DAGBLAD. N°. 9300. Maandas; ÏO «Juni. A*. 1890. (Courant wordt dagdijks, met uitzondering van cZon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 14 Juni. Feuilleton. Het Roode Testament. FBUB DEZER COURANT: Toor loeiden per 3 maanden1.10. Franco per poet1.40. Afzonderlijke Nommers.0.05. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 1—6 regels 1.05. Iedore regel moer/0.174 Grootere lettere naar plaatsruimte. Yoor het la cae8eeren buiten de stad wordt 0.10 berekend Het was zeker eene goede gedachte van den ondernemer van het Panorama op het Steenschuur alhier, om, nu de passiespelen te Oberammergau in Tollen gang z(jn, daar van eveneens eene reeks afbeeldingen ter bezichtiging te stellen. Naar men weet, beteekent het woord passie lijden (van Christus)duidt het ook den tijd aan, waarin over de lijdensgeschiedenis ge preekt wordt, en zijn de passiespelen gees telijke drama's, welke in de middeleeuwen op vele plaatsen op Goeden Vrijdag werden opgevoerd. Zjj droegen ook wel den naam van „mysterie-spelen", doch geraakten vooral na de Hervorming in onbruik. Die nog bleven bestaan, kwamen wegens hunne eenvoudig heid en ruwheid zoozeer ten achteren bij de vooruitschrijdende beschaving, dat zij meer en meer verdwenen. Ten tijde van Karei Theodoor en Max Joseph I werden de passiespelen in Beieren verboden; doch men maakte eene uitzonde ring met Oberammergau, en de passiespelen aldaar hebben in de laatste jaren veler aan dacht tot zich getrokken. De gemeente had in 1633 bij eene heerschende ziekte de gelofte gedaan, dat zij bij het wijken van dien geesel het lijden en sterven des Verlossers drama tisch zou voorstellen. Dit geschiedde, en koning Max veroorloofde het, dat men daar mede zou voortgaan na eene omwerking van den tekst. Die omwerking kwam tot stand door Oth- mar Weisz, een voormalig Benedictijner monnik en in 1843 als pastoor te Jesenwang overleden, terwijl de onderwijzer van Ober ammergau, Rochus Dodler genaamd, de mu ziek voor den nieuwen tekst componeerde. Het geheel, aan de Evangelische verhalen ontleend, maakt een diepen indruk. Meer en meer verschenen er toeschouwers uit alle oorden van Europa, zoodat ook de beste krachten aan de uitvoering werden besteed. Intusschen lieten zich de dorpsbe woners het werk niet uit de handen nemen. De uitvoering is toevertrouwd aan eene com missie, en deze verdeelt de rollen, van welke sommige erfljjk zjjn in bepaalde geslachten. Het tooneel is zeer ruim; het is opgesla gen op eene weide, en de grazige heuvels van den omtrek dienen er tot zitplaats voor de toeschouwers, wier aantal wel eens 6000 bedraagt. De passiespolen te Oberammergait worden om de 10 jaren gevierd. In 1870 was men er pas mede begonnen, toen de Duitsch-Fransche oorlog uitbarstte, en eerst in het volgende jaar kon men ze voortzetten. Dit geschiedt in den daartoe bestemden zomer op iederen Zondag, en elke voorstelling duurt 9 uren. Na afloop van alle voorstellingen ontvangen de voorstellers eens billijke schadeloosstelling, en wat er voorts van de inkomsten overschiet, wordt ten nutte der gemeente aangewend. Het dorp Oberammergau ontleent zjjn naam aan den Ammer, eene rivier in Beieren, welke zich ontlast in den Isar, na het Ammermeer en het Ammerdal in de Ammergau doorstroomd te hebben. In dat dal ligt het om zjjne passie spelen bekende dorp. Het is dus natuurlijk dat ook in de nieuwe serie, welke morgen in het Panorama geopend