9238. Maandag 2 «Juni. Aa. 1830. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 31 Mei. Feuilleton. Het Roode Testament. LEIDSCE DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voer Leiden per 3 maanden1.10. Franco per poet1.40. Afzonderlijke Nommera0.05. Op de voordracht voor een leeraar in de natuurkunde en cosmographie aan do hoogere burgerschool met 5 jarigen cursus te Delft zyn geplaatst de heeren: D. Coelingh, te Am sterdam; dr. Ph. C. Kaz, te Amsterdam en L. M. J. Stoel, te Leiden. De gemeenteraad van Nieuwveen (by Alfen) heeft eenparig besloten, dat het te be noemen hoofd der openbare school zal genie ten eens jaarwedde van f 1000 (tot heden bedroeg zij f 900), onder bepaling echter, dat hy herhaling8onderwys in den winter zal geven, en de gelegenheid geopend worde om onderwys in de Fransche taal te ontvangen. Met algemeene stemmen is tot heemraad van den Huiszitter- en Meeslouwer-polder te Stompwyk herkozen de heer B. Van Santen. Hy heeft reeds 24 jaren d;e betrekking bekleed. In de vergadering van stemgerechtigde ingelanden van den Viiet-polder onder Wou- brugge werd de hoer D. Van Rijn, die volgens den rooster moest aftreden, met algemeene (129) stemmen tot voorzitter herkozen. Voorts werd gekozen tot lid van het bestuur in de plaats van den heer C. Moerkerk, die als zoo danig had bedankt, de heer C. Ruigrok Van der Werven, mot 81 van de 129 geldig uit gebrachte stemmen. De heer S. Van Ryn verkreeg 48 stemmen. Biykens missive van den minister van binnenlandsche zaken is op het besluit van den raad der gemeente Oudshoorn, om vry- stelling van schoolgeldheffing te hebben, af- wyzend beschikt. De algemeene vergadering der Neder- landsch-Zuid-Afrikaansche Vereeniging wordt heden te Amsterdam gehouden. Aan de orde is de benoeming van zes leden van het be stuur. waarvan er vier, de heerenD. Cordes, mr. N. A. Calisch, W. Dull en mr. H. A. L. Hamelberg herkiesbaar zyn. Verder een voor stel van hot bestuur, om aan bestuurders van het „Studiefonds voor Zuid-Afrikaanscho studenten" een krediet te verleenen tot het aanstellen van een bezoldigden adj.-secretaris. Blykens het verslag van het bestuur over 1889 '90, is het ledental ongeveer 1400. In Europa nam het aantal leden af, in Zuid- Afrika toe. Correspondenten in Nederland zyn de heeren mr. W. H. Van Weideren baron Rengers, te Leeuwardenmr. W. K. baron Van Dedem, te Hoorn, en mr. H. C. Penninck, te Zutfen. Te Leiden en Amsterdam heeft men afdeelingen van studenten. De raming van 1 Mei 1890 tot 30 April 1891 stelt de uitgaven op f 8551,40, de inkomsten op f 7400. By het verslag zyn gevoegd op gaaf van de samenstelling van het bestuur, lyst der 1400 leden, statuten der vereeni ging, verslag van bestuurders van het Stu diefonds voor Zuid-Afrikaan6che studenten over 1889; reglement van dat fonds en een artikel van dr. C. B. Spruyt, getiteldDo vooruitzichten van Noderlandsche onderwy- zers in de Zuid-Afrikaansche Republiek. Door directeuren van de Vereeniging voor hoogor onderwys op gereformeerden grondslag is aan de Vrye Universiteit te Amsterdam benoemd tot buitengewoon hoog leeraar in de rechtsgeleerde faculteit, om onderwys te geven m het hedendaagsche burgerlyk recht, handelsrecht en procesrecht, jhr. mr. W. H. De Savornin Lohman Az., adjunct-commies by het ministerie van bin nenlandsche zaken. Tevens is mr. Fabius ontheven van het onderricht in het hedendaagsche