N°. 9300.
Maandag 16 Juni.
Aa. 1890.
(Deze Dourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Kikeriki.
De Jïederlamlsch-Fransclie
qnaestie.
Feuilleton.
Het Roodc Testament.
Leiden, 14 Juni.
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por 3 maanden.1.10.
3?ranco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels 1.05. Iedoro regel meer 0.17J.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in-
casseerea buiten do stad wordt 0.10 berekend.
Aan de Abonné's daarop, wordt by dit
nommer verzonden No. 38 van Kikeriki.
Hoogst bedenkelijk was dezer dagen het
telegram, uit Demerary ontvangen, meldende
dat Frankryk den 3den Mei het Lawa-gebied
in bezit heeft genomen.
Dat is onze nieuwste quaestie. Eene kolo
niale en eene internationale quaostie en vol
strekt niet zonder-belang.
Welke is de zaak?
De Nederlandsche kolonie Suriname wordt
van Fransch-Guiana, in de wandeling naar
-de hoofdstad Cayenne genoemd en berucht
als ballingsoord, gescheiden door ds Marowyno.
De Marowyne is eeno groote rivier. Zy ont
springt in het Tumuc Humac-gebergte, dat
de zuidelyke grens tusscben Suriname en
Brazilië vormt on loopt van het zuiden naar
het noorden. Tot op 4 gr. 22 min. noorder
breedte en 54 gr. 27 min. lengte heet zy
.Lawa. Daar vereenigt zy zich met de Tapana-
honi en na dezon stroom te hebben opgeno
men, draagt zy den naam Marowyne. Dat i3
de Nederlandsche opvatting.
Nu hebben wy met het Fransche gouver
nement, of liever met de opeenvolgende Fran
sche gouvernementen, want het is eene
stokoude zaak eene quaestie over deze grens.
Van Fransche zyde wordt beweerd dat niet
de Lawa, maar de Tapanahoni eigeniyk de
grensrivier moet zyn eone opvatting, die
ons grondgebied aanmerkelyk verkleint.
Voor dertig jaren nu, in 1801, werd eene
Nederlandsch-Franscbo commissie benoemd
om de vraag te beslissen, of de Tapanahoni
dan wel de Lawa als de hoofdstroom der
Marowyne moest worden beschouwd. De com
missie kwam tot eene voor Nederland gunstige
conclusie.
Hot was haar gebleken, dat de Lawa in
een gegeven tyd veel meer water afvoerde
dan de Tapanahoni. De verhouding was als
l3/, tot 1. Dus was do Lawa de hoofdstroom.
Het scheen uitgemaakt, dat zij in 't zuiden
de grens moest vormen. Wy wonnen by de
beslissing een vry aanzieniyk gebied en een
aantal zielen zielen van Araucan- en Bon-
ninegers.
Maar Frankryk was niet voorgoed over
tuigd en toen het bericht kwam, dat aan de
SOMAN VAN
I.4VIEH DE 1HOXTEPIX.
140)
Toen Angèle alles doorzocht had, besloot
zy de papieren van Martha eens door te
snuffelen; wellicht dat zy hieruit het een of
ander zou vernemen, dat op de medaille be
trekking had.
Na eenige papieren, wier inhoud vóórhaar
niet het minste belang had, te hebben door
gelezen, vond Angèle een strookje papier,
dat een regu van de bank van leening
bleek te zyn.
Angèle las op dit strookje:
„Eene medaille van zuiver goud, wegende
vyf en veertig gram, drie en tachtig centi
gram, waarop een datum, volgnommer en
woorden gegraveerd zyn."
„Dat is juist wat ik zoek!" riep Angèle
verheugd uit; zy heeft hare medaille „by
tante" gebracht. Jacques en Pascal kunnen
tevreden zyn, zy behoeven de medaille nu
slechte van Joigny te gaan halen.
