N°. 9273. Dinsdag 13 3tei. A0. 1890. Dit nommer bestaat nit TWEE Bladen. Leiden, 12 Mei. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. Het Roode Testament. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: ▼oor Leiden per 8 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommors0.05. Heden is aan de universiteit alhier de heer W. Driendyk, arts, geb. te Dirksland, bevor derd tot doctor in de geneeskunde, met aca- dem. proefschr., get„Over de aetiologie van het navelstrenggeruisch." Na de ochtendpredikatie in de Pieters kerk maakte ds. S. H. J. De Wolff, predikant bij de Ned.-Herv. gemeente alhier, die als voorganger was opgetreden, gisteren aan de gemeente bekend dat door hem was bedankt voor het beroep naar Bussum. De gemeente leden, in die kerk aanwezig, zongen hem na die mededeeling toe het 3de vers van Psalm 134. Gistermiddag had In de herhalingsschool der „Leidsche Vereeniging tot bevordering van geregeld schoolbezoek" de jaarlykscbe openbare les plaats. In tegenwoordigheid van de hoeren wethouder, leden der plaatselijke schoolcommissie en leden van 't hoofdbestuur der Vereeniging, gaven de 65 aanwezige leer lingen bewijzen van hunne gemaakte vorde ringen en van het doelmatige onderwijs der heeren Van der Jagt (hoofd) en Bremer. By afwezigheid van den voorzitter en vice-voor- zitter beiden door ambtsbezigheden verhin derd reikte de secretaris, de heer E. Krui singa Dz., onder een toepasseiyk en bemoedi gend woorrd aan de zeven leerlingen, die de school gaan verlaten, fraaie getuigschriften en pryzen uit. Het steeds toenemend getal leerlingen getuigt wel van het goede doel en het degelyke onderwys! Door den heer H. J. Taverne, apotheker alhier, werd eene analyse gemaakt van yzer- houdend water, afkomstig uit eene bron uit de Haarlemmermeer. Deze bron is niet dezelfde als die, welke vroeger door de heeren prof. J. W. Gunning en H. C. Prinsen Geerligs werd onderzocht. De analyse verschilt dan ook aanmerkeiyk van die, welke door ge noemde Amsterdamsche heeren in het licht gegeven is. Hoewel de analyse nog niet in extenso is verschenen, zoo kunnen wy toch nu reeds mededeelen dat in het water, door de heeren G. en P. G. onderzocht, 0.1112 gram dubbel koolzuuryzeroxydule per liter voorkwam, ter- wyi in het door den heer T. onderzochte 0.1667 gram van genoemde stof per liter gevonden werd. Ook in uiterlyk behoeft het laatste water niet voor het eerste onder te doen, daar het volmaakt helder is. PRIJS DER AD VERTENTIEN.- Y»n 1—6 regel. 1.05. Iedore regel meer 0.171. Grootere letters lifter plaatsruimte. Voor hot in- caseeeren buiten de Btad wordt 0.10 berekend. Per Engelsche mail ontvingen we de Bataviasche bladen van 9 April, alsmede de „Deli-Crt." van 9 en 12 April. Op Zaterdag 24 Mei zal te Kethel worden aanbesteed het bouwen van een gemeentehuis voor de gemeenten Kethel en Spaland. Archi tect daarvan is de heer H. J. Jesse te Leiden. Een voormalig stadgenoot, dr. Christiaan Sepp, is Zaterdag te Wyk-aan-Zee in deni ouderdom van ruim 70 jaren overleden. Hier ter stede was hy indertijd predikant by de Doopsgezinde gemeente. Hy genoot toen aller achting en werd ook om zyne milddadigheid tegenover minder bevoorrechte natuurgenooten zeer geprezen. Toen hem op zyn verzoek eervol emeritaat was verleend, vestigde hy zich metterwoon te Amsterdam en werd hier opgevolgd door ook nu reeds wylen dr. Wybrands