen betaling van entrée toegang tot het terrein, dat in tweeën was afgedeeld. Op dezelfde wjjze kon men ook door de ramen in do groote zaal de vul ling gadeslaan. Ofschoon was aangekondigd dat die vulling van twee tot vjjf uren zou duren, was daar mede echter reeds in don morgen een aan vang gemaakt, zoodat om één uur het ge vaarte zich al in een vrij grooten omvang vertoonde. De vulling met gas geschiedde door middel van eene geprepareerde linnen slang, welke vorbonden was aan de gaspjjp van den Stations weg, van welke pijp een verlengstuk tot het begin van het weiland doorliep. Ten einde de ontvangst der entrée-gelden te bevorderen, was voor de toeschouwers op den wtg het gadeslaan der vulling onzichtbaar gemaakt door het spannen aan do eene zijde van etads-bonzeilen met de Leidsche sleutels, terwijl verder op den weg de vulling aan het oog werd onttrokken door op het begin van den spoordjjk staande goederenwagens. De ballon heeft een inhoud van 550 kub. meter. Toen w(j hedenmorgen den aëronaut, den heer Léou Mary, een Hagenaar, spraken, verzekerde hjj ons dat het zijn plan was om precies te vijf uren op te stijgen en dat hp daarom met de vulling vroeger was begonnen. De eenigszins zuidelijk zijnde westenwind kwam hem toen echter te sterk voor om zijn voorneroen te kunnen uitvoeren. Toch ging hij met de vulling door. Hjj hoopte dat het weer tegen het bepaalde uur wel wat bedaaidtr zcu worden. Bjj hot ter perse gaan van dit nummer verkeerde het talrijke publiek evenwel nog in do grootste spanning, want de opstijging was nog niet geschied. Het gevaarte, nog altijd aan banden ge logd, verhief zich steeds hooger en hooger en nam voortdurend nog in omvang toe, zoodat het bovengedeelte nu ook voor de op den weg staanden goed zichtbaar was geworden. De hotr Léon Mary zeide ons dat hjj met vjjf personen in bespreking stond, die met hem mee wilden gaan. Tot eene beslissing was het echter nog niet gekomen. Het mede maken der luchtreis kost „maar" honderd gulden 1 Wel zal hjj van een onzer stadgonooten enkele postduiven medenemen, om die in hoogeresferen los te laten. Tijdens de vulling verleenden eenige infan teristen hulp om den ballon, die herhaaldelijk met krachtige windvlagen te kampen had, aan het netwerk in bedwang te houden; was het buiten-terrein door militairen afgezet; deed in den tuin van „Zomerzorg" een der kermis- muziekcorpsen zich bjj herhaling hooren en werden aldaar door den aëronaut nu en dan kleine met gas gevulde ballons opgelaten. Deze week werden in „Rhynzigt" genomen: 297 zwembaden door heeren en 21 door dames. De temperatuur van het water is 18° Celsius. In de afgeloopen week werd door de Leidsche Zwemclub het diploma als geoefend zwemmer uitgereikt aan J. Arnoldus, A. W. Frentzen en A. J. Van Laren. H. K., koopman te Leiden, werd Donderdag door het gerechtshof te 's-Hage niet veroordeeld tot één jaar, maar tot een half jaar gevangenisstraf. Hjj heeft tevens cassatie tegon dat vonnis aangeteekend. Hedenmorgen is uit de Leidsche- vaart te Utrecht opgehaald het ljjk van den artillerist Moerdjjk, die sedert Maandag avond werd vermist. De ongelukkige was een op passend jongeling en de eenige zoon eener weduwe. Twee manufacturers te Haarlem z\jn dezer dagen voor ongeveer f 100 aan twee lappen bukskin opgelicht door den bekenden H. C. Van Wort, kleermaker, oud 41 jaren, aldaar woonachtig. Een lap heeft h(j te Amsterdam en een te Haarlem beleend. Hij heeft zich uit do voeten gemaakt. Als O.-I. militair heeft hjj vroeger 13 jaren in de gevangenis doorgebracht. In de poort van 'sKonings pa leis in het Noordeinde to 's-Gravenhage heeft gistermorgen e3n werkman oen slangetje go vangenhet is ongeveer 40 rM. lang en een kindervingor dik. Het slangetje werd ons levend in eene flesch vertoond. (Vad.) De vergiftiging. Men scbrjjft uit Amsterdam aan de „Haar). Crt."Niets is Üogrijpelyker - dan dat de praatgrage en nieuwsgierige gemeente zich bjjzonder druk I bezighoudt met het geval van vergiftiging van freule Smissaert. Zóó zelden zjjn, ge lukkig, in ons land, de sensatiemakende mis daden, dat men, zoo er zich eene voordoet, die natuurlijk met allen ijver exploiteert. En het nu zoo druk besproken geval is dubbel