Zy stak het re?u by zich, borg de ov6ijge
papieren weer in het kistj9, dat zy daarna
Lawa goud wa3 ontdekt, herrees de quaestie
en in verscherpten vorm. Het is de vloek van
het goud, dat het conflicten doet ontstaan en
de bestaande verergert.
Voor twee jaren nu kwam men tot een.-
overleg. Den 29sten November '88 werd tus-
schen de regeeringen van Nederland en Frank
ryk eene overeenkomst gesloten, bepalende
dat het geschil over de grens tusschen Suri
name en Fransch-Guiana, bezielden desamen-
vloeiing van de Lawa en de Tapanahoni zou
worden onderworpen aan de uitspraak van
een scheidsrechter. Na goedgekeurd te zyn
door de parlementen van beide landen, werd
deze overeenkomst don 20sten Juli 1889 te
Parys geratificeerd.
Inmiddels waren maatregelen genomen om
hot b9twiste gebied als zoodanig, als onzydig
gebied te doen beschouwen, en strooporyen
van goudzoekers tegen te gaan. Vertegen
woordigers van beide regeeringen vertrokken
naar Albina, do hoofdpost in deze streek, en
op hun advies besloot men om op drie punten
Nederlandsche en Fransche posten uit te zet
ten, ten einde goede wacht Ie houden. Inde
Fransche zoowel als in de Nederlandsche
kolonie werd het verbod afgekondigd om goud
te zoeken. Van Nederlandsche zijde vreesde
men blykbaar geen ernstig gevaar van deze
„bedreigde grens". De „bezetting ter bewa
king van het betwiste grondgebied tusschen
de Lawa en de Tapanahony", om den offi-
ciëelon term te gebruiken, bestond uit twee
sergeanten, tien infanteristen en zes mare
chaussees.
Men wachtte de beslissing van den scheids
rechter. Door de bladen werd, bywyze van
gerucht, gemeld dat de keizer van Rusland
het scheidsrechterschap had aanvaard.
Het bleek echter dat deze arbiter, wie dan
ook, niet geneigd was de toch vry duidelyke
vraag of de Lawa dan wel de Tapanahony
de grensrivier moest zyn, te beslissen. Hij
verlangde, geiyk de minister Mackay in ant
woord op eone interpellatie van den heer
Veegen3 meedeelde, meer vryheid. Hy kwam
met den, welbeschouwd eenigszins zonderlin
gen eisch, dat, ingeval het hem niet mogeiyk
mocht zyn eene der beide rivieren als grens
aan te wyzen, hy de bevoegdheid moest heb
ben om eene grens te trekken op het betwiste
gebied. Dat noemt men het verschil doelen.
Had de Nederlandsche regeering aan dien
eisch moeten toegeven? Zy deed hot in elk
geval en ontwierp met de Fransche eene
nadere „verklaring" in dien geest. Sommigen
meenen dat door verwerping van het nadere
——BH
weer op zyne plaats zette en verliet de kamer
van hare vriendin.
Toen ging zy naar hare eigen kamer,
verheugd met hare vondst.
Een half uur daarna diende de kamer
dienaar aan:
„Mynheer de graaf De Chatelux."
Omtrent Fabien had Angèle van Jacques
hare orders gekregen. Zy gaf bevel den graaf
op hare kamer te laten.
„Ha, waarde graaf, u komt alsof u ge
roepen waart", zeide Angèle, terwyizy Fabien
do hand toestak, welke hy galant aan zu'ne
lippen bracht.
„Heeft u my iets gewichtigs te zeggen,
lieve mevrouw?"
„Ja, iets gewichtigs."
„Betreft het Martha?"
„Ja, u beiden t"
„Spreek toch, mevrouw 1"
„De dokter gaat morgen uit de stad, hy is
voor een gewichtig consult geroepen en komt
eerst overmorgen terug."
„Dus dan kan ik morgen, als mejuffrouw
Martha alleen hier is.
„Morgen moet u hier niet komen", viel
Angèle hom in de' rede.
