N°. 9243. HMïis^ciag; April. A". 1830. Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 5 April. FRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Xoimnors0.05. Officieel© Kennisgevingen. De Voorzitter van den Raad der gemeente Leiden brengt bij dezo ter algemeeno kennis, dat de ver kiezing van zeven en twintig leden van de Commissie uit de ingezetenen, bedoeld bij art. 131 der gemeente wet, in verband mot de ontwerpen van wet tot ver andering van de grenzen der gemeente, zal plaats hebben op Dinsdag den 15den April 1890, van des voormiddags negen tot des namiddags vier uren. Leiden, De Voorzitter voornoemd, 5 April 1890. DE KANTEB. Maandag-avond wordt in den schouwburg Alhier het geschiedkundig drama An toinette" opgevoerd. Zooals bekend is, heeft mevrouw Beersmans daarin eene der hoofd rollen; eene reden by uitnemendheid om dien avond den schouwburg te bezoeken. De opbrengst der onlangs door de onder officieren in den Schouwburg alhier gegeven liefdadigheidsvoorstelling, ten bate eener we duwe, bedraagt zuiver de som van 556.50. Uit Leiden wordt aan de „N. R. C." gemeld Na eene langdurige discussie is in onzen Ned. Herv. kerkeraad met 23 tegen 9 stem men besloten, niet terug te komen op het besluit des kerkeraads, in 1874 genomen, om een diaconie-weeshuis te stiohten, zoodat het proces aangaande het legaat van mejuffrouw Snoeck Loysen zal doorgaan. Tot nadere toelichting der aanhangige pro cedure dient, dat door genoemde juffrouw in 1874, of daaromtrent, eene aanzienlijke som gelegateerd is aan het weeshuis der Nederd. Herv. diaconie te Leiden. Daar znlk een weeshuis hier niet bestaat en ook nooit bestaan heeft, maken de regenter. van het eenige hier bestaande Nederd. Her vormde weeshuis, (het Heilige Geest-of Arme Wees- en Kinderhuis) aanspraak op het be sproken legaat, terwyl de diaconie beweert dat aan haar het legaat moet worden uitge- gekeerd. Vandaar een proces, dat eene bres in de fondsen der diaconie of in die van het Ned. Herv. weeshuis zal maken. Men meldt ons uit 's-Gravenhage, dd. 5 April Hedenochtend per trein van 8.25 is naar Duitschland overgebracht het stoffelijk over schot van dr. M. F. A. G. Campbell, biblio thecaris van de Koninklijke Biblietheek alhier. Aan het station van het Rjjnspoor hadden zich een aantal vrienden en vereerders veroenigd om eene laatste hulde aan den afgestorvene te brongen. De onder-bibliothecaris, de heer Wijnmalen, was door ziekte verhinderd tegen woordig te zijn en een laatsten groet te bren gen aan den man, met wien hy zoovele jaren samenwerkte. AUe hoofdambtenaren, ambtenaren en be ambten der bibliotheek waren overigens tegenwoordig. Mede werden opgemerkt de hoeren J. F. L. Schneider, bibliothecaris van de Polytechnische School te Delft, Arnold, conservator van de Gentsche boekery, het bestuur van „Oefening", een aantal Haag- sche letterkundigen en medewerkers aan „De Nederlandsche Spectator", welke heden Camp bell's portret bevat. Nadat het ïyk, dat om halfacht op een voudige wyze naar het station was overge bracht, in een afzonderleken wagen was ge plaatst, hield de voorzitter van „Oefening kweekt Kennis", do heer A. L. H. Ising, eene welsprekende rede, waarin hy den over ledene schetste als een edel men6ch, een voortreffeiyk bibliothecaris en een letter kundige van groote verdiensten. Namens de familie betuigde de heer H. D. Guyot, schoonbroeder van den overledene, dank voor de bewezen eer. Een aantal kransen werd, als weemoedige hulde aan den afgestorvene, op het ïykkleed neergelegd, o. a. eon door het personeel van de Koninklyke Bibliotheek, met