N°. 9259.
Zaterdag 26 April.
A». 1890.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 25 April.
Feuilleton.
Het Roode Testament.
LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommera0.05.
PRIJS DER AD VERTENT IEN:
Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17$.
Grootere lettors naar plaatsruimte. Voor hot in-
casaceren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Zij, die zich nu abonneeren op
het Leidsch Dagblad, ontvangen de
tot 1 Mei verschijnende nummers
gratis. Van het kwartaal Maart,
April en Mei wordt dan alleen de
laatste maand (ad 37 Cents voor
Abonnó's binnen de stad en ad 47
Cents voor die buiten de stad woon
achtig zjjn) in rekening gebracht.
Officieel© Kennisgeyingen
De Voorzitter van den Gemeenteraad van Leiden;
Gezien art. 31 der Wet van 4 Juli 1850 (Staats
blad No. 37), zooals die is gewijzigd bij art. VII der
Additioneele artikelen van do Grondwet;
Brengt ter algemeone kennis, dat de lijsten der
kiezers van leden van de Tweede Kamer, de Provin
ciale Staten en den Gemeenteraad op heden zijn
gesloten, opnieuw aangeplakt en gedurende acht
dagen op de Secretarie dezer gemeente voor een ieder
ter inzage nedergelegd.
Leiden, De Voorzitter voornoemd,
25 April 1690. DE KANTER.
Aan de stad onzer inwoning is wederom
een hoogst achtenswaardig man ontvallen. De
lieer Gerardus Aalbertsberg overleed heden
in den ouderdom van 78 jaren.
In het jaar 1880 als officier van gezondheid
uitgetrokken naar de Belgische grenzen, ves
tigde hjj zich na zijn ontslag uit den mili
tairen dienst hier ter stede, zyne geboorte
plaats, als heel- en verloskundige, en hoezeer
hij sedert die reeks van jaren het algemeen ver
trouwen genoot, bewees wel de uitgebreide
praktijk, waarin hij zich in allerlei rang en
stand mocht verheugen.
Hulpvaardig als by was en steeds met toe-
wydiug op zyn post daar, waar zijne hulp
en kennis worden ingeroepen, paarde hy aan
zyne kundigheden oene minzaamheid, welke
ieder voor hem deed innemen.
Geen wonder daarom dat, toen hy zyn gouden
ambtsfeest mocht vieren en ook in het byzonder
toen hy verleden jaar zyn 50-jarig huweiyk
herdacht, allen, die hem op deze of gene
wyze hadden loeren kennen, hem de warmste
blyken hunner waardeering en hoogachting
deden toekomen.
Die dagen werden hem en zyne familie tot
ware feestdagen gemaakt; ze waren de tolken
dar liefde, welke hy zich in zyne veeljarige
praktyk van zyne patiënten en anderen had
verworven.
Die dagen allécr. zeggen meer dan vele
woorden; ze zyn sprekende feiten.
Ofschoon het in den laateten tyd merkbaar
was, dat de kracht der jaren voor hem tot
het verledene behoorde, toch kon hy zich
geene slgeheele rust gunnen en verleende hy
nog gaarne bystand waar men die van hem
verlangde. Waar het de vervulling van zyn
ambt betrof, bleef hy met deelnoming en opge
wektheid voor den lydenden mensch bezield,
niet het minst ook tegenover zyne minder
bedeelde natuurgenooten, die hy als stads
heelmeester mot raad en daad bijstond.
Niet alleen door zyne betrekkingen, maar
ook door vele, zeer vele familién zal zyn
afsterven diep betreurd worden. Zyae nage
dachtenis zal er steeds in eere blyven.
By beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken van 24 dezer is aan
den heer E. G. A. Ten Siethoff, met ingang
van 1 Mei 1890, op zyn verzoek, eervol ont
slag verleend als assistent voor de patho
logische anatomie by de Rijks-universiteit te
Leiden.
De samenstelling der commissie, heiast
met het afnemen der eindexamens van de
hoogere burgerscholen in Noord-Holland is
aldus: lid en voerzitter dr. J. D. Boeke, dir.
der Ryks-H. B.-S. te Alkmaar; leden: J. J.
