N°. 9281.
Vrijdag £23 Mei.
A'. 1890.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 22 Mei.
fsze i|Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
Het Roode Testament.
LEIDSCH
DA6BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Toor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per poet1.40.
Afzonderlijke Noramcrsm 0.05.
Met 1 Juni begint een nieuw
kwartaal van het Leidsch Dagblad.
Zij, die zich nu reeds op deze Courant
abonneeren, ontvangen de tot dien
datum verschijnende nummers gratis.
Heden is aan de universiteit alhier de heer
P. Polvliet, geb. te Amsterdam, bevorderd tot
doctor in de rechtswetenschap, met academisch
proefschrift, get.„Zelfbestuur en Kreisorga-
nisatie in Pruisen."
Aan dezelfde universiteit is het doctoraal
examen in de geneeskunde afgelegd door den
heer Th. W. Becker.
Hedenmorgen werd op de Roomsch-
Katholieko begraafplaats aan de Zijlpoort op
plechtige wjjze ter aarde besteld het stoffelijk
overschot van wijlen den heer Willem Wubbe,
den 96-jarigen, eenigen oud strijder van
Waterloo, die hier nog in leven was. Gelijk
men weet, werd in genoemden veldslag het
paard, dat hjj bereed, onder hem doodge
schoten.
Van het sterfhuis af, buiten de Morsch-
poort, tot aan het berkhof was eene talrijke
menigte op de been, ten einde den lijkstoet
te zien voorbijtrekken of dien te volgen tot
aan het graf, waar hij werd opgewacht even
eens door eene breede schare, welke zich daar
reeds vroegtijdig vereenigd had.
De rouw wagen, gevolgd door twee volg
koetsen met de familieleden, werd vooraf
gegaan door de leden en eere-leden der ver-
eeniging het „Metalen Kruis" met de in
rouwfloers gehulde banier der vroeger hier
bestaan hebbende vereeniging van oud-strijders
van 1815.
Die banier was, toen de Vereeniging door
overlijden nog slechts een vijftal leden telde,
aan het Stedelijk Museum van Oudheden in
de Lakenhal aangeboden, waar ze, gelijk velen
zich zullen herinneren, op plechtige wijze
werd heengebracht en tot heden bewaard
bleef.
Ten dienste der plechtigheid van heden was
ze door het bestuur van het Museum gaarne
afgestaan geworden.
Vóór de oud-strijders van 1830, wier gele
deren ook belangrijk beginnen te verminderen
en voor velen van wie het loopen reeds moei
lijk begint te worden, giDg de stafmuziek van
het 4de regiment infanterie, voor deze gele
genheid welwillend ter beschikking gesteld.
Terwijl de stoet aldus langs Morsch- en
Haarlemmerstraten en Haven zich langzaam
voortbewoog, voerde de militaire kapel, aan
gevoerd door den heer Mann, eerst Chopin's,
vervolgens P. Seghers' en bij het komen op
de begraafplaats Beethoven's treurmarsch uit,
tot het Hjk werd geplaatst in de kapel, waar
de kerkelijke plechtigheden werden vervuld.
Na afloop daarvan, terwijl de overledene
op de baar rond het kerkhof naar de groeve
werd gedragen, deed het muziekcorps, dat
inmiddels aan het graf had post gevat, Psalm 68
hooren en daarna nogmaals Beethoven's mar-
che funèbre, tot de dienstdoende geestelijke
hier zijne laatste taak had volbracht.
Toen trad de heer H. A. Van Ingen Schenau,
president der Vereeniging het „Metalen Kruis",
uit den kring naar voren.
Wapenbroeders, familieleden, vrienden en
verdere belangstellenden, aldus begon hij
ongeveer, wij allen, die om dezen graf
kuil geschaard staan, willen eene laatste
hulde brengen aan dezen waardigen overledene.
Ikzelf gevoel behoefte een paar woorden
b(j dit graf van Willem Wubbe te spreken.
