Hier zullen de voorname bezoeksters eenige oogenblikken toeven, om zich daarna langs Burchtstraat, St.-Jorisstraat, Hunnerpark (onder de Viaduct door), Canisiussingel, Oranjesingel, Ziekenstraat, Molenstraat, Ver lengde Molenstraat en Nassausingel naar de woning van den burgemeester, mr. P. C. Byloveld, te begeven. Hier zullen H. M. en de Prinses den historischen optocht van de Leidsclie studenten zien voorbijtrekken; na afloop waarvan zy langs Nassausingel, Oranje singel, Canisiussingel, Hunnerpark en Kelf- kensbosch, naar het Valkhof zullen rijden, alwaar zij, bij den ingang over de brug, door de regelingscommissie zullen worden ont vangen. Op het Valkhof verrijst eene konink lijke loge voor de vorstelijke bezoeksters, van waaruit zy èn de aankomst van den optocht èn de receptie van den Burchtgraaf van Nijmegen zullen kunnen aanschouwen. Na bjj deze feestelykheid-eenigen tijd te hebben vertoefd, zullen H. M. en H. K. H. een rijtoer maken over Berg-en-Dal en Beek, gaande eerst van het Kelfkensbosch door de Hertogstraat en zoo naar don Berg-en-Dal- schen weg, om ten slotte, van den Ubberg- schen weg komend, langs Waalkade, Bod- delstraat, Verlengde Hezelstraat, Kronen- burgersingel en Spoorstraat naar het station terug te rijden. Te halfvyf precies keert de koninklijke trein naar Het Loo terug. Duizenden zullen dus in de gelegenheid zijn, zegt do „Nym. Crt.", de geliefde gade van onzen geëerbiedigden Koning en het aan vallig Prinsesje te zien en te begroeten. Suriname. In het voorloopig verslag der Tweede Kamer betreffende de Surinaamsche grensregeling is herinnerd, dat by nota van wijziging van de begrooting voor Suriname voor 1S89 eene som van f 30,000 aangevraagd was tot bewaking van het betwist gebied. In hare toelichting verklaarde de Regeering toen, dat door de Nederlandsche en Pransche regeeringen in ge meen overleg instructies waren vastgesteld, ten einde strooperpen van goudzoekers op dat gebied te beletten. In het laatste koloniaal verslag vindt men verder vermeld dat eene door de gouverneurs der beide koloniën op 22 en 29 (Jetober 1888 goedgekeurde overeen komst werd gesloten tot het uitzetten van Nederlandsche en Fransche posten op drie punten aan de Boven-Marowyne, en dat instruc ties voor de commandanten der posten en orders voor de Boschnegers vastgesteld werden. Men wenschte te weten of deze overeenkomst en instructies nog steeds zoowel van Nederland sche als van Fransche zyde worden gehand haafd. Doze vraag had blykbaar betrekking op een bericht, dat kort te voren uit Suriname was gekomen en meldde dat van Fransche zyde goudzoekers op het betwiste gebied waren toegelaten. Do Regeering verklaarde in haar antwoord „geen roden te hebben om er aan te twyfelen dat de overeenkomst en instructies ter voorkoming, zooveel mogeiyk, van ontgin ningen op het betwiste gebied, zoolang de grensquaestie nog niet is uitgemaakt, zoo wel van Nederlandsche als van Fransche zyde nog steeds worden gehandhaafd." Toch vinden wy nu in de Surinaamsche bladen den tekst gemeld van een besluit der regeering van Fransch-Suyana, waarby op machtiging der Fransche regeering voorloopige later terecht. „Wees nu slechts zoo goed mp terstond te volgen, om mynheer Fabien De Chatelux te redden, maar wat ik u bid den mag, haast u het mocht anders eens te laat zyn." „Waar is Fabien De Chatelux?" „Op „Le Petit-Castel", eene villa naby Port- Gréteil; zie, dit briefje stak in eene flesch, welke ik uit de Marne heb opgevischt." De procureur der Republiek en de prefect lazen met een oogopslag het briefje. Daarna beval de prefect dat men zich terstond op weg zou begeven. Op „Le Petit-Castel" was niet veel meer te doen dan Fabien te bevrijden. De drie medeplichtigen waren reeds door Pradier en Vernier in hechtenis genomen. Laat in den nacht kwamen de overheids personen met Fabien, Martha, Paul en de Bunsing aan de prefectuur terug. Jacques en Angèle werden in Mazas ge bracht, terwy'l Pascal in het hospitaal werd opgenomen. Aan de prefectuur wachtte Raymond Fro- mental, die te Parps was aangekomen, kort nadat do overheidspersonen naar „Le