„Wil mejuffrouw Martha my dan niet ont
vangen
voorstel men alleen zal bewerken dat het ge
schil blijft bestaan en dat weldra tal van
moeilykheden zullen ryzen, als Franschen op
het betwiste gebied goud gaan zoeken of het
bezitten, hetgeen volgens de laatste berichten
reeds zou zyn gebeurd.
Immers werd reeds voor een paar weken
In de „Surinaamscbe Volksbode" een bericht
opgenomen, waaruit zou blyken dat de Fran
sche regeering, zonder de uitspraak van den
scheidsrechter af te wachten, concessies zou
hebben verleend tot het ontginnen van goud
velden tusschen de Lawa en de Tapanahoni.
Het bericht van het „Vad." voegt daarby
dat het betwiste gebied in beslag genomen
is door de republiek. Zy zou dus eenvoudig
gebruik gemaakt hebben van het recht van
den sterkste. Maar dat is eeno ernstige be
schuldiging. Yoorloopig ons by de korte uit
eenzetting der zaak bepalende, wachten wy
nadere berichten af.
De nadere „verklaring" opent de mogelyk-
heid om zonder groot bezwaar een einde te
maken aan den bedenkelyken toestand, die
nu eenmaal bestaat en waarvoor het kinder
achtig ware de oogen te sluiten. Zy stelt
vast dat de scheidsrechter allereerst
zal hebben te oordeelen over den boven
loop der Marowyne als grens, over de vraag
dus of do Lawa dan wel de Tapanahoni als
zoodanig is te beschouwen.
Door deze regeling wordt onze toestand
verbeterd. De tekst van het goedgekeurde
tractaat laat den scheidsrechter geheel vry
wat ook onze Regeering moge bedoeld of ver
klaard hebbende nadere verklaring verplicht
hem eerst datgene te onderzoeken, wat
onze Regeering voor het eenig juiste houdt.
Wanneer nu onze rechten zóó onbetwist
baar vaststaan als onze regeering steeds
heeft aangenomen en uit een overzicht van
mr. Telting in de „N. R. Ct." nog nader
biykt, dan behoeven wy ook niet bevreesd
te zyn dat de scheidsrechter anders zal be
slissen. Men kan dan zeggenwy zyn zóó
zeker van ons recht, dat wy de byvoeging,
dat de scheidsrechter zelfstandig eene grens
zal mogen bepalen, niet duchten; want het
zal zoo ver niet komen.
Ware van den aanvang af ook de
mogelykheid van verdeeling in het tractaat
opgenomen, dan zouden wy, zegt hot „Hbl.",
biyk van twyfel en zwakheid hebben gegeven.
Na al wat is voorgevallen en natuuriyk ook
aan den scheidsrechter bekend is, zal de in
druk geheel anders zyn.
Niet dus uit zwakheid en met wegwerping
van 's lands waardigheid, zooals de heer Tel
ting te recht afkeurt, zouden wy aanneming
van het aanhangig voorstel wenscheiyk ach
ten, doch juist in het bewustzyn van ons
goed recht, nu ten slotte op den voor
grond wordt geplaatst, wat wy als grondslag
van »ns onbetwistbaar recht beschouwende
Lawa en de Marowyne zyn één.
Ook de „Figaro" wydt een artikel aan de
Lawa quaestie, naar aanleiding van het bericht,
dat de Franschen bezit hebben genomen van
het betwiste gebied, voordat nog de czaar,
die tot scheidsrechter is benoemd, eene uit
spraak heeft gedaan. Na eerst een overzicht
te hebben gegeven van de onderhandelingen,
over het betwiste gebied tusschen Frankryk
en Nederland gevoerd, komt het Fransche
blad eveneons tot de slotsom, dat Frankryk
wederrechtelyk zou handelen, indien het, zon
der de uitspraak van den scheidsrechter af to
wachten, bezit ging nemen van het gebied,
waarop het aanspraak maakt.