Ofschoon het my niet gegeven is woorden
van lof te stamelen hoe hij als mensch en
christen geleefd heeft, kunnen wi) toch ge
tuigen dat hij voor ons en voor velen een
waardige vriend en oude krjjgsbroeder was.
De Vereeniging het „Metalen Kruis", waar
van hij eerelid was, stelde hem op hoogen
prys, niet alleen om zijne zeldzaam hooge
jaren, maar ook om zjjn roemrijk verieden.
Hem, den laatsten oud-strijder van Waterloo
dezer stad, waren wy hulde en eerbied ver
schuldigd.
Zijn kruis, dat hij met eere droeg, ge
tuigde er van wat hy is geweest voor Oranje
en Vaderland.
Zjjn naam en beeltenis blijven bij ons in
booge waarde.
Vervolgens richtte spreker zich tot den
aanwezigen kleinzoon van den overledene
om hem het zilveren kruis en het insigne
der Vereeniging van het „Metalen Kruis",
welke met twee fraaio kransen het lijkkleed
hadden gesierd, te overhandigen.
Ontvang ze, zeide h(1, als een aandenken
aan uwen braven en onvergetelijken groot
vader, als een sieraad voor zjjn nageslacht,
als eene herinnering, waarop gij trotsch
moogt zjjn.
Vervolgens gevoelde spreker zich verplicht
eenige woorden van oprechten dank te brengen
aan de hooge militaire autoriteit en hun, (zich
tot de musici wendende), die hebben mede
gewerkt om dezen oud-strijder voor Koning
en Vaderland de hooge eer en hulde te brengen
als h-Vn heden werd bewezen.
Zóó- weet Nederland zijne dappere zonen
te eetén!
Ten slotte riep hjj zijn braven vriend en
wapenbroeder een „slaap zacht 1" toe. Uwe
assche ruste in vrede I
Als eene laatste hulde der oud-strijders legde
hij toen op de kist een krans met van zil
veren franje voorziene satijnen linten, waarop
de woorden: „Uit hoogachting van de ver
eeniging het Metalen Kruis", terwijl de sa
tijnen linten van den anderen krans te lezen
gaven: „Aan onzen geliefden grootvader."
Onderwijl de muziek nu de tonen van Ge
zang 96 deed hooren, strooiden de familie
leden en andere personen eenige aarde ep
de kist in de groeve, waarna de jongste
kleinzoon van den overledene, de heer Henri
Beuzèmaker, (de oudere bevindt zich sedert
kort in betrekking in Amerika), allen har
telijk dank zeide voor de hulde, aan de na
gedachtenis van zijn dierbaren grootvader
bewezen.
Volgens in dit nummer voorkomende
aankondiging zal Donderdag en Vrjjdag 29
en 30 Mei a. s. in „Zomerzorg" eene tentoon
stelling gehouden worden en dat wel van de
voorwerpen, bestemd voor prijzen ten dienste
der loterij zonder nieten, te houden met het
doel gelden te erlangen voor de aanschaffing
van een orgel in het kerkgebouw der Ned.-
Herv. gemeente te Zoeterwoude, dat tot heden
een zoo noodig instrument moest derven.
Op die tentoonstelling zullen tevens loten
a 1 te verkrijgen zjjn en zal men zijn geluk
aan eene tombola kunnen beproeven, voor zeer
weinig geld.
Naar wij vernemen, zijn vele der prjjzen
meer waard dan de prijs der loten bedraagt.
Men zal zich hiervan de volgende week met
eigen oogen kunnen overtuigen.
Er bestaat gelegenheid tot verzending
der correspondentie naar Noord-Amerika, door
middel van hot stoomschip „P. Caland", van
Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore al
hier moeten de brieven enz. uiterlijk morgen-,
Vrijdag-avond, om 5.55 bezorgd zijn.
De wjjze van verzending behoort duidelijk
op het adres vermeld te worden.
