N#. 9303. Donderdag 19 Juni. A*. 1890. Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 18 Juni. Feuilleton. Het Roode Testament. PRIJS DEZER COURANT: ▼oor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. A izonderlykc Noimncrs0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN,- Tan 18 regels 1.05. Iedere regel meer/0.l7f Grootere lottere naar plaaternimte. Voor bet Id casaeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend Op verschillende plaatsen te dezer stede i3 heden aangeplakt eene proclamatie van Keizer Karei V, die a. s. Dinsdag, 24 Juni, alhier zyn plechtigen en luisterrijken intocht zal houden. De afkondiging is gedrukt in Gotische letters, zwart en rood, waarboven het keizer- .ljjke wapen. De proclamatie luidt als volgt: Wy Borgemeisteren, Raitzvrunde ind Meysters van Senter Claisz Gilde van dezer Stadt van Nymegen, doen te weten van Roomsch Keyserlicker Majesteyts weghen, onsen alregenedichsten Hoeren, Alsoe onse alregenedichste Heeren die Keyserlicke Majesteyt vurschreven alhier geschickt hebben fouryren om te maicken die logysen voir Syner Keyserlicker Majesteyt, oick die Heeren van der Oirdenen unt andere groete Meisters ind die van synen Raide, officieren ind dieneren, Al3oe worden al onse borgeren als oick die huysluden in onsz scependomb gebaeden, dat eyn yegelicken den vurschreven fouryren behulpelick sy, Voirts sullen alle borgeren binnen dese Stadt van Nymegen oere huysen myt lan- ternen verlichten van aff vesperklock tot eilf oere, om dat dritte huyss einen lantern, Noch sullen die borgeren ind scutten in oer harnaseh sich opter aenkomste Keyser licker Majesteyt krygsgewyse vuegen myt die pypers unt die trommelslagers, Ind omme te thoenen 't goet herte unt die gonste die men draigende is tot syner Keyserlicker Majesteyt, soe sal men die strae- ten eieren ind eerlicke thoe maicken, stacket- tingen opslaen van eyn sparre hoighe unt daeran entlaDges laeckenen hanghen an beyde siden ind optie eynden van den sparren Meyeboemkes setten unt voir den laeckenen toxtsen stellen, Ind die huysen vercieren myt costelicke gewaeden, fluweelen ind syden tapytsen, was- kerszen unt vierspannen, Voirts sette men spoelluden op stellagien myt trompeten, myt groeten gelude tonende, Oick laete men den wyn vryelick loepen •uut die tonnen ind wie dair durst hefft, den scincke men uut gueder jonste, tot hy sacht lek bin sat, Ind die stadt sy vol vruechden in aider manieren, staende speelen unt batementen vol duechden, Dat daerom eyn yegelicken behulpelick sy, omme dieselver Majesteyt myt alle reverentie, staete unt ehre, soemen dat alderbequaemste sal moigen bedincken ind syner Majesteyt alderaengenaempste soude moigen wesen, inne te halen. Actum op Onsser Lieve Vrouwe Lichtmess. Voir den Raide HENRICK POEYN, A.D. CIqIqXLVI. Secretaries. Heden z(jn aan de universiteit alhier de hee ren Leo Van Pra3g, geb. te Amsterdam, be vorderd tot doctor in de rechtswetenschap, met academisch proefschrift, get.: „Debetee- kenis van „wettelijk voorschrift" in het wetboek van strafrecht," on J. M. Duthil, geb. te Rot terdam, tot doctor in de geneeskunde, met academisch proefschrift, get.„Over traumati sche neurosen". Aan dezelfde universiteit zijn met goed ge volg afgelegdhet voorbereidend examen in de godgeleerdheid door den heer A. De Koe; het candidaats-examen in de rechten door de heeren M. Zijnen de Gier, H. P. Marchant en C. A. De ia Parra; het tweede natuurkundig examen door den heer H. W. Blötehet can didaats-examen in de godgeleerdheid, eerste gedeelte, door den heer J. C. S. Locher; het doctoraal-examen in de godgeleerdheid door den heer J. D. De Lint van "Wijngaarden; het theoretisch-geneeskundig examen door den heer A. J. G. Van den Upwich. De heer P. Kleintjes, die gisteren promo veerde in de rechtswetenschap, deed dit cum laude. Naar aanleiding van een desbetreffend verzoek van dr. J. J. Neurdenburg, geven B. en Ws. den gemeenteraad in overweging aan adressant wegens vestiging in de gemeente met Juni, terugbetaling te verleenen van schoolgeld voor twee kinderen, leerlingen der Meisjesschool 1ste klasse, over de maanden April en Mei, tot een bedrag van f 5. Zjj deelen den Raad tevens mede dat op 12 October des vorigen jaars de St.