1 LEI DSC II DA DEL AD. I N°. 9234. Woensdag IMaart. A«, ]g9 <§e2e {jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van &cn~ en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat nit TWEE Bladen. Leiden, 25 Maart. Feuilleton. Het Roode Testament. PEUS DEZER COURANT: Toor Leiden per S maanden7TIT", f 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. Zij, die zich nu abonneeren op het Leidsch Dagblad, ontvangen de tot 1 April verschijnende nummers gratis. Van het kwartaal Maart, April en Mei worden dan alleen de beide laatste maanden (ad 74 Cts. voor Abonné's binnen de stad en ad 94 Cents voor die buiten de stad woon achtig zijn) in rekening gebracht. Voor een vrij talrijk publiek, waaronder wij ook een groot aantal dames opmerkten, trad gisteravond in het Nutsgebonw op de heer Julius Sabbe, professor aan het Athenaeum te Brugge, om te voldoen aan de uitnoodi- ging van de Studenten-afdeeling van het „Willemsfonds" alhier. In eene uitnemende improvisatie, in den eigenaardlgen Vlaamschen tongval uitgespro ken, schetste spreker ons de Vlaamsche be weging. Voelde h(j zich hier, zoo sprak hij, in den aanvang wat vreemd, wat verlegen, nu hij voor de eerste maal deze zijde van den Moerdijk betrad, terstond ook week dat gevoel, daar hp zich reeds thuis vond onder ons. Immers, in het Nutsgebouw trad hy op, en juist kon hy modedeelen, dat in het Zuiden het eerste departement van het „Nut" werd gesticht te Brugge, dat weldra anderen zouden volgen. Zóó moest het zynde Zuid-Noder- landers leden van het „Nut", de Noord-Neder- larlders Btryders voor het „Willemsfonds", dit brengt hen saam. Vergaderingen te Ameter- j dam, vergaderingen te Gent zullen dan in de plaats treden van de taai-congressen, voor wier herleving thans wetoig hoop bestaat. Den toestand uit België hier bekend te maken, dat zou zyn doel zyn. Want velen miskennen haar hier. Vaak had hy gevraagd waarom de Vlaamsche beweging hier zoo wei nig steun vond, zoo weinig belangstelling wekte, terwyl toch elders, in Duitschland, in Italië en Ierland een strijd voor eenheid allen meesleepte. Drieërlei was hem geantwoord Sommigen zagen in die Belgen nog de muiters van 1830, anderen verdachten hen van min achting voor al wat Pransch was, weer anderen meenden in die Vlamingen te moeten zien een achterlyken stam. Maar den stryd van 1830 hadden de Vla mingen niet aangebonden. Verachting voor de ROMAN VAN VAYIKR BE MONTÉPUV. 21) „Madame Grandchamps, logeert die bp u, mynheer Lureau?" vroeg hp, terwyl hy een brief uit zyne tasch haalde. „Jawel, die logeert hier." „Als 't u blieft." De besteller wierp den brief op tafel en ver- wyderde zich. „Dit moet de verwachte brief zyn", fluisterde k Pascal zyn vriend in het oor en ging daarna I luide tegen Lureau voort „Als het u hetzelfde is, zal ik dien brief wel aan de dames gaan brengen; ik moet toch juist naar boven." „01 zeer goed, daar doet u mp veel ge noegen mee", antwoordde Lureau, ik heb het druk vandaag, want myne vrouw is naar de markt en ik sta voor alles alleen." Pascal nam den brief op en woog hem op zpne hand, nadat hy het postmerk ge lezen had. „Genève", mompelde hy, „die brief is te licht, dat bet verwachte geld er ingesloten wereldtaal, de taal der beschaafde volken, koes teren de Vlamingen nietzy vragen alleen recht en eerbied voor hunne eigen taal tegen misken ning; het verwyt, dat zy achtertykzouden zyn, Is onwaar, en, staan