N°. 9200. A\ TS39. <§eze fëourani wordt dagelijks, met uitzondering van <gon» en feestdagen, uitgegeven. I)it nommer toestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 13 Fetoruari. Feuilleton. Een tocht vóór zonsopgang. I 45) Trydag 14 ebruari. LEIDSCH MGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. '5»er Leidet» |)*t 8 m*and®a«f 1.49. Franco per port,1.49. ItLunderlök» tfommera.0.08. wetenschappelijke instelling ten behoeve der geologie, der mineralogie en der paleontologie, voor de studie dier wetenschappen onmisbaar. Tevens deelde de minister mede dat het nieuwe Kabinet zal gebouwd worden op de Ruïne, waardoor het later zal kunnen aan sluiten aan een eventueel daar eveneens te plaatsen Museum van Natuurlijke Historie, waaromtrent met de betrokken hoogleeraren overleg was gepleegd. In de groote behoefte aan localiteit om de voorwerpen dor natuur lijke historie behoorlijk te plaatsen zoude mede door de oprichting van het Kabinet kunnen worden voorzien, in afwachting van een Jater te maken nieuw Museum. Vermits, zooals boven werd medegedeeld, het, naar bet inzien van B. en Ws., het meest gewenscht zoude wezen het feestgebouw te plaatsen tussclien de twee schoollokalen, doch het eenig bezwaar daartegen alleen bestond in de omstandigheid dat alsdan eenigo hoornen van het Park zouden moeten worden gerooid en een gedeelte opgehoogd terrein worden afgegraven, hebben B. en Ws. zich, nadat de betrekkelijke post der begrootiDg van binnen- landsche zaken was aangenomen, tot den minister gewend. Zjj hebben Z. Exc. den stand der zaak medegedeeld en opgemerkt dat, wanneer tot de oprichting van het Geologiseh-Mineralogisch Laboratorium op de Ruïne wordt overgegaan, de bezwaren, aan het eerstgenoemd plan ver bonden, wellicht zouden kunnen vervallen, daar alsdan toch een gedeelte van het Park zal worden ingenomen en datzelfde gedeelte zoude kunnen worden gebruikt voor de plaatsing van het feestgebouw voor do in Juni a. s. te houden Lustrumfeesten. B. en Ws. hebben verder den minister beleefdelijk uitgenoodigd hun te willen mededeelen op welk gedeelte van het Park hot meerbedoeld Laboratorium zal worden geplaatst en wanneer met de daar aan verbonden werkzaamheden een aanvang zal worden gemaakt. Wanneer nu de keuze mocht worden go- vestigd op dat gedeelte van het Park, dat gelegen is tu3schen de beide schoollokalen on tot de oprichting van het Laboratorium eerst na afloop van de Lustrumfeesten en alzoo niet vóór Juli van dit jaar wordt over gegaan, dan zoude datzelfde gedeelte van hot Park zonder bezwaar kunnen worden bestemd voor de plaatsing van het foestgsbouw en dan zouden nu reeds de boomen, heesters en verdere gewassen, daarop slaande, kunnen worden ge- amoveerd en de grond voor de plaatsing van hot gebouw kunnoa worden in orde gehracht. De minister van hinnenlandsche zaken heeft met de meeste bereidwilligheid aan het ver zoek van B. en Ws. voldaan en kunnen goed vinden reeds thans eene beslistiog te nemen aangaande de plaatsing van meerbedoeld Laboratorium in het Park. Onder dagteeke- ning van 6 Februari jl. ontvingen B. en Ws. namelijk het bericht dat Z.Exc. het voornemen heeft het nieuw te bouwen Kabinet te plaat sen op de Ruïne, tusschen de Hoogere Bur gerschool voor Meisjes en het Gymnasium, langs en evenwijdig aan de Raamsteeg, ter wijl de as van het gebouw zal samenvallen met die der St.