In de heden door de Tweede Kamer te- houden zitting heeft do heer Cremer vergunj ning gekregen om de Regeering later te in- terpelleeren over de instelling van een con sulaat te Amoy. De Pensioenwetten werden afgehandeld, maar de eindstemming is verdaagd. Oude weduwen, die hertrouwd zjjn of weer echtgenooten huwden na gepensionneerd of CO jaar te zijn, krijgen geen pensioen. Het voorstel tot invoering van beroep van den belanghebbende tegen het advies van den Pensioenraad by den Raad van State is, zooals door de Regeering voorgesteld werd, aangenomen. Naar wy vernemen, is de generaal-majoor D. F. K. Hardenberg, adjudant des Konings in buitengewonen dienst, commandant van de 2de divisie infanterie (standplaats Arnhem) voornemens den militairen dienst te verlaten en pensioen aan te vragen. In eene gisteravond gehouden vergade ring van de „Koninklijke Zangvereeniging Cecilia" te 's-Hage, is besloten in de hoogste afdeeling deel te nemen aan deo zangwed strijd, door de Vereeniging „Zang en Vriend schap," te Haarlem, uitgeschreven tegen htt einde van Juli. Te Delft is overleden de ridder der Militaire Willemsorde 4de kl. Hendrik Hen- drikus Steenwijk. De begrafenis heeft Woens dag plaats, waarschijnlijk met militaire eer. De Koningin woonde Zondag-voormiddag met gevolg de godsdienstoefening by in de Hervormde Kork te Apeldoorn, onder het gehoor van ds. Hattink. Te halftwee maakte H. M. met prinses Wllhelmina een rijtoer, na afloop waarvan de prinses een speelge nootje uit Apeldoorn bjj zich ten paleize ontving. Tot gemeente-arts te Deventer in benoemd de heer H. Ten Cate Hoedemaker, doctorandus, arts-assistent in het binnengasthuis te Am sterdam. Uit Pernis wordt medegedeeld dat in de laatste 25 jaren slechts drie visschers van daar in hun huis gestorven zijn. De overige in dien tijd overledenen vonden hun graf in de golven. Gemengd Nieuws. Hedenmiddag geraakte weer aan het Levendaal een jongen to water. Spoedig was hij geheel onder. Den heor N. B., aldaar woonachtig, mocht het echter gelukken den 12-jangen O. te redden. Die hoer begaf zich daartoe te water. In ons vorig nommer vermeldden we het begin der rechtzaak tegen den Haag- schen zaakwaarnemer Van G., die op twijfel achtige wijze de belangen behartigde van een jeugdig vrouwtje uit Leiden. Wü deelen hier nu het vervolg dier giste ren voor de Haagsche rechtbank behandelde rechtzaak mede. Uit het geheele getuigenverhoor bleek, dat de praktizün v. G. do onnadenkende menschen op de moest ergerlüke manier had misleid. Zoo o. a. had hü 100 in rekening gebracht voor ééne advertentie in de „N. Rott. Crt." en ééne in eene andere courant. De voornaamste onder de verdere getuigen verklaringen was die van den kantoorbediende, welke, volgens het beweren van den beklaagde, de verschillende stukken en quitantién zonder zÜne voorkennis zou hebben geschreven. Hü erkende ééne quitantie van 100 te hebben geteekend on die by afwezigheid van zyn patroon den beklaagde aan de vrouw te hebben afgegeven. Hü herinnerde zich zeker, dat er sprake is geweest van het in orde brengen eener echtscheiding en dat daarvoor kleine bedragen f 80, f 40 en 26, aan den bekl. zjjn gegeven. Ook herinnert hy zich, dat aan bekl. 100 zyn gegeven voor advertentie- kosten, terwül hg verder verklaart te Leiden, namens zyn patroon, 500 v3n de vrouw ontvangen te hebben, welke, volgens voorgeven, moesten gestort worden bü de arrond.-recht bank te 's-Hage, voor onderhoud van een kind, uit het buwolük van de getuige geboren, dat zp by zich wenschte te hebben. Voorts verklaart hy, dat goene stappen door bekl. zyn gedaan by do rechtbank om echtscheiding te bewerkstelligen. De man van de eoiste getuige drolde mede dat h6m een exploit was gedaan om in de genie-i.s'happelyke woning terug te keeren, of eene woning aan te wyzen voor zijn vrouw en kind. Hy had dit geweigerd op grond dat zijne vrouw hem verlaten had, met medeneming van hot kind en een ge deelte der meubelen. Nog andore getuigen, die mede aan den praktizün Van G.zaken ter behandeling hadden opgedragen, werden daarna gehoord, afgescheiden echter van deze zaak. Uit hunne vorklaringen bleek dat de praktizün zonderlinge, om geen ander woord te gebruiken, overeenkomsten aanging; gelden van züne cliénten ontving om onkosten goed te maken van één zelfs een bedrag van ƒ10,000; gelden van hen leende, welke zy nimmer of met groote moeite terugkregen; in 't kort, by voorkeur eenvoudige menschen, zonderde minste waarborgen, beduidende sommen af handig maakte. De subst.