wordt, wederom, evenals eene vorige maal, merkwaardige gezichten van Beieren zelf, nu van München en omstreken, zullen te aan schouwen worden gegeven De afdeoling Leiden en Omstreken der Nederlandsche Maatschappij v°ot Tuinbouw en Plantkunde heeft tot candidaten voor het hoofdbestuur gekozen do heeren W. A. Viruly Verbrugge, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, te Botterdam, als voorzitter, dr. H. Boursse Wils alhier, J. D. Speet, wet houder der gemeente Leiderdorp, en H. Groene- wegen, lid der firma Groenewegen Co., te Amsterdam, als leden. Gedurende de tweede helft der maand Mei zijn aan het postkantoor alhier bezorgd do volgende brieven, welke, wegens onbekend heid der geadresseerden, niet besteld konden worden. Rakkaart, Alkmaar; G. E. Dücker, ArnhemH. G. M. Knaapen, Bredamevr. Dee, Dordrecht; wed. Joha, Celina Bourdier, H. De Koster, 's-Gravenhage; M. Cleuters, Maastricht; H. Hoogendoorn, Rijswijk; D. Helder, RotterdamJ. Yan den Broeken, Rozendaal; P. P. L. Verner, De Wringen, Utrecht; Briefkaarten: J. Schaap, Bent- huijzen; G. T. H. Walther, 's-Gravenhage; A. Verhagen, Haarlem; Ouderkerk, Nieuwer- kerk, L. Yan Houten, niet vermeld. Brieven, verzonden geweest naar Duitseb- land: wed. Krieger, Brandenburg; naar Indiu: A. P. Van Deinse, Bandjermassin naar Italië: L. Arduin, Turin. De dirigeerendo officier van gezondheid l8te kl. bij de zeemacht B. H. Thomson, uit Oost-Indio in Nederland teruggekeerd, is op non-acliviteit gesteld. Door Z. M. is benoemd bij het personeel van den geneeskundigen dienst der landmacht, tot off. van gez. der 1ste kl. de off. van gez. ROHAN VAN 1ATIER DE JIOSTÉPIS. 152) „Ik zal blijven volhouden, dat deze courant liegt, tenzij nion het tegendeel kan be wijzen." „Maar mjjn zoon is toch verdwenen." „Sedert wanneer?" „Sedert gisteravond. Hij is om halfacht naar den schouwburg gegaan en nog niet teruggekeerd." „En gelooft u daarom, dat uw zoon ver moord is? Waarschijnlijk heeft by den nacht bjj zijne vrienden doorgebracht." „Mijn zoon is nog nooit een nacht buiten mijn huis geweest, zonder dat ik er van wist, maar gesteld, dat zulks vannacht het geval geweest ware, dan zou hjj toch van morgen teruggekeerd zijn. Ik heb aan den schouwburg doen informeeren, maar men verzekerde dat mijn zoon reeds vóór het einde van de voorstelling was heengegaan. Toen las ik toevallig deze courant en het geen daarin vermeld staat heeft mij hl doo- delijkien angst gebracht." „Inderdaad, mevrouw, uw vermoeden is gerechtvaardigd, maar hecht aan dit blad niet te veel geloof." „Gelooft u dan dat u dit bericht kan logen straffen?" „Ik geloof ten minste dat de feiten zeer overdreven zijn." „O, Excellentie, ik bezweer u, in naam van mijn zoon, dien ik op dit oogenblik als een dootle beween, onderzoek toch in hoeverre dit blad waarheid schrijft." „Dat is mijn plicht, mevrouw, en dien wil ik tot in de kleinste bijzonderheden ver vullen. Als deze courant waarheid gesproken heeft, dan zal ik de ambtenaren gestreng straffer., die hun plicht hebben verzaaktheeft zjj daarentegen gelogen, dan zal er onmiddel lijk eene vervolging tegen hare redactie wor den ingesteld. De pers is vrjj om alles te ver melden, maar niet om personen te belasteren." Do minister belde, waarop de deurwaarder verscheen. „Laat onmiddellijk mijn rijtuig voorkomen 1" beval de minister. „Wees zoo goed mij naar de prefectuur van politie te vergezellen, mevrouw de gravin. Wij