„De Engelschen voegt de schryver er
boosaardig by zouden zoo iets kunnen
doen, maar de Fransclion zyn nog te weinig
bedreven in de koloniale politiek, om tot der-
gelyke middelen hunne toevlucht te nemen."
Ten opzichte van de maatregelen, welke
do Fransche autoriteiten te Guiar.a hebben
genomen, wordt nader uit Parys geseind
„Het bericht, dat Frankryk zich in het
bezit heeft gesteld van het betwiste gebied
aan de oevers van de Lawa, wordt officieel
gelogenstraft. De Fransche regeering heeft
er zich toe bopaald aan hen, die de goud
volden voor hunne eigen verantwoording exploi-
teeren, de voorloopige oigendomsbewyzen te
verleenen, totdat het voorstel betreffende de
voorwaarden, waarop de scheidsrechterlyke
beslissing zal geschieden, en waarvan spoedige
afdoening beloofd is, door de Nederlandsche
Kamer is goedgekeurd".
Door Z. M. den Koning is afwijzend be
schikt op het adres van den Raad der ge
meente Ryswyk (Zuid-Holland) waarby vry-
stelling werd gevraagd der verplichting tot
het heffen van schoolgeld, op grond: dat
sedert menschenheugenis in die gemeente
geen schoolgeld is geheven; dat men vreest
dat schoolverzuim hot gevolg dier heffing
zal zyn, dat in Ryswyk geene byzor.dere
scholen bestaan; dat de heffing meerendeels
zal drukken op die ingezetenen, die niet
i IgWJ'J.e
„Ozeker, alleen de omstandigheden be
letten hel haar."
„Is zy dan ziek?"
„OI die verliefden!" riep Angèle; zy zien
altijd ongelukken. Ik zou toch zoo verheugd
niet zyn, als myne vriendin ziek was?NeeD,
zy is volmaakt gezond."
„Waarom kan zy my dan niet ontvangen?
„Omdat zy morgen vertrekt."
„Vertrekt? Waarheen?"
„Morgenochtend gaat zy voor een paar
dagen naar eene villa, welke de dokter in de
omstreken van Parys bezit. Daar zal zij u
morgenavond ontvangen."
OI welk een geluk."
„Ik heb haar gezegd, dat u haar liefheeft
en toen gaf zy mij dit voor u."
By deze woorden overhandigde zy Fabien
eene photographie van Martha, welke hy ver
rukt aan de lippen drukte.
„Het is of ik droom."
„Toch is het werkelykheid."
„Wanneer zal Martha my ontvangen?"
„Morgenavond. Ik zal u zelve by haar
brengen."
„Goed, en hoe laat mag ik u hier komen
afhalen?"
„Neen, niet hier! U begrypt dat de dokter
er niets van mag te weten komen en wanneer
u hier kwam, zouden de bedienden u zien
en er allicht iets van vertellen."
„Ja, dat is waarl"
„Kom dan om tien uren in de rue Alexan
dre Dumasdaar zal ik in een rytuig wach
ten op den hoek van die straat en de rue
de Charonne."
„Waar brengt u my dan heen?"
„Wel, naar Martha!"
„Maar waar is Martha dan?"
„Dat zal u wel zien als u er is."
Mag ik het vooruit niet weten?"
„Is u zoo nieuwsgierig of vertrouwt u my
soms niet?"
„O zeker, vertrouw ik ui Hoeveel aan
spraak heeft u niet op myne dankbaarheid,
mevrouwik zal morgen op tyd op het afge
sproken punt zyn; dan ayt gy er ook, niet
waar mevrouw?"
„Zeker
Er hield een rytuig voor de deur stil.
Angèle keek door het venster.
„Daar komt de dokter van een wandelrit
met Martha terug."
„O! laat my haar toch even zien!" riep
Fabien uit.
„Voorzichtig dan, dat de dokter u niet
bemerkt."
Fabien ging naar het venster en achter de