en later door den tegenwoordigen predikant ds. S. Kutsch Lojenga. Zyn dood is onverwachts ingetreden, want nog slechts enkele dagen geleden had hy de hoofdstad verlaten en zich voor zyne gezond heid naar Wyk-aan-Zee begeven. Hy was een zeer geëerd beoefenaar der kerkeiyke geschiedenis. Zyne geschriften op dat gebied hebben blyvende waarde. Vele zaken, Leiden betreffende, boezemden hem nog steeds groote belangstelling in. By de heden gehouden openbare verkoo- ping van cokes, in partyen van 100, 50, 10 en 5 hectoliters, waren pryzenf 54, f 27.50, f 5.70 en f 2.85. Men meldt ons uit Zoeterwoude dat tot lid van den Barren- en Oud-Groenendykschen polder gekozen is de heer C. P. H. Van Saazen, te Hazerswoude, en tot voorzitter van den drooggemaakten Gelderswoudschen polder de heer W. S. Van der Sterre, te Zoeterwoude. Reeds thans is bepaald dat de Tweede Kamer op Dinsdag 3 Juni a. s. tot hervatting der werkzaamheden zal terugkeeren. Vad Ds. J. Ph. Van der Land, predikant by de Nederduitsch-Hervormde gemeente te Rot terdam, is in den ouderdom van 57 jaar overleden. In 1876 candidaat geworden, werd hy in Augustus van datzelfde jaar predikant te Wons. Na aldaar vier jaar te hebben ge staan, had hy den 5den September 1880 te Rotterdam zyn dienstwerk aanvaard. Sedert Januari 1889 door eene kwaal verhinderd de evangeliebediening waar te nemen, heeft hy zwaar geleden en is Zaterdag namiddag daar aan bezweken. Voor de Woensdag te houden raads zitting te Haarlem is als eerste punt aan de orde gesteld het adres aan Z. M. den Koning van het raadslid don heer Gallandat Huet, omtrent de herbenoeming van den burgemeester, en het togenadres der 22 raadsleden. Uit 's-Gravenhage wordt bericht dat het voorstel tot herziening der wot betreffende de besmettelyke ziekten en de opheffing van de verplichte koepokinenting stellig nog dezen zomer mag worden verwacht. (N. v. d. D.) Zelfzingers. De vorige week had in het lokaal-Van der Horst te Dordrecht de tweede zangwedstryd plaats, „aangeboden door de nationale party aan de zangclubs van zelf zingers te Dordrecht." De „Dordrechtsche Courant" geeft van dit feest het volgende verBlag. De mededingende zangclubs waren: „De Merel" (mannen), „De Nachtegaal" (vrou wen en meisjes), „De Winterkoning" (mannen), „Het Sysje" (meisjee) en „De Putter" (jongens). Nadat de geuoodigden, die in zeer grooten getale waren opgekomen, door de zangclubs begroet waren met het zingen van „'t Vogel lied", beklom het hoofd der nationale party, mr. H. O. Van der Linden van Snelrewaard, de versierde tribune, van waar hy tot de ver gaderden een woord van welkom richtte, hun uiteenzette wat zelfzingen is en hen de een voudige decoratie verklaarde, welke op het tooneel was aangebracht. Daarna werden de diploma's uitgereikt aan de bekroonde inzen ders van zangwyzen op een tweetal liederen, „Tuinlied" en „Voorbeeldlied" getiteld. Op het „Tuinlied" waren 8 antwoorden ingekomen. Bekroond werden met den laten prys de heer A. C. Hazenbosch, met den 2den prys de heer J. Madlener en mot den 3den prys de heeren B. Vermeulen en P. B. Nieuwenhuis Jr. Het „Voorbeeldlied" hadden 7 inzenders op toon gezet, waarvan bekroond werden de heeren B. H. H. De Koning met den lsten, J. Madlener met den 2den en A. C. Hazenbosch met den 3den prys. Met het gezamoniyk zingen van het „Wien Neerlandsch bloed" werd vervolgens de wed- stryd tusBchen