N°. 9201.
Zaterdas 15 Februari.
A0 1890.
§8zs {jouraat wordt dagelijks, met uitsondering
vaa §en* ea feestdagen, uitgegeven.
JPeuilleton.
Een tocht vóór zonsopgang.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS D1ZIB OOTTRAKTi
raw LaMw par I auuiu......Mi
frtnao pat port.LM.
Lfroadorltfko Hamman.Mi
BUITENLAND.
Frankr{jk.
Het gerucht, dat de Franachen eene onder
neming tegen Dahomey in den zin hebben,
wint veld. Naar men beweert, is eene expeditie,
bestaande uit de troepen uit Senegal en een
detachement Algiersche troepen, tegen Daho
mey op marsch.
Volgens de „Temps" heeft graafMünster,
de Duitscke gezant te Parijs, den Franschen
minister van buitenlandsche zaken de uitnoo-
diging overhandigd voor de door keizer Wil
helm ontworpen arbeidsconferentie.
De leden der olie-commissie hielden in
de Parjjsche handelsbeurs gisteren eene bijeen
komst om te beraadslagen over den staat van
zaken van den oliohandelaar Dumont. De
bijeenkomst duurde van 10 ur6n 's morgens
tot 6 uren 's avonds, zonder dat men tot eene
beslissing kon komen. De discussie was soms
zeer heftig en eenige handelaars beschuldigden
elkaar, dat zij gemeene zaak met Dumont
hadden gemaakt. Men ging uiteen na hot
besluit later eene tweede bijeenkomst te be
leggen.
Het gerucht liep, dat Dumont in hechtenis
was genomen. Spoedig bleek het, dat dit
onjuist was, evenals de vele andere geruch
ten, welke over deze zaak werden verspreid.
Zoolang het onderzoek van den rechterlijken
ambtenaar, den heer Parent, nog niet geheel
is afgeloopen, is geene beslissing, van welken
aard ook, te verwachten.
Dtiltsohland.
De Duitsche consul te Pretoria, de hoer
Ritschel, is te Berlijn aangekomen en zal der
regeering inlichtingen verschaffen over den
toestand in Zuid-Afrika, en vooral over de ge
schillen tusschen Portugal en Engeland.
De Duitsche aardrijkskundige Gerhardt
Rohlfs vraagt in de „Köln. Ztg." omstreeks
600.000,000 mark voor eene nieuwe Emin-
pacha-expeditio. H(j wil dat Emin met behulp
van die gelden eene nieuwe onderneming zal
uitrusten oin door het Duitsche gebied naar
Uganda en Unyoro terug te keeren. Zijne
verschijning zou daar voldoende zijn om de
vroeger door hem beheerde provinciën te her
winnen en Duitschland een handelsweg naar
het binnenland te openen.
Bijzonder trekt het de aandacht dat
het offlcië9le orgaan der conservatieve partij
waarschuwt tegen overijling bij de behandeling
van de voorstellen des keizers betreffende de
arbeids-wetgeving. Millioenen werklieden, die
tot dusver tevreden waren met hun lot, beb-
ben eerst door de decreten van den keizer
vernomen, dat zfl reden hebben tot ontevre-
deuheid. Hot arbeiders-vraagstuk vereischt
voorzichtig en met kalm overleg behandeld
te worden en kan niet, als het ware met
storm, door enkele groote woorden worden
opgelost.
België..
Te Luik is de sterrenkundige Fiever, hoog
leeraar aan de universiteit aldaar, overleden.
De overledene was medewerker van het door
de sterrenwacht aldaar uitgegeven belangrijke
werk „Ciel et Terro."
Yolgens de „Précurseur" is de com
missie, die voor de Kamer van koophandel,
de rechtbank, bankiers en makelaars van
Antwerpen, gekozen werd tot onderzoek in
zake den toestand der munt in België, tot
het besluit gekomen dat België onmiddellijk
voor 200,000,000 fr. in 5 fr. zilverstukken
moet ontmunten om het evenwicht te her
stellen.
Enig-a rjje.