-Jacobsgracht en met den bouw niet vódr den afloop der Lustrumfeesten zal worden aangevangen. Ten gevolge van deze beslissing, die voor het welslagen van de Lustrumfeesten van het grootste belang is, kan het verzoek van het Collegium, om het feestgebouw te plaatsen aan de zjjie van het Rapenburg met over- bouwing van de gracht, geacht worden te zjjn vervallen. B. en Ws. geven den gemeenteraad daarom in overweging aan het Collegium vergunning te verleenen om het Park in te richten tot feest terrein voor de aanstaande Lustrumfeesten, met afsluiting van het Park op de wijze als by vorige Lustrumfeesten het geval was, en om het feestgebouw te plaatsen aan de zijde van de Raamsteeg, tusschen de beide school lokalen, een on ander met inachtneming van de door het college van B. en Ws. te geven voorschriften en onder bepaling dat de kosten, verbonden aan het herstellen van alle aan het Park veroorzaakte schade, komen ten laste van het Collegium. [Zie 't Gemeonteraadsverslag B. en Ws. leggen aan den gemeenteraad over het tweede suppletoir kohier der plaat selijke directe belasting, dienst 1889, bevat tende 146 aanslagen tot een bedrag van f 1373.79, met voorstel tot de vaststelling over te gaan. De commissie van financiën, gezien de stukken betreffende verkoop van een perceel gemeentegrond aan A. Verhoog Jz., is van meening dat, hoewel tegen dit voorstel geene afdoende finantiëole bezwaren bestaan, uit do stukken niet in voldoende mate blijkt, dat het belang der gemeente den verkoop medebrengt of zelfs toelaat, en adviseert daarom tot het vragen van nadere inlichtingen aan het dagelijksch bestuur. Op het onverwachtst is aan de stad onzer inwoning door den dood ontvallen een burger, wiens persoon werd geëerd en wiens naam b(j die hem niet persoonlijk kenden, om been. Zjj snoven en bliezen een weinig, maar bleven stilstaan. Karei onderzocht hen zoo good als by hot aanbrekende morgenlicht mogelijk was; zij hadden zich slechts een weinig geschaafd en aan het rijtuig was ook niots gebrokeneen enkele gebroken streng werd schielijk aan elkaar geknoopt en terwijl Karei weer op den bok sprong, zei hjj met een weemoedig lachje: „G(j hadt gelijk 1 Er kon ook niets gebeuren De reis werd voortgezet. Clara gaf zich weer aan hare droomerijen over: nu vielen haar werkelijk de oogen dicht en zij ontwaakte eerst van het geratel over de straatsteenen de eerste voorstad was bereikt. Hoe koud en guur blies de wind door die lange, nauwe straat! Clara trok het doekje, dat zij in haast omgeslagen had, dichter om hare schou ders en keek a indachtig naar de lange rijen gelijkvormige huizen, die zeiven schenen te sluimeren met hunne gosloton luiken. De maan, die eerst tegen den morgenstond was opgegaan, stond nu hoog aan den hemel, doch gaf geen schijnsel zjj keek als een bleek meneehengelaat strak op de aarde neer, terwijl roodachtige, dunne wolkjes over haar heen- gleden, als wilden zjj haar meevoeren om den vluchtenden nacht te volgen, die alverderen verder naar het westen week voor het opstjj- FBXJS DHB AD YHRTÏiN TIEN Vu 1— regvl» 1.0». latere regel meer 0.1TJ, Groeier» lettere Bier pbwtonlate. Veer het ia. oeeeoareo bollen de eted wordt t.lt berekend. meer dan ééne reden een goeden klank had. De heer AVillem P'-ederik Oostveen is niet meer. Hij was een onderwijzer, die zich bij I zjjne leerlingen, gedurende de reeks van jaren, dat hij alhier aan het onderwijs verbonden was, bemind maakte, ên om de degelijke wijze, waarop h(j met hen wist om te gaan, èn om de bjjaondere gave, welke hem als opvoeder der jeugd eigen was. Bovendien heeft by als schrijver van vele kinderwerkjes overal in den lande eene be kendheid verworven, welke hem in de rijen der schrijvers voor de jeugd in de eerste gelede ren plaatste. H(j had den tact in zijne boekjes den juisten toon, voor wie ze bestemd waren, aan te slaan, prettig vertellend, onderhoudend keuvelend, alsof hijzelf in hun midden ge zeten ware. Indien wjj zijne werken