N*. 9217.
Donderdag 6 Maart.
A®. 1890.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer toestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 5 Maart.
Feuilleton.
JOLIJETTE.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRUS DEZER COURANT:
Voor Loidea per 9 maandenl.lOw
Franco per postti1.41.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—G regels 1.05. Iedere regel meerƒ0.174.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het in-
caseeeren bulten de stad wordt 0.10 berekend.
Beden ontvingen wü van het bekende tijd
schrift voor de jeugd„Ona Genoegen", waar
van wjjlen onze stadgenoot de heer W. F.
Oostveen de begaafde redacteur was, de
twaalfde aflevering, welke hj] nog voor do
pers gereed heeft kunnen maken.
Met belangstelling zien we daaruit dat de
uitgever, de heer J. Hausses, te Purmerend,
op het graf alhier van den te vroeg gestorven
en geliefden kinderschrijver een eenvoudig
gedenkteeken wenscht te doen verrijzen, ten
•inde den velen vriendjes en vriendinnetjes, die
hem uit zijne werkjes hebben leeren lief
hebben, de gelegenheid te verschaffen van die
liefde en vereering een bewijs te geven.
Daartoe roept hü, blükens oene ook in dit
nommer voorkomende advertentie, de mede
werking van Neerlands jeugd in.
V7ie zou zulk een plan niet van harte toe
juichen, vooral hier ter stede, waar de over
ledene zoo geacht werd en te midden der
ieugd zelve als opvoeder arbeidde en waar
zijne kinderwerkjes en zooveel andere school
boekjes niet het geringst bekend zün.
■Wat kon hü prettig vertellen! Bü het
lezen van zjjne verhaaltjes was het soms of
wü niet met de oogen hem volgden, maar
met de oeren hem hoorden, 't Was of wü
er bp waren en of hü in het midden van
de luisterende kinderschaar zat. Eu wat
aardige versjes maakte hjjl Zoo eenvoudig,
Zoo hartelijk, zoo innig! En voor wie het
kon opmerken, wat kwam in al züne ver
haaltjes en gedichtjes telkens zijn goed
hart om een hoekje kjjkenwat leefde hü
mee met züne lezere en lezeressen; wat
mocht hü zich verzekerd houden goed zaad
te strooien, overal, waar men hem als zaaier
wilde toelaten; hoe was het geluk züner
vriendjes en vriendinnetjes zün geluk!
En thans staat dat hart, dat zoo warm
klopte voor de jeugd, voor immer stil; die
rusteloos werkzame hand ligt voor altüd
roerloos neder.
Haar al zal Oostveen niets meer voor de
jeugd kunnen doen, zün arbeid zal niet ver-
geefech geweest zün. Het zaad, door hem uit
gestrooid, zal zeker vruchten dragen, en zün
geest zal in züne werkjes blüven spreken, ook
nadat hü van ons is weggegaan.
ggEeri dankbaar gevoel zal de jeugd, ook als
ze op lateren looftyd gekomen is, steeds ver
vullen en daarom moet de reeds thans geboden
gelegenheid voor elk eene zeer welkome zün,
nu tot het geven van een bewüe van die
dankbare vereering wordt voorgesteld om op
Oostveens graf een eenvoudig monumentje op
te richten, met het opschrift:
Aan'den- geliefde* kinderschrüver
■Willem Frederik Oostvben.
Zfjne dankbare teers en leseressen.
Ook wü verklaren ons gaarne bereid iedere
büdrage, groot of klein, ter vergemakkelijking
en ter voorkoming van meerdere kosten, i*
ontvangst te nemen en ze aan den heer
Huusses over te maken.
De uitkomst zal zeker aan de goede ver
wachting, welke er van wordt gekoesterd,
beantwoorden, want dan zal metierdaad wor
den getoond dat Oostveens nagedachtenis bü
allen, die hem persoonljjk of uit züne werkjes
hebben leeren kennen, in zegening biyft.