-Nicolaas- brug is aangevaren door eene schuit van den schipper G. Van Par(js Jr., beurtschipper van Noordwijk op Leiden, waardoor eene schade is veroorzaakt, waarvan het herstel eene uit gave van f 26.25 heeft veroorzaakt. Vermits de belanghebbende schipper, door wiens knecht de aanvaring is veroorzaakt, na herhaalde aan maning in gebreke is gebleven de verschuldigde kosten te voldoen, terwjjl evenmin eene som matie by deurwaardorsexploit tot een gunstig resultaat heeft geleid, geven B. en Ws. den Raad nu in overweging te besluiten dat tegen voornoemden schipper G. Van Parjjs Jr. eeno rechtsvordering zal worden ingesteld tot be taling aan de gemeente van het verschuldigde. Het rechtskundig advies is dienaangaande ingewonnen. Aan den gemeenteraad deelen B. en Ws. mede dat de op prolongatie belegde gelden zjjn opgezegd en dat eerlang behoefte zal ontstaan aan kasgeld, zoodat daarin zoude moeten worden voorzien door de tijde lijke opneming van gelden. Vermits evenwel de begrooting voor 1890 bi) Raadsbesluit van 8 Mei jl. voor de ver bouwing van de Gehoorzaal in ontvangst en uitgaaf is verhoogd met f 152,550 in ont vangst van de Buitengewone ontvangsten en wel van Volgn. 51 Geldleening ter voor ziening in de kosten van buitengewone werken en te zijner tyd voor die verbouwing, waar van de gunning op 9 Juni jl. heeft plaats gehad, eenige geldon zullen moeten worden beschikbaar gesteld, terwijl daarvoor, blijkens de voordracht van B. en Ws. van 24 April jl., mede gerekend is op de nog ten name van de gemeente staande 3 pCt. inschrijving Grootboek ad f 34,300, komt het hun wen- scheiyk voor thans reeds tot verkoop van die inschrijving ovor te gaan. De kosteD, ver bonden aan het tijdelijk opnemen van gelden toch, bedragen meer dan de van de Inschrij ving te trekken rente en door den verkoop zal uit den aard der zaak minder kasgeld behoeven te worden opgenomen. Zi) geven mitsdien in overweging daartoe te besluiten, wordende tegelijkertijd een concept-besluit ter vaststelling aangeboden. Ingevolge art. 2 der Verordening, hou dende Reglement voor de Bank van Leening, wordt den Raad aangeboden eene in alpha- betische orde gestelde voordracht voor de benoeming van een commissaris van ge noemde instelling, ter vervulling van de va cature wegens de periodieke aftreding van mr. J. T. Buys op 1 Juli a. s., alsmr. J. T. Buys, mr. H. Van der Hoeven en mr. S. Le Poole. Na overleg met den voorzitter der com missie van fabricage, geven B. en Ws. in overweging aan G. Ramp, behoudens de toe stemming van het Bestuur van Rijnland, vergunning te verleenen om bjj zijne woning aan den Zyldyk, onder de gemeente War mond, eene buis door den dyk te maken tot aanvoer van water en daarbij eene grindbak te plaatsen, mits onder toezicht van den ge meente-architect, tegen vergoeding van de schade, aan den dijk toegebracht, en betaling van eene jaarlyksche recognitie van f 1.50 voor de buis en 1 voor de grindbak, als mede om tijdelijk, d. i. gedurende de werk zaamheden, een puntdam te plaatsen in de Zijl, tegen betaling van f 0.30 per week. Door B. en Ws. wordt den gemeenteraad een suppletoirs staat van begrooting ter vast stelling aangeboden, strekkende tot verhooging van eenige posten der begrooting, dienst 1889, waarvan gebleken is dat z(j niet voldoende zijn om de daaruit te vinden kosten te kunnen bestrijden. Bedoelde posten zijn de volgende: Schryf- loonen f 150. Reis- en verbiyfkosten f 330.15. [De kosten in zake het doen van eene dienstreis in Nederland en in het buifenland door den gemeente-architect en den directeur der Gas fabriek ter bestudeering van den bouw van feest- en concertzalen in verband met het opmaken van een definitief plan voor de op richting der nieuwe Gehoorzaal, hebben be dragen f 524.50. Eene verhooging van den post met 330.15 is alsnog noodig.j Kosten van licht- en brandstoffen f 151.32. Druk- en bindwerk f 319.60. [Het tekort op dezen post is een noodzakely'k gevolg van het vele drukwerk, dat steeds in uitgebreid heid toeneemt. Bovendien is in de voorwaarden van aanbesteding de bevoegdheid voorbehouden om enkele stukken ook door anderen dan den aannemer te doen drukken, o. a. de begrooting met memorie van toelichting en bybehoorende stukken, rekening enz. Vermits enkele dier stukkon in spoedeischende gevallen door een ander dan den aannemer zyn gedrukt gewor den, hebben uit den aard der zaak de uitgaven meer bedragen