opschrift. Nadat de ïykwagen was gesloten en het sein tot vertrek was gegeven, staarden de aanwezigen nog eenige oogenblikken met aan doening den trein na, welke het omhulsel medevoerde van een braaf mensch en vriend, van een wetenschappeiyk man en letter kundige van verdienste. De consul-generaal Hamel, consul der Nederlanden te Amoy, is heden van 's-Graven hage vertrokken, ten einde zich naar zyn post te begeven. By het 3de reg. inf. is mede nog over geplaatst de 1ste luit. D. L. Hoogkamer, van het 4de reg., die echter insgelyks te 's-Hage werkzaam blyft op het bureau van den in specteur der Infanterie. De gemeente Rotterdam heeft voor ƒ8110 aangekocht het huis in de Karresteeg 11, ten einde het politiebureau in de Pauwen- steeg uit te breiden. De heer Wouter Hutschenruyter, te Rotterdam, is benoemd tot tweeden orkest directeur by het orkest van het Amsterdamsche Concertgebouw, onder den heer Kes. Dr. J. Leedegang te Dordrecht, is door den gemeenteraad van Rotterdam met 31 tegen 2 stemmen benoemd tot geneesheer-directeur van het krankzinnigengesticht aldaar. De heer P. Vyverberg heeft ontslag ge nomen als wethouder der gemeente Naaldwyk. Het eind examen der hoogere burger scholen in Zuid-Holland zal dit jaar te Dor drecht plaats hebben. Tot voorzitter der com missie is benoemd dr. Van Deventer aldaar, en tot leden de heeren Salverda de Grave en De Bock, te 's-Hage; dr. Sissingh en Mast- hoff, te Delft; dr. Veth en dr. Van Schaifc, te Rotterdamdr. Bakker en Van de Bruün, te Schiedam; dr. Van Oven, te Dordrecht; dr. Hiebeadaal en Heykoop, te Gorkummr. Fortuyn en Van der Voort, te Gouda. Niet onverwacht, maar daarom niet minder zwaar is de rouw, die opnieuw is gebracht over do Groningsche universiteit, voor welke geen academiejaar zonder rampen scbynt te mogen eindigen. Zy betreurt thans het verscheiden van den hoogleeraar Petrus De Boer, een geleerde, op wien by zyne be noeming, ruim achttien jaren geleden, met recht groote verwachtingen werden gebouwd die in de eerste periode van zyne werkzaam heid aan de universiteit deze verwachtingen schitterend rechtvaardigde, maar wiens werk kracht in de latere jaren werd verlamd door de noodlottige ziekte, welke hy met mannen moed bevocht, maar die niet afliet zyne krach ten te sloopen en die hem op acht en veertig jarigen leeftyd tot haar slachtoffer heeft gemaakt. De Boer was nog geen dertig jaren, toen hem het hoogleeraarsambt ten deel viel. Wèl een bewys hoe vroeg hy zich naam had ver worven in de wetenschap. Niet tevreden met bet reeds zoo hooge eischen stellend doctoraat in de wis- en natuurkunde, legde hy ook op de studie der medicynen zich toe, met zooveel vrucht, dat hy, na in I860 den doctorstitel in de philosophic te hebben verworven, in 1867 ook dien in de medische wetenschappen verkreeg. Aldus reeds op zes-en-twintigjarigen leefiyd toegerust, werd voor De Boer de botanie het vak zynor studiën. In hare geheimen inge- wyd door niemand minder dan Miquel, begaf hy zich naar Leiden tot verdere voortzetting zyner lievelingsstudie, tot hy naar Amsterdam werd geroepen om haar aan de hoogere bur gerschool te onderwazen. Toen in 1871 de hoogleeraar Van Hall zyn emeritaat erlangde, werd De Boer geroepen tot het bezetten van den opengevallen leer stoel, dien hy den 23sten September 1871 ging innemen met het houden eener inwydingsrede over „de waarde van bet vergelykend onder zoek voor de beoefening der plantkunde." "Wat hy in zyno gezonde jaren is geweest voor het academisch onderwijs en voor de wetenschap, daarvan getuigen de gedaante verwisseling, welke de Hortus Botanicus onder