De beroemde zangeres mej. Dyna Beumer,
die met mevr. Zólie Moriamé (pianiste) en den
heer H. Bosmans (violoncellist), a. s. Vrydag-
avond in den Schouwburg alhior een concert
zal geven, heeft zich ook te Amsterdam doen
hooren. De Amsterdamsche bladen maken
allen met den meesten lof melding van haar
optreden. Zü roemen niet alleen de zangeres,
maar ook hen, die met haar medewerkten.
Een talrük publiek was aanwezig. Mej. Beumer
werd onder warme toejuichingen een keurig
bloemstuk vereerd.
Door dr. C. Snouck Hurgronje, hoog
leeraar aan de Büks-universiteit te Loiden,
zün aan 'sKüks Ethnographisch Museum ten
geschenke gegeven zeven in de Staatscourant
van heden beschreven, uit Mekka herkomstige,
voorwerpen, geïnventariseerd als serie 62S,
nl. 3 vrouwen- en 2 mannenkammen, nog
een kam en een kleedenschuier. Aan den
schenker is de dank der Regeering betuigd.
Men sehrüft ons heden uit Zoeterwoude
Het aantal kinderen alhier, dat, volgens de
lyst, op 1 Januari 1890 opgemaakt, boven
zes-, doch onder 12-jarigen leoftüd, van het
onderwüs geen gebruik maakt, bedraagt 69.
Door deD controleur der directe belastingen
te Leiden zjjn tot rüksschatters der personeels
belasting aangewezen de heeren: J. C. Van
der Tas, te Oegstgeest, P. J. Van Venetieen
G. Splinter te Leiden, en tot plaatsvervanger
de heer W. A. Mulder, te Oegstgeest.
Zondag a. h., des namiddags te twee
uren, zal voor de Ned.-Herv. gemeente te
Warmond optreden ds. Sigal, predikant te
Lisse.
De Rünlandsche Stoomtram vervoerde in
de maand Jan. 11. tussshen Leiden en Katwijk
18,212 personen, met eene opbrengst van
f 2387.45het goederenvervoer en diversen
bracht 373.89'/., op; totaal ƒ2761.34'/,,
zünde per dagkilometer f 9.89'/,.
In het atelier van mej. Pruys van der
Hoeven te 's-Hage is voor hen, die prof. Jonck-
bloet goed gekend hebben, het portret van
dien geleerde te zien, bestemd voor de Senaats
kamer te Leiden. By zün leren bestond het
plan zich te laten pertretteeren door deze
schilderes, doch ongesteldheid en onverwacht
overiyden verhinderden de uitvoering. Het
portret is thans gedaan naar eone photogra
phic, genomen te Philadelphia, toen prof.
Jonckbloet tot de gedeputeerden der tentoon
stelling behoorde. Daar de schilderes prof.
Jonckbloet zeer goed gekend heeft, kon zü ook
de gelaatskleur zooveel mogeiyk naar waar
heid weergeven. De gelükenie is, volgenshot
„Vad.", zeer treffend.
Door het kiescollege der Ned.-Herv. ge
meente te Rotterdam is gisteravond het navol
gende drietal uit eene alphabetische lyst
samengesteldin de vacature-Scheuer (nog
voortdurende door het bedanken van dr. M.
F. Van Lennep, te Dieren) dr. J. H. Gunning
J.Hzn., te Gouda; ds. C. J. Lammerink, te
Scheveningendr. D. C. Thjjm, te 's-Gra-
venhage.
Aan de Rpks-universiteit te Leiden zün
7, te Utrecht 5, te Groningen 3 en aan de
gemeente-universiteit te Amsterdam 14 stu
denten, aan wie vergund is op grond van
de kon. besluiten van 1878 en 1886 hunne
studiën in de medicynen voort to zetten, tan
einde later als off", van gez. bjj de zeemacht
in dienst te treden.
De heer graaf Van Bylandt, minister-
resident in Japan, heeft de residentie ver
laten, de reis naar zün nieuwen po3t aan
nemende.
Naar de „N. R. C." verneemt, zün de
stukken, betrekking hebbende op de wets-
voordracht tot regeling van den dienstplicht,
thans naar het Loo opgezonden.
De eerste sectie afdoeling Amsterdam
der vereeniging „'t Metalen Krnis" verloor
weder een harer leden door den dood, namelyk
den heer H. Michel aldaar. In 1831 bü de
veldartillerie ingedeeld, heeft hy den veldtocht
medegemaakt.
