N°. 9222.
Woensdag 13 Maart.
A0. 1890.
fëourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <Zpn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 11 Maart.
Feuilleton»
Het Roode Testament,
PRIJS DEZER COURANT:
Voo* Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommcre0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—0 regels 1.05. Iedere regel meer ƒ0.174.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in-
casseeren buiten de stad wordt 0.10 berekend.
DAliiiLAD.
Aan de universiteit alhier ia het candidaats-
examen in de rechtswetenschap afgelegd door
den heer J. C. F. Van Andel.
De heer D. Visser alhier zal a. s. Vrijdag,
14 Maart, den dag herdenken, waarop h(j vóór
veertig jaren het ambt van ijker aanvaardde.
In het „Loge"-gebouw werd gisteravond
de gewone halfjaarlyksche vergadering gehou
den door de Loidsche Coöperatieve Winkel-
vereeniging „Door volharding verkregen,"
welke door den vice voorzitter met een har
telijk wolkom aan de niet talrijk opgekomenen
werd geopend. De vice-voorzitter zag zich
geroepen als voorzitter op te treden, omdat
de president door veelvuldige werkzaamheden
zich genoodzaakt had gezien het voorzitter
schap neder te leggen.
Uit het voorgelezen verslag van den toe
stand der Vereeniging bleek dat die niet
ongunstig kon genoemd worden, hoewel er
op gewezen word dat er nog zooveel leden
waren, die hun belang slecht begrepen en den
winkel als het ware ontvloden, terwijl door
tal van niot-leden de zaak daarentegen in «let
geringe mate werd gesteund. Het bestuur was
erkentelijk voor die medewerking en trachtte
tevens de leden op te wekken getrouw den
winkel tot het doen van inkoopen te bezoeken
en anderen tot toetreding aan te sporen.
Het contract met den bakker voldeed uit
stekend in dezen was steeds vooruitgang te
bespeuren.
Het uit te keeren dividend over het laatste
halfjaar werd bepaald op twee percent, zoodat
het jaar 1889 een dividend aanwees van 3l/a
pet., behalve do interest van het aandeel.
Niet genoeg kon het bestuur er de aan
dacht op vestigen, dat by meerdere toetreding
en krachtiger medewerking deze reeds niet
onbeduidende cijfers aanmerkeiyk zouden sty-
gen, in aanmerking genomen toch dat alsdan
de uitgaven meerendeels dezelfde blyven.
Meermalen rees in den boezem van het
bestuur de vraag, wat de oorzaak zou wezen
voor de lauwheid van sommige leden en tevens
welke reden er zou zyn om zoovelen tot
hiertoe te beletten als lid toe te treden. Het
antwoord daarop liet zich wachten. Mocht het
evenwel wezen, dat er personen zyn, die in
finantiëele moeilykheden verkeeren met hun
gewonen leverancier, onder de stiptste geheim
houding kan door tusschenkomst van een
ROMAN VAN
X4TIEB DE JIOSITEPHI.
1)
Eerste Deel.
I.
Op een van de laatste dagen der maand
Mei, omstreeks één uur des namiddags, reed
een zwart rytuig over de place du Carrousel
te Parys, sloeg de rue de Rivoli in, vervol
gens de rue de Richelieu en hield stil op de
square Louvois, tegenover den hoofdingang
van de Nationale Bibliotheek.
Het zilver op de tuigen der paardon was
met krep overtrokkenook hadden de paarden
zwarte rozetten op zyde van hun hoofdstel.
De koetsier en de palfrenier waren beidon
in zwaren rouw. Slechte één punt schitterde
te midden van al dat zwart; het was het
wapentje, in levendige kleuren op het portier
van het rytuig geschilderd. Boven het wapen
zag men eeno gravenkroon.
Toen het rytuig stilstond, sprong de pal-
frenior op den grond, opende het portier en
strekte zijne geh-odschoeude hand uit om zyn
men8chenvriend aan dit bezwaar worden tege
moet gekomen door een voorschot, dat op
zeer gemakkeiyke wyze zal kunnen worden
vereffend. By den voorzitter kan men daar
omtrent nader worden ingelicht.
