N°. 9295.
lO Jrnii.
A0. 1890.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 9 JunL
r^enilleton.
Het Roode Testament.
PRIJS DEZER COURANT:
▼oor Leiden per 8 maanden1.10.
Franco per post9 1.40.
Afzonderlijke Nommors0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Yan 1—6 regele 1.05. Iedere regel meer 0.17|.
Grootere letters naar plaatsruimte. Yoor het tn
ca88eeren buiten de stad wordt 0.10 berekend-
Officieel© Hennisgeyingen.
Burgemeester en Wethouders van Leideü,
Gezien het adres van W. D. SCHENKEVELD, hou
dende verzoek om vergunning tot oprichting van eone
slachtplaats in het perceel Oude Singel 138.
Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875
(Staatsblad No. 95);
Geven bij deze kennis aan het publiek dat ge
noemd verzoek, met do bijlagen, op de Secretarie
dezer gemeoüto ter visie gelegd is; alsmede dat op
Maandag den 23sten Juni aanet., 's voormiddags te elf
uren, op het Raadhuis gelegenheid zal worden go-
geven om bezwaren togen dat verzoek in te brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
9 Juni 1890. E. KIST, Secretaris.
Aan de universiteit alhier is het candidaats-
examen in de godgeleerdheid, eerste gedeelte,
afgelegd door den heer H. Schuttevaer.
Heden had ten Raadhuize dezer gemeente
de openbare aanbesteding plaats van de navol
gende werkzaamheden
lo. het afbreken van de overblijfselen der
oude Gehoorzaal, het aangrenzend woonhuis
aan de Breestraat, het voormalig telegraaf
kantoor, het ykkantooy en de woning van den
koster met consistoriekamer der Waalsche
gemeente.
2o. het bouwen van eene Stads-Gehoorzaal.
3o. het inrichten van eene kosterswoning
en consistoriekamer ter plaatse van de be
staande Bibliothéque Wallon.
Hiervoor waren ingekomen 23 inschry vings-
biljetten, bedragende: f152,700, 149,941,
ƒ149,750, ƒ149,500, ƒ148,995, ƒ147,248,
ƒ146,700, ƒ144,444, ƒ143,000, ƒ140,800,
ƒ140,000, ƒ139,990, ƒ139,380, 138,900,
ƒ136,700, ƒ133,000, ƒ131,600, 129,540,
127,212, ƒ127,000, ƒ125,854, ƒ117,000 en
ƒ115,910.
Burgemeester en Wethouders hebben be
sloten voor laatstgenoemde som het werk
toe te wjjzen aan de heeren Van der Kamp
en S. Van Leeuwen, beiden aannemers,
wonende te dezer stede.
De bovenbedoelde- 23 ïnschryvingsbiljetten
waren respectievelijk van de volgende heeren
H. Schouten, G. Woud, B. Van Buren, D.
Oosterink, A. Paans, de firma Meijer en Van
de Koolwijk, E. H. Helle en K. J. B. Van
Damme, allen te Amsterdam; A. C. Paarde-
kooper, te 's-HageH. D. F. Meijer, te Leiden
N. Peiquin, te Berkel; C. Alkemade Sr. en
W. Van Schaik, te Noordwyk-binnenB.
T. Huurman, te 's-Hage; W. P. Teeuwissen,
te 's-Hage; J. Sleuters, te Haarlem; D. A.
Braakenburg, te Haarlem; G. P. J. Beccari,
te Haarlem; C. Eysvogel, te Aarlanderveen
W. A. G. Jansen, te Utrecht; L. De Rooy,
te Tilburg; C. Van Straten, te Utreqhtgebr.
Christiaanse en Zekveld, te Leiden; I. Van
der Kamp en S. Van Leeuwen, te Leiden.
Heden ontvingen we per Fransche mail
de Bataviasche bladen van 7-10 Mei, als
mede de „Dell-Crt." van 7 en 10 Mei.
De Nederlandsche mail met berichten uit
Indiè, wordt morgen alhier verwacht.
Bi) de heden gehouden openbare verkoo-
ping van cokes, in partijen van 50, 10 en 5
hectoliters, waren de prijzen: 27.50, 5.70
en 2.85.