Laagste inschrijvers waren b(j de gis
teren aan 's rijks kleedermagazijn te Amster
dam gehouden aanbesteding de volgende
firma's: 3000 badlakens, Van Doorn v. d.
Heijden, te Bokstel 1.35; 1200 peluwsloopen,
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
v»n 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer 0171
Grootero lettere near plaatsruimte. Voor hot to
caseecren buiten de etad wordt 0.10 berekend
dezelfde, ƒ0.49; 2000 zakdoeken, Leidsche
Katoen-Maatschappij 0.181200 voorschoten,
Vesters Eycken, te Geldrop, 0.35; 1000 M.
gordfindoek, Sanders Swane, te Helmond,
ƒ0.73'/,; 800 dekens, Jules Regout Co.,
te Maastricht, 4.871000 paar muilen, J.
v. d. Bergh, te Baardwijk, ƒ1.29.
Door de stemgerechtigde ingelanden
van den Zuidplaspolder te Moordrecht zijn
herkozen tot dijkgraaf de heer J. Van der
Breggen Az., te Leiden, en tot heemraad de
heer W. A. Van Houweninge van Sprang,
te Rotterdam.
Te 's-Hage is als onderwijzer toege
laten de heer J. A. Veelo, van Voorschoten.
Door den Raad der gomeente Noordwy-
kerhout is besloten het adres der gemeenten
Rozendaal en Nispen, waarbij der Hooge
Regeering verzocht werd, nimmer een wets
ontwerp in te dienen, waar de persoonlijke
dienstplicht bij wordt bepaald, te ondersteu
nen, en een adres van adhaesie aan den
minister van oorlog te zenden.
Zondag, 25 Mei a. s., zal de vacature
beurt in de kerk der Ned.-Herv. gemeente
van Hoogmade des namiddags te twee uren
worden waargenomen door den heer Gobius
du Sart, predikant te Benthuizen.
Verschillende bladen zijn eenstemmig in
hun oordeel over den schitterenden afloop van
het tweedaagsche muziekfeost der Nederland-
sche toonkunstenaars-vereeniging, gehouden te
Deventer.
De uitvoering der werken, alle van Nederl.
toonkunstenaars en onder hunne persoonlijke
leiding, was, schrijft mon, zeer schoon en
maakte niet zelden een overweldigenden indruk
op de scharen, van heinde en verre per extra
tram on trein aangevoerd. Koren, solisten en
muziek, allen streden met eere om den voor
rang en gaven veel te genieten en te loven.
Met genoegen zien wij uit de verschillende
bladen, dat ook onze Leidsche kunstenares
mej. Wia Dikema met nieuw succes het hare
bijdroeg tot het verkregen resultaat.
Zoo zegt de zeer bevoegde beoordeelaar
van de „Zwolsche Ct." o. a.Mej. Wia Dikema
verplichtte en boeide de hoorders vooral door
de voordracht van liederen, die zij zóó schoon
zong, dat het publiek niet moede werd haar
toe te juichen en als belooning voor zijn
enthusiasme dan ook nog een fraai liedeke
van haar mocht ontvangen.
En de „Zutf. Ct." schrijft o. a.De sopraan
liederen van Mann en Nicolal, solo-nummers
voor mej. Wia Dikema, werden door haar
met zooveel fijn gevoel gezongen, dat het
ROMAN VAN
ÏAÏIER DE TIOVTEPIM
115)
„Nu reeds?"
Ja, Madeleine, en dat juist op een oogen-
fclik, dat ik zoo gelukkig ben."
„Heeft u dan soms eene goede tijding
vernomen?"
„Ja, eene zeer goede tijding."
„Mag ik ze ook vernemen?"
„Zeker, mijne goede Madeleine, maar nu
nog niet. Stel je voor het oogenblik tevreden
met te weten dat ik zeer gelukkig ben."
H(j maakte het net los, waarin hij zijne visch
geworpen had en dat achter aan de boot
was gebonden.