De krijgsraad te Sofia is reeds bijna gereed
met hot onderzoek in zake het komplot van
majoor Panitza. Voorzitter van den krijgs
raad is de chef van den generalen staf, ko
lonel Petroff, terwijl het openbaar ministerie
wordt waargenomen door den staatsprocureur
Markoff. Panitza bekent dat hjj prins Ferdi
nand heeft willen verdrijven, maar hij blijft
ontkennen dat hjj dit plan op raad van Rus
sische agenten hoeft beraamd.
Gi-oot-Britanniö.
De gisteren in een blauwboek gepubliceerde
Engelsch-Portugeesche briefwisseling in zake
de confiscatie van den Dolagoabaai spoorweg
bevat meerendeels slechts bekende zaken. De
bundel loopt tot don 20sten December jl. Hij
bevestigt dat Portugal den 13den November
aanbood de schadequaestie aan arbitrage te
onderwerpen. Lord Salisbury deelde dit mede
aan de Engelsche Delagoabaai-spoorwegmaat-
schappii, waarop deze den loden December
antwoordde dat de Portugeesche regeering
thans bewijzen kon het met de arbitrage ern
stig te moenen. Hoe spoediger dit plaats had,
hoe beter voor Portugal, want door vorder
talmen kan de waarde van den spoorweg
sl chts hooger worden, nu de Hollandsche
maatschappij met den bouw harer l(jn aan
gevangen is. De Engelsche compagnie ver
klaart de zaak gei ust in handen der regeering
over te laten, overtuigd als zij is dat lord
Salisbury Portugal verantwoordelijk zal weten
te houden voor alle buitengewone schade.
welke sedert de inbeslagneming geleden mocht
zjjn. Verder bljjkt uit het blauwboek dat de
eerste berichten, door den sedert ontslagen
Engelschen vice-consul Knee afgezonden be
treffende geweldenarijen, door de Portugoezen
gepleegd, levensgevaar voor de Engelsche
ingezetenen enz., ten gevolge waarvan Brit-
sche oorlogsschepen naar Lourernjo Marquez
gezonden zjjn, geweldig overdreven waren.
Dc Hertog van Orleans.
De heer Magnard, de hoofdredacteur van
de „Figaro", is zeer vertoornd over de ver
oordeeling van den hertog van Orleans. Of
schoon erkennende dat de veroordeeling vol
komen gewettigd is door 's prinsen handel
wijze, noemt de heer Magnard de veroordee-
lihg „misbruik maken van macht", daar het
meer dan voldoende zou geweest zjjn, indien
do Fransche regeering den prins terstond weer
over de grenzen had laten brengen.
De „République franqaise" daarentegen
keurt het vonnis volkomen goed. Het hoofd
orgaan der opportunisten acht het billyk, oat
de wet door de rechters is toegepast. Aan den
president der republiek blijft hot nu ter be
oordeeling, of de waardigheid dor republiek
toelaat den veroordeelde r.u of later geheele
of gedeeltelijke kwijtschelding van schuld te
verleenen.
Natuurlijk maken de anti-republikeinsche
blader, groote drukte van het proces en de
daarbij gehouden betooging der royalisten,
maar deze „standjes" hadden eigenlijk wei
nig te beteekenen. Het merkwaardigste is
het ljjstje der personen, die wegens verzet
togen de politie bij den „Pont-Neuf" in hech
tenis zjjn genomen. Men vindt onder deze
gearresteerden o. a. de namen van den mar
kies De Gouy d'Arsy, graaf Raoul de Gontaut-
Biron, baron Tristan Lambert, burggraaf
Tbéobald Foy, en markies d'Albon, kortom,
den hoogen Franschen adel. De hertog van
Orleans kan er zich ten minste op beroemen,
dat voor hem andere mannen het tegen de
politie opnamen dan voor generaal Boulanger,
voor wien bij de gewone straatrumoeren slechts
venters van dagbladen en leegloopers, die
me's beters te doer, hadden, zich in hechtenis
lieten nemen.
