N«. 9231.
Zaterdag 33 Maart.
A0. 1890.
(Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Burgerlijke Stand.
Feuilleton.
Het Roode Testament.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por S maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommera0.05.
KOLONIËN.
BATAVIA, 15-22 Februari.
(Fransche Mail.)
Het gerucht van oneenigheden op een
feest by den regent te Cheribon, waarvan
reeds melding is gemaakt, is blijkbaar af-
komstig van liet volgende, dat de „Tjerimai"
heeft gemold
Zaterdag 8 Febr. is te Cheribon ieta voor
gevallen, dat by menechengeheugen daar nog
niet gebeurd was. Op een feest, dat do regent
bij het huwelijk zijnor dochter gaf en in
tegenwoordigheid van een groot deel van
het Enropeescli publiek, is er amok gemaakt,
met het gevolg, dat in veel korter tijd, dan
het geschreven kan worden, or acht lieden
onder don voot gestoken werden.
Een eenvoudige inlander, die als koelie
met een der gasten van den regent, een
gopensionneerd wedana, was meegekomen,
voelde zich zóó verongelijkt over de be
handeling van zijn heer, die hem zonder
eonige betaling liet, dat hij op een gegeven
oogenblik op zijn heer meende los te stooton,
maar verkeerdelijk een assistentwedana
raakte, en daarna voortging met successie-
vel Uk 2 hoofden te vermoorden en i hoofden
en een mindere te verwonden. Men kan be
grijpen dat de feestvreugde ineens gebroken
was, en de gasten uit zichzelven of op ver
zoek zich verwijderden.
Achter bleven de resident, de secretaris
met een paar controleurs. De dokter, die
inmiddels ontboden was, constateerde den
dood der vermoorden en verbond de gewonden,
hetwelk een en ander reeds voorloopig door
den dokter-djawa was gedaan. Het amok-
loopen had plaats op het erf van den regent
omstreeks 11 uren en reeds te 11uren
had men den moordenaar met een paar lieden,
die van medeplichtigheid beschuldigd worden,
in handen. {Java-Bode.)
Do Atjehgevechten, waarvan de uitslag
ons reeds uit Batavia geseind werd en welke
o. m. het Ned.-Indische leger het verlies van
Van Heutz berokkenden, schijnen, volgens
berichten uit de „Straits," welke wy echter
onder reserve aannemen, van meer boteekenis
te zjjn geweest dan oen gewone aanval op
de dekkingstroepen der met boschkappen be
laste kettingjongens. Luidens die berichten
hadden de boschkappers Donderdag, 6 Februari,
zware verliezen geleden, en trok Vrjjdag mor
gen een detachement uit om de Atjehers te
verjagen. Zonder succes en met verscheidene
gewonden moest dit echter terugtrekken. Den
daarop volgenden dag, 8 Februari, werden twee
compagnieën er op uitgezonden, maar de com
mandant volgens „Penang"-berichten de
lste luitenant Muller sneuvelde en toen
kapitein Van Heutz het bevel op zich nam
kroeg lij) een schot dwars door den buik.
De Atjehers hadden zich aan den bosclirand
achter zanduitgravingen verdekt opgesteld.
Mevrouw Van Heutz met de kinderen is op
Atjeh.
Aldus meldt weer de „Deli-Crt." van 19
Februari.
Volgens andere berichten is, gelyk men
weet, kapitein Van Heutz nog niet overleden
en bestaat er gelukkig nog hoop op behoud.
Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indie zijn
de volgende beschikkingen genomen
Civiel Departement. Verleend: Eon tweejarig
verlof naar Europa, wegens ziekte, aan den ingenieur
late kl. bij don waterstaat en's lands burgerl. openb.
werken W. Yan der Worff; een tweejarig verlof naar
Nederland, wegens meer dan vijftien jaren onafge
broken dienat in Ned.-Indië, aan den laten commies
bij het depart, van onderwijs, eeredienat en nijver
heid M. A. H. Veit.
Ontslagen: Op verzoek, eervol uit 'alands
dienat-, do opzichter 3de bl. bij don waterstaat on
'alands burg. openb. werken C. H. Willems; op Yer
zoek eervol uit 's lands dienat, met ingaug van 5
April 1890, de chef der exploitatie van Staatsspoor
wegen op Java A. C. Uljee.