hier allen wilden opnoemen, zouden zjj eene uitvoerige lijst vormen, ook met de vertellingen of kleinere gedichten, voorkomende in verschillende tijd schriften voor de jeugd, welke onder zijne leiding stonden of waarvan hü medewerker was. En nog was hy tot vóór korten tyd yverig voor de pers werkzaam, misschien had hy wel te voel van zyno krachten geëischt, totdat hy eindeiyk ook door de tegenwoordig heerschende ziekte werd aangetast, welke op zyn gestel zulk oen vorder ingrypendon invloed had, dat zijn werkzaam en nuttig leven hoogst- waarschyniyk daardoor een zoo droevig einde nam. Maar hovenal is door dit overiyden diep, zwaar getroffen zyno familie, waarin by zoo gelukkig was. Hij was een trouw echtgenoot, een liefdevol vader, die met zyne vrouw aan zyno kinderen de grootste zorgen wydde en zelf zyne bejaarde moeder eene kinderlyke genegenheid tosdroeg, welke zyne eigen kinderen tot voorbeeld namen. De slag, welke hen nu in zoo diepen rouw gedompeld heeft, is zwaar, maar wordt ook gevoeld door hen, die hem hun vriend moch ten noemen, die in de gelegenheid zyn geweest zyn dog6iyk, open karakter, zjjne uit nemende gaven van verstand en bart, te leeren waardeeren, die wisten wat zy aan hem hadden, die nooit tevergeefs om raad en daad, als dit noodig was, zich tot hem wend den, die zich hebben kunnen overtuigen hoe hy grootendeels zichzelven gevormd heeft, dank zy zyne werkzaamheid en zelfstandig heid in wat by wilde. Hoog werd hij ook geacht deor zyne col lega's zoowel der openbare als byzendere I scholen, door bestuurderen, leeraren en leer- aejeaauaroyj.»». .i «in nmi^ gende daglicht. Eene klok in de nabijheid sloeg vier uren en werd weldra door eene menigt9 andere gevolgddoch die vermanende stemmen wokten de stad nog niet uit haren slaap. Alleen op het marktplein was eenige bewe ging te bespeuren; tusschen de lange ryen van karren slopen spookachtige gedaanten heen en weder, terwyi men reeds een gegons van stemmen vernam. De wind stak hoe langer hoe meer op en begon te gieren tusschen de daken en schoorsteenenhy joeg groote stof wolken op, die het rijtuigje al dansend door de stille straten volgden. Het was doordrin gend koud geworden. Karei hield even op en- hulde Clara in de paardendeken, die hy over zyne voeten had uitgespreiddaarop reed hij. verder, totdat de vestingilnie achter hen lag; toen vroeg hy eensklaps: „Weet gy waarhy woont?" Clara wist het, want Raimond bad in z(Jn brief aan den schoolmeester het hotel opge geven, waar hy afgestapt was en nog een paar dagon dacht te blijven. Maar zy wist niet waar het hotel „TegethofT' lag. Karei knikte zwij gend en reed door. Nu kwamen zy in voor namere buurten, en ook weer op eene markt, waar het reeds veel drukker was. Karei hield voor de breede poort van een oud gebouw stil, steeg af en schelde aan. Wtrdt vervolgd.) Door het Collegium is verzocht het Park j te mogen gebruiken als feestterrein voor de aanstaande Lustrumfeesten en het feestgebouw te plaatsen over de gracht tegenover de academische gebouwen aan de Kleine Ruïne. Het is B. en "Ws. gebleken dat tegen de j, uitvoering van dit plan geene overwegende bezwaren bestaan, op grond dat daarmede geene beschadiging van het Park gepaard behoefde te gaan, hetgeen wel in meerdere of mindere mate het geval zoude wezen, wan neer het gebouw werd opgericht op de vroegere plaats aan de zyde van do Raamsteeg, tusschen ij de beide schoolgebouwen. Intusschen ligt het in den aard der zaak dat laatstbedoelde plaatsing verre te verkiezen I zoude wezen boven de door het Collegium voorgestelde, zoowel op grond dat het feest terrein daardoor een belangrijk minder fraai ,i aanzien zoude verkrijgen