burgerlyk recht en aan dezen opgedragen het onder richt in het staatsrecht. Eenige dagen geleden heeft de „Staats courant" gemeld, dat tot opvolger van den hoogleoraar in de heelkunde dr. Van Goudoever, aan de Utrechtsche universiteit een Duitsch geleerde is benoemd. In de „N. R. C." vindt men in een inge zonden stuk de redenen nagegaan, waarom Nederland zich, by het vervullen van profes soraten in de geneeskunde, zoo vaak tot Duitschland moet wenden. De schryver noemt twee oorzakende onvoldoende voorbereiding van vele geneeskundigon en de schrielheid der Regeering tegenover bet geneeskundig onderwys. In een tyd dat er gebrek aan geneeskun digen bestond, heeft men de hoogeschool open gesteld ook voor jongelieden van onvoldoende ontwikkeling, nl. hen, die een gymnasium niet verder dan de vierde klasse hebben doorloopen, en hen, die het gemakkelyk zoogenaamd lite- rarisch-mathematisch examen hebben afgelegd. Dit heeft eene overproductie van studenten in de geneeskunde ten gevolge gehad, en tevens dat de practische colleges worden bygewoond door een veel te groot getal studenten60 of 70, waar twintig jaar geleden 20 kwamen. De onmisbare hulp van lectoren en assistenten van eenige ervaring wordt den hoogleeraren echter onthouden, en de benoemden worden zóó karig bezoldigd, dat zy zoo spoedig moge- lyk in de praktyk gaan en daardoor na eenige jaren ongeschikt worden voor het hoogleeraars- ambt, dat voortdurende studie vereischt. Een zeer belangryk, maar tevens onrust barend werkje verscheen dezer dagen by den uitgever Gebrs. Schröier te Amsterdam. Het betreft „de longtering en hare behandeling". De schryver, dr. J. Nord, geeft eerst eene schets van hetgeen de longtering is en de mededeeling van het oordeel van verscheidene beroemde geneeskundigon hoe zij ontBtaat. Dit gedeelte nu vormt, wat wy noemden, den onrustbarenden inhoud. Daaruit toch blykt dat er 80 kansen tegen 20 bestaan, om op de eene of andere wyze de tering te krygon en byna zou men zich moeten verwonderen dat er nog zooveel menschen zyn, die zyn vrygebloven, of althans in dien waan ver- keeren. De hoofdzaak van het geschrift echter ligt besloten in de volgende drie vragenlo. Kan men longtering voorkomen? 2o. Is het be ginnend of meer uitgebreid phthisisch proces te stuiten of te genezen? 3o. Mag men de hoop voeden haar eenmaal onder het mensch- dom te zien verdwynen? Van het meeste gewicht is hetgeen de heer Nord hierover schryft en dit stolt althans de teringlyders weder eenigszins gerust. Het beste middel ziet by, geenszins in het zenden naar een sanatorium in het buitenland; op velerlei gronden ontraadt hy dit zelfs, maar hy wil dat in ons eigen land een herstellings oord voor teringlyders zal worden opgericht. Hy wenscht dan in eene daartoe aan te beve len streek te doen verryzen„een zooge naamd villapark, in welks villa's (modelwo ningen), die slechts voor eenige lyders ingericht moeten zyn, de patiënten geheel geïsoleerd van elkander kunnen vertoeven of verpleegd worden. Laten daar alle hygiënische wetten strikt in acht genomen worden, zóu, dat het te zamen brengen van borstiyder3 in ééne streek dan niet den minste schadelyken invloed kan hebben, noch voor het zieke, noch voor het gezonde individu. Daar moeten ai diegenen kunnen worden verpleegd, wier ademhalingsorganen zyn aangedaan, van welken aard die aandoening ook zy, en laat in het midden van zulk een park een sana torium verryzen, dat geene patiënten herbergt (zooals dit by de thans bestaanden wel het geval is), maar dat slechts bestemd is om de kuur te doen ondergaan, die voor hen is voorge schreven, m. a. w. laat ons daar individuali- seeren. Dat in dat sanatorium alles zal gevonden worden (badinrichtingen, pneumatische inrich tingen, enz., enz.), wat tot de geneeswijzen i behoort, spreekt vanzelf. BOMAN VAN XAYEER DE MOXTEPIV. 