H°. 9257.
I>oiicIei*clag 24 April.
(Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit Rommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 23 April.
Feuilleton.
Het Roode Testament.
A9. 1890.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden1.10.
Franco per postw 1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer ƒ0.17}.
Grooterc letters naar plaatsruimte. Voor hef. iu-
casseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Wy vestigen de aandacht op de 105de
algemeene vergadering van het Genootschap
.Mathesis Scientiarum Genitrix" alhier, welke
zal gehouden worden in het Nutsgebouw op
Vrydag 25 April a. s., te acht uren des avonds.
Heden is te 's-Hage geslaagd voor het
examen lager onderwys mejuffrouw E. Hoog
vliet, van Leiden.
Ter verkiezing van oen lid voor de Tweede
Kamer in het kiesdistrict Delft waren uitge
bracht 2670 geldige stemmen.
De volstrekte meerderheid bedroeg dus 1336.
Gekozen is de candidaat der anti-revolution-
nairen en katholieken, mr. H. A. Van de
Velde, burgemeester van Loosduinen, met
1393 stemmen.
Op den candidaat der liberalen, jhr. mr.
A. P. C. Van Karnebeek, oud-minister van
buitenlandsche zaken, oud-commissaris des
Konings in Zeeland, waren 1274 stemmen
uitgebracht.
Geiyk reeds gemeld is, hebben d# mi
nisters van marine en van oorlog hunne
memorie van beantwoording ingezonden om
trent het wetsontwerp tot regeling der pen
sioenen van de mindere geëmployeerden, enz.
op daggeld werkzaam by de inrichtingen van
's Ryks zee- en landmacht. Daaraan is toe.
gevoegd een gewyzigd wetsontwerp.
Do Regeering verklaart hoogen prys te
stollen op het Bpoedig tot stand komen van
dit ontwerp, daar by de landmacht vele per
sonen zun, die na 1 Juli 1854 zyn in dienst
getreden en anders geen pensioen kunnen
verkrygen, ofschoon daartoe in de termen
vallende.
Bovendien is spoed gewenscht, omdat, in
afwachting der beslissing, zoo min mogeiyk
personeel by 's Ryks inrichtingen voor zee-
en landmacht wordt ontslagen.
Uit een finantiëel oogpunt kan het ontwerp
geen overwegend bezwaar opleveren, daar de
verhooging van uitgaven eerst na verschei
dene jaren gelydelyk tot f 110,000 zal stygen.
Eene bydrage voor het pensioen kan van
den belanghebbende niet worden gevorderd
zonder evenredige loonsverhooging, terwyi de
Staat daarvoor zedeiyk, meer dan wenscheiyk
is, tot het blyvend in dienst houden van per
soneel zou verbonden worden. Tegen eene
regeling, waarby de hierbedoelde personen,
ook al hebben zy niets bygedragen, voor elk
jaar dienst, onverschillig wanneer en waarom
de dienstbetrekking heeft opgehouden, pen
sioen zouden erlangen, heeft de Regeering
bezwaar, en dit vooral omdat dan do band
tusschen de werklieden en den Staat veel
losser zou worden dan in het Staatsbelang
wenschelyk is.
Al stelt zy die werklieden niet gelyk met
ambtenaren, zoo meent zy toch dat het zeer
verkieseiyk is om langdurigen dienst van hen
zooveel mogelyk in de hand te werken. Ont
slag van mindere geëmployeerden enz. wordt
dan ook inderdaad niet zoo willekeurig ver-
leond als sommige Kamerleden wel meonen.
Ey de andere departementen zyn geene mindere
geëmployeerden werkzaam, die op pensionnee-
ring aanspraak zouden kunnen maken. Alleen
by een tweetal takken van dienst, tot het
departement van financiën behoorende, zyn
zeer enkele vaste werklieden op dagloon werk
zaam, doch zy zouden eventueel in aanmerking
kunnen komen voor een burgeriyk pensioen.