Benoemd: Tot lsten commies bij het depart,
van onderwijs, eeredienst en nijverheid, de algem.
ontvanger van 's lands kas te Madjalongka (Cheribon)
F. H. Dessauvagie, mot bepaling dat hij zijne tegen
woordige betrekking zal blijven vervullen totdat hij
die aan zijn opvolger kan overgeven. Bij het bin-
nenlandsch bestuur op Java en Madoera: tot con
troleur der 2de klA. A. A. Van Dijk; tot adspi-
rant-contr., de 2de commies ter algemeene secretarie.
A. Pecqueur en de ambtenaar voor den burgerlijken
dienat ter beschikking van den algemcenen secretarie
C. J. Feitli. Met ingang van 26 Fobruari 1890, tot
voorzitter van de landraden: te Poerwokerto en
Poerbolinggo (Banjoemas), mr. P. L. A. Collard; te
Bandjamegara (Banjoemas) en Wonosobo (Bagelen),
Madoera, mr. H. Schuijten; to Karanganjao en Ke-
boemen (Bagelen) do gewozen omgaande rechter in
de 2de afdeeling op Java en Madoera, mr. H. W.
Andrée Vi'iltens. Tot assistent-resident: van Amoentai
(Zuider- en Ooeterafdeeling van Borneo), tevens vendu
meester aldaar, J. Vijzelaar; der Doesoenlanden,
tevens vendumeester aldaar, P. Folmor; der Ooster-
districten, tevens vendumeester aldaar, H. A. L. Kamp;
met ingang van 26 Fobruari 1S90 tot griffier van
den landraad te Indramajoe (Cheribon) mr. G. H. C.
Hultman; met ingaog van 8 Maart 1890: tot voor
zitter van do landraden te Cheribon, Majalengka en
Eooningan mr. C. B. J. A. Wiordols tot voorzitter
van de landraden te Serang Tjiligon, Pandcglang,
Mones en Rangkasbetong (Bantam) mr. L. H. Rani-
bonnet.
Ontheven: Op verzoek, eervol, van de waar»
neming van den civielon geneeskundigen dienst en
het opzicht over de vaccine in de regentschappen
Cheribon en Koeningan, de civiel geneesheer dr.
A. Prins.
Toegekend: De rang en titel van ass.-rcsid.
aan den ambtenaar C. A. H. Kuhr.
SURINAME, 26 Februari.
De „West-Indiër" meldt in haar nummer
van 12 Februari, dat ons gezag oen nieuw
échec heeft geleden, ditmaal in de Boven-
Suriname. Wegens het niet betalen der per-
sonoele belasting moesten er namelijk op den
grond „Rac a Rac" eenige arrestatiën plaats
hebben. De districts commissaris, vergezeld
van een wachtmeester on vyf of zes man,
begaf zich met twee stoombarkasson, waarop
do Nederlandsche vlag wooi, naar gemelde
plaats en sommeerde de wanbetalers te be
talen of zich over te geven en de hun door
do rechterlijke macht opgelegde straf te onder
gaan. Men zegt dat de commissaris, of althans
de politie-beambte, die met de uitvoering van
het vonnis belast was, lien met de meeste
kalmte aansprak en aanraadde aan de wot
te voldoen. Word aan zijne vermaning gevolg
gegeven, dan zouden do vrouwen voortaan
vrijgesteld worden van het botalen dor per-
8oneele belasting. In plaats van aan don
goeden raad gevolg te geven, werd, kort en
bondig, op brutalen toon geantwoord, dat men
niet zou betalen en dat, mocht de politie er
toe overgaan slechts ééne poging tot arrestatie
to doen, alsdan geen beambte lovend do plaats
zou verlaten. Toen de politie beambten hunnen
last wildon ten uitvoer leggen en den hoofd
bewoner arresteoren, verzette deze zich feite
lijk dermate mot oen houwer, dat eGn mare
chaussee aan de hand verwond werd en do
commissaris met zijne politiemacht gedwongen
werd den aftocht te blazen on do overwinning
aan de muitelingen te laten.
INGEZONDEN.
Geachte Redactie
Uit eono mij in don mond gelogde opmer
king aan het slot van uw vorslag omtrent
do laatste Raadsvergadering alhier zou wel
licht opgemaakt kunnen worden dat ik den
gemeente-opzichter oenigszins aansprakelijk
zou stellen voor de comptabiliteitszaak, welke
den Raad bezighield. Dit is in geonen deele
het geval, maar reeds de vraag van don heer
Speet is niet geheel juist teruggegeven.