Petit- Castel" waren gegaan. vergunningen worden verleend op het betwiste gebied. Volgens verdere mededeelingen gedraagt zich Frankrpk als meester op dat gebied en laat de Fransche gouverneur slechts personen toe, die van hem vergunning hebben gekre gen om goud te zoeken. Worden Nederland sche onderdanen dus reeds uitgesloten, nog vóór het geschil is uitgemaakt? Hoe rijmt dit met de verzekering onzer Regeering dat van beide zyden de instructies tot voorkoming van ontginningen worden nageleefd? By de behandeling, die weldra te verwach ten is, van de nadere verklaring, zal van de Regeering ongetwyfeld daarover opheldering worden gevraagd. (HM.) ^emongd Nieuws. Gisteravond, omstreeks nogen uren, ontstond een begin van brand in den manufactuurwinkel van den heer Kruyfhooft, op de Haarlemmerstraat, doordat eenige rol len katoen, welke voor het raam uitgestald stonden, omvielen en tegen het gaslicht aan kwamen. In den winkel bemerkte men niets van het geval, doch gelukkig werd de be diende spoedig door een voorbijganger ge waarschuwd, met wiens hulp nu de brandende goederen werden verwijderd en uitgedoofd, terwpl met eenige emmers water weldra de verdere brand was gebluscht. De telephooniyn van Koudekerk naar Leiderdorp is gereed. Met het plaatsen van do toestellen wordt een aanvang gemaakt en de indienststelling in de eerste helft van Juli tegemoetgezien. De Haagsche rechtbank heeft gisteren den heer S. A. d'E. veroordeeld om voor volstorting op zyne aandeelen in de Zuid-Hollandsche Credietvereeniging te betalen de som van f 9081.17, en dien heer tevens zyn reconventioneelen eisch, waarby hy zyne spaarbankboekjes, die onder berusting der Z.-H. C. waren, terugvorderde, ontzegd. Te Scheveningen is gisteren naby het Oranje-Hotel een koestal geopend van de 's-Gravenhaagsche Melkinrichting tot het verkrygen van melk, warm van de koe. De voorste helft van dezen stal is netjes ingericht en beschikbaar gesteld tot het ge bruiken van de melk, terwyi in het achterste gedeelte de welgevoede koeien aanwezig zyn, die de melk verschaffen. In de Melkinrichting getuigt alles van zindelykheid en de bediening laat niets te wenschen over, terwpl tevens de gelegenheid bestaat om van de vermoeienissen uit te rusten. Nieuwe Haring. - Men meldt uit Yiaardingen van 27 JuniZooeven ontvangen wp uit Lerwick een telegram, luidende: „De 2de jager is hier aangekomen en heeft 200 ton haring aan boord. Verder zyn geen schepen hier." Het loopt er dus niet op mede, daar de jager 1500 ton zou moeten hebben. De politie t e Amsterdam heeft de hand gelegd op een kellner, wonende in de Nes, die in staat van dronkenschap eene vrouw zou ernstig heeft mishandeld, dat zy naar het Gasthuis vervoerd en daar in den loop van den dag overleden is. By het slopen van eene oude boerenwoning zyn dezer dagen te Gasselte verschillende glasruiten gevonden, waarop verschillende inscription en figuuriyke voor- Hy had alleen de huiszoeking in het hotel van dokter Thompson gedaan, en het gestolen testament, benevens de vyf medailles, in eene lade van het schryf bureau, dat op de kamer van Jacques Lagarde stond, gevonden. LX. Besluit. De zeven medailles waren nu by elkaar; men kon dus nu ook gemakkeiyk weten, waar de millioenen geborgen waren. Men ging naar het kasteel des Granges-de-Mer-la-Fon- taine en verwijderde den zeventienden zwar ten steen der kapel, vanaf den linkerhoek geteld. Hier vond men het kapitaal geborgen, dat onder de erfgenamen werd verdeeld. Helaas, er waren er nog slechts vier; Amedeue Duvernay en René Labarre waren omgekomen door de hand der booswichten. Jéröme Villard werd uit de gevangenis be- vryd en in eer hersteld. Een nieuw jaargeld, hem door alle erfgenamen onderling verze kerd, stelde hem in staat het einde van zyn leven kalm en vreedzaam af te wachten. Eene maand later werd in de kerk Saint- Louis het huwelijk van Paul Fromental en stellingen staan. Blykens de jaartallen zyn alle van de jaren 1660 tot 1725 afkomstig. Te Compascuum-kanaal is Yrydag- avond zekere C. N. verdronken. Hy had juist dien avond met zyn veenboer afgerekend, en men