dan waarop gerekend was.] Kosten van onderhoud van het Raadhuis f 448.30. Kosten van onderhoud van het meubilair voor dat gebouw f 382.02. Kosten van de kiezerslysten enz. f 42.94. Kosten van abonnement op het Staatsblad f 38.746. Onder houd van wegen en voetpaden f 863.98. On derhoud van wandelplaatsen en plantsoenen f 73.29. Onderhoud van bruggen f 1802.455. [By de vernieuwing der Karnemelksbrug bleek dat onder water een der hoofden in een zeer ge- vaariyken toestand verkeerde, zoodat eene afdamming en vernieowing van paalfundeering en opgaandwerk noodig was. De kosten daar van hebben bedragen f 955. De vleugelher stelling van de Morschpoortbrug moest zich ROMAN VAN XAVDER DE IWOXTEPIM 157) „Zoo, zoo, mijn jongen; en hoe weet je dat alles zoo precies „Myn vader heeft het my vroeger meer malen verteld." „Nu, dat is ook zoo", zei Raymond, die meer belang begon te stellen in hetgeen de Bunsing vertelde. „Maar de dieven van het testament schy- nen dit geheim te kennen, want zy trachten alle medailles in handen te krygen en de erf- genamsn te vermoorden." Raymond sprong op. „Hoe weet je dat?" vroeg hy heftig. „Wel, mynheer, heeft u dan niet gelezen, wat er vanmorgen in de courant stond Twee erfgenamen van den graaf zyn reeds vermoord: Amedeus Duvernay tegelyk met zyn meisje, die de medaille by zich droeg, en René Labarre. My hoeft men ook willen ver moorden en myne medaille is gestolen." „Hoeft men je ook willen vermoorden?" vroeg Raymond verbaasd. „Zeker, ik zou u neg hetlitteeken op myn rug er van kunnen toonen." „Wanneer is dat gebeurd?" „Nu vier dagen geleden." „En waar?" „Op de Marne, naby Port-Créteil." „Hoe is het gebeurd?" „Kom, mijnheer, ik zal u de geheele zaak vertellen." De Bunsing vertelde nu, hetgeen onze lezers reeds weten. „Ik wist dat u de vader van een der erf genamen zyt", eindigde de Bunsing zyn verhaal, en daarom kwam ik u waarschu wen, dat de schurk zeker wol op uw zoon ook zal loeren; en u ook eens vragen, of ik aan de politie zou zeggen, wat my over komen is." „Dat heb je reeds gedaan, myn jongen; ik behoor tot de politie." „Dacht ik het niet?" mompelde de Bun sing in zichzelven. „Je zoudt je tot niemand beter hebben kunnen wenden, dan tot my. Je kunt my zelfs helpen." „Zoekt u de moordenaars?" „Ja, nu weet ik zeker, dat zy het alleen op de erfgenamen van den graaf De Thon- nerieux gemunt hebben. Eerst de medaille van Amedeus Duvernay, toen die van René Labarre, vier dagen geleden de uwe en gis teren Fabien De Chatelux. „Wat zegt u.is mynheer Fabien ook vermoord?" „Dat is nog niet bewezen, maar sinds gis teravond is hy verdweneD. Dus hebben zy reeds vier medailles; die van myn zoon en van een meisje, wier naam ik niet meer weet, blyven nog oveT." „Dat meisje heet Martha Berthier." „Ja, juist, zoo is haar naam, maar wel licht is ook zy reeds vermoorddan zou alleen myn zoon nog overblyven. Myn zoon, myn Paul, met myn bloed zal ik hem be schermen. En er moet spoedig een einde aan die gruwelen komen, de moordenaars zullen gevonden worden, al zou ik ze in den schoot der aarde gaan zoeken." Raymond was opgesprongen en liep in de grootste opgewondenheid in de kamor op en neder. Na eenige oogenblikken kwam hy weder tot kalmte en vroeg: „Hoe zag de kerel er uit, die je heeft aangevallen?" De Bunsing beschreef Pascal Saunier zoo nauwkeurig mogelyk, maar deze gegevens hadden geene waarde voor Raymond by de opsporing, daar de schelm, zooals men weet, zich vermomd had. De Bunsing stond op en wilde zich nu verwyderen. „Waar ga je thans heen?" vroeg Raymond Fromental. „Ik ga naar Créteil terug." „Myn zoon gaat vanavond er ook heen. Zou je my willen beloven, hem voortdurend te bewaken?' „Van ganscher harte, mynheer, want ik mag nw zoon heel graag lyden en het zou my razend spyten, wanneer hem een onge luk overkwam. Ik zal mynheer Paul in het oog houden en wel oppassen dat men hem niet aanrandt." „Dank je wel, goede jongen", zei Raymond en reikte Boulenois de hand. Op dit oogenblik werd er gebeld. Kort daarop werden twee heeren by Ray mond aangediend. „Laat do heeren binnen!" beval Raymond den portier. Het waren de twee geheime agenten, de heeren Vernier en Pradïer, die nu het ver trek binnenkwamen. Zy zagen Raymond eenigszins verbaasd aan, toen zy Boulenois ontdekten. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 1