Deze vroeg: of vorderingen, welke niet
bij den Burgemeester en niet by de Wet
houders, maar b\j een ondergeschikt ambte
naar worden ingediend, welke laatste ver
zuimt ze over te loggen, zoodat zy eerst
lang na sluiting van het dienstjaar, waarop
zij betrekking hebben, worden gevonden,
of dergelijke vorderingen kunnen geacht wor
den op behoorlijke wyze te zijn inge
leverd?
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—6 regels ƒ1.05. Iedoro regel meer/0.17J,
Grootere lettors naar plaatsruimte. Voor het in-
casaeeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
Daarop is geantwoord, dat wanneer uit
een deskundig onderzoek is gebleken dat de
leverantiën en werkzaamheden inderdaad naar
behooren hebben plaats gehad, moet worden
heengestapt over formeele bezwaren.
Ter toelichting dieno dat bedoelde vordo
ringen betreffen het jaar 1888, in wolk jaar
de begrooting, blykens deze vorderingen,
meer is overschreden dan door overschryving
kon worden aangevuld. Dit is verklaarbaar
door de langdurige ziekte en eindelijk over-
lyden van den hoogbejaarden burgemeester,
terwijl blykbaar de secretaris ontvanger toen
reeds in minder gunstigen geestestoestand moot
hebben verkeerd.
Daar echter de golden onbetwistbaar ten
bate dor Gemeente zyu aangowond, heb ik
geen bezwaar gohad den Raad voor te stollen
Godep. Staten to vorzooken deze vorderingen
alsnog op den dienst van 1889 te mogen
overbrengen. Het is noodig deze uitgaaf als
van buitongewonen aard to boschouwen om
voor het vervolg de administratie naar regol-
matigen grondslag in te richten. Ten einde
tot oen zuivoren toestand to geraken, was
voorts een onderzoek onvormydelijk der admi
nistratie over reods afgesloten dienstjaren,
1888 en wat tot dien dienst heeft geleid,
waartoe eene Commissie uit den Raad hare
zeer gewaardeerde medewerking hoeft verleend.
A. D. Van Assendelft de CoNiNon,
Leiderdorp, 19 Maart '90. Burgemeester.
ALKFMADE. Geboren: Laurentiue Antonius,
Z. van Johannes Van der Hoorn en AdriaaDtjo Van
der lloorn. Jacobus Josoplms, Z. van Cornells
Straathof en Cornelia Van der Voort.
Overleden ITeinrich Hagcniaun, echtgenoot
van Mietje Straat! of, weduwnaar van Johanna Mel-
man, 38 j.
Ondertrouwd: Cornells Van Tol, 29 j van
Woubrogge, en Anna Hulsbos, 28 j., van Alkernade.
LICHTSTERKTE.
Datum.
Uur.
Aantal.
Gem. Eng.
Standi:.
9 Maart
5.45 7.15
7
16.5
10
5.45 7.15
8
16.5
11
5.45 7.30
7
16.8
12
5.45 7.15
8
16.7
13
5.45 7.15
7
16.7
14
5.45 7.30
8
16.4
15
5.45 7.30
8
16.5
Ditboteekent: Wanneer men 5 cubic feet 141.0
liters per uur van zulk gas verbrandt in oen Sugg's
London-Argand-Standard burner No. 1, met 24 gaatjes,
wordt een licht verkregen, dat in sterkte gelijk staal
met 16.5, 16.5 enz. Standaardkaarsen, waarvan elke
kaars 20 grains 7.8 grammen Spermaceti per uur
verbrandt.
roman van
X/IFIER UE MON'TKPUV.
IS)
Het tweetal volgde don waard naar de
gelagkamer.
„Weest zoo goed hier een oogenblik te
wachten," sprak de waard, terwijl hy licht
aanstak „ik heb eene mooie kamer met twee
bedden op de tweede verdieping."
„Breng ons eene flesch wijn en maak de
kamer gereed."
„Oogenbiikkelijk, heeron
De logementhouder bracht het bestelde en
ging daarop de kamer gereedmaken.
„Je begrijpt dat ik mij hier zoo weinig
mogelijk zal laten zien," zeide Jacques, terwijl
Pascal de glazen vulde; „men behoeft niet
te weten, dat ik te Joigny terug bon."