vermoedt dat hy in beschonken toestand te water is geraakt. Maskeradefeesten te Nijmegen. (Afgeluisterd gesprek tusschen twee vrouwen.) Han: Nou, dö za me een spiktoakel ion Nummege zien ien de aandere wèek over, hè. Mary: Zoo, wa's dèr dan doar te doen? Han: IVel mins, witte gy dè nog niel dór kumt inne héle groóto nyje kerremis en dè zal verschrikkeliek zien, wa ter dór za span nen innen hillen boel, allemol vrimde hirren vau over vyf hondert joar gelèje kommen wèr is doen, net als toe, en die worren dór dan zó festeliek ontvangen; mè peerdevolk haolen ze z'af en allemol mè maziek er by, onze bloazers, dè witte wel, van de Vevaar die zulle der ok wel hin motte. Mary: Mar Han, wa zegde tog; dewaereld rakt host op zen ent, dii gleuf ik zeker, dè zèk ou 1 van alle oardege dinsigheèn hürde tog teggenzwordig, dè3 woar, mar Han, wft zin dè dan tog vur minse, die dor dè komme doenn? Han: Dè zak ouw is zeggen. Dè zien van die hirrejong, die op schol gedoan worren. um dè ze der thuus ginnen raod mee weten, en die dor dan goan leéren om kromme dingen regt te moaken; mienen burman „de Saar" die zèy tegen mien, dè ze stukkedente hieten en dè ze van de scbdl, mar hy nümde dè aanders, ik mein da hie zèy van de Jakkedemie kwamen van Leyjen; van onzen notoaris en van den doomeny is er ok al inne jong van op schol dor; meinen boas, die ha giestere de zikketoaris gespróken en die hèd hum gezeèd, dat er verschrikkeliek za spannen, dè wons jongens en ons der der ok is hin mossen loate gaon kieken, mar ik zeèj tegge Kobusdè zal me nie gebeuren, nie, ze mossen dereygen is bang moaken; ze blieven thus, dè doen ze. Mary: Nou mins, 't is wa gedoan, 't zal der niks geven, dè zal 't nie; 't is net ien den hooibouw, 't is ummers vuls te druk, dor komt gin man, en rekent is aon; twelf stuver binnen ze kwiet vur ón spoorkartje, hot hooy is zó duur gewest en de naweij, dè staolt nerregis op en de vèrrekes woaren 'n mondag al wer veul minder; né, 't zal der niks geven, dè zal 't nie! ons jongens, die zullen der ook niet komme, dor blief ik burg vur; geleufde wel Han, dè ter niks uut- holt niks nir, dè zek ouw! de boerenminse zien teggenszwordig zoo gek nie mer, dó ze der zo mar goedsmoeds loaten beet nemen; 't is de stadsche burregers nergens um te doon as om de vèrrekescenten beet te kriegen ze kunne dè nie zien, dè de boeren wèr wa zoad ien 't bekske kriegen, dè kunne ze nie! Witte, wor die dingen goed veur zien Han, vor de rieke lui ien de stad.(Geld.) Een hevige storm heeft Dins- dag belangryke schade veroorzaakt aan de Engelsche haringvloot, wolke op de kust van Cumberland vischt. De „Hannah" veronge lukte buiten Workington-pier en de geheele bemanning verdronk. De „Mary Ann" leed schipbreuk by de Harrington-haven, waar door één der opvarenden is verdronken. Ook meerdere visschersraartuigen zyn verongelukt en velen verloren hunne netten. Kirkwall Martha Berthier voltrokken, in tegenwoordig heid van Raymond Fromental en de oude Madeleine, als getuigen voor den bruidegom, en de gravin De Chatelux en Jules Boulenois, als getuigen voor de bruid. De Bunsing, thans millienair geworden, was in een onberispeiyk gala-kostuum ge stoken, maar het was hem aan te zien dat hy er zich nog niet goed in thuis gevoelde. Fabien De Chatelux had Parys verlaten. Hy maakte eene groote Europeesche reis, en was van plan ongeveer een jaar weg tebiy- ven. Zoodoende hoopte hy Martha te vergeten. Drie maanden later, by de eerste morgen schemering van een somberen, regenachtigen dag, vielen de hoofden van Jacques Lagarde en Pascal Saunier onder de guillotine. Angèle werd tot levenslange deportatie naar Nieuw-Caledenië veroordeeld en moest daar haar leven eindigen. Het hotel in de rue de Mirome^iil en „Le Petit-Castel", benevens alle eigendommen van Jacques Lagarde, werden verkocht en met de opbrengst daarvan werd zooveel mogeHjk aan do termen voldaan van het testament van den graaf De Thonnerieux. werd door een hevigen storm uit het oosten overvallen. De groote viBChsloep „Daring" strandde in Weyland-baai. De boot „West Kirkwall No. 1450" is in de baai van Skail