Werd aan een 60-tal vaste werklieden by het
koloniale établisement te Amsterdam aanspraak
op pensioen gegeven, dan zouden die pensioo-
nen ten laste der Indische begrooting moeten
komen.
By de wyzi gingen is o. ade diensttyd by
pensioen wegens ongeschiktheid van 20 jaren
op een maximum van 10 jaren gebracht.
Uit zeer vertrouwbare bron verneemt de
„Prov. Gron. Crt." dat by de Maatschappy
tot exploitatie van staatsspoorwegen het voor
nemen bestaat tot invoering van een nieuw
tarief voor reizigers volgens het Zönenstelsel,
in den geest, doch met aanmerkelyke verbe
teringen, van dat, 't welk sedert 1 Augustus
van hot vorige jaar op de Koninklyke Hon-
gaarsche staatsspoorwegen met veel succes in
werking is gebracht. (By deze spoorwegen
zyn o. a. de retourkaarten afgeschaft.)
Volgens dit stelsel wordt het tarief over
alle staatsspoorwegen geregeld naar drie Zónen
(kringen), waarvan elke een opklimmend
aantal kilometers omvat. (Voor het verkeer
op korte afstanden, zoogenaamd Buurtverkeer,
zal een uitzonderings-tarief gelden.) De
pryzen zyn in vergelyking met de tegen
woordige buitengewoon laag.
In verband hiermede zullen ook de vracht-
pryzen voor bagage belangryk verlaagd en
de formaliteiten, daaraan tegenwoordig ver
bonden, zeer vereenvoudigd worden. Een
en ander zal het reizen, vooral op grootere
afstanden, ongetwyfeld bevorderen.
Hoewel de invoering van dit nieuwe tarief
niet bepaald afhankelyk is van de aanneming
der bekende spoorweg-overeenkomsten, echynt
toch de invoering van deze verbetering vrij
zeker te zyn, wanneer de Exploitatio-maat-
schappy over meer lynen kan beschikken en
dust door het verkeer met Holland dat tarief
eene ruimere toepassing kan vinden.
Terwyl men thans, om slochts een enkel
doch sprekend voorbeeld te noemen, voor
eene enkele reis in de derde klasse van Nieuwe
Schans naar Den Haag betaalt f 6,05, zou
men dan dezelfde reis, doch heen en terug, in de
eerste klasse kunnen maken voor 5 cents minder.
Uit vertrouwbare bron verneemt men,
dat mr. H. graaf Van Limburg Stirum, met
ingang op 1 Juni a. s., eervol ontslag heeft
verzocht al3 burgemeester van Noordwyk.
Door den Commissaris des Konings zyn
te Zoeterwoude ter inlyving by de nationale
nailitie op 8 Mei aanstaande opgeroepen de
volgende lotelingen van dit jaarJ. D. Hooger-
vorst, W. A. Hill, J. Do Graaff, Th. J. W.
De Chaufepié, W. Rynsburger, H. Dullemans,
A. Lambrechts, L. Onderwater, U. Koppier,
W. N. Bongenaar, L. H. Lagerberg, J. N.
Wittenaar en M. De Jong.
Tot lid van den gemeenteraad te Ouds-
hoorn is gekozen de heer J. H. Treur (lib.)
met 116 stemmen. De heer A. Verduyn (anti-
rev.) bekwam 60 stemmen.
De van het 4de reg. inf. by het reg.
gren. en jagers teruggeplaatste majoor J. L.
De Bock is belast met het commando over
het 3de bat. grenadiers.
De bekwame schilder P. Van der Velden,
laatstelyk te Noordwyk woonachtig, is gis
teren met zyn gezin via Engeland naar
Australië vertrokken, waar hy zich voor
eenige jaren onder goede vooruitzichten vestigt.
Het Delftsche Studentencorps heeft
hedennamiddag te 3 uren, als aandenken
van het 25-jarig bestaan der Pol. School te
Delft, aan die inrichting ten geschenke aan
geboden het prachtig geschilderd portret van
prof. A. C. Oudemans, dir. der Pol. School.