Terwen, leeraar te id.; dr. B. J. Van der
Pleeg, id. H. B.-S. 5-jar. cursus te Amster
dam; dr. J. C. Costerus, id. te id.; R. Zui-
dema, id. te Haarlem; E. A. W. Pauw, id.
te id.; A. W. Gravelaar, id. te Zaandam;
C. W. Van der Zeyde, id. te id.; dr. A. C.
Van Ryn van Alkemade, leeraar H. B.-S.
te Hoorn; A. Van der Stempel, id. te id.;
dr. B. J. Goossens, id. te Leiden; dr. A. E.
J. Holwerda, id. te id.; C. J. Voortman,
leeraar Handelsschool AmsterdamW. P.
Van Vlissingen, directeur der H. B.-S. te
Enkhuizen.
De examens zullen worden gehouden te
Alkmaar.
Het aantal bezoekers der Ryksvorzame-
lingen en monumenten, gedurende het eerste
kwartaal van het jaar 1890, bedroeg:
Koninkiyk kabinet van schilderyen te 's-Hage
2150, museum Meermanno Westreenianum te
's-Gravenhage 27, Koninkiyk penningkabinet
te 's-Gravenhage 19, Ryks-Museum te Am
sterdam 44,463, Rijks-Museum van Oudheden
te Leiden 672, Ryks-Ethnographisch museum
te Leidon 87, Ryks-kabinet van prenten en
pleisterbeelden te Leiden 37, Gevangenpoort
te 's-Gravenhage 1876, Muiderslot 99, Ruïne
van Brederodo 235, Monument te Heiligerlee
I 43, historische zaal in het Prinsenhof te
Delft 641.
De tot kapitein bevorderde luitenant
1 Berends, van het 4de regiment infanterie,
wordt op 1 Mei a. s. in zyn nieuwen rang
naar het 7de regiment infanterie overgeplaatst.
De verkieziDg van een tweeden Raad
(11 leden) ter beoordeeling van het al of niet
wenschelyke van de annexatie door do ge
meente Leiden van een gedeelte der gemeente
Oegstgeest zal voor laatstgenoemde gemeente
plaats hebben op Dinsdag 29 April a. 8.
Zondag, 27 April a. 8., des voormiddags
te tien uren, hoopt de heer D. A. Van Haselen,
predikant te Alkmaar, in de Ned.-Herv. kerk
te Leiderdorp voor de gemeente op te treden.
Nader kan worden medegedeeld, dat
aan den luitenant-kolonel van het regiment
grenadiers en jagers, Simon, by zyne plaat
sing als adjudant by 'sKonings Militair Huis,
de titulaire rang is toegekend van kolonel
der infanterie, een en ander buiten bezwaar
van 's Ryks schatkist.
De nieuwbenoemde ordonnanceofficier
van den Koning, de luitenant jhr. Van Such-
telen van de Haere, is hedenochtend uit Den
Haag naar Het Loo vertrokken.
De luitenant-generaal J. M. Van der Star,
chef van den general en staf, zal weldra den
militairen dienst met pensioen verlaten.
Als zyn opvolger wordt genoemd d<?generaal-
majoor Schneider, inspecteur van hot wapen
der artillerie, wien gelyktydig de rang van
luitenant-generaal zou worden toegekend.
De Gedeputeerde Staten der provincie
Zuid-Holland hebben bepaaldlo. dat de ver
kiezing van een lid der Staten dezer provincie
in het hoofdkiesdistrict Sliedrecht, ter ver
vulling der vacature, ontstaan door betover-
lyden van den heer L. A. Van Haaften, zal
plaats hebben op Dinsdag 3 Juni a. s.2o.
dat de herstemming, zoo die noodig mocht
zyn, zal geschieden op Dinsdag 17 Juni d. a. v.
Ter vervanging van den tot majoor be
vorderden kapitein-adjudant J. C. Van Scherm
beek is de kapitein J. Van Wyk, ridder der
Militaire Willemsorde, bestemd om op te treden
als regiments-adjudant by het 7de reg. infan
terie te Amsterdam.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft, met ingang van 1 Juni a. s., aan deD
heer A. A. Hamer, op zyn verzoek, eervol
ontslag verleend als assistent voor de tand
heelkunde by de Ryks universiteit te Utrecht.