De vraag is, wat de regeering nu met den
hertog van Orleans zal doen. Het werd als
z-ker beschouwd dat president Carnot zich
zou tevreden hebben gosteld met den hertog
weer over de grenzen te laten brengen, in
dien er niets bijzonders ware voorgevallen,
7BIJ8 DUB ADVXaTHNTEMfl
▼ea 1—refele l.W. leden regel meer/*.ltt
<re«tni letten neer pleetenlmte. Toer bet la-
eeaeeeren betten de ftad wordt Alt berekend.
maar na het door de royalisten gemaakte
rumoer wordt het ten zeerste betwijfeld, of
de president terstond van zjjn recht tot het
verleenen van gratie zal gebruik maken.
In elk geval heeft de prins tien dagen tyd
om in hooger beroep te komen. Eerst na
verloop van dezen termijn kan de president
kwijtschelding van straf verleenen, want eerst
moet ook het oordeel in hoogste instantie
worden afgewacht. Verleent de presidentdan
geen gratie, dan moet de prins als een poli
tieke misdadiger worden behandeld. De voor
dooien, hieraan verbonden, zyn dat de prins
dan voor zjjn eigen onderhoud mag zorgen
en eiken dag twee uren binnen de vesting
werken mag wandelen.
Toen het vonnis was uitgesproken, verliet
de hertog met den hertog van Luynes de
zaal. „Ik reken op geen gratie" zeidé hjj.
„Ik had op twee jaren gevangenis gerekend,
maar" voegde hjj er met een glimlach by
„de toestanden in Frankryk kunnen spoedig
veranderen."
Terstond werd de hertog naar de gevan
genis teruggebracht. Zyn eerste werk was
per telegraaf aan zyn vader en moeder zyne
veroordeeling mede te deelen en daarna ont
ving hy weer bezoeken van zyne verloofde,
prinses Margareth3, zyne tante, de hertogin
van Chartres, en zyne raadslieden, de heeren
De Rocher, Limbourg en Rousse.
De prins was zeer opgeruimd en vreest de
twee jaren gevangenisstraf niet. „Dit is
zeide hy niet erger dan de ballingschap."
De prins troostte er zich mee, dat geheel
Europa nu over hem spreekt en verklaarde
dat een andere jonge prins natuuriyk werd
prins Victor Bonaparte bedoeld gaarne 10
jaren van zyn leven zou schenken, indien hem
de gelegenheid tot eene dergelyke daad was
gegeven.
Intusschen is de graaf van Parys te Porto-
Rico aangekomen. De graaf vond daar de
tyding van de inhechtenisneming van zyn
zoon en seinde terstond aan den senator
Bocher: „Ik denk steeds aan myn dierbaren
gevangene en ben in gedachten steeds by hem."
De „Nerddeutsche Allgeraeine Zeitung"
maakt zich vrooiyk over de behandeling van
de zaak van den hertog van Orleans voor
de Parysche rechtbank, by welke gelegenheid
de hertog zyne rol, als stond hy geheel
buiten de zaak, uitstekend speelde. Prins Von
Bismarcks blad dryft den spot met het mar
telaarschap van den prins, die in de gevan
genis lekker eet en door bezoeken van zyne
verloofde wordt getroost.
46)
„Is het hier?"
„Neen, hier brengen wy het rytuigl" Hy
wisselde een paar woorden met den slaap
dronken knecht, die na lang wachten verscheen,
en hielp toen Clara uitstappen.
„Als gy een weinig wilt rusten, tot dat
wydien heer kunnen opzoeken, vindt gy
hier zeker eene kamer."
Maar Clara was niet moede.
„Is het ver hier van daan naar het hotel
„Tegethoff?" vroeg zy.
„Tien minuten; maar wy kunnen eene poos
gaan wandelen."
Nadat Karei gezorgd had dat de paarden goed
op stal kwamen, ging hy langzaam, zwygend
met Clara over de Elisabethsbrug, waarop witte
standbeelden als het ware de wacht hielden.
Toen sloegen zy de Ringstraat in, die met
hare hooge paleizen nog stiller was dan alle
andere. Weldra ontwaarden zy rechts de hoo
rnen van een park, waar de spreeuwen en mus-
schen deftig over de breede paden wandelden.