Het portret is geschilderd door den heer
A. Le Comte, leeraar aan de Pol. School.
Het bericht van „De West-Indier," vol
gens hetwelk de gouverneur van Suriname,
jhr. De Savomin Lohman, zyn ontslag zou
hebben aangevraagd, is, volgens „alleszins
vertrouwbare inlichtingen", door het „Haagsche
Dagbl." ontvangen, uit de lucht gegrepen.
De heer Jan Helenus Ferguson, de
Nederlandsche minister-resident en consul-
generaal in China, vóór den terugkeer naar
zyne standplaats een reisje door Nederland
makende, is, te Deventer aankomende, daar
door „rubeolae" (de zoogenaamde „roode
hond") aangetast, en wordt thans in het St.
Geertruida-gasthuis daar ter stede verpleegd.
Zyne afreis naar China, welke den 25sten
dezer van Rotterdam, via Amerika en Japan,
zou plaats hebben, is dientengevolge voor
één of twee weken uitgesteld.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
het veeartsenykundig examen, vermeld in
art. 12 der wet van 8 Juli 1874 (Staatsblad
No. 99), zal aanvangen op Maandag 12 Mei
a. s., in de lokalen van '«Ryks Veeartseny-
school te Utrecht.
Men meldt aan het „Utr. Dbl." uit Am
sterdam Het is gelukkig nog verre van zeker,
dat de heer Orelio, uw voormalige stadgenoot,
de gevierde baritonzanger van hetNederlandsch
Operagezelschap, in het buitonland zich zal
engagoeren. Zyn contract verbindt hem nog
voor een jaar aan dat gezelschap en zoo de
toestand van zyne echtgenoote mocht verbe
teren, houdt voor hem de reden op om naar
een zuidelyker, zachter klimaat te trekken
(men spreekt van Trouville en Biarritz) en
daarvoor zyn contract met den heer De Groot
te verbreken.
Evenzeer als zyn heengaan een ernstig ver
lies zou wezen voor de zich zoo gunstig ont
wikkelende Ned. Opera, zou het hem moei-
lyk vallen elders eene plaats te erlangen,
waar zyne kunstenaarsgaven zoo hoog wor
den gewaardeerd als in Amsterdam er. waar
hem de gelegenheid is geboden als concert-
zanger zooveel extra-verdiensten te maken.
Het i6 intusschen bedroevend, dat zyne
echtgenoote wegens hare ziekte vooreerst
waarschyniyk buiten staat zal zyn hare plaats
als zeer verdienstelyke zangeres te hernemen.
De heer De Groot kan haar om die treurige
oorzaak vooralsnog niet engageeren en dit is
(naar wordt gemeld) de aanleiding tot Orelio's
verlangen naar een engagement elders.
Van verschillende zyden worden, zoowel
by den heer De Groot, als by den heer Orelio,
pogingen in het werk gesteld om laatstge
noemde in Amsterdam te behouden.
De heer De Groot houdt zich inmiddels bezig
zyn gezelschap tegen het volgende winter
seizoen zoodanig te versterken, dat de ver
schillende emplooien dubbel worden bezet,
zoodat hy, meer en beter dan tot dusver, in
onze voornaamste provinciesteden voorstellin
gen kan geven.
Hy geeft zich ontzaglyk veel moeite om
ROHAN VAN
X.1TIER DE ÏIO\TÉPI\.
63)
„Juist, je komt om de deuren te capiton-
neeren."
„Mooi zoo 1"
„Ongelukkigerwyze is de aannemer op het
oogenblik niet hier, en ik kan je de noodige
aanwyzingen niet geven."
„Zou hy lang wegblyven?"
„Neen, ik denk wel, dat hy over een uur
hier zal zyn."
„Goed, dan zal ik myn gereedschap maar
zoolang ergens neerleggen en hier of daarin
den omtrek gaan ontbyten."
„Blyf niet te lang weg, want er is haast
bij het werk."
„Geen nood, binnen het uur ben ik terug."
