Uitreiking der Bekroningen. In de buiten-societeit „A.micitia" had gister avond de uitreiking plaats der medaillos, diploma's enz. aan de bekroonde inzenders op de aldaar onlangs gehouden wedstrijden voor handwerkslieden en leerlingen uit Leiden en omliggende gemeenten. Het is zeven uren. De bekroonden zijn op lange rijen stoelen gezeten, daarachter de gemeenteraads-, juiy-," sub-commissie-leden enz., terwijl vooraan op eene verhevenheid aan de groene tafel plaats nemen de leden der uitvoerende commissie met den eere voorzitter, den heer L. M. Do Laat de Kanter, alsmede de heeren B. H. Heldt, secretaris, en P. Du Rieu Fz., lid der Centrale Commissie voor handwerkslieden wedstrijden in Nederland, beiden uit Den Haag. Zoodra al deze heeren zich in de zaal ver toonden om hunne plaatsen in te nemen, deed de muziek van de schutterij-kapel het „IVien Neerlandsch Bloed" hoorei: en stonden allen van hunne zitplaatsen op. Toen nam de heer Adr. J. Van Achterberg, president der tentoonstellings commissie, het woerd. Hij begon ongeveer aldus: Bekroonde inzenders en gij allen, die tot het welslagen der wedstrijden en der tentoon stelling hebt medegewerkt, ik heet u wel kom op dezo plaats, in deze zaal voor ons aan aangename herinneringen rijk en al mist zij haren vroegeren luister en al ontbre ken de ons bekende voorwerpen van kunst en nijverheid, toch is dit wolkom niet minder hartelijk dan toen het u voor het eerst door den heer Knuttel werd toegeroepen bjj de opening der tentoonstelling. Het feest der overwinning, dat toen gevierd werd, heeft nu ook hier zijne voortzetting, daar de zegeteekens, in de wedstrijden ver kregen, door onzen hooggeachten eere-voor- zitter aan de overwinnaars uitgereikt zullen worden. Het is voor u een feestdag, bekroonde in zenders, niet een, die voorbijgaat en vergeten wordt, maar eene steeds blijvende herinnering, want de palm der overwinning, nu verkregen, heeft voor u een altijd bljjvenden zin. Wij zijn gelukkig dat wij u in de gelegen heid konden stellen, uwe krachten te meten en te laten zien wat de werklieden in Leiden en omliggende gemeenten vermogen. Wij zjjn dankbaar dat ons streven aller sympathie had, want zonder de hulp, welke uit deze sympathie voortvloeide, waren wjj niet in staat geweest het geringste te doen. Daarom betuigen wij hier dat het welslagen d6zer wedstrijden en tentoonstelling aan die hulp te danken is. Aan u, dames-leden der sub commissie, den dank der inzenders en onzen dank voor het welslagen uwer pogingengij hebt waarlijk alle eer van uw werk. Verder bracht spreker den dank aan de correspondenten en sub commissieleden; aan de leden der jury voor hun eervollen, maar moeitevollen arbeidaan de besturen der maat schappij tot „Nut van 't Algemeen", en van „Nij verheid", aan „Bouwkunst en Vriendschap", „Nut en Genoege?." en 't Werklieden verbond." Aan «en allen, zeide spr., hebben wü ver plichting door hunnen steun. Wjj konden niet anders dan hoogst tevre den zijn voor de stoffelijke bewijzen van sym pathie. Ruime bijdragen van particulieren vloeiden ons toe, de burgers toonden dat z{j een open oor en eene open beurs hadden voor onze werklieden. De besturen der buitengemeentes gaven ons door hunne subsldiën te kennen, dat zij ons streven op prijs stelden. Ook het gemeentebestuur van Leiden bleef niet ach»r integendeel, het gaf het zekerste bewijs van vertrouwen in ons en onze plan