„Zie, Madeleine, ik heb heden niet voor
niets gevischt. Maak ze spoedig gereed, want
Fabien zal niet lang meer uitblijven."
Madeleine ging met de visch naar de
keuken.
Niet lang daarna kwam Fabien De Cha-
telux. Paul zag hem reeds van verre naderen
en snelde hem verheugd te gemoethet deed
hem goed zijn vriend te zien.
De twee vrienden begroetten elkaar op de
hartelijkste wijze en het diner, dat kort na
de aankomst van Fabien gereed stond, werd
dan ook onder de meest opgewekte stemming
gebruikt.
XXV.
Toen Jacques Lagarde het hotel van de
gravin De Chatelux had verlaten, stapte hij
weer in zyn rijtuig, na aan den koetsier te
hebben gezegd
„Rue du Cherche-Midi No. 52."
Deze straat ligt op een afstand van slechts
weinige minuten van de rue de Tourvan
verwijderd.
No. 52 in deze straat was eene sierlijke
woning, van vijf verdiepingen hoog; op elke
van deze verdiepingen bevonden zich twee
woningen.
JacqueB belde aan de portiersloge, waar
een meisje van omstreeks acht jaren hem te
woord stond.
„Wat verlangt mijnheer?"
„Woont hier mevrouw Labarre?"
„Jawel, mijnheer, op de tweede verdieping
rechts!"
„Dank je, mijn kind!"
Jacques klom de trap op en belde aan de
deur rechts op de tweede verdieping.
Eene kamenier opende de deur voor Jacques
Lagarde.
„Mevrouw Labarre, is dat hier?"
Ja, mijnheer!"
„Is mevrouw thuis?"
„Dat wel, maar mevrouw staat op het punt
om uit te gaan; ik weet dus niet, of zij u
zal kunnen ontvangen."
„Wees zoo goed mevrouw mijn kaartje te
overhandigen."
De kamenier liet den bezoeker in eeno
zijkamer en begaf zich met diens kaartje naar
hare meesteres.
Zij kwam spoedig terug.
„Mevrouw laat mijnheer verzoeken, mjj te
volgen."
Zij bracht Jacques in de kamer van mevrouw
LabarTe. Deze was inderdaad reeds met hoed
en mantel gekleed.
Zjj kwam Jacques verheugd te gemoet.
„U hier, waarde dokter!" riep zy uit, ter-
wyl zy hem de hand toestak, „dat is wer-
keiyk eene hoogst aangename verrassing."
„Ik kom u toch niet ongelegen, hoop ik,
mevrouw? Ik zie dat u op het punt staat
om uit te gaan."
„O 1 neen, dokter, ik wilde alleen een paar
visites maken, maar die kunnen best worden
uitgesteld."
Zy bood Jacques een stool en ontdeed zich
van hoed en mantel.
„Zeg my thans, waarde dokter, waaraan
ik het genoegen te danken heb, om u hier
te zien."
„Het belang van uw zoon voert my hier
heen, maar eerst wil ik u eene bekentenis
doen, mevrouw!"
„Eene bekentenis?"
„Wy hebben elkaar gisteren voor het eerst
ontmoet wel ia waar, maar dat belet niet,
dat ik, zoowel voor u als uw zoon, eene
levendige sympathie koester."
„Eene sympathie, welke van ganscher harte
gedeeld wordt, dokter 1"
„Dus het is mjj vergund als vriend tot u
te spreken?"
„Twyfel daar geen oogenblik aan, waarde
dokter! Ik wilde u evenwel eer3t eene ophel
dering geven."
„Waaromtrent, mevrouw?"
„Omtrent ons gesprek van gisteren. Ik wil
toch niet hopen dat door de wyze, waarop
myn zoon gisteren gesproken heeft, u een
slechten indruk van mjj heeft gekregen?"
„O, mevrouw 1"
„Myn zoon heeft my harde woorden ge
zegd, dokter!"
(Wordt vervolgd.)