De behanger legde zyn zak met gereed
schap in de vestibule van het huis neer,
tikte weer aan zyne pet en ging been.
Niet lang daarna kwam Martha, gekleed
om uit te gaan, naar buiten. Jacques bood
haar zyn arm en beiden wandelden langs do
Marne tot aan het eiland. Hier lieten zy zich
overzetten en namen plaats in een priëel.
In een priëel naast het hunne zat een
jongmensch met een meisje. Dat jongemensch
was de behangersknecht, die zooeven op „Le
Petit-Castel" geweest was.
Hé, wat is het buiten toch heerlykzeide
het meisje; ik zou wel willen, dat je hier
den geheelen zomer werk hadt."
„Ja, Nini", antwoordde hy, „ik zou het ook
niet onpleizierig vinden, maar, helaas, ik hek
hier niet langer dan een dag of anderhalf
werk. Maar wy zullen er toch zooveel mogelyk
van genieten."
„Morgenochtend gaan wij by zonsopgang
roeien."
„Hè ja, roeien in den morgenstond! Kan
men zich iets heerlykers voorstellen?"
„Afgesproken. Wy ontmoeten elkaar mor
genochtend hier, ontbyten eeist, nemen een
flink glas absinthe
„Neen, Médée, geene gekheid hoor!" viel
het meisje hem in de rede, „je bent een goede
jongen, maar wanneer je absinthe gedronken
hebt, dan is het of de duivel in je huist."
„Goed, goed, Nini, je hebt eigeniyk gelyk
wy zullen er niet meer over spreken."
Een kellner bracht het ontbyt, dat de be
hanger had besteld, en ging vervolgens naar
Jacques om diens bestelling te vragen. Martha
deed eene keus uit de good voorziene
spyskaart.
Terwyl de behanger en zijn meisje zich
het ontbyt goed lieten smaken, landde er
eene oude boot op het eiland en een visscher
sprong aan wal.
Deze visscher was onze oude kennis, de
Bunsing.
De vangst scheen dezen morgen weer goed
te zyn geweest, want de Bunsing haalde
een groot net, vol met visch, uit zyne boot
en droeg het over zyn schouder in de keuken.
Eenige oogenblikken later kwam hy zon
der visch weer naar buiten en slenterde den
tuin rond.
„Hé, Boulenois!" riep de behanger eens
klaps uit, toen hy de Bunsing voorby zyn
priëel zag gaan.
De aangeroepene bleef staan en keek om.
„Wat duivel!" riep hy uit, toen hy den
behanger herkende, „hoe is dat nu mogelyk,
myn oude vriend Amedeus Duvemoy. Wel,
kerel, hoe kom jy hior?"
Jacques Lagarde was byna opgesprongen
van vreugde, toen hy dezen naam hoorde
noemen.
Amedeus Duvernoy, dat was dus ook een
van de erfgenamen van den graaf De Thon-
nerioux, en die man werkte in zyn huis.
Inderdaad, het toeval kwam bem buitenge"
woon to hulp.
Boulenois had aan het tafeltje van zyn
vriend plaats genomen.
„Ja, myn jongen," zeide Amedeus, ik ben
hier heengezonden door myn patroonik heb
eene kleine karwei te doen op „Le Petit-
Caetel" en daarom heb ik Virginia, mijn
meisje, meegenomen. Zy houdt zooveel van
het eiland."
„Zoo, zoo, en kom je nu eerst hier ont
byten? Nu, het is hier een van de beste
restaurants uit den omtrek. Heb je ook
visch besteld?"
„Ja, wy hebben ze wel besteld," zeide Vir
ginia, „maar er was nog geen visch in de
keuken."
„Juist, dat komt, omdat ik nog niet geko
men was", zeide de Bunsing trotsch, „nu
is er wel visch."
„Ik heb zooeven een geheelen voorraad ge
bracht. Je moet ze eens van my proeven.
Langs de geheele Marne vangt niemand zoo
veel visch als ik. Holla, kellner!"
De kellner naderde.
(Wordt vervolgd.)