De heer Roeier Faassen en mevr. Faassen,
geb. Van Velzen, zün dit jaar veertig jaren
in dienst der tooneelkunst werkzaam. Te
hunner oer wordt Dinsdag 18 dezer, in den
Grooten Schouwburg te Rotterdam Faassen's
tooneeletuk „Platjjn en Co." gegeven, waarin
de auteur de rol van Simon Platyn en züne
echtgenoote die van Doortje vervult.
Ds. Oorthuys, te 's-Hage, Ib beroepen
naar de Herv. gemeente te Amsterdam
(vacature-Ten Kate)voor de vacature-Krayen-
belt aldaar is ds. Gunning, te Gouda, be
roepen.
De heer D. A. Payens ia benoomd tot
directeur der gemeentelüke gasfabriek te
Groningen.
Naar aanleiding van het feit, dat reeders,
wier schepen anker of netten hebben opge
offerd om een onderzeeschen telegraafkabel
niet te beschadigen, meermalen de tusschen-
komst van zün dopartement inroepen, ten
einde van den eigenaar van den kabel schade
vergoeding wegens het geleden verlies te ver
krügen, brengt de minister van buitenlandsche
zaken onder de aandacht van belanghebbenden
dat, volgens het bü de internationale overeen
komst betreffende de bescherming van onder-
zeesche telegraafkabels bepaalde, elk verlies
van dien aard zoeveel mogeiyk onmiddeliyk
na het voorval geconstateerd moet worden
door een proces-verbaal, bevestigd door de
getuigenis der bemanning van het schip, ter-
wül bovendien binnen 24 uren na aankomst
in de eerste haven van terugkomst of verbljjf,
door den schipper eene verklaring omtrent
het gebeurde ten overstaan der bevoegde over
heid moet worden afgelegd.
Die overheid, hier te lande de waterschout,
of, by ontstentenis van dezen, de commissaris
van politio of de burgemeester, geeft dan op
züne beurt kennis van het voorgevallene aan
den consulairen ambtenaar van den Staat, waar
toe de eigenaar van den kabel behoort.
Nadat in de gisteren gehouden zitting
van den gemeenteraad te 's Gravenhage de
directie dqr Fra^jche opera, voor het speel
seizoen ièdO/91 wederom was opgèu/igen
aan den heer Desuiten, op dezelfde voorwaarden
als in het vorige seizoen, behoudens enkele
wüzigingen van ondergeschikten aard, werd het
in de vorige zitting gestaakte debat voortge
zet over de groote quaestie: al of niet spuien
in den aanstaanden zomer.
Na eene uitvoerige godachtenwisseling nam
de Raad met 31 tegen 7 stemmen aan een
voorstel van den heer De Brauw, overgeno
men door de heeren Wittert c. s., luidende:
„De Raad besluit B. en Ws. te verzoeken een
nader onderzoek in te stellen of spuiing ge
durende het badseizoen gevaar oplevert voor
verontreiniging van het badwater, en zoo ja,
I Vit het Fransch van Gustave Ghe's.
Slot.1
Verbaasd over dit wonder, kwamen de dor
pelingen in grooten getale toegestroomd; de
gierigaard had zich uit de voeten gemaakt.
Alain begreep dat Jolyette haren plicht had
verzaakt en in tegenwoordigheid van allen
verloochende hy haar.
„Ge züt eene onwaardige, eene ondankbare,
Jolyette," sprak hü tot haar, alvorens hü haar
op het veld verliet, „en ik vervloek u."
Maar, daar hy haars ondanks alles toch nog
liefhad, weende hy bitter en vertrok naar ver
verwyderde streken, sommigen zeggen naar
Auyergne, anderen naar Bretagne
En andermaal gingen dagen voorby.
IV.
O, wat was zg berouwvol, die arme Jolyette!
Wat een vloed van tranen stortte züZy sloeg
zich telkens op de borst en sprak
„Mijn veelgeliefde! myn edele Alain! Ik
ben nieuwsgierig geweest en ik heb mü laten
afleiden Vergeef my; de halsketting was zoo
schoon I Als Ik uwe vergiffenis had, zon ik
gelukkig kunnen sterven; op die vergiffenis
wacht ik om in vrede hoen te gaan!"....