Mr. R. H. J. Gallandat Huet te Haarlem
maakt in de Haarlemsche bladen bekend dat
hy vanwege den commissaris des Konings
nu een afschrift heeft ontvangen van 's minis
ters beschikking op z(jn adres aan den Koning.
Te Amsterdam is op 67-jarigen leeftijd
overleden de hoer S. Altman, sinds een tien
tal jaren hoogleeraar aan de r(jks academie
van beeldende kunsten aldaar.
Om te trachten tot lotsverbetering te
komen, is voor eenige. dagen te Utrecht eene
vergadering gehouden van Staatsspoorweg
ambtenaren.
Men besloot den directeur-generaal der maat
schappij te verzoeken, de winst voortaan vol
gens een anderen maatstaf te verdoelen.
Men achtte het raadzaam, te trachten de
noodige verbeteringen langs dezen, en niet
langs den weg van werkstaking te verkrijgen.
By koninklijk besluit van 6 dezer is
jhr. mr. J. Van Doorn, procureur-generaal in
de kolonie Suriname, op zijn verzoek, eervol
uit die betrekking ontslagen, en tot procureur-
generaal in gemelde kolonie benoemd mr. J.
Kalff, lid van het hof van justitie aldaar, uit
welke laatstgenoemde betrekking hem ty ge
meld besluit tevens eervol ontslag is verleend.
Onze Leldsckc tentoonstelling.
Art. 2. Men zal by de bezigtiging die orde
en rigting moeten volgen, welke aldaar zullen
worden aangewezen, en, ten einde alle ver
warring voor te komen, zal het niet geoor
loofd zyn, tot een vertrek terug te keeren,
dat men eenmaal verlaten heeft.
Art. 4. Het rooken van tabak of cigaren
is volstrekt verboden, als ook het binnenvoe
ren van honden.
Beide artikelen zyn ontleend aan het
„Reglement van Orde" eener „Tentoonstelling
van Schilder- en andere Kunstwerken", nu
ruim veertig jaren geleden te Leiden gehouden.
Twee kunst-tentoonstellingen in veertig
jaren waarlyk, de voorzitter der commissie
van voorbereiding, de heer T. P. Viruly, wees
niet zonder reden op de weinige belangstel
ling in de beeldende kanst in onze goede
stad. Zelfs valt te betwyfelon ondanks de
vorstelyke schenking van den heer D. Harte-
velt of Leiden, naar den uitgesproken wensch,
nog menigmaal de bakermat van mannen als
Rembrandt zal zy». Zoo groote mannen zyn
overal zeldzaammaar ook minder groote
komen niet kant en klaar uit de lucht vallen
zy gelyken ook niet op het gras, dat zelfs
tusschen onze straatsteenen opschiet. De
kunstenaar heeft vooral behoefte aan een
sympathieken bodem.
In veertig jaren is er heel wat veranderd.
Zoo weinig iemand er thans aan zal denken
in de Kunstzaal eene pup op te steken of een
hond binnen te voeren, zoomin de strengste
commissaris van orde u zal voortdrijven als
ge even op uwe schreden wenscht terug te
keeren, evenmin zouden een aantal toen hoog
geroemde schilderyen thans voor kunst wor
den gehouden.
Door de kunst blies eene krachtige, zuive
rende koelte; de lievigheidjes, het gesoi
gneerde, het geacheveerde, de knutse effectjes,
de atelier-belichting verstoven en er bleef eene
ernstige, krachtige kunst, zonder effectbejag,
sprekend van eene diepe gewaarwording, dus
niet dadeiyk te verstaan, maar om lief te heb
ben als men met den kunstenaar heeft leeren
meeleven.