Het stoomschip „Drente", van Batavia
naar Rotterdam, is 23 April Sagres gepas
seerd; de „Merapi", van Rotterdam naar
Batavia, vertrok 24 April van Suezde „Soe-
rabaia", van Batavia naar Rotterdam, arri
veerde 24 April te Suez; de „Burgemeester
Den Tex", van Amsterdam naar Batavia, ver
trok 24 April van Genua; de „P. Caland"
vertrok 24 April van Nieuw-York naar Rot
terdam de „Prinses Wilhelmina", van Batavia
naar Amsterdam, vertrok 24 April van Genua.
By koninkiyk bosluit is aan den tweeden
luit. D. H. Brondgeest, van het 8de reg.
huzaren, op zyn verzoek, een eervol ontslag
verleend uit den militairen dienst.
Met ingang van 25 April 1890 is de directeur
by de Rijkstelegraaf A. Boomsma benoemd
tot telegraphist der eerste klasse.
Gremeii gd Nieuws.
Hedenavond vertrekt reeds van
hier een groot gedeelte der miliciens van de
lichting 1885 met groot verlof naar hunne woon
plaatsen, terwyl morgen de overige in detache
menten vereenigd zullen worden om aldus onder
geleide naar hunne haardsteden terug te keeren.
Beklaagd als dienstbode by een
winkelier in manufacturen in de Wagenstraat
te 's-Hage verschillende goederen te hebben
ontvreemd, stond gisteren een 17-jarig meisje
voor de arrond.-rechtbank te 's-Gravenhage
terecht.
De bekt. bekeDde volmondig deze diefstallen
op verschillende tydstippen bedreven te heb
ben. Hoe zy er toe gekomen was, kon zy
niet verklaren. In aanmerking nemende de
gunstige verklaring, omtrent het gedrag van
bekl. door haren meester afgelegd, vorderde
de subst.-officier van justitie mr. Van But-
tingha Wichers veroordeeling van bekl. we
gens diefstal, tet 1 maand gevangenisstraf.
Eene tapster uit Delft, tegen wie proces
verbaal werd opgemaakt, omdat haar hondje
niet voldoende voor de belasting was aangege
ven, boleedigde by die gelegenheid den agent
van politie, die haar bekeurde, door hem in het
publiek te verwyten, dat hy voor het kanton
gerecht een valschen eed zou hebben afgelegd.
Het O. M. vorderde veroordeeling van be
klaagde tot 5 dagen gevangenisstraf.
Voor een knaap van 15 jaren, die in de
Van-Speykstraat te 's-Hage eene winkellade
met ongeveer 1.50 lichtte en eene worst uit
dien winkel ontvreemdde, vorderde het O. M.
by de Haagsche rechtbank opzending naar
een Ryks opvoedingsgesticht tot 6 Januari
1893; voor een persoon, die uit oene mand,
vervoerd per bestelwagen van de Rynspoor-
weg-maatschappy, eenige nieren ontvreemdde,
vorderde het O. M. 10 dagen en voor een
medegeleider, die van de gestolen nieren had
medegegeten, 5 dagen gevangenisstraf.
Uitspraak in de verschillende zaken over
8 dagen.
ROMAN VAN
XAVIER BE MOjVTÉPIW.
66)
„Ik zal u er heen roeien, mynheer Fabien",
zeide Boulenois; eerst zullen wy de vertering
betalen. Parbleu, al ben ik nooit ryk geweest,
kan ik toch altyd zeggen, dat ik geruïneerd
ben. Dat geeft ten minste nog een deftig idee."
De kellner werd geroepen, de vertering
door Boulenois en Duvernoy betaald en Ame-
deus begaf zich naar „Le Petit Castel", ter
wyl de Bunsing met Fabien de Marne
afroeide.
Jacques Lagarde zag de drie erfgenamen na.