zy In sommige opzichten niet op een geiyk standpunt als anderen, dan komt dit, omdat het Noorden try en onaf- hankeiyk kon bloeien, terwyl Vlaanderen de onderdaan, de speelbal was, nu eens van Spanje, dan van Oostenrpk, terwyl daar voort durend da oorlog van de groote natiën werd gestreden. Juist sedert zyne vrijmaking, sedert 1815, was het Zuiden ontwaakt. Tegen het opwekken van gevoelens door zekere party, kunnen wij alleen etryden door ook te spreken tot de harten, door andere gevoelens wakker te roepen, die ons zullen beschuttenVaderlandsliefde zal zyn ons schild. De stryd, die in België wordt gevoerd, is niet nieuw. Germanen en Galliërs hebben op dit terrein elkaar ontmoet. Van die dagen reeds dagteekenen de botsingen. Vlaanderen was daarby de voorpost van Noord-Nederland, het heeft de aanvallen opgevangen en het Noorden beschermd. Zoo onder de Bourgondiërs, zoo ook later, de geheele geschiedenis door. Daarom heeft het aanspraak op onze dank baarheid, mag het hulp verwachten van het Noorden. In hooge mate behoeft het dien steun tegen de onderdrukking, waaraan het heeft bloot gestaan. De Vlaamsche kinderen werden on derwezen in eene taal, die z(j niet verstonden de beklaagde hoorde voor de Beven den eisch en de verdediging zonder er iets van te be- grypen; de soldaten werden gecommandeerd door officieren, die zich aan hen niet ver staanbaar konden maken. Hierin is reeds ver andering gekomen, het meest onhoudbare is gewyzlgd geworden, maar van gelykstelling van beide talen is nog geen sprake. Na de pauze besprak prof. Sabbe de toe komst der beweging, het ideaal, dat hare voorstanders zich vormen. Hy weeB er op, hoe de scheiding van 1830 wordt vergeten: in 1880 vierde België wel zyne vyftigjarige onaf hankeiykheid, maar niet ajjue vrymaking van het Noorden; de Nederlandeche gezant zat toen mee aan; later brachten de Koningen elkaar wederzijds bezoeken. Meer eenbeid moet er komen, overeenstemming tusschen beiden. Vooral in de politiek, oy het gebied der defensie hebben zy gelyke belangen, te zaam kunnen zy zyn een machtige staat in Europa, die zich niet hoeft te onthouden van bemoeiing, uit vrees te worden betrokken in verwikkelingen, maar die zich kan doen gel kan zyn. Komaan, ik had juist geraden, toen ik zei dat die bankroetier ook het geld der beide vrouwen heeft verduisterd." Lureau zag zyn jongen gast lachend na. „Hy is verliefd op zyn schoon buurmeisje nu, dat is geen wonder", daeht de logement houder en ging weder aan zyn arbeid. Pascal had inmiddels de tweede verdieping bereikt en klopte bp Martha aan. „Mejuffrouw", zeide hy, toen zy de deur voor hom opende, „deze brief is daar juist voor u gebracht. Ik moest toch naar myne kamer en heb hem meegenomen." „Dank u wel, mynheer," antwoordde Martha. Pascal ging naar zpne kamef en juist kwam ook Jacques de trap op. „Zy heeft den brief, luisteren wy nu," fluis terde hp Jacques toe, en beiden gingen in de kamer en legden hun oor tegen het dunne beschot, dat de afscheiding vormde tusschen hun vertrek en dat van Martha. „Genève, eindelyk," mompelde Martha, ter wyl zp het adres bekeek. Eensklaps verbleekte zy en staarde ontsteld op het adres. „Myn Hemel, wat beteekent dit Het adres is niet door mynheer Darcier gsechreven; ik beef; die brief brengt slechte tydlng." Met bevende vingers scheurde zy de enveloppe den. Vlaanderen heeft reeds zyne eigen kunst, zyn Van Beers, zyn