-off. van justitie ving zyn requi sitoir aan met er op te wyzen dat deze ge heele zaak omringd is door eene atmosfeer van bedrog. Kortelyk den loop der zaken volgende, stelde Z.Ed.achtb. in het licht dat reeds onmiddellyk ieder idee om scheiding van tafel en bed te verkrygen moet ver vallen, omdat het doel, dat de eerste getuige de vrouw beoogde, was hare vryheid te herkrygen en te hertrouwen, welk doel zy duidelyk aan beklaagde heeft te kennen ge geven. Wel wordt dit door bekl. ontkend, maar het wordt door de getuigenverklaringen volkomen bewezenevenzeer als bewezen is, dat bekl. door valsche voorspiegelingen de eersto getuige er toe gebracht heeft hem achtereenvolgens verschillende sommen te geven, ondanks de verzekering, dat het maximum der te maken onkosten 120 zoude zyn. De verschillende onwaarheden, door be klaagde gebezigd om zyne cliënte geld af handig to maken, werden door den subst.-off. van justitie nogmaals gereleveerd, en hy deed daarby vooral uitkomen, hoe de bekl. onkundige, eenvoudige menschen tot zyne slachtoffers maakte; menschen, die, zooals in ca8U, zelf geld moesten leenen om aan den gelddorst van beklaagde te voldoen. Daar, waar, zooals hier, door den weg van ver dichtselen en listige kunstgrepen gelden zyn verkregen, is het misdryf van oplichting ge pleegd. Overeenkomstig art. 326 Strafwb. vorderde het O. M. veroordeeling van den bekl. tot 2 jaren gevangenisstraf. Do verdediger, mr. Ph. A. Haas, uit Am sterdam, voor beklaagde optredende, betuigde zyne verwondering dat deze z. i. eenvoudige zaak tot een cause célöbro is gemaakt. Sym pathie had hy voor dezen bekl. niet, maar toch verheugde het hem het-„zonderlinge" requisitoir van het O. M. te kunne» bestryden. In de eerste plaats vroeg pleiter: waar vangt hier het terrein van den strafrechter aan? De ambtenaar van het O. M. heeft in deze zaak aangenomen dat er bedrog is ge pleegd, maar, vroeg pleiterin welken zin bedoeld hy dat? Zyns inziens is de beklaagde in deze niet toerekenbaar. De wet vergunt aan ieder oningewyde, aan ieder onbevoegde, zich in de rechtspraktyk te mengen. Daar, waar de wet dit toelaat, kan men dezen bekl. niet verantwoordelyk stellen. Byzonder deed pleiter uitkomen, dat be- klaagdezyne cliënte heeft voorgesteld kosteloos te procedeeren, maar dit heeft zy geweigerd, en juist die omstandigheid ontneemt aan de zaak geheel de strafrechteriyke waarde en maakt dat het karakter van oplichting dadeiyk ver valt. Pleiter betwistte voorts de geloofwaar digheid van de eerste getuige en bestreed de bewering dat bekl. door bedrieglyke middelen zyne cliënte geld afhandig had gemaakt. Er is hier geen samenweefsel van leugenser is zelfs noch samenweefsel, noch leugen. Uit de overgolegde quitantiën biykt niet dat de bekl. zich heeft willen bovoordeelen. Zonderling mogen sommige handelingen van beklaagde zyn, maar zy zyn volgens de wet niet straf baar art. 326 Wetboek van Strafrecht is hier niet van toepassing. Na re- en dupliek van het O. M. on mr. Haas werd de uitspraak bepaald op over 8 dagen. Een zeer talryk publiek woonde de behan deling dezer in vele kringen nogal gerucht makende zaak by. Gisteravond omstreeks elf uren is aan het strand te Katwyk aan Zee aan gespoeld het lyk van den op 25 Febr. jl. ver ongelukten Scheveningschon stuurman Matthys Mos, welk lyk onder toezicht der politie recht streeks per as naar de algemeens begraaf plaats te Scheveningen is vervoerd geworden. Gistermorgen werd door de bemanning van de „KW. 14" een nog levende zalm, van ongeveer 30 pond, gevonden. Ze is er mede van Katwyk naar Scheveningen gegaan om het dier daar te gelde te maken. De administratie der belastingen te 's-Hage moet de transactie geweigerd