„Arme, bedrogen erfgenamen," mompelde
hy„er kan u geen geluk geschieden, dan
dat „Het Roode Testament" in myne handen
valt. De erfenis ontsnapt u toch, maar zoo
„Het Roode Testament" my ontsnapt, zoo
veel te erger voor u."
Zooals Boulenois gezegd had, bevond Paul
zich in de nabyheid van „Le Petit-Castel."
Hy vischte, althans, hy had een hengel in
de hand, maar zyne oogen waren onafge
wend op den tuin gericht, waar hy hoopte
het schoone, onbekende meisje te zien. IJdele
hoop, Martha bleef onzichtbaar.
Onder andere omstandigheden zou het be
zoek van Fabien hem buitengewoon verheugd
hebben; nu was zyn vriend hem onwelkom,
want hy zag zich nu genoodzaakt zyn plan
om Martha weer te zien voor heden op te
geven. Den geheelen dag was Paul echter
zóo verstrooid en afgetrokken, dat Fabien, die
plan gemaakt had eenige dagen by z(jn vriend
te blyven, denzolfden avond weder naar Parys
terugkeerde.
Ook Martha verlangde vurig den visscher
weer te zien, wiens naam zy nu had ver
nomen. Zy wilde echter niet dat de dokter
iets van hare liefde zou bemerken; daarom
wachtte zy in stilte tot hy naar huis terug
zou keeren.
Jacques Lagarde zou bemerkt hebben, dat
er iets buitengewoons was in de houding van
Martha. Hy was echter te veel met zyne
eigen gedachten vervuld om daarop te letten.
Zoodra Martha thuis kwam, ging zy naar den
tuin, liep langs de rivier, maar, helaas, er
was geene boot te zien. Paul Fromental
was er niet.
LIV.
Raymond Fromental zocht vol y ver naar de
boekendieven, maar hoeveel moeite hy zich
gaf, geen spoor had by vooralsnog van de
booswichten kunnen ontdekken.
Toch gaf by den moed niet op. Hy en
zyne helpers Bouvard en Pradier, bezochten
onder allerlei vermommingen de boekverkoo-
pers en bibliothecarissen van Parys.
Zoo trad hy, als Engelschman vermomd,
op zekeren morgen by een boekhandelaar in
de rue Dauphine binnen.
„Mr. Duchemin, if you please?" zeide hy
tegen den bediende, die hem opendeed.
„Dat is hier."
„Is hy thuis?"
„Ja, mynheer, wil u maar boven komen?"
Raymond volgde den bediende naar de
bibliotheek, waar hy door den bibliothecaris
Duchemin werd ontvangen.
„Mynheer", begon Raymond, „ik ben vreem
deling, Engelschman, en maak eene pleizier-
reis in Frankryk. Ik bezit te Londen eene biblio
theek u moet weten dat ik een hartstochtelyk
liefhebber ben van oude, zeldzame boeken.
Men heeft my uw adres gegeven als dat van
eene der best voorziene bibliotheken te Parys,
Een van myne vrienden te Londen heeft my
verzocht eenige boekwerken voor hem op
te sporen, welke by ons in Londen niet ver-
krygbaar zyn."
„Het vereert my buitengewoon, mynheer,
dat myn naam zelfs tot in Londen bekend
is", zeide Duchemin. „Myne bibliotheek wordt
trouwens ook meer door vreemdelingen dan
door myne stadgenooten bezocht."
„Myn vriend, die een even hartstochtelyk
liefhebber van boeken is als ik, en die daar
enboven veel meer geld daaraan kan besteden,
heeft my een lystje meegegeven van eenige
werken, welke hy tot eiken prys wil hebben.
Myn uitstapje naar Parys kwam hem uit
muntend te pas, maar nu stel ik er van
myn kant ook eer op de boeken voor hem
mee te brengen."
„De werken, welke uw vriend voor zyne
bibliotheek verlangt aan te koopen, zullen
zeker wel hoogst zeldzaam zyn. 'Wees ver
zekerd, mynheer, dat het my een groot ge
noegen zal zyn, u en hem van dienst te wezen.
U heeft ze op een lystje, zeide u?"
„Juist, mynheer; wil u dit maar eens
nazien
(Wordt vervolgd.)