nen, daar het op zich nam het tekort tot eene zekere som te dekken. Wjj hopen te toonen dat het gemeente bestuur niet tevergeefs op ons vertrouwd heeft. Aan u allen dank, mijne heeren, doch in het bijzonder aan hem, die dat voorstel in onzen gemeenteraad deed aan onzen be minden burgemeester, onzen eere-voorzitter. Spreker bracht tevens den dank der tentoon stellingscommissie aan de Centrale Commissie voor Wedstrijden van Handwerkslieden in Nederland, die in hare brochure het eerst het denkbeeld gaf om een zeker verband in de wedstrijden der werklieden in Nederland te verkrijgen. Op deze zelfde bijeenkomst zou zfl door een harer aanwezige commissie-leden 2 eerediploma's doen uitreiken. Dat het hoofdbestuur der Maatsohappg t. b. v. Bouwkunst het streven der Leidsche afdeeüng, van wie de tentoonstelling was uitgegaan, op prijs stelde, bewijzen do 2 medail les, welke het beschikbaar stelde. Dit is de eerste maal, dat de medailles der Maatschappij aan werklieden toegekend worden. De heer Knuttel zou aanstonds als lid van het hoofdbestuur de medailles uitreiken. Door zooveel bewijzen van sympathie ge steund, kon het niet anders of de wedstrijden moesten slagen. Fanfares en toejuichingen klonken en de eerevoorzitter werd uitgenoodigd tot de over handiging der bekroningen te willen overgaan. In een kort woord vooraf verzekerde de heer De Laat de Kanter dat hij die uitnoo- diging om meer dan ééne reden met genoegen had aangenomen. De eer hebbende burgemees ter van Leiden te zjjn, moet het hem in het bijzonder in die qualiteit, aangenaam wezen te zien wat hier in deze gemeente wordt gedaan, ook voor en door den toekomstigen werkman, die door den steun der burgerij lator eene eervolle plaats in de maatschappij kan innemen. Zg kunnen zich nu reeds overal eervol vertoonen. Heeft spr. vroeger dadelgk het plan om de tentoonstelling hier in Leiden te houden, toegejuicht, thans is hg verplicht den moed der inzenders te prijzen om de daartoe in het werk gestelde pogingen te steunen, al wisten ze dat ze aan critiek en teleurstel lingen zouden blootstaan. Dank zij die mede werking is d9 tentoonstelling schitterend ge slaagd. Allen, zoowel van hier als uit de builengemeenten, ook de niet-bekroonden, kunnen er met voldoening op terugzien. Het spreekt vanzelf dat niet aan iedereen onderscheidingen konden worden toegekend. De bekroonden gelukwenschende, wees spreker er op dat Leiden roem kan dragen op deze tentoonstelling, welke door de samenwerking der werklieden is tot stand gekomen. Toejuichingen en fanfares deden zich ander maal hooren. De eere voorzitter vervolgde. Tentoonstellin gen als de n* gehoudene, kunnen niet elk jaar herhaald worden. Daarom moet er voor ge waakt worden dat de thans behaalde roem niet verloren ga. Steeds moet men werkzaam blyven, even arbeidzaam als men tot nog toe was. Alleen dit kan voor later, als de pogin gen herhaald mochten worden, een nieuw succes beloven. Dat de tegenwoordige reeds schitterend was, blijkt o. a. wel uit het feit, dat er van 2S9 inzenders 400 inzendingen kwamen. Na -p de bet eekenis dezer sprekende cufers gewezen te hebben, achtte de eere-voorzitter het oogenblik gekomen om tot de uitreiking der bekroningen over te gaan. Uitgereikt werden 61 medailles eu 177 di ploma's, bovendien twee eerediploma's van de Centrale Commissie en twee medaBles van de Maatschappg tot Bevordering van Bouwkunst. Één