Dat eene kunst, wier vrye techniek by velen
meer verbazing dan bewondering wekt; wier
uitingen, ongeschikt voor salonmeubelen, in
spanning en nadenken eischen niet algemeen
in den smaak valt, is te begrypen. De kun
stenaar spreekt niet onmiddeliyk tot den
beschouwer; de zorg, de opoffering, waarmede
hy de détails heeft stilgehouden om een rus
tig geheel te verkrygen en toch de groote
volheid der natuur weer te geven, voelt men
eerst na herhaald zien en vergelyken. E»
hisr is de oorzaak waarom vele geroepenen
nimmer tot de uitverkorenen zullen behooren
by de schynbare gemakkelykheid der breede
vegen en smeren, by het opzettelyk veron
achtzamen van vormen en lynen zien velen
over 't hoofd hoeveel kunst er noodig is om
de kunst te verbergen. Steeds doen de werken
van J. Maris hier een juisten maatstaf aan
de hand en na langen tyd zullen zy voor
den ernstigen beschouwer even krachtig leven
als thans nog ln het Mauritshuis het oude
stadsgezicht van den Delftschen Vermeer, dat
in stille grootheid van don wand ons tegen-
straalt. (Wordt vervolgd.)
Gemengd Niem
Gi s t e r namiddag geraakte in den
singel by de Morschpoort alhier een knaapje van
4 a 5 jaren te water. Op het geroep van de vele
daar aanwezige wandelaars kwamen verschei
dene personen toeschieten, die den jeugdiger
drenkeling door het toesteken van stokken
trachtten te redden, daar deze reeds in zinken
den toestand verkeerde. Eensklaps sprong een
persoon, geheel gekleed, van de Morschpoort-
brug te water en verdween in de diepte,
hetgeen opnieuw angstkreten van de omstan
ders uitlokte; doch opeens zag men het kind
in de handen van diens redder boven het
water uitsteken en vervolgens verscheen deze
zelf, waarna het niet aan handen ontbrak
om beiden op het droge te brongen.
Een korporaal, die het ongeval van de plaats
der kazerne ook had gezien, was tegelykertyd
in het water gesprongen en trachtte al zwem
mende eveneens den kleine te bereiken.
Het knaapje, dat nog leefde, werd naar het
academisch ziekenhuis gebracht, waar do
byna uitgebluschte levensgeesten spoedig
waren opgewekt en diens redder, de heer
Hopman, wonende op den Morschweg, ging
onmiddeliyk naar zyne woning, in het bewust-
zyn door zyne kloeke daad een kind, aan
de ouders te hebben teruggegeven.
Denzelfden namiddag, omstreeks zes uren,
geraakten twee kinderen al spelende in den
Plantsoensipgel. Een voorbyganger mocht het
genoegen smaken beiden, zonder dat het noo
dig was dat hy zich te water begaf, weder
op het droge te brengen.
De extra-trein, waarmede de
Leidsche studonten zich naar Nymegen zullen
begeven, om daar den optocht te herhalen,
welken zy hier ter stede by gelegenheid van
de lustrumfeesten zullen houden, wordt door
eene commissie uit Nymeegsche ingezetenen
der maskerade commissie aangeboden. x
Te Sassenheim brak hedenmor-
ge/. omstreeks zes uren brand uit in den
kruidenierswinkel, bewoond door P. Le C. ea
L. Van L., gelegen aan de groote dorpsstraat.
Men vermoedt dat die brand ontstond door
vuur uit een fornuis of door vonken, uit den
schoorsteen op het rieten dak gevallen. Hoe dit
zy, het huis werd geheel vernield en was
te acht uren afgebrand. Het huis was ver
zekerd; de inboedel gedeeltelyk.
Ook een naastliggend perceel, een gewoon
woonhuis, vatte vuur en werd zwaar beschadigd,
terwyl de smedery, aan den anderen kant van
den kruidenierswinkel, gespaard bleef, alhoewel
ROMAN VAN
XAVIER BE JIOXTFPIV
140)
„En wordt je door haar bemind?"
„Ik heb uit haren mond vernomen dat zy
my liefheeft."
„En heb je dokter Thompson er ook over
gesproken?"
„Neen."
„Waarom niet?"
Martha en ik hebben besloten, onze liefde
geheim te houden."
„En uw vader?"
„U is de eenige, die alles weten mag."
„Heb je haar reeds ever my gesproken?"
„Ja, vader, ik heb Martha uwe levensge
schiedenis verhaald."