127) Geheel ontmoedigd kwam hy thuis, stak zich in een ander kostuum, ging in een restau rant dineeren en bogaf zich toen naar de rue de Tournon, waar het hotel van de gravin Do Chatelux was. De gravin had in het belang van Raymond een bezoek aan den secretaris van het minis terie van justitie gebracht, en thans ver langde Raymond vurig, den uitslag van dat bezoek te vernemen. Hy liet zich aandienen en werd onmid- aellyk by de gravin toegelaten. „Ik wachtte je reeds met ongeduld, myn vriend", zeide de gravin, toen Raymond het salon binnentrad. „Ik heb je eene goede tyding mee te doelen." „Ik luister, mevrouw!" „Zooals ik je beloofd heb, ben ik bij den secretaris van het ministerie van justitie geweest; deze heeft veel invloed op den minister. Ik heb hem je geheels levensge schiedenis verteld.' „Heb dank, mevreuw de gravin, voor uwe goedheid", sprak Raymond geroerd. „Hoor my kalm aan, myn beste vriend", zei de gravin, en vervolgde toen: „Het schynt dat myne genegenheid voor je my welprekend maakte, de secretaris was getroffen bij het verhalen van je levensloop. Hy ondervroeg my tot in de kleinste bijzon derheden en zal onderzoek naar je laten doen by den prefect van politie, die, beter dan iemand, kan zeggen, welke groote diensten je der politie reeds bewezen hebt, en ver volgens zal hy je verzoek om gratie onder de oogen van den minister brengen." Raymond beefde van vreugde, zyne oogen werden vochtig. t „01 mevrouw", riep hy, !„u, maakt ,my overgelukkig. Ik zal dus het overige ge deelte van myn leven aan myn zoon kunnen wyden; ik zal het verledene voor hem kun nen verbergen en nooit behoeven te vreezen dat hy zich over zyn vader behoeft te schamen." „Ja, myn waarde Raymond, houd moed en hoop. Reken vast op my; wat ik doen kan voor je, zal ik doen." „En wanneer zult u den secretaris weder spreken „Dinsdag-avond komt hy hier en zal dan het verzoek om gratie meenemen. Stel hot dus spoedig op, Raymond, en breng het my Dinsdag-morgen." „Ik zal er bepaald voor zorgen, mevrouw de gravin 1" „Afgesproken dus. Heb je soms Fabien nog te Créteil ontmoet?" „Neen, mevrouwReeds Vrydag-morgen werd ik naar de prefectuur geroepen. Uw zoon zou eerst 's middags komen." „Wanneer keer je naar Créteil terug „Helaas, dat weet ik niet!" „Welke reden heb je aan Paul gegeven voor je onverwacht vertrek?" „Ik heb hem gezegd dat ik voor onbepaal- den tyd op reis moest." „Heb je al pogingen aangewend om dat onbekende meisje op te sporen?" „Ik was er aan begonnen, maar myn over haast vertrek belette mij, mijne nasporingen voort te zetten." Nog lang bleven de gravin De Chatelux en Raymond in gesprek en het was reeds laat, toen laatstgenoemde het hotel in de rue de Tournon verliet. Raymond Fromental voelde zich opgeruimd gestemd door de troostvolle woorden, door zyne edele vriendin gesproken. Na den geheelen nacht gedroomd te heb- FRIJS DER. ADVERTENTIEN: Van 1—6 regels/1.05. ledore regel meerƒ0.17). Grootere letters naar plaatsruimte. Voor