gestrand, doch de equipage werd gered. Eene andere boot geraakte op het eiland Rousay op strand en nog eene andere te Veantro-baai. Uit Verviers meldt men: Door dames uit den hoogsten stand in België wordt onder alle vrouwen in den lande eene inza meling gehouden, waarvan het bedrag de koningin by het 25-jarig jubileum harer troonsbestijging zal worden ter hand gesteld als bydrage tot de stichting voor door ouder dom zwakke en hulpbehoevende werklieden. Tot dit doel hebben de burgemeesters van de 2600 gemeenten in Belgis reeds lysten erlangd. De hoogste bydrage is bepaald op vyftig, de minste op vyf en twintig centimen. Men schryft uit Aken: Het Cou ranten-Museum is voornemens alle by gele genheid der viering van het 450-jarig jubi leum van de boekdrukkunst in couranten en tydschriften voorkomende stukken betreffende de uitvinding en verbreiding der boekdruk kunst, en verder de naar aanleiding van het jubileum uitgegeven feestartikelen, feestnum mers enz., zoowel als de verslagen over de in verschillende steden plaats hebbende fees- telykheden, te verzamelen. Eene barones in de gevangenis. Op verzoek der politie te Weenen heeft de Badensche politie gearresteerd de baronea Rose de Trentimaglier, die op deze badplaats zeer schitterde. De barones, die 32 jaren oud is, wordt verdacht van allerlei bedriegeryen. Hare arrestatie i3 gevolgd door die van een dragonder-luitenant, ook op aanvrage der Weener politie. Smartelyk ongeluk. Men meldt uit Hanau, in Pruisen, dat een fabrikant uit die stad met zyn eenig kind verdronken is. Het ongeluk gebeurde in het Franzosenloch, een diep water, aldus genaamd omdat in den slag van Hanau, in 1813, vele Franschen daar den dood vonden. Do zoon was te water geraakt; de vader sprong hem na om hem te reddeD, maar beiden kwamen om. Den Italiaan Giovanni Succi is. thans de Franschman Alexander Jacques als hongervirtuoos in het Aquarium te Londen opgevolgd. Deze zal 42 dagen vasten. Volgens zyn verhaal verdiende hy zyne hongersporen in den Fransch-Duitschen oorlog bij de belege- riEg van Belfort, gedurende welke hy zich en acht zyner kameraden door zyn honger- kruid in het leven hield. Volgens het „Journal de Genève" is dezer dagen in het district Luino (Tessino) op een drietal daar op post zynde douanieis geschoten, van wie twee vry ernstig gekwetst werden. De aanvaller van wien het drietal na een gevecht met kolfslagen en revolver schoten door andere toegeschoten personen werd gescheiden moet een Italiaanseh douanier zyn. Volgens sommige lezingen waren er meer dan óón. Het voorgevallene wekt in Zwitserland vrywat opschudding. By dikken mist heeft eergisteren in het Engelsche Kanaal eene aanvaring plaats gehad tusschen het stoomschip „Um- bilo", van Natal naar Londen, en hot bark schip „Ethel", kapitein Ross, bestemd naar Brisbane. Laatstgemeld zonk drie minuten na de aanvaring. Van het stoomschip verloor daarby één man en van het barkschip vier man het leven. De overige opvarenden van de „Ethel" werden door het stoomschip „Um- bilo" gered en te Portland geland. Terwijl de trein vanKeighley naar Leeds door eene tunnel reed, werd eene jongedame, die alleen in een waggon zatr door een heer, die langs de loopplank in het rytuig was gekomen, overvallen. De jonge dame vluchtte op de loopplank. Een heer, in een volgenden waggon gezeten, hoorde haar hulpgeroep en kwam haar te hulp. De beide heeren vochten in den waggon, waarby de aanvaller de nederlaag leed. Aan het eerste station werd hy aan de politie in bewaring gegeven. De jongedame was natuurlijk wat van streek van den schrik. In een onderhoud met een ver tegenwoordiger van de „New-York Herald" heeft Sarah Bernhardt nu ook zelve verklaard dat zy, hoewel niet geheel gezond, toch niet ziek is. „Ik ben vermoeid en eenigszins zenuw achtig en ik hoop dat gU het verhaal, dat ik te veel chloral zou hebben gebruikt, zult tegenspreken. Het was belaohelyk. Ik was na de eerste voorstelling zóó zenuwachtig, dat ik wat chloral nam om te slapen. Dat was alles. Ik zie daarin niets byzonders."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 6