De commissie voor het nazien der rekening
en verantwoording bracht, met dank aan het
bestuur, voor de vele werkzaamheden, een
gunstig rapport uit.
Ten slotte had de gewone bestuursverkie
zing plaats en werd de vergadering door den
voorzitter met dankzegging voor de opkomst
gesloten.
Door het hoofdbestuur der schippersver-
eeniging „Schuttevaer" is thans een adres
verzonden aan den gemeenteraad van Leiden,
ten einde gedurende de wintermaanden voor
het openen der bruggen een dagdienst te ver-
krygen van 6 uren 's morgens tot 8 uren
'8 avonds, daar die dienst, zooals hy nu is
ingericht, van 's voormiddags 8 tot 's avonds 5,
veel te beperkt is.
Tevens wordt daarin verzocht eene betere
bediening dier bruggen in den nacht, daar nu
de brugwachters eerst aan het politie-bureel
in de stad moeten geroepen worden.
Aan den gemeenteraad van Delft is een
request verzonden, met verzoek om verminde
ring van havengeld aldaar, daar het haven
geld zeer hoog is, en zelfs moet worden voldaan,
wanneer men geen gebruik van kaden of
ligplaatsen maakt.
Volgens de wet van 22 April 1855
(Staatsblad No. 32) is erkend: „Christelyke
jongellngsvereeniging" „Gedenk uwen Schep
per in de dagen uwer jongelingschap" te Leiden
(gewyzigde statuten).
In de gl3ternamiddag te Amsterdam door
de letterkundige afdeeling van de „Konink-
ïyke Academie van Wetenschappen" gehou
den vergadering, onder voorzitting van prof.
Kuenen, bracht prof. Cornelissen rapport uit
over de tien ingekomen antwoorden in de
jongstleden uitgeschreven prysvraag-Hoeufft
naar een Latynsch gedicht.
De prys, de gouden eerepenning, ter waarde
van f 200, werd door de commissie van be
oordeeling toegekend aan het gedicht „Amor,
Carmen elegiacum." In dit gedicht wordt de
zelfopofferende christelyke liefde van pater
Damianus bezongen.
By opening van het begeleidend naambriefje
bleek het bekroonde vers „Amor" te zyn ge
schreven door den zeereerw. heer Rudolph
Van Oppenraay, pater S. J. van het college
te Katwyk.
Eene aangename verrassing maakte zich
meester by het uitstappen behulpzaam te zyn.
Deze meester was een eerbiedwaardig grys-
aard, geheel in rouw gekleed, evenals zyne
bedienden. Hy scheen wel tachtig jaar, hoe
wel hy in werkelykheid niet ouder dan vyf
en zestig was. Zyn aristocratisch gelaat was
met diepe rimpels doorploegd, zyne hooge
gestalte ging een weinig voorovergebukt, op
zyn gelaat lag een ïydende trek, zyne hand
beefde en alles toonde aan, dat deze man veel
geleden had.
Hoewel het in de maand Mei en de tempe
ratuur zeer zacht was, terwyi de zon van uit
den wolkenloozen hemel hare warme stralen
nederzond, was de grysaard in eene dikke
winterjas gekleed. In zyn knoopsgat zag men
het lint van het Legioen van Eer.
„Moet ik mynheer den graaf vergezellen?"
vroeg de palfrenier.
„Dat is onnoodig," antwoordde de oude heer;
„zeg aan Étienne, dat hy de paarden in de
Champs Elysées laat heen en weer ryden en
my om drie uren hier komt afhalen."
De palfrenier klom weer op den bok en
bracht den koetsier de bevelen van den meester
over, waarna bot rijtuig keerde en naar de
Champs Elyséos reed.