zullen spoedig weten, in hoeverre de geruchten, welke u zoo verontrust hebben, waarheid bevatten." der 2de kl. dr. H. Zeehuisen, van dat personeel. Aanstaanden Zondag, des namiddags te twee uren, zal voor de Hervormde gemeente te Warmond optreden ds. Ruisch, predikant te Oegstgeest. Ds. P. N. Gijsman, pred. te Zoeterwoude, heeft voor de benoeming tot directeur van het op te richten „Te Huis" voor aanstaande predikanten te Amersfoort bedankt. --Volgens de „N. Br. Crt." zal er te Breda geene kazerne voor de marechaussee worden gebouwd. De heer H. Vleeschhouwer, student in de theologie aan het Israël, seminarium te Am sterdam, werd door den operrabyn uit Fries land, ad interim voor Overijsel, dr. Wagenaar te Leeuwarden, heden voor eene stampvolle kerk plechtig als leeraar der Israël. Gem. te Deventer geïnstalleerd. Wij moeten afscheid gaan nemen van een groot aantal onzer vrienden, die gedurende zoovele jaren onzen administratieven arbeid hebben verlicht, die, wegens de accuratesse en de welwillendheid, waarmede z(j over het algemeen hun werk verrichtten, het ons zoo aangenaam maakten, met hen te handelen. Het zijn de heeren postdirecteuren, die, hoewel niet officieel, toch feitelijk z(jn afgetreden als onze agenten door geheel Nederland. De Staat is tus8Chonbeide getreden, zoodat de post kantoren nu niet meer de enkele procenten zeiven mogen behouden, die het beheer der dagbladen afwierp. Wel zijn de ambtenaren finantiëel schadeloos gesteld, doch de vriend schapsband is gebrokende handel in dag bladen aan de postkantoren is geknakt, door de enkele bepaling, dat het abonnementsgeld vooruit moet worden betaald, dat op bijzonder verlangen de ambtenaren zich met de bezor ging van bladen moeten belasten. Wie zal zich gaarne een brevet van onsoli- diteit zien uitgereikt, doordat het geld voor uit moet worden betaald? Wie gaat iedere drie maanden het post kantoor uitnoodigon zjjn blad te blijven zenden? Hoe spoedig zullen de heeren postambte naren niet inzien, dat zjj met het verzoek: „Och, mijnheer, schrijf u den postwissel maar zelf' veel moeite en administratieve werk zaamheden uitsparen en zoo zal allengs de connectie, die jaren lang voor beiden zulke voordeelen afwierp, gegrond op soliditeit en accurate bediening, weldra geheel afsterven. Waar andere landen het bewijs leveren, dat een innig verband tusschen de post en de dag bladen in het algemeen belang is, daar is Nederland weder op den weg der reactie, Een oogenblik later kwam de deurwaarder weder terug. „Het rijtuig van Zjjne Excellentie is voor", zeide hij. De minister bood der gravin z(jn arm aan, voerde haar naar het rjjtuig en hielp haar bjj het instappen. „Naar de prefectuur van politie", beval hjj den koetsier. Het rijtuig reed pijlsnel voort. XLIX. Raymond Fromental had het bureel van de prefectuur nog niet verlaten, toen de brief van het ministerie gebracht werd, waarbij hem volkomen vrijheid werd geschonken. De prefect verbleekte, toen hij den brief doorlas. „Vrij", mompelde de prefect, „geheel vrjj; hij kan den dienst dor politie terstond ver laten, en dat juist nu. Men ontneemt mij mijn besten beambte op het oogenblik, dat hij dringend noodig is." Raymond zag wel aan het gelaat van den prefect dat het geene aangename tijding was, welke hem gebracht werd. „Yraagt de minister van justitie u reeds om opheldering, mijnheer de prefect?" vroeg bjj na een oogenblik. wellicht zonder het te willen, dan