Geyter, zyn Benoit; bp Noord-Nederland sluit dit alles zich aan. Toch is de verbroedering nog weinig. "Waar om? Wy gevoelen ons nog niet genoeg één, wy moeten weer samenkomen. Slechts drie spoorwegen overschrijden nu de grens; ióó velen moeten er komen, dat die grens er onder verdwynt. Voor ondernemingen zoeke men by elkaar kapitaal; in 't familieleven, door huwelijken vermenge men zicht Wanneer wy één zyn, dan kunnen wy ver trouwen in do toekomst, dan kunnen wy ons doen gelden in Europa. Eu al ligt dit nog verre, wij leeren elkaar thans kennen; wy worden saamgebracht, sluiten ons aaneen. Eens komt dan de tyd, dat wy noemen hot Dietsche Vaderlandelke plek, waar do Diet- sche taal gesproken wordt, zelfs in Amerika, zelfs in Zuid-Afrika. Dan zal zyn goedgemaakt de fout van de 16de eeuw, de fout van 1830; dan zal weer byeenzpu wat niet kan gescheiden worden, wat één geheel is. Met aandacht volgde het publiek den spre ker by zyne gloedvolle rede. Ten zeerste vol daan ging men huiswaarts. Wy kunnen niet anders eindigen dan met een woord van dan!; aan het bestuur der Studentenafdeeling van het „Willemsfonds", dat zoo welwillend ook het Leidsche publiek in de gelegenheid stelde met een der stryders voor de Vlaamsche beweging niet slechts kennis te maken, maar ook te worden aangevunrd en meegesleept door zyn ^krachtig woord. Moge het aan de beweging zelve ten goede komen 1 Zy, die het jongste Invitatie-concert van het Studenten-muziekgezelschap „Sempre Cres cendo" in den Schouwburg albler hebben byge- woond, zullen zich herinneren dat daarop door den heer L. Leonldes Van Praag werd uitge voerd een zeer schoon Andante voor violoncel van den heer J. G. H. Mann. Deze compositie, met orkest of piano, ie thans bp den heer Joh. J. Eggers alhier in druk verschenen en het blykt daaruit tevens dat ze is opgedragen aan hem, die haar op bovengenoemd concert voor de eerste maal ten gehoore bracht. Behalve de groote verdiensten, welke dit werk als compositie bezit, is ook de lithogra- phische uitroeiing er van net en duidelyk. Aangezien hare vertolking bereids met zoo veel byval werd ontvangen, zal dit „Andante" zeker, nu het in den handel is, ook menigen kooper vinden. Dezer dagen is van den heer Mann mede open. Neen, die brief kwam niet van haren bankier. Aan het hoofd stonden de woorden gedrukt; „Ministerie van Justitie te Genève." „Gerechte hemel, die brief is niet van myn heer Darcier. Het is eene slechte tpding, moe der mag hem niet lezen, voordat ik hem ge lezen heb." Met koortsachtige gejaagdheid las zy don brief, die hot volgende behelsde: „Mevrouw 1 In antwoord op de drie brieven en het tele gram, door u aan den bankier Darcier gezon den, moet ik u tot myn leedwezen mededee- len, dat Darcier sedert veertien dagen spoor loos is verdwenen, benevens al het geld, dat hem door zyne cliënten was toevertrouwd. De politie doet yverig nasporingen, maar heeft den voortvluchtige tot nog toe niet kunnen opsporen." Die brief trof de arme Martha als een don derslag. Verloren, alles reddeloos verloren. Zij slaakte een doordringenden gil en viel bewusteloos op den grond. „Dat is Martha," fluisterde Pascal zyn met gezel in het oor. „Zy heeft den brief gelezen, voordat zy hem aan hare moeder overhandigde. „Ik hoorde ook een doffen slag; zy moet bewusteloos z0n neergevallen." PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van regels 