voor één begaven de bekroonden, wier namen door den eersten secretaris werden afgelezen, zich naar de groene tafel om daar uit handen van den burgemeester, ieder met een welwillend woord, zpne of hare onderschei ding in ontvangst te nemen. Menigmaal gingen er uit de in de zaal aan wezigen luide toejuichingen op, b. v. toen de naam eener bekroonde dame werd afgeroepen, doch haar vader zich vertoonde; toen vrouw Van der Plas in haar net Katwljksch pakje van visschersvrouw zich aanmeldde voor haren man, die thans op zoe was; toen ééne dame twee bekroningen ontving, en ook toen aan de andere bekroonde dames, die op de eerste rgen gezeten waren, de onderschei dingen werden uitgereikt. De namen van de menigte bekroonden hebben we reeds vroeger medegedeeld en be hoeven we dus hier nu niet te herhalen. De medailles, in verg. zilver, zilver en bron», zgn van kloeke grootte. Ze zgn aan de eene zjjde geslagen op den Btempel van de Centrale Commissie, gevormd door de attributen op bouwkundig gebied en het randschrift: „wed- strgden voor handwerkslieden in Nederland." De andere zgde vermeldt in een dubbelen lauwertak den gegraveerden naam van den bekroonde, de plaats waar en het jaartal wanneer de tentoonstelling is gehouden. De medailles zgn gemodelleerd door den heer Junger, leeraar aan de Rgkssc-hool voor kunst en Dgverheid, gestempeld door den heer Menger, rijksstempelaar bij de Munt. De diploma's zgn vervaardigd naar eene teekening van den heer Sturm, leeraar aan de Rykssebool voor kunst en nyverheid te Amsterdam. Toen al de onderscheidingen waren uitgereikt, gevoelde een der bekroonden, N. Van der Mark, zich gedrongen om uit aller naam den burge meester dank te zeggen. Hij was geen ge letterde en kon daarom niet zoo mooi spreken als de andere heeren, maar de dank voor hetgeen de tentoonstellingscommissie voor den werkman heeft gedaan, was er niet minder warm en bartelyk om. Namens de Centrale Commissie sprak daarna de heer Du Rieu de inzenders C. H. Kouw en B. J. Van Beukorïng toe, omdat de voor zitter, de heer Van Malsom, door onvoorziene omstandigheden verhinderd was geworden zelf te komen. Hg bracht beiden door de Centrale Commissie op deze tentoonstelling met eere diploma's bekroonde inzenders hulde en waar deering. Die diploma's, voor de eerste maal toege kend, zgn echter nog niet geheel gereed en zullen den belanghebbenden daarom door tus- schenkomst van het Leidsche bestuur later worden toegezonden. De eerstgenoemde bekroonde betuigde zg'ne ingenomenheid met eene tentoonstelling als hier gehouden is geworden en verzocht ook uit naam van zgn medebekroonde den dank aan de Centrale Commissie over te brengen. De heer Knuttel, voorzitter van de Leidsche afdeeling der Maatschappg van Bouwkunst, was daarna de tolk dezer maatschappg teen hg aan A. H. Catin alhier voor diens smeedwerk en aan (7. Groenendyk te Leiderdorp voor een gangbank de hun door het hoofdbestuur toe gekende medailles, behalve de reeds door hen erlangde, overhandigde, met een woord van waardeering voor hun arbeid, welke uit het beste moest gekozen worden, en er op wgzende, welke hooge waarde te hechten is aan deze medailles van het hoofdbestuur eener Maat schappg, dat uit de voornaamste bouwkun digen en architecten bestaat. Alsnu achtte de heer Van Achterberg het e'nde der taak van dezen avond genaderd. Hg gevoelde zich daarom geroepen thans een woord van dank