liet iu- casseeren buiten de stad wordt f 0.10 bercltend. Een op dezelfde temperatuur te houden monsterwintertuin met weelderigen planten groei (pynboomen enz.), die daaraan annex is en die met overdekte allées naar de ver schillende villa's leidt, zal hen tegen het gure klimaat beschermen en eene zuidelyke lucht streek geheel vergoeden." De dirigeerende officier van gezondheid, de arts H. J. Wilson, die een inleidend woord by dit werkje schreef, juicht dit denkbeeld zoer toe. Er heeft zich reeds een comité van voor bereiding gevormd, bestaande (alphabetisch) uit de heeron dr. Mendes de Leon on J. Nord, te Amsterdamprof. dr. G. Yan Overbeek de Meyer en H. L. Verspyck, inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht, te Utrecht, en H. J. Wilson, arts, dir. off. van gez. 1ste kl. te Amsterdam. Als secretaris van dit comité treedt op de heer Theod. v. d. Stempel, te Amsterdam (Heerengracht 226), aan wien de voor het comité bestemde brieven en bescheiden zijn te adresseeren. Elke stad, welke bogen kan op eene bekoorlyke ligging en derhalve des zomers een trekpunt is der reizigers, heeft tegen woordig zijn „gids." En wanneer nu de hoer H. D. Tjeenk Willink te Haarlem uitgeèD een gids voor zyne stad en de bewerking daarvan opdraagt aan den heer J. Craandyh, schryver van „Wandelingen door Nederland," dan begrypt men, dat men geen alledaagsch werk krygt. Inderdaad, de „Gids voor Haar lem en omstreken door J. Craandyk, met platen en wandelkaarten, benevens een platte grond der stad," is zoowel wat bewerking als wat uitvoering betreft een model. Het boekske bevat in aangenamen vorm een schat van byzondorheden, terwijl de platen en kaartjes zoo uitstekend zyn als men ze zel den aantreft. Zulk een boekske is niet alleen oen goede gids, maar ook eene aangename herinnering aan de fraaie stad en hare schoor.e omgeving. Voegen wy er by, dat de wan deling ten zuiden in zich sluit Hillegom en Lisse en ten noorden Wyk aan Zee met IJmuiden en Bevorwyk. Zandpoort en Zandvoort zyn natuuriyk niet vergeten. - In de Staatscourant van heden is opge nomen een verslag aangaande herziening van de belastbare opbrengst der ongebouwde eigen dommen, uitgebracht aan den minister van financiën door de hoofdcommissie voor de herziening dier opbrengst, waarvan de heer Schorer voorzitter en de heer W. Yan Konijnen berg secretaris is. ben van den vorrukkelyken man, in wiens gezelschap zij zulk een heerlyken dag bad doorgebracht, stond mevrouw Labarre in de meest opgewekte stemming voor haren spiegel om toilet te maken. Zy moest zichzelve bekennen, dat zy neg eene schoone vrouw was, al had zy hare jeugd reeds achter den rug, en daarom kwam het haar ook volstrekt niet vreemd voor, dat dokter Thompson haar beminde. Na haar toilet voltooid te hebben, begaf mevrouw Labarre zich naar de eetzaal, om te ontbyten. In de gang ontmoette zij Julie. „Ik wilde juist naar uwe kamer gaan", zei de dienstbode. „Waarom?" „Om u te zeggen, dat er een heer is, die u wenscht te spreken." „Een heer? Wie is hy?' „Hy heeft my zyn naam niet genoemd. Hij zeide alleen dat hy van Choisy-le-Roi komt en mevrouw dringend moet spreken." „Van Choisy-le-Roi Daar ken ik geen menseb, Julie!" Verbaasd begaf zy zich daarop naai' het salon, waar een onbekend heer haar reeds eenigen tijd wachtte. „Heb ik de eer, mevrouw de weduwe -> •--- -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 5