Terwyl het rytuig wegrolde, trad de grys
aard de Nationale Bibliotheek binnen en stnnd
by deze mededeeling van den secretaris, van
de leden meester. Petrus Asseiva, die tot
duBver op de Hoeufft-medaille geabonneerd
scheen hy heeft er reeds 11 moest die,
ten minste voor dezen keer, aan een Neder-
landscben latinist afstaan en wel een, die den
leden geheel onbekend was. De verrassing
was dus te grooter.
Het gedicht „Africans Servitus abolenda'*
verkreeg eene loffelyke vermelding; by C»
toestemming van den schry ver zal zyn naam
in de geschriften der Academie worden ge
publiceerd.
De Regeering heeft hare verleden week
by de Tweede Kamer ingediende voorstellen
met betrekking tot de instelling van een
Pensioenraad, de inrichting daarvan en de
procedure van het hooger beroep by den
Raad van State, nader geformuleerd in eeno
nota van wyziging, waarby de nieuwe be
palingen in overeenstemming zyn gebracht
met de overige artikelen der betreffende
wetsvoordracht.
By koninkiyk besluit van 8 dezer is
de heer N. Van den Brandhof, gouverneur
van Curasao, onder dankbetuiging voor de
diensten, door hem aan den lande bewezen,
met ingang van den dag, waarop hy het
bestuur aan zyn opvolger zal overgeven, op
zyn verzoek, eervol uit 's lands dienst ont
slagen, met toekenning van pensioen.
By koninkiyk besluit van dezelfde dag-
teekening is tot gouverneur van Curasao
benoemd mr. C. A. H. Barge, lid van den
raad van bestuur en voorzitter van het hof
van justitie in gemelde kolonie. (Sfs.Ct.)
Door de arrond.-rechtbank t6 Rotterdam is,
ter verruiling van oene opengevallen rechters-
plaats in dat college, opgemaakt de navolgende
alphabetische lyst van aanbevelingmr. H. A.
Van Rees, rechter in de arrond.-rechtbank te
Heerenveenjhr. mr. J. L. Stern, kantonrech-
ter-plaatsvervanger in het eerste kanton en
advocaat te Rotterdam; en mr. M. J. E. Viruly
Verbrugge, rechter in de arrond.-rechtbank te
Alkmaar.
Door de arrond.-rechtbank te Groningen
is, ter vervulling van eene opengevallen rech-
tersplaats in dat college, opgemaakt de navol
gende alphabetische lyst van aanbevoling:
mr. A. C. C. Folkersma, kantonrechtor te
Hoogeveen; jhr. mr. J. W. Quintus, rechtor-
plaatsvervanger in gemelde rechtbank, advo
caat en procureur te Groningenen mr. H.
A. Van Rees, rechter in de arrond.-rechtbank
te Heerenveen.
De voordracht voor de betrekking van
stil voor eene deur, waarboven mot groote
letters geschilderd stond Bureau.
Hy trad binnen en de portier, die achter
de deur aan een lessenaar zat, groette hem
beleefd. Het was eene groote, vierkante zaal;
voor de vensters hingen groene gordynen,
welke het daglicht temperden. Er stonden
veertien banken voor de lezers en op do twee
tafels lagen verscheidene plaatwerken. In het
midden van de zaal stond een lessenaar,
waaraan de onder-bibliothecaris zat met eenige
klerken, belast om de catalogussen en boeken
uit te geven. Op de plaats van eiken lezer
lag eene lyst, welke in vier kolommen was
verdeeld, de eerste voor den naam van den
lezer, de tweede voor zyn adres, de derde
voor het No. van zyne bank en de vierde
voor den titel van het werk, dat hy ge
vraagd had.
De grysaard ging naar zyne plaats en vulde
zyne lyst aldus in
In de eerste kolom: Graaf Philippe De
Thonnerieux.
In de tweede: Rue de Yaugirard, No. 62.
In de doide, na zich omgekeerd te hebben,
ten einde het nommer van zyne bank te
zien: No. 216.