de vyf Zangclubs geopend, waarvan de uitslag was dat de jury toekende aan: „De Winterkoning", den lsten prys 30), aan „Het Sysje" den 2den prys 25), aan „De Putter" en „De Merel" elk een 3den prys (20) en aan „De Nachtegaal" den 4den pry3 15) en f 5 extra, omdat die Club de moeilykste melodie van een der liederen had moeten zingen. De jury bestond uit de heeren mr. H. O. Van der Linden van Snelrewaard, A. C. Hazenbosch en G. J. De Vries Jzn., van Dordrecht, en M. D. Honnerlage Grete en H. J. Theyse Lzn., van Schiedam. Tot zoover het verslag van de „Dord. Crt." Wie van de „zelfzingers" wat meer ver langt te weten, kan zyne wenecheh bevredigen door zich de „Zelfzingers-liederen" aan te schaffen, uitgegeven door de „Nationale Party" te Dordrecht, die zich, als wy het wel be- grypen, voornameiyk ten doel stelt jongens en meisjes, mannen en vrouwen te helpen, die, zonder kosten te maken, en dus ook zon der deskundige leiding, den zang beoefenen, alleen om zichzolven genoegen te verschaffen. Aan den heer J. W. Post, te Utrecht, id ingevolge zyne tydelyke benoeming tot inge nieur 2de kl. by den spoorwegaanleg in Ned.- Indiê een verlof van 3'/, jaar verleend uit den dienst by de Maatschappü tot Expl. van Staatsspoorwegen, ingaande 10 Mei 1890. De civiel-ingenieur E. Haverkamp, laat stelijk werkzaam by de Philadelphia Brids Works te Pottstown (Pennsylvania in de Ver. Staten van Amerika, is benoemd tot adjunct ingenieur by de Ned. Zuid-Afrikaansche Spoor- wegmaatschappy, en vertrekt 16 Mei a. s. naar de Transvaal. Het hoofdbestuur der Nederlandsche Maatschappy ter bevordering der pharmacie- heeft zich tot den minister van binnenlandsche zaken gewend met het verzoek, eene per manente Pbarmacopee commissie aan te stel len. De taak van zoodanige commissie zon dan zyn het beproeven of aangeven van nieuwe of verbeterde wyzen van onderzoek, zoowel van reeds gebruikeiyke als van nieuwe geneesmiddelen, ten einde, naar gelang dor gebleken behoeften, een byvoegsel aan de Pharmacopee samen te stellen. De vereeniging „Het Pensioenverbond" te Amsterdam zal eene buitengewone alge- meene vergadering houdon op 21 Juni a. s., te 1 uur, in het gebouw der Maatschappy van den Werkenden Stand. Nu de wetsont werpen tot regeling der pensioenen van de burgerlyke ambtenaren, hunne weduwen en weezen door de Staten-Generaal zyn aange nomen, is het doel der vereeniging bereikt en bestaat er aanleiding om, ingevolge de statuten, de ontbinding der vereeniging voor te stellen. Het stoomschip „Amsterdam" vertrok 10 Mei van Nieuw-York naar Amsterdam; de „Conrad," van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 11 Mei te Southamptonde „Prinses Amalia," van Batavia naar Amsterdam, ver trok 10 Mei van Padang; de „Spaamdam," van Rotterdam naar Nieuw-York, vertrok 10 ROMAN VAN XAYIER DE MOXTÉPIV 97) „Maar die toch ook geneesiyk is, wil ik hopen." „Geneesiyk is die kwaal zeker, wanneer het middel er maar toe te vinden is." „Ik begryp je niet, Raymond." „Eén woord zal u alles verklarenPaul is verliefd." „En wordt zijne liefde niet gedeeld?" „Ik weet het niet. Hy heeft het voorwerp van deze liefde slechts éénmaal geziensedert is het verdwenen." „En wie is dat meisje, waar heeft hij haar ontmoet?" „Ik weet het niet." „Heb je hem er dan niet naar gevraagd „Nog niet, maar ik zal er hem naar vra gen, en als ik slechts een uitgangspunt heb, zal ik die