dan het bij vorige Lustra steeds aanbood, als op grond van de aanzienlijke, daaraan verbonden kosten. Toch konden B. en "Ws. niet besluiten een voorstel te doen tot plaatsing van het gebouw op de oude plaats, hoe verkieslijk zulks ook mocht wezen, zoowel voor het Studentencorps als voor het geheele publiek, op grond dat alsdan een gedeelte van het Park zoude moeten j worden beschadigd en ontsierd, daar eenige boomen zouden moeten worden gerooid en l| een gedeelte van het gerallonneerd terrein ji gelijk gemaakt. Inmiddels namen B. en Ws. kennis van de j Rijksbegrooting voor 1S90 en ontwaarden j daaruit dat daarop eene som van ƒ10,000 jl was uitgetrokken als eerste termijn van den l| bouw van een Geologiseh-Mineralogisch Labo- ratorium. De bouw van een afzonderlijk Kabinet voor de mineralogie en geologie is niet slechts voor de verzamelingen e6ne behoefte, zij is I voor dè veiligheid van het Museum van Natuur- lijke Historie een dringende eisch geworden. De kosten van zoodanig gebouw zijn berekend •p ongeveer 50,000, terwijl, zooals boven werd vermeld, op de begrooting deswege een eerste termijn van f 10,000 Ts uitgetrokken. In de Memorie van beantwoording van het j «ectie-verslag werd de noodzakelijkheid van de oprichting van bedoeld Kabinet nader aan- I getoond en inlichtingen verstrekt aangaande I den aard der instelling, zijnde eene zuiver I In het dorp sloeg hier en daar een hond aan, die hen blaffend eene poos naliep en dan weer zwygend terugging. Verder bleef alles dood stil. Toen zy den weg bereikten, welke van het dorp den berg opvoert, woei haar een fris- I sche wind tegen, die dubbel welkopa was na de drukkende hitte. Karei nam zyn hoed af en liet don wind door zyne vochtige haren spelen, keek lachend naar Clara om en zei: „Hé, dat doet goed!" Zy scheen het niet te hooren en zat achterover geleund alsof zy elfep, en toch waren hare oogen wjjd open en staarden op het landschap, dat by het flauwe licht der eerste morgenschemering nauwelyks te onderscheiden was. Vóór zonsopgang! Ja, deze reis geleek op geheel haar afgelegd leven, dat voortgegloden was in de scheme ring van een half bewustzyn, tusschen licht en denker, zonder zon, tusschen verlangen en vrees. In de morgenschemering reed zy nu naar den vriend harer jeugd en terwyl de eene beosi na den anderen als een schim I achter haar bleef, zag zy het licht vanlierer- led» toenemen en de duisternis wijken. Van waar kwam dat lichr, van waar die duister nis? Waarom werd haar hart hoe langer hoe lichter en warmer? Van waar kwam die blydschap, die haar vervulde, waar bleef haar angst, haar trots?! In de schemering was de reis begonnen, nu blonk de morgenstond haar met een rossen gloed tegen. Eensklaps schrikte zy uit haren dreom op. Karei had zich ook aan zyn gepeins overgegeven en, de teugels los in do hand houdende, er niet op gelet dat zy de hoogte boreikt hadden. Nu liep de weg vry steil naar beneden en het snol voortrollende lichte ry- tuig dreef de Jonge paarden steeds gauwer voort. Karei rees overeind en overzag ter stond het gevaar zy zouden op hol gaan en in de sloot langs den weg terechtkomen; doch toen hy van den bok wilde springen, hield Clara hem tegen, en zei zacht-, doch op zulk een overredenden toon, dat hy zich wel gewoanei moest geven „Er gebeurt niets er kan niets gebeu ren!" Zoo ging hst nog eene korte poos voort, hoe langer hoe dichter langs den kant van den weg totdat een der paarden strui kelde en in zyn val het andere meesleepte; het wagentje werd op zyde geworpen en bleef tegen een paal liggen. Karei sprong van den bok en hielp da trillende dieren weei- op de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 1