De vierde kolom bleef nog voorloopig onin
gevuld. Hy stond op en begaf zich naar den
directeur der gemeentewerken te 's-Hago be
staat uit de heeren J. A. Llndo, directeur der
gemeentewerken te Arnhem, en J. H. Neiszen,
adjunct-directeur der gemeentewerken te Rot
terdam.
De gemeenteraad van Sneek heeft met
algemeene stemmen tot conrector aan het
gymnasium aldaar benoemd dr. J. Berlage,
conrector aan het progymnasium te Oldenzaal.
Tot secretaris der gemeente Wisch is
benoemd mr. W. D. Bosch, burgemeester
aldaar, die met den heer N. Cos, plaatsver
vangend secretaris der gemeente Groenloo,
op de aanbeveling stond.
Het stoomschip „Noord-Holland," van
Rotterdam naar Batavia, arriveerde 10 Maart
te Southampton; de „Koningin Emma," van
Batavia naar Amsterdam, vertrok 10 Maart
van Port-Said; de „Voorwaarts," van Batavia
naar Amsterdam, arriveerde 11 Maart te Suez;
de „Gelderland," van Rotterdam naar Batavia,
paeseerde 9 Maart Gibraltar; de „Utrecht,"
van Batavia naar Rotterdam, is 10 Maart
Perim gepasseerd.
By koninkiyk besluit zyn benoemd: lo.
met ingang van 1 Mei 1890 tot leeraar aan
de Ryks hoogere burgerschool te Assen K.
Muntinga, te Voorburg; 2o. met ingang van
16 Maart 1890 tot leeraar aan genoemde
Ryks hoogere burgerschool mr. H. Reuyl,
leeraar aan de Ryks hoogere burgerschool te
Groningen.
De heer J. Van der Struyf, scheepsbouw
kundig en werktuigkundig ingenieur, met in
gang van den lsten April a. s. benoemd tot
adspirant-ingonieur der marine.
Aan den voor den dienst in Indië bestemden
soldaat M. Schmitt, van het koloniaal worfdepot,
vergunning verleend tot het dragen van de
herinneringsmedaille voor het deelnemen aan
de Fransche expeditie in Tonkin, China en
Annam.
De eerste luit. W. J. A. De Kempenaer,
van het wapen der infanterie, thans op non
activiteit, op pensioen gesteld en het bedrag
van het pensioen bepaald op ƒ1080 'sjaars.
Aan den majoor F. G. A. Scherer, van
den staf der artillerie, hoofd der IVde afdee
ling van hel departement van oorlog, ver
gunning verleend tot het aannemen en dragen
der versierselen van officier der orde van de
Kroon van Italië, hem geschonken door den
koning van Italië.
De heer T. Pilon, predikant by de Christe-
ïyk Gereformeerde gemeente to Heemse, be
noemd tot predikant by de Protestantsche
gemeente in Nederlandsch-IndiS.
lessenaar van den onder-bibliothecaris, die
hem eerbiedig groette en vroeg:
„Hoe vaart u, mynheer de graaf?"
De grysaard schudde bet hoofd en ant
woordde
„Niet al te wel."
„Misschien heeft u te veel gewerkt."
„Toch niet."
„Maar wat scheelt u dan? U schynt toch
niet ziek te zyn."
„Dat ben ik ook niet, maar de jaren komen
en de krachten gaan."
„Wy hebben in langen tyd het genoegen
niet gehad u hier te zien."
„Omstreeks drie maanden."
„Welk werk mogen wy ter uwer beschik
king stellen?"
„Dat weet ik nog niet. Wees zoo goed my
den nieuwen catalogus te geven."
„Als 't u belieft."
De onder bibliothecaris paf hem een tame-
lyk dik boek aan, waarmee de graaf zich
weder naar zyne zitplaats begaf.
Toen hU weg was. vroeg een jonge klerk
den onder-bibliothecaris:
„Wie is die oude heer?"
„Do graaf De Tlionnerieux, een ryk en voor
naam heer, die een kapitaal van eenige mil-
lioenon bezit." IWordt vervolgd.)