vrouw zoeken en niet rusten, voordat ik haar gevonden heb. Maar och, ik stuit op onoverkomelyke hinderpalen. Ik ben geen meester over myzelven, elk oogen- blik wordt mjjne hulp aan de prefectuur ge vraagd, en u weet maar al te goed, dat ik niet weigeren kan." „Maar Raymond, juist de betrekking, welke je bekleedt, kan je van dienst zyn om dat meisje op te sporen." „En wanvoer ik haar vindt zal dan aan de liefde van Paul voldaan kunnen worden, zal dat meisje, aangenomen dat zy hem be mint, hare hand kunnen schenken aan den zoon van oen vader, die zulk een verleden achter zich heeft, als ik? O! het is niet ge noeg, dat mijn leven verwoest is, het afschu- weiyk verleden zal ook nog als een vloek nederdalen op hot hoofd van myn kind." Terwyl hy deze laatste woorden sprak, drukte Raymond de handen tegen zyn gelaat en zonk als verpletterd in zyn stoel achterover. „Houd moed, myn waarde Raymond", zei de gravin; „je vrees is ongegrond, het verleden zal een diep geheim kunnen blyven, en ik heb reden om te hopen dat je spoedig je eigen meester weer zijn zult." „Heeft mevrouw de gravin zich met myne belangen beziggehouden?" „Ja, ik heb verscheidene invloedryke per sonen over je gesproken, en ik ben er in geslaagd, den vertrouwden secretaris van den minister van justitie in je voordeel te winnen ik verwacht weldra gunstige resultaten van myne bemoeiingen." „O! mevrouw, wat is u goed!" riep Ray mond geroerd uit. „Je verdient myne goedheid ten volle, Raymond I Ook je chef, de prefect van politie, koestert veel achting en genegen heid voor je." „Ja, mynheer de prefect doet voor my wat hy kan, maar ik ben in myne werk zaamheden ook zeer gelukkig. Nog dezer dagen heb ik der justitie een grooten dienst bewezen." „Zooveel te beter, dat zal myne poging, om den minister gunstig voor je te stemmen, zeer ten goede komon." „O! mevrouw, hoe vurig wensch ik dat u slagen zult. Myn toestand, welke altyd pyn- lyk is geweest, wordt nu onhoudbaar. Nu Paul in myne nabyheid is, moetik deneenen leugen op den anderen stapelen, my in een nevel van geheimzinnigheid hullen en myne levenswyze verbergen als een ellendeling, een schurk. O! die schandvlek, welke aan my kleeft! Stel u voor, dat Paul het vorledene te weten kwam, wat zou er dan overblyven van de achting en liefde, welke hy voor my gevoelt* Hy zou zich over my moeten schamen, ja, my wellicht vloeken." „Je overdryft, myn vriend I Zeker zou de waarheid Paul doen verschrikken, maar wanneer hy de volle waarheid vernam, zou hy medelyden met zyn vader hebben, maar niet minder liefde en achting voor hem ge voelen. Doch houd moed, vertrouw op my; weldra zal je verlost zyn van je kwelling." Groote tranen rolden over de wangen van Raymond, de gravin reikte hem de hand, hy drukte er dankbaar zyne lippen op. Er volgde eene korte pauze. „Waarde Raymond", zeide de gravin, „je kent Parys dóór en dóór; je moet my eenige inlichtingen geven." „Omtrent wat, mevrouw?" „Omtrent een Amerikaanschen dokter, zeke ren Thompson. Ken je hem?" „Zéker. Hy is een groot geleerde, die zich eerst kort geleden te Parys gevestigd heeft. Ik ben heden met myn zoon by hem ge weest. Hy boezemt my een onbeperkt ver trouwen in." „Dus je houdt hem niet voor een kwak zalver „Zeker niet, hy is oen man van verdiensten." „Maar dan begryp ik den brief niet, dien hy my gezonden heeft." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 1