„Dan mag je den notaris ook wel geheim-
jronding verzoeken."
„Natuurlijk; ik hoop ook, dat wij hier niet
lang behoeven te blijven."
„Donk je dat men je na eene vijfjarige
afwezigheid nog zal herkennen
„Ik vrees er voor, zelfs al draag ik nil
een baarder zjjn altjjd menschen, die een
duivelsch scherp geheugen hebben."
Op dit oogenblik kwam Lureau terug.
„Is de kamer gereed?" vroeg Pascal.
„Ja, hoeren!"
„Wijs ons dan den weg, waarde gastheer;
wjj zjjn vermoeid en verlangen naar bed."
De logementhouder nam eene kaars en go-
leidde zyno gasten naar eene ruime, zindelijke
kamer mot twee bedden. Een halfuur later
sliepen de beide vrienden vast en zwaar, zoo
als menschen, die zich buitengewoon ver
moeid hebben.
Het was den volgenden morgen negen uren,
teen Pascal het eerst ontwaakte; hij sprong
uit zjjn bed en wekte Jacques.
Z(j kleedden zich vlug en gingen naar de
gelagkamer, waar Lureau hen met een vriende-
l(jken glimlach tegemoet kwam.
„Hebben de heeren wel gerust?" vroeg hij.
„Uitstekend," antwoordde Pascal.
„Willen de heeren ontbijten?'
„Neen, nog niet," antwoordde Jacques, „ik
moet uit; als ik terugkom, zullen wij ont
bijten."
Pascal bestelde een kop thoe en nam eene
courant op, terwijl Jacques zich naar den
notaris begaf.
Zonder te lezen zat Pascal met de courant
in zjine hand; 'zyno gedachten waren elders.
Hij was alleen in de gelagkamer. Lureau
wae in zijn kantoortje bezig zijne boeken bij
te schrijven en zjjne vrouw en do meid, die
het geheele dienstpersoneel van „DeVisscher
Martin" vertegenwoordigden, waren bezig do
kamors van de gasten schoon te maken.
X.
Pascal werd uit zjjn gepeins gewekt door
het binnentreden van eene vrouw in de gelag
kamer.
Het was Marlha.
Met bewondering zag by liet schoone meisje
aan, dat hem bodeesd aansprak
„Is mijnheer Luroau niet hier, mijnheor?"
Do logementhouder kwam juist binnon.
„Hier ben ik, mejuffrouw," sprak hij wat
is er van uw dienst?"
„Heeft u bouillon, mijnheer Lureau
„Zeker, mejuffrouw, en heerlijke oek."
„Oeef mij een kop en een broodje."
„Terstond, mejuffrouw!"
„Is de brievenbesteller nog niet gekomen?"
„Nog niet, maar als hij iets voor u heeft,
zal ik hot tl onmiddellijk brengen.
„Als u zoo goed wilt zjjnl"
„Hoe gaat het vanmorgen met uwe moeder?"
„Zy is wat beter, goloof ik."
„Dat is eene goede tijding; als hot zoo
voortgaat, zal da lieve juffrouw wel spoedig
woor op de been zijn.
Martha ging weer naar hare kamers terug.
Pascal had aldaar naar hare stem geluisterd.
Het scheon dat er 0011 plan in zyn geest,
opkwam; de schoonheid van Martha, hare
welluidende stom, alles zeido hem, dat zy hem
en zyn makker uitmuntende diensten bewy-
zen kon. In gedachte bleef hy staren naar
de deur, door welke zy de gelagkamer had
verlaten.
„Een mooi meisje, mynheer," sprak Lureau
glimlachend.
„Een wonderriep Pascal uit; „oon diamant
van hot zuiverste water."
„Ja, men vindt niet gemakkelijk baars go-
lyken."
„Hoort zy te Joigny thuis?"
„Neen, mynheer, zjj logeert met hare zioke
moeder in de kamer naast de uwe."
„Sedert hoelang?"
„Eene maand omstreeks."
„Vanwaar komt zy?"
„Van Genëve, zooals do juffrouw rnjj ver
teld heeft. Naar het schijnt, heeft de oude dame
daar een klein modemagazyn gohad, dat zij by
den dood van haren echtgenoot, heeft verkocht.
Zy gingen naar Parys om eono nieuwe zaak