1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere lettere naar plaatsruimte. Toor het in- caeeeeren buiten de atad wordt 0.10 berekend. nog een ander werk by denzelfden uitgever verschenen: „Vöglein, wohin so schnell," ge dicht van Geibel, voor zang en piano. Het „Vad." houdt dit lied voor oen der geluk kigste scheppingen van den heer Mann. Het eerste gedoelte vooral, met het tweemaal herhaald „Nach Norden," la zeer schoon; het „Munter" betitelde middelgedeelte ia niet geheel oorspronkeiyk, het slot zeer effectvol. Dit lied vordert geene groote stem en van den pianist weinig inspanning; ongetwyfela zal ook dit vogeltje spoedig zyn weg vinden in vele salons on in de concertzalen. Men herinnert zich dat de heer Mann stukken gecomponeerd heeft van eene opera, getiteld „Mélaenis." Het libretto daarvan ia thans geheel af (in het Pransch); de heef Mann denkt er over het in het Nederlandsch te laten vertalen en het dan geheel te com- poneeren. Slaagt hy daarin even goed als in de tot hiertoe bekende fragmenten, dan belooft zyn werk eene aanwinst te zullen zyn voor de Hollandsche Opera. (Vad.) Te Leiderdorp is de verkiezing van eene commissie van 11-leden, in zake de voorge stelde veranderde grensregeling tusschen de gemeenten Leiden en Leiderdorp, bepaald op Donderdag den 3den April a. s. Het buree van stemopneming zal zitting houden in he gebouw aan den Heerensingel No. 33, van des morgens 9 tot des namiddags 4 uren. De Staatscourant van heden bevat de koninkiyk goedgekeurde gewyzigde statuten van de vereeniging „Singelschool" te Lei derdorp. De bisschop van Haarlem heeft benoemd tot pastoor te Beemster, den weleerw. heer A. Ruttentot pastoor te Waddingsveen, den weleerw. heer P. J. J. Scheffer; tot kapelaan te Noordwyk, den weleerw. beer H. Moes, en tot kapelaan te Zieriksee, den weleerw. heer W. J. Van Turnhout. Het stoomschip „"Werkendam", van Nieuw- York naar Rotterdam, passeerde 24 Maart L'zard. Door Z. M. Is, met ingang van 1 April a. s., aan mr. D. N. Van Hoytema, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als school opziener in het arr. Zieriksee; benoemd tot officier van justitie by de rechtbank te Winschoten, mr. B. Ort, thans subst.-off. van justitie by de arr.-rechtbank te 's-Graven- hage; de heer H. A. Molema, arts, met 1 April a. s. benoemd tot officier van gez. 2do kl. by de zeemacht; de off. van gez. 2(le kl. J. J. Van Driel, van het personeel van den geneesk. dienst der landmacht, voor „Stil, ik hoor eenig gerucht in de zieken kamer." Jacques Lagarde had zich niet bedrogen. XIV. De deur van de ziekenkamer was meestal gesloten, zoo ook op het oogenblik, dat Martha den brief aannam. Hoewel de zieke wakker was, had zy niets gehoord, maar de gil van Martha bereikte duidelyk haar oor. De arme vrouw sprong in haar bed op van angst. „Martha I Martha 1" riep zy, maar geen ant woord volgde. Nogmaals herhaalde zy haar angstig geroep, zonder gevolgdezelfde stilte bleef heerschen. „Myn Hemel, wat gebeurt er toch, stamelde de zieke, die kreet, zou Martha een ongeluk zyn overkomen? Zonder naar iets anders te luisteren dan naar de stem van haar moederhart, wierp juffrouw Grandchamps hare dekens van Zieh en verliet haar bed. Met bovenmenschelyke inspanning sleepte de zwakke vrouw zich naar de deur, die zy niet dan met de grootste krachtsinspanning vermocht te openen. (Wordt Vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 1