In dit vroege morgenuur voelde de gevederde
bevolking zich hier heer en meester en ging
slechts noode uit den weg voor die tweo wan
delaars, die hen op zulk een ongewoon uur
kwamen storen.
Karei volgde mot moeite den vluggen tred
zyner reisgenoote, die met volle teugen do
verkwikkende morgenlucht inademde.
„Wat is het hier heeriykl" riep zy tel
kens weer en bleef stilstaan om te wachten
tot Karei haar inhaalde. „Wy zjjn immers
nog altyd vlak by het hotel?" Hy knikte
bygend; ondanks de morgenkoelte, stond het
klamme zweet hem echter op het voorhoofd,
maar Clara merkte daar bijna niets van en
ging weer verder. Elke bloem, elk blad trok
voor een oogenblik hare aandachtdan keek
zy weer naar den wolkenloozen hemel, luis
terde naar de vogels en begon te lachen.
„Wat is dit alles schoon! En midden in de
stad, en zoo goed onderhouden!"
Voor den vyver bleef zy staan, om naar de
eenden en zwanen te kyken, die, in de hoop
op voeder, aankwamen, wees hun hare leege
handen en zei: „Ik heb niets."
De zon kwam, als e9n vuurroode bal, tus
schen de boomen door, uit de nevelen op
Het zal toen vyf uren geweest zyn enkele
vroeg opgestane wandelaars liepen het park
door en keken verwonderd naar dit zonder
linge paar,
„Wat zullen die mensehen wel van my den
ken; ik stel my aan als een kindl Maar ik
voel eene vrooljjkbeid in my, die ik evenmin
kan bedwingen als ik de zon beletten kan ons
te beschynen."
Voort gmg het tusschen de groene boschjes
nu moest zy weer hardop lachen over een
straatjongen, die tevergeefs beproefde om een
vogel te lokken, door zyn gezang na te bootsen.
Karei kon haar niet meer byhouden hy
bleef hoe langer hoe verder achter en viel
eindeiyk uitgeput op eene bank neder.
„Wat scheelt er aan?" vroeg Clara ont
steld, toen zy weer eens omkeek en hem lachend
wilde aanmanen om wat vlugger te loopen.
„Het is niets!" mompelde hy; maar zyn
gelaat was nog bleeker dan anders en op zyne
wangen gloeiden twee roode plekken.
Terwyl Clara zich bezorgd over hem heen
boog, hoorde zy voetstappen naderen. Eene
vreeselyke rilling tastte den knaap aanzyne
oogen stonden als verglaasd by zonk be
wusteloos achterover.
„Hy sterft 1" gilde Clara en ondersteunde
zyn hoofd met haren arm. Zy was zoozeer
met hem vervuld, dat zy iemand, dien zy
hoorde aankomen, zonder het hoofd om to
wenden, toeriep:
„O, mynheer, wat ik u bidden mag, haal
een dokter, gauw, anders sterft het kind hier
op straat!" De vreemdeling bleef ten hoogste
verbaasd staan en kwam eerst naderby, toen
Clara hem ten tweedenmale riep zy her
haalde haar verzoek zonder den blik van den
zieke af te wenden.
„Een dokter, wat ik u bidden mag, snel,
een dokter!
„Ik ga terstond," zei de vreemdeling.
Clara zag met een half onderdrukten kreet
op „Raimond!"
Hy was het. Na een slapeloozen nacht was
hy met het aanbreken van den dag opgestaan
en in het park gaan wandelon om van da
morgenkoelte te genieten. En daar stond hy
nu eensklaps tegenover Clara.Hoe kwam
zy hier, op dit uur? Hy begreep er niets van.
Doch er was nu geen tyd voor ophelderingen.
Hy trad op Karei toe en vatte zyne hand, welke
slap neerhing.
„Wy zullen beproeven hem naar myn hotel
te brengen - dat is hier vlak by.
„Dat weet ik," zei Clara. Hy zag haar
meer en meer verwonderd aan, doch richtte
met krachtigen arm den knaap op die
zeer onrustig begon te worden en de oogen
opsloeg.
[Wordt vervolgd.)