heb ben met een reeder te Scheveningen, door wiens vaartuig suiker' uit Engeland was in gevoerd zonder betaling van accyns. Thans zal dus de rechter in deze zaak moeten beslissen. Terwjjl Zondag te Scheveningen een zeeman bezig was in zee een anker te verplaatsen, word hy door eene golf opge nomen en eon eind ver medegevoerd. Zyn gevaarvolle toestand word gelukkig van het strand opgemerkt en dadelyk begaven zich vyf-en-twintig man hand aan hand in zee; ze hadden het geluk hem, hoewel bewusteloos, toch nog levend op het droge te brengen. Door de politie te Rotterdam is Zaterdag-avond aangehouden eene vrouw, als verdacht een kindje van ongeveer 8 maanden op eene stoep aan de Hofkade al daar te vondeling te hebben gelegd. Vóór zy het kindje verliet, schelde zy aan de woning aan. Men meldt uit Amsterdam dat gisteren een groot schip de ebdeuren van de schutsluis te IJmuiden heeft verbryzeld, waardoor niet kan geschut worden en de vaart door het Noerdzeekanaal is gestremd. Er moot groot gevaar bestaan voor het binnenstroomen van het water der Noordzee. Te Beverwijk heeft een jonge ling van omstreeks 20 jaar Zondag-avond een revolverschot gelost op Iemand, die echter gelukkig niet getroffen werd; min- nenyd echynt hier in het spel te zyn. De dader is gisteren naar Haarlem overgebracht. Sedert eenige dagen vallen te Kerkdriel, in de Betuwe, ongoregeldheden voor. De „Prov. Noord-Br. Crt." deelt daaromtrent het volgende mede: Zateidag vóór 8 dagen wilde de veldwach ter een beschonken man in hechtenis nemen. Anderen verzetten zich daartegen en mishan delden den veldwachter zelfs. Toen den burgemeester dit ter oore kwam, begaf hy zich terstond ter plaatse, doch ook hy moest het ontgelden en werd uitgescholden. Het verzet werd meer algemeen en ten gemeentehuize zoowel als by den burgemees ter en de politie beambten werden in 't laatst der vorige week de ruiten ingeworpen door eene zingende menigte, die door de gemeente trok en meer balddadigheden uithaalde. Op verzoek van het hoofd der gemeente is, ter handhaving der goede orde, Zaterdag middag van Den Bosch een detachement in fanterie daarheen vertrokken, sterk 51 onder officieren en minderen, onder bevel van den lsten luitenant Grotendorst. MaaHdag zyn nog 5 marechaussees, onder bevel van een wachtmeestor, hen gevolgd. Uit Harllngen wordt aan do „N. R. C." gemeldGisterochtend, terwyl eene harde bries uit het zuidwesten woei, hebben eenige onzer scheepskapiteins eene proef genomen met den vlieger, hier vóór ongeveer twintig jaar uitgevonden door den timmerman Sluik, en bestemd om ingeval van stranding daarmede gemeenschap met den wal aan te brengen. Die vlieger, van zeildoek en op een paar latten uitgespannen, wordt aan eene stevige lyn gehouden. Op enkele vademen van den vlieger is eene lus, waaraan een gordel is gemaakt, in welken zich een man te water begeeft, en door nu den vlieger te vieren, wordt die man naar den wal gebracht. De proef met een man is vroeger genomen en slaagde volkomen; ditmaal had men een zak in de gedaante van een man in den gordel, wolke zak met stroo en met zand was gevuld. Binnen 5 minuten was dit voorwerp van den eenen dam der Nieuwe haven tot den anderen gebracht, zynde eene breedte van ongeveer 200 meter. Do vlieger hield de pop zeer goed boven. Men zal voor echepon, wolke nog niet van vliegers zün voorzien, soortgelyke reddings- toeetellen maken. Lang» het Nff.- en Noorderstrand van Teasel is andermaal zoer veel wrakhout aangedreven, dat door de strandvosdery in beheer werd genomen. Vermoodeiyk is er weer een schip verongelukt. Uit Brisbane wordt gemeld: Het stoomschip „Quetta" heeft men gevonden in 12 vadem water. Vanwege het gouverne ment wordt er naar de klip gezocht, waarop hot stoomschip verongelukte. Men heeft de hoop opgegeven om nog eenige overlevenden te vinden. liet Lcldach Tooneel. Toen Zacharias Kobus, vrederechter te Huneburg, in 1832 stierf, wischte zyn zoon Frits Kobus spoedig zijne tranen af, want zyn vader had hem een mooi huis nagelaten, eene flinke pachthoeve en niet weinig ryks- daalders, degelyk en met goede renten ge