te brengen aan het bestuur der sociëteit „Amicitia," dat ook de raeening was toegedaan dat daar, waar de tentoon stelling was gehouden, ook de bekroningen behoorden te worden uitgereikt. Bereidwillig stelde het daarom wederom dit gebouw voor deze plechtigheid beschikbaar. Nadat hg nogmaals de bekroonden en allen, die aan de totstandkoming der tentoonstel ling hadden medegewerkt, ha4 dank gezegd, stelde hg voor oca straks, onder de tonen van het flinke en verdiensteigke schutterij-muziek corps, een dronk te wyden op die zoo wel geslaagde expositie. Daartoe werden allen in do gelegenheid ge steld door de aanbieding van een glas wgn, terwyi den mannelgken '-ekroonden bovendien sigaren werden verstrekt. Na de glazen, terwgl de muziek zich luide deed hooren, geledigd te hebben, begaven om halfnegen allen zich in den tuin, waar inmiddels eenige leden van „Amicitia" zelf met hunne dames gekomen waren en de kapel des heeren A. Van Leeuwen in den muziek tempel had plaats genomen, om vervolgens een programma uit te voeren, op eene wyze, welke de algemeene goedkeuring mocht ver werven. De bekroonden enz., waarvan enkelen met hunne dames, die later gekomen waren, bleven hier nog eenigen tyd gezellig bg elkaar, totdat eindelgk het oogenblik van scheiden aange broken was. Nu en dan was ook bengaalsch vunr ont stoken geworden, hetgeen een aardig effect maakte, zoodat kan gezegd worden dat deze avond in alle opzichten een waardig besluit van het geheel vormde. Genengd Nlenws. Uit eene in dit nommer voor- komende advertentie biykt op welk eene ruime echaal het Feestgebouw door den heer Duyser gedurende d9 kermisweek zal worden ge ëxploiteerd. Verder bevat die aankondiging van den ondernemenden ondernemer een aantal mede- deelingen, waarop we de aandacht van be langstellenden vestigen. Voor den Hoogon Raad werd gis teren behandeld het cassatieberoep van J. L. S., oud 31 jaren, gewezen fabrieksarbeider te Apeldoorn, die door de rechtbank te Zutfen en het Hof ie Arnhem is veroordeeld tot 6 jaren gevangenisstraf, wegens zware mishan deling, welke den dood ten gevolge heeft gehad, gepleegd door middel van een beitel op een medo-arbeider. Voor den requirant trad op mr. H. De Ra- nitz, die de juistheid der aan het feit gegeven qualificatie betwistte. Pleiter betoogde dat het opzet, om zwaar licbame'gk letsel toe te brengen, niet was gemotiveerd in het vonnis, en dat de opge legde straf te zwaar was in verhouding tot het gepleegde misdryf, waarvoor door den officier van justitie, op grond van art. 300 al. 1 Wetboek van Strafrecht, 3 jaar gevange nisstraf was geeischt. ZEG. achtte daarom art. 302 Wetboek van Strafrecht geschonden door verkeerde toepassing. Adv.-gen. mr. Patgn nam in deze zaak heden conclusie. Hg was het met den pleiter voor den requi rant eens dat het bewezen verklaarde feit valt onder art. 300 W. v. S. en met onder art. 302 van dat Wetboek. De conclusie strekte alzoo tot vernietiging van hot bestre den arrest voor zooveel de qualificatie betreft, schuldigverklaring van den requirant aan „mis handeling, die den dood ten gevolge heeft gehad", en veroordeeling tot vier jaren gev;n- genisstraf. Do uitspraak is bepaald op 2S Juli. De burgemeester van Den Haag maakt bekend dat, krachtens kennisgeving van den inspecteur van het Geneeskundig Staatstoezicht voor Zuid-Holland, de mazelen aldaar epidemisch voorkomen. Ook in het buitenland