Helaas! niemand hoorde baar zichten en
klagen, want sedert 'het ontzettend voorval
ontvluchtten de dorpelingen het groene veld,
omdat zy geloofden, dat het betooverd was,
en zelfs de herders maakten een grooten
omweg, om niet in die gevloekte nabuurschap
te komen.
Alleen de wind, die eiken dag, in den
ochtend- en in den avondstond van den hemel
nederdaalt om te zien wat er hier beneden
gebeurt, hoorde het gejammer van Jolyette;
hü werd er door bewogen en 6prak„Wees
getroost, Jolyette! Ge hebt gezondigd; maar
het berouwt u en God zal u vergeven!"
De wind vloog heen tot aan het azuur des
hemels, nam er een weinig van, keerde tot
Jolyette terug en mengde het azuur des hemels
in de tranen van berouw, welke het jonge
meisje stortte. En oogenblikkelyk werd het
gouden, mot bloeddroppels bespikkelde veld
bezaaid met blauwe vlekjes.
En de wind sprak
„God heeft medelijden met uwe smart."
Jolyette vroeg:
„En Alain, vergeeft hy mij?"
De wind antwoordde, terwül hy naar de
PÜnboomen omhoogsteeg: „Als de God de
genade menscb geworden zal zjjn, zullen de
menschep vergeven. Ën evenals het goud van
het veld, evenals de roode vlekjes, evenals
de blauwe vlekjes, zoo zal ook uwe fout wor
den uitgewischt!"
De wind zwoeg en andermaal gingen dagetl
voorbü-
En toen Kerstmis naderde, kon Alain, ge
kweld door de liefde, welke nog altijd in zün
hart woonde, het in den vreemde niet langer
uithouden en hy keerde naar het dal van
Ronceraies terug. Zeer vermoeid kwam hy
daar aan, want hü had de reis te voot afge
legd, gelük een pelgrim, die naar Rome opgaat.
Maar hy wilde het veld, hy wilde Jolyette
terugzien.
Mat moeito sleepte hg zich voort en be
reikte eindeiyk het doel van zyn tocht. Treu
rig gestemd zette hü zich op een heuveltje
neder, om het verleden voor zün geest terug
te roepen,
Da maan scheen en hü werd de goudkleur
van het veld gewaar en de roode vlekjes,
maar de blauwe vlekjes, welke samensmolten
met het zilveren maanlicht, zag hü niet.
ü.it was de nacht van Kerstmis en het uur
zmu weldra slaan, waarin het kindeke Jezus
op het stroo zou worden geboren, om mensch
warden en '6 loden met ons.
1 Alain hoorde de kerkklokken, welke in het
duister klingelden, om de getrouwen op te
roepen tot het gebed. Hy hield de oogen
steeds op het gouden veld gevestigd, zag nu
ook de blauwe vlekjes 8n sprak:
„Wat beteekenen die blauwe vlekjes?'1
De wiatl fluisterde hem toe:
„Dat zyn de tranen van berouw, welke
Jolyette heeft gestort. Zie, het veld is er mee
bezaaid."
„Wat heeft zü geweend, die arme Jolyette!''
sprak Alain.
En hy bukte zich om een der azuurblauwe
tranen te plukken. Maar juist sloeg de klok
middernacht. Eu van den hemel daalde zacht
en onhoorbaar een witte regen neder, men
zou gezegd hebbeneen regen van dons.
Stemmen, uit de kerk komende, juichten:
„Eere zü God in den HemelEere zü God,
die ons reinigt van onze zonden!"
De witte regen viel nog steeds.
Alain knielde neder.
„Heer! Heer! Wat beteekent dit witte kleed,
dat zich over het veld uitstrekt en het be
dekt?"
En de yzige wind blies hem in het oor:
„Dat is de genade 1 Dat is het uitwif-schen
der zondenI Dat is de onbesmette kleur!
Eere zü God 1 De Christus is gebo-en, en Hy