plaatst. IJdelheid der ydelheden, alles is ydelheid, sprak hy. Welk voordeel toch heeft de mensch van al z'n werken op deez' aarde; "het eene geslacht gaat weg en het andore gaat weg; de zon komt heden op en. gaat onder evenals gisteren; de wind loeit nu in het noorden en dan in het zuiden, de stroomen vloeien naar de zee en de zee is nooit vol; alles werkt en arbeidt meer dan de mensch in 6taat is om te begrypenhet oog is nooit genoeg verzadigd om te aan schouwen, het oor wil altyd hooren; men ver geet de zaken welke gebeurd zyn, en men zal vergeten de gebeurtenissen, welke nog plaats zullen hebben het beste, wat de mensch derhalve doen kan, is niets te doen; dan kan hy zich ook nimmer iets te verwyten hebben. En by dit alles neme men zich voor drie zaken in acht; namelyk voor to dik to wor den, voor het nemen van aandeelen in indus- triêele ondernemingen en boven alle3 voor het huweiyk. Ziedaar de woorden, waarmede de beroemde novellisten Erckmann-Chatrian hunne idylle „L'ami Fritz" aanvangen. Frits Kobus derhalve was een epicurist, een man, die geheel alleen van het goede der aarde wilde genieten, die wilde leven zender zorgen, zonder kommer. En gedurende vyftien jaren heeft hy deze leuze gehandhaafd. Gedurende vyftien jaren heeft hy een eeuwigdurenden krüg gevoerd met den vriend zyns vaders, en later met zyn eigen vriend, den rabbyn Sichel, die hem de woorden der Schrift voorhield: „gaat en vermenigvuldigt u geiyk het zand der aarde", die hem zeide dat het vaderland altyd wak kere mannen noodig heeft. Alles echter tevergeefs. Frits trouwde niet. Drie-en-twintigmaal had de oude rabbyn eene liefderyke gade aan de zyde van zyn jongen vriend willen plaatsen en drie-en- twintigmaal had dezo ook geweigerd. Hy ontvlood zelfs zyn eigen huis; hy ont vluchtte den ouden man, don huwelyksmake- laar by uitnemendheid, om van diens eeuwig durende aanzoeken bevrjjd te biyven. Hy verborg zich in de stille, afgezonderde hoeve van zyn pachter Christel, weinig vermoedende juist diiór eene sterke, krachtige bondgenoote aan te treffen van den ouden rabbi, en die krachtige bondgenoote was een zeventienjarig meisje, Suze, de dochter van den pachter. De verstokte, koppige buldiger van het celibaat wordt verliefd, vervolgens ziek en ten slotte tegelyk met zyne verloving weer gezond. Dit is de korte inhoud der novelle en tevens van het daaruit ontleend tooneelspel. Hoe buitengewoon moeilfik het ook zyn moge om een roman in eene comedie over te brengen, gelooven wy toch te kunnen beweren dat het ditmaal volkomen gelukt is. Byna alle lieve, harteiyke, gevoelvolle tooneeltjes der novelle, vinden wy terug in het tooneelspel; slechts enkelen daaruit missen wyde scène, byv., als Frits, met den ontvanger Haan op reis om de belastingen te innen, uit zyn eigen zak de schuld aan den Staat betaalt voor een klein meisje, dat met enkole kreuzers aankomt, bewerende dat hare ouders niot meer hebben, dat hunne eenige koe is gestorven en zy tehuis dikwyls honger lyden; het bezoek op de kermis te Beschem, waar Frits weet Suze te zullen ontmoetenhet proces van den pachter en nog enkele andere tooneeltjes hadden wy gaarne gezien, ofschoon wy de onmogeiyk- heid er van even gaarne erkennen. Reeds menigmaal hebben wy oDze oprechte hulde gebracht aan Willem Van Zuylen in deze titelrol, ongetwyfeld eene zyner beste creaties. Meesteriyk, by uitstek waar, zyn de plot selinge overgangen van het weemoedige tot het vroolyke en van don ernst tot den humor; vooral in zyne dialogen met den ouden Sichel spreidde hy dit onnavolgbaar talent ten volte ten toon. Een tweetal sierlyke kranBen werden hem als huldeblyken voor dat talent overhandigd. Als Suze staat mevr. Korlaar Van Dam ons nog altijd onovertroffen voor den geest. Mej. Vink, die wfi gisteravond in deze rol mochten aanschouwen, was een allerliefst, buitengewoon aardig en mooi meisje in boerin- nenkleeren, maar een boerinnetje zelf was zü niettrouwens, het geheele boerenelement scheen ons wel wat al te poëtisch voorge steld; boerinnetje» met helder glimmend»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 2