zyn bestuur heeft ondergaande bydragen van zijne hand in de tydschriften, aan het vak ge- wyd; de rede over „de verklaring van het karakter der vegetatie," welke hy uitsprak toen hy bij het einde van het academiejaar 1882/83 de rectorale waardigheid aan zyn op volger overdroeg, en het werkzaam aandeel, dat hy had in da verrichtingen van het genoot schap „Physica." Hoe sterk en snel ook zyne krachten af namen, De Boer bleef op de verzorging en uitbreiding van den Hortus bedacht en was tot in de allerlaatste dagen op zyn post. Bemmnelyk in den omgang en, ondanks zyne uitgebreide en veelzydigo kennis, bescheiden on nederig in groote mate, mocht hy op een ruimen kring van vrienden bogen, niet alleen onder zyne ambtgenooten, maar ook daar buiten. Zy betreuren met zyne naaste be trekkingen en de universiteit het verscheiden, in de kracht van het leven, van den dege- lyken beoefenaar der wetenschap, wien gaven waren geschonken van geest en hart, die in den beperkten kring, waarin zy schitterden, niet onopgemerkt bleven en algemeener zouden hebben uitgeblonken, had niet den betreurden man het lichameiyk lyden aangegrepen, waar van slechts de dood hem heeft kunnen bevryden. (P. O. C.) Donderdag herdacht dr. J. W. Gunning, hoogleeraar in de scheikunde aan de gemeente universiteit te Amsterdam, zyne vyf en-twintig- jarige ambtsvervulling. Vele geschenken, nog veel meer golukwenschen ontving hy, ook van de autoriteiten, allen getuigende van hartelyken eerbied en waardeering. Een keur van bloemen sierde zyn feestdag. Onder de belangrykste geschenken, welke hy ontving, was ook een bronzen beeld van Barbédienne, voorstellende „Le Vainqueur," met de vol gende opdracht aan den voet gegraveerd „Jano Guilielmo Gunning, viro etariesimo, magistro optime de se merito Veteros dis- cipuli pharmaciae studiosi." Een bronzen Minerva-bor6tbeeld werd ge zonden door de pharmaceutische studenten- voreeniging „Luctor et Emergo," waarvan de heer Gunning eere-voorzitter en bescherm heer is. Nog andere corporation zouden den geachten hoogleeraar door een geschenk heb ben gehuldigd, indien, toen hem dit plan ter ooren kwam, hyzelf zich daar niet tegen had verzet. Gemengd Nieuws. Eenwinkelier v e r k o o p t g r a a g en een polderwerker oet en drinkt ook graag. Met deze gedachten bezield, kwam in de vorige maand een aantal winkeliers hier ter stede in aanraking met eenige polderwerkers, naar hier gekomen om te werken aan 't nieuwe scheepvaartkanaal naar den L9idschendam. Die lieden kochten van alles, natuurlyk tot groote tevredenheid der leveranciers, die wel een kort krediet wilden verleenen, omdat de koopers zeiden spoedig aan het werk te zullen gaan. Doch de winkeliers mossten ervaren dat cok polderwerkers niet altyd te vertrouwen zyn, daar hun weldra bleek dat de nieuwe klanten zich hadden verwyderd, doch hunne schulden vergaten te betalen. De aandacht wordt er op geves tigd, dat de tentoonstelling in „Amicitia" a. s. Maandag geopend is tot halfzeven de3 avonds. De zoogenaamde Archipelwijk te 's-Hage werd hedenochtend vóór neger, uren geheel in opschudding gebracht door eene droevige gebeurtenis, welke waarschynlyk aan twee jeugdige menschen het leven zal kosten. Een huzaar, daar ter stede in garnizoen, militair oppasser, had liefde opgevat voor een meisje, in dieDst by een officier in de Batjan straat, terwyl dat meisje reeds verkeering had. De huzaar, wetende haar te kunnen spreken in den ochtend, wanneer ay buitens- PHIJS DER. ADVERTENTIEN: Van 16 regels ƒ1.03. Iedere regel moor ƒ0.171. Grootcro letters naar plaatsruimte. Voor liet in- casseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend. huis bezig was workzaamheden to verrichten, begaf zich even halfnegen naar de Batjan straat, sprak haar aan en vroeg haar om haar portret, dat zy weigerde. Na korte woorden wisseling haalde nu de huzaar eene revolver voor den dag en loste tot 3- a 4 maal "toe a bout portant schoten op het ongelukkige meisje, dat oogenblikkeiyk ineenzonk. Onmiddellyk daarna richtte de man het moordend wapen tegen zichzelven en viel dood neer, nadat, toen de wykagent Scherft op het hooren der schoten toeenelde, hy slechts het lyk van den dader vond, dat later per brancard naar het militair hospitaal is overgebracht. Het andere slachtoffer werd mot de meeste zorg in het huis, waar zy diende, binnen gedragen en verpleegd. Het eerst werd ge neeskundige hulp verleend door dr. Steijn Parvé, terwyl ook later nog andere hulp verscheen. Men vreest echter zeer voor haar behoud; een kogel moet in de borst onder het hart zyn terecht gekomenterwyl twee anderen rechterzy en dy getroffen hebben. Het wapen was eene modelrevolver met 6 schoten. Men begrypt welke ontsteltenis deze treu rige gebeurtenis in de gebeele buurt teweeg bracht. Nader wordt nog gemeld dat de huzaar lil de kazerne kwartier-arrest had, ten einde voor den krygsraad terecht gesteld te worden ter zake van insubordinatie jegens den korpo raal, dien hy onlangs met zyn meisje ont moette en hem deswege geslagen had. Hy heeft, na zich met het pistoel gewapend te hebben, uit de cavalerie-kazerne weten te ont snappen en heeft toen gevolg gegeven aan zjjn misdadig voornemen. De verwonde dienstbode is per brancard naar het ziekenhuis vervoerd. Een der schoten moet tot in do maagstreek zyn doorgedrongen. Hedenmorgen omstreeks zeven uren streek een roofvogel in de Choorstra&t te Utrecht neder en pakte een kleinen hond op, waarmede hy naar den Domtoren vloog. De drie kinderen, die Dinsdag te Scherpenzeel werden geboren, zjjn overleden. Een geheimzinnig geval. Eer- gisternacht, te één uur, stapten op den boule vard Magenta te Parys een jonkman met een net gekleed meisje in een rytulg, dat hen naar de rue Lacharrière zou brengen. Nauwe- lyks op weg, riep de jongedame, het raampje openend, don koetsier toe: „wacht even, wacht myn vriend wordt zoo naar". De koetsier zag inderdaad dat de jonkman zieltogend lag en daar er geene apotheek moer in de buurt open was, besloot hij, in overleg met de zenuwachtige dame, naar den politiepost in do rue St.-Vincent de Paul te ryden. Hoe verbaasd was men, toen, daar aangekomen, de dame verdwenen en de zieke beer alleen in 't rytuig was. Naar 't gasthuis Lariboisiëre gebracht, gaf de jongeling, Jules Pepin (vol gens zyne kaartjes), een kantoorbediende uit de ruo d'Aboukir, den geest. Tevergeefs zoekt men zyne vriendin. De hertog van Orleans maakt het uitstekend in de gevangenis van Clair- vaux; eergisteren was de heer Bocher den ganschen dag by hemhy bracht den gevan gene berichten van den graaf van Parijs. De Prins heeft den hertog Luynes, die hem meedeelde, dat velen zyner geestverwanten plan hadden gedurende zyne gevangenschap hunne salons te sluiten, verzocht hen van dit voornemen terug te brengen. „Ik heb myn plicht gedaan en ben in Frankrijk", zou hy hebben gezegd, „dat is alles wat ik ver lang." Daarenboven wilde hy geene stagnatie in de zaken der Parysche neringdoenden be vorderen de handel heeft in de laatste jaren al genoeg gekwynd door 't gemis aan eene hofhouding, meende hy. De reclame iB inderdaad niet onhandig, maar een beetje doorzichtig.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 13