sensationeel, nu de verdachte eene zeer be kende en tot nu toe algemeen geachte onder wijzeres in zang, uitspraak en stemvorming ie, eene specialiteit, tot wie reeds velen uit verschillende plaatsen van ons land plachten te komen om hulp bjj het afloeren van spraak gebreken. Zoo iets nu moet - ik herbaal het - de belangstelling wel gaande maken. Is het waar wat men vermoedt-, dan toch zou deze ge achte onderwijzeres zich plotseling ontmas kerd zien als eene laaghartige misdadigster en huichelaarster, die onder het mom van streDgen godsdienstzin en oprechte vriend schap haren waren aard voortreflyk wist te verbergen. Maar juist de afstand, welke hier schijn van wezen zou scheiden, moet, dunkt mjj, nopen tot bijzondere voorzichtigheid in het oordeelan. Wie mej. Kuypers persoonlijk kennen, beschouwen de op haar rustende verdenking eenvoudig als iets onmogelijks. En z(j meenen is het ten onrechte? dat vooral op de pers de verplichting rust niet vooruit te loopen op het vonnis van den rechter en door het meedeelen van voorloopig gebleken aanwijzingen bij hare lezers een voorbarig geloof aan de schuld der verdachte te wekken. Onze strafprocedure vergunt het aanhouden van een verdachte, wanneer de vermoedens tegon hem of haar naar 's rechters oordeel zekere kracht hebben gekregen en die aan houding in het belang van het voortgezet onderzoek is. M. a. w. - de eigenlijke in structie moet dan gewoonlijk eerst recht be ginnen en zoolang die duurt, heeft de ver dachte het recht niet zich door een rechts geleerde te doen bijstaan. Z(j moet zelf zich tegen de vermoedens, aanwijzingen of bewijzen verdedigen. Nu is in casu, uitgelekt, dat mej Kuypers hare onschuld blijft staande houden^ en tevens wordt medegedeeld welke aanwij zingen men heeft voor hare schuld. Doch wat verzwegen wordt - waarschijnlijk omdat men ten onzent niet zooveel van instructie-gehei men kan te weten komen - is, of niet de verdachte en zoo ja, op welke gronden de tegen haar aangevoerde bedenkingen heeft trachten te weerleggen. Zoo krjjgt de lezer een onvolledig beeld van den toestand en de vraag mag gedaan worden, of het dan niet beter ware, ook de andere helft te verzwijgen. Van twee feiten, de aanwezigheid der heeren mrs. Sleeswijk en Looyen bjj de arrestatie- feiten, die licht te controleeren waren heeft men, gelijk nu gebleken is, meer verteld dan de waarheid en dit blijkbaar omdat het meer indruk maakte, wanneer werd medegedeeld dat een rechter commissaris en een officier van justitie opzettelijk eene reis naar Arn hem (en dus ook weer niet naar Oosterbeek) hadden gedaan. Is men nu zoo zeker van betgeen is medegedeeld uit de geheimen der instructie? Het bovenetaar.de heeft niet ten doel de verdachte vrij te pleiten. Dat zal misschien de taak worden van haren verdediger. Ook al kunnen allen, die haar kennen, niet gelooven aan hare schuld, die schuld kan bestaan. Maar zij kan ook niet aanwezig zjjn, zelfs al schijnen op dit oogenblik de aanwijzingen tegen haar te zjjn. De bewijslevering in het delict van vergiftiging behoort tot de moeilijkste. Het is niet genoeg dat de lijkschouwing heeft aangetoond dat de overledene vergeven is en zelfs dit zou immers nog in den loop der procedure betwist kunnen worden er moet bewezen worden, dat de verdachte haar het vergift opzettelijk heeft toegediend en niet een ander, niet zjjzelve, niet op de eene of andere wijze toevallig. Nog zeer kort geleden is in Frankrijk aan den dag gekomen, dat de jury en het hof een man ten onrechte hadden schuldig verklaard aan moord. Laat dit eene les blijven en de publieke opinie niet voor barig als eene jury vonnis vellen in eene zaak, waarvan ze de stukken niet kent en waarin ze de verdachte nog niet gehoord heeft. Als het eind van deze zaak eens mocht wezen, dat mej. Kuypers onschuldig werd verklaard, zou „men", door haar thans als voorloopige jury schuldig te heeten, een moeilijk te her stellen onrecht jegens eene onschuldige heb ben begaan. En dat alleen uit nieuwsgierig heid en zucht tot praatjesmakori). De recht zaken worden ton onzent gelukkig nog niet door het publiek, maar door verantwoorde lijke rechters behandeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 6