toch door onhandigheid der hoogere administratie. Een enkel woord van dank voor de bewe zen diensten aan heeren postdirecteuren moest ons toch uit de pen. Tot weerziensWellicht reiken wjj elkaar later nog eens de hand. De gezant van Frankrijk, de heer Le Grand, is heden naar Parijs vertrokken en wordt tegen het einde van de volgende week in de residentie terugverwacht. De leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, die tot het college van com missarissen behooren van de Spoorwegmaat schappijen, welke betrokken zijn b(j de thans in behandeling zijnde wetsvoordracht betref fende de spoorwegovereenkomsten, wonen de zittingen der Kamer niet by. (D. v. Het stoomschip „Amsterdam" arriveerde 13 Juni te Nieuw-York; de „Borneo" arri veerde 13 Juni van West-Indië te Nieuw-York de „Zeeland," van Batavia naar Rotterdam, is 13 Juni Gibraltar gepasseerd; de „Gelder land," van Java naar Rotterdam, vertrok 13 Juni van Port-Said; de „Utrecht" arriveerde 13 Juni van Rotterdam te Bataviade „Celebes" arriveerde 14 Juni van Amsterdam te Bata via; de „Prins Alexander," van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 13 Juni te Suez. Z. M. heeft benoemd: tot lid en voor zitter der commissie, die gedurende één jaar, met ingang van 1 Augustus 1890, belast zal zjjn met het afnemen van de wis en letter kundige examens, vermeld in art. 2 van Zr. Ms. besluit van 1'2 Febr. 1879 (Stbl. No. 35), dr. H. Van de Stadt, directeur der H. B.-School met 5-jarigen cursus te Arnhem; tot lid en sscretaris W. Van Roekei, leeraar aan de ambachtsschool te Arnhemtot ledendr. G. J. Michaëlis, leeraar aan de H. B.School met 5-jarigen cursus te Arnhem; dr. H. P. J. Stenfert Kroese, leeraar aan het gymn. te ArnhemM. Leopold, directeur der kweeksch. voor onderwijzeressen te Arnhem; E. E. B. Lacomblé, leeraar aan de H. B. School met 5-jarigen cursus te Arnhem; M. Van West- rienen, leeraar aan het gymn. en de H. B. School met 5-jarigen cursus te Arnhem; tot plaatsvervangende ledenJ. Van Dam, leeraar aan de Rijkslandbouwschool te Wageningen dr. J. Th. Cattie, leeraar aan de H. B.-School met 5-jarigen cursus te Arnhem; A. L. De Leeuw, hoofd eener bijz. school voor uitge breid lager onderwijs te ArnhemG. Velder- man, leeraar aan de H. B.-School met 5 jarigen cursus te Arnhem F. L. Faisely en Ch. Altena, leeraren aan het gymnasium en de H. B. School met 5-jarigen cursus te Nijmegen. „Neen, Raymond, de minister schijnt nog onbekend met dat couranten-artikel te zijn." „Het is toch zeker geene aangename tijding, welke u hebt gelezen." „Neen, het is zelfs eene noodlottige tijding, althans voor mjj. Lees zelf, Raymond, het betreft u." Raymond verslond den inhoud van den brief met zijne oogen. „Vrij!" juichte hij, „ik ben vrij; thans kan ik mij geheel aan mijn zoon wijden. Ik zal hem niet meer behoeven te verlatenein delijk is de wenach vervuld, dien ik zoovele jaren heb gekoesterd. O, mijnheer de prefect, aan u ben ik dit geluk verschuldigd, heb dank daarvoor!" „Gevoel je werkelijk dankbaarheid jegens mij, Raymond?" vroeg de prefect. „Zeker, mijnheer, hoe kunt u daaraan nog twijfelen?" „En zult ge van je genade gebruik maken en den dienst verlaten?" „Ja, mijnheer, voortaan leef ik alleen voor mijn zoon; mjjn levensdoel zal z(jn hem ge lukkig te maken." „En verlaat je mij juist nu ik zooveel be hoefte aan je heb?" (IFordf t'ervolqó.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 5