„Wat zeide zy?"
„Zy weende, en zeide dat zy u i^eds lief
had, zonder u nog gezien te hebben. Zy be-
sohouwde u als een martelaar."
„Besto Paul! hoe gelukkig maken my die
weorden. Ja, ge hadt wel gelijk, dat meisje
ia een engel."
„Dat is zy oo&, vader, en zy zal ons beider
geluk volmaken.
„Dat geloof ik met je; maar waarom heb
je nu niet met den dokter over je liefde ge
sproken
„Omdat dokter Thompson myn medemin
naar is, vader!"
„Wat zeg je daar?"
„Hy bemint Martha."
„Maar, jongen, ge verwart hier wellicht de
vaderiyke toewyding van den dokter ten op
zichte van Martha, met uwe liefde!"
„Neen, vader, hy wil haar echtgenoot wor
den dit heeft hij haar reeds verklaard."
De oude Raymond raakte in diep gepeins
verzonken.
„Myn beste vader", sprak Paul, „hoe ziet
ge zoo treurig?"
„Helaas, arme jongen, je geluk verdwynt
in rook. Je moogt je toch niet tusschen den
dokter en dat meisje plassen, dat zou ver
raad zyn. De dokter heeft ons in zyn huis
ontvangen, hy is onze vriend, hy heeft zich
moeite gegeven, om je kwaal te bestryden
en waardoor zouden wy hem onze dankbaar
heid betuigen? Door hetn de vrouw te ont
rukken, die hy liefheeft! Dit zou byna eene
misdaad zyn."
„Maar vader, Martha bemint den dokter
immers niet?"
„Heeft zy je dat gezegd?"
„Zeker, en haar hart kan toch niet aan
twee mannen tegeiyk toebehooren? Zy be
mint my alleen en zal nooit de vrouw van
een ander worden."
„Welnu, myn jongen, laat ons dan maar
op de toekomst hopen."
„Nu, vader, wanhoop ik niet meer. Thans
heb ik zekerheid."
„Maar, Paul, je zult wel vermoeid zyn;
ga nu slapen. Wanneer denk je naar Port-
Créteil terug te keeren
„Morgenochtend met den eersten trein.
Madeleine zal zich met ons verheugen."
„Dat zal zy. Zeg baar ook dat je nu mijn
geheim kent en dat ik myne geheele vry-
beid verwacht."
„Dus Madeleine kende das ook uw geheim,
vader
„Ja, zy is van al myne ongelukken ge
tuige geweest."
„Die trouwe Madeleine moet men waarljjk
waardeeren."
„Ook zy kan zwygen, my'a jongen."
„Dit blykt mü nu eerst recht duidelyk,
vader!"
„Ga nu nog oenige uren rusten", sprak
Raymond, „om zes uren vertrekt de eers'e
trein naar Créteil."
Raymond begaf zich ter ruste.
Paul ging naar zyne kamer en ontkleedde
zich, waarna hy zich te bed begaf. Het geluk
belette hem evenwel te slapen. Om vyf uren
was hy geheel gekleed.
Hy nam afscheid van zyn vader, die op
dit uur nog te bed lag, en ging naar het
station, vanwaar hy met den eersten trein
naar Port-Créteil terugkeerde.
Op klokslag tien uren liet Raymond zicb
by de gravin De Chatelux aandienen en gaf
haar het smeekschrift over.
„Reken op my, beste Raymond", sprak zy,
„ik zal je verzoek door invloedryke mannen
doen ondersteunen en weldra zult ge volko
men vry zyn."
Raymond dankte ^ar recht dankbaar en
begaf zich daarna am het werk om de ge
heimzinnige moordenaars op te sporen in
was weer yveriger dan ooit werkzaam; hoe
wel nog in het duister tastende, gaf hy den
moed niet op.
Eenige dagen later werd René Labarre te-
aarde besteld.
De smart der weduwe over het verlies van
haren zoon was weer geweken, maar des 'te
heviger deed zich hare spyt gevoelen over
het verlies van haar deel in de eifenis van
den graaf De Thonnerieux.
(Wordt vervolgd.)