is het Donderdag avond boos weer geweest. In het Zuiden en Westen van Engeland woedden hevige donderatormen, de regen viel bg stroomen en overstroomingen richtten groote schade aan. Te Brixton moesten de trams ophouden met rgden en kreeg een winkel zooveel water binnen, dat 100 man 3 uren lang bezig waren om het te verwij deren. Naar men si hit, beloopt de schade een paar honderd pd. s-. Ook andere plaatsen werden zwaar geteisterdde oogst leed grocte schade en een paar bruggen zgn vernield. Eenige laag gelegen ontspanningstuinen te Bournemouth zgn in een meer veranderd. Te Pargs woedde Donderdag-middag een hevig onweder, dat de zwaie temperatuur der laatste dagen iets minder drukkend maakte. Op verscheidene plaatsen sloeg de bliksem in en veroorzaakte vooral in Champagne schade. Een persoon werd gedood en ver scheidene werden gewond. Te Rysel werd de telegraphische en telephonische gemeen schap verbroken. Hevig trad de bui ook op te Brussel en omstreken. Het regende bij stroomea en kchtte van alle kanten. Ook daar leden telegraaf en telephoon schade. Te Gent, waar juist wed rennen gehouden werden, veroorzaakte de donderbui eene paniek, waarbg paarden schich tig raakten en eenige personen gekwetst werden. De Donau is weder begonnen te dalen, zoodat de vrees voor het overstroomen be neden Weenen afneemt. Intusschen staat veel land rondom de hoofdstad, o. a. een jachtver- blgf van den keizer, onder water. Eene me nigte wild is verdronken. Zware stortregens zgn dezer dagen in Bulgarge gevallen. Te Kustendil werden Q huizen geheel vernield en een 100 tal andere zwaar beschadigd. Een kind kwam om het leven. Te Lübeck en omgeving heeft «ene zware donderbui zich ontlast. Verscheidene huizen werden door den bliksem getroffen en in de asch gelegd. Aangekomen badgasten te Kat wy li a/Z. Hotel du Rhin: Mevr. C. Vve du Locle, tnej. Paula Seidel, de heer en mevr. Theod. Dasbog, 4 k. en 2 dienstb., de beer en mevr. H. W. Tieleman— Dolk, 4 k. en 3 dienstb. Groot Cad-Hotel: Mevr. L. T. Yon Zündt, mej. Von Zündt, tnej. W. en T. Von Tepper— Laelii, de heer en mevr. G. Jacoby, do beer en mevr. J. H. J. Kam, 5 k. en juffronvr, de beer en mevr. E. L. G. Vitringa, de beer D. Jeras, do heer en mevr. J. H. Henkee en familie, 3 k. en 1 dienatb. Hotel Pension, Van Tellingen: De heer on movr. W. v. d. PlasVoorhoeve, mevr. Hollands! Wicbers, 4 k. en dienstb., mej. A. P. Wichere, de dames Hardeman, mej. H. Stip. Hotel „de Zwaan": De heer en mevr. E. N. JanninkBuesemaker, 2 k. en dienstb. Villa C. Krnyt: Mevr. Van Sillevoldt, 2 k. en dienatb., mej. Van Sillevoldt. Hotel „Zeeruet": Mevr. H. Fncbs, de beer Alfr. Fuchs Jr., de heer-A. H. Fncbs, 3 k. en meisje, de heer A. K. Cross, mevr. H. De Court Onder waterVan Valkenswaard en 3 k. Wijk I no. 77: F. Hnttell. Wijk B No. 83: De heer en mevr. dr. E. F. Van Dissel, de dames Van Dissel en do beer Floris Vos, 2 dionetb. Wijt B No. 107De heer W. N. J. Wilschut. Wijk B No. 84a: Jongb. H. R. A. Laman Trip. Wijk B No. 84: Mej. M. De Vries. "Wijk C No. 83: De familie H. Liescgang, juffrouw I. Scbneiger. Wijk C No. 88: De beer en mevr. C. B. Oortbuija en G k. Wijk C No. 14: De beer J. v. d. Linden Jz. Wijk E No. 8: De heer H. Babner. Wijk E No. 17: De beer H. Drake, E.Pottoasten H. Ired. Wijk B No. 167 Mevr. dr. Tjarda Tbieme. Wijk B No. 208: E. J. E. Scbieke.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 2