N°. 9196
T^Iaandas; XO ï^el>i*ua"ri.
A0. 1890.
$ssa Qouront wordt dagelijks, met uitsondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Kikeriki.
Leiden, 8 Februari.
Een tocht vóór zonsopgang.
FRU3 DEEB» OOUBA^J
Tow htrWen per 8 »»*n4ea....l.lt.
Prueo per postI.M.
&fess«!*rl#h» Nommorz.m 0.96.
PSUS DHR 2J)YEST32JTISN:
Van I— regels 1.05. Iedere rogel mow/8.1?^
Grootsrs letton user plaataruimte. Voer h«4
oascseren buiten de sted word* 0.10 Wakeed.
Aan de Abonné's daarop, wordt by dit
■omraer verzonden No. 20 van Kikeriki.
Ingevolge de opdracht van Burg. en Ws.
rebben de heeron D. E. C. Knuttel en D. Van
Ier Horst hun aangeboden een vry uitvoerig
apport van de bevindingen, op hun bezoek
tan verschillende zalen voor concerten, ver-
jaderingen enz. gebracht in verband met den
iouw van eene nieuwe Stadszaal alhier.
Zy herinneren daarbij, dat zij voorloopig
lechts één gebouw in ons Vaderland (Arnhem)
ezochten, voorts vele zalen in Duit-schland en
en paar in Belgis, omdat de voornaamste
oncertgebouwen in Nederland, zoover zjj hun
Diet reeds bekend zijn, later zoo noodig ge-
nakkelyk van hier kunnen worden bereikt.
Ongeveer 30 lokaliteiten werden door hen
jezocht, waarbij er echter uit den aard der
aak verscheidene waren, welke van geen
belang bleken te z(jn.
De behoefte aan goede concertzalen heeft
ich eigenlijk eerst in later tijd doen gevoe-
en; de meeste zalen zijn oorspronkelijk feest-
alen, welke nader tot het geven van con-
:erten werden ingericht (b.v. Philharmonie
te Berlijn), sommigo moeten zoowel voor con
certen als tooneelvoorstellingon dienen (Stadt-
lialle te. Mainz, Stadthalle te Crefeld, Lesege-
sellschaft te Keulen), terwijl vele haar ka-
akter van feestzaal behielden en door het
taatsen van losse muziekpodiums in con
certzalen weiden herschapen (op groote schaal
het Concorthaus te Hannover, op kleiner
chaal in de concertzaal van de Opera en
ilzaal van het Hotel de Rome, boide te Ber-
ijn). Meer bepaald als concertzaal werden
a. gebouwd Singacademio on Concerthaus
ie Berlijn, Saaloau te Frankfort en in do
matste jaren het nieuwe Gewandhaus te Leip
zig en het Conservatoire to Brussel. Natuur
lek is do oorspronkelijke bestemming van
<}en bouw van groot gewicht op de inrich-
:ng, hetgeen men vooral in het oog moet
ouden, waar men soms geneigd zou zjjn
toe te passen, wat elders ook is gemaakt,
doch daar slechts een gevolg is van de ont
wikkeling yan het geheel.
In hun rapport bespreken de beide heeron
Üïerder achtereenvolgens de zitplaatsen, gale-
ijen, foyers, toegangen en garderobes, uit-
angen, vertrekken voor executanten, onder-
oschikte lokalen, verwarming, ventilatie,
verlichting, aftimmoring, decoratief, acusliek,
enz. der door hen bezochte gebouwen.
Wat de ligging dier gebouwen aangaat, zoo
vondon zy deze als regel geheel of gedeeltelijk
ingebouwd, soms niet anders aan de straat
uitkomend dan door eene gang.
Wat zjj vooral wenschen te vermelden met
het oog op geopperde bezwaren tegen de
oude Gehoorzaal is dat gewoonlijk de zaal
vloer hooger ligt dan de straat en men der
halve óf buiten óf binnen eenige treden moet
opklimmen. Reeds voor een goeden gevel is
dit bijna een eisch te noemen, maar zeker is
het ook noodig voor het verkrijgen van
souterrains en goede klankruimte onder den
zaalvloer.
Zij hebben getracht in hun overzicht zoo
veel mogelijk alle punten aan te roeren, maar
tevens niet te veel in détails te treden.
Sommigo podiums, verwarmings-inricblingen
enz. hebben zij zeer nauwkeurig nagegaan
en opgeteekend, zoodat zij bij den bouw der
nieuwe zaal daarvan gebruik kunnen makon.
Z(j besluiten met een woord van dank aan
allen, zoowel vreemdelingen als stadgenooten,
die hun de uitvoering hunner opdracht bielpen
vergemakkelijken.
Naar wij vernemen, bestaat bij eenige
onzer stadgenooten het plan om de door den
heer D. Hartevelt aan deze gemeente goschon-
kon, thans bijna voltooide Kunstzaal op waar
dige wjjze in te wijden.
zy zjjn namelijk voornemens de Nederland-
sche kunstschilders uit te noodigen eenige
hunner werken voor dat doel tijdelijk be
schikbaar te stoilen.
Het plan bestaat die tentoonstelling te
houden van 15 Mei tot 15 Juli.
Het is te hopen dat zij dit hun pogen, het
welk van grooten kunstzin getuigt, met een
schitterenden uitslag bekroond zullen zion.
Door burgemeester en wethouders van
Leiden wordt ter algemeene kennis gebracht
dat de ingezetenen, die verlangen mochten
als vrywilligers bij de nationale militie op te
treden, zich daartoo vóór don lsten Maart
aanstaande ter gomeente-secretarie behooren
aan te geven.
Om vrijwilliger by de militie te zijn, moet
men ongehuwd of kinderloos weduwnaar en
ingezeten wezen, voorts lichameiyk voor den
dienst geschikt, ten minste 1.56 meter lang,
op den lsten Januari van het jaar der optreding
I als vrijwilliger het 20ste jaar ingetred n zijn
I en het 35ste jaar met volbracht hebbon, tot
j op het tijdstip der optreding aan zyne ver
plichtingen ten aanzien van de militie, voor
zoover die te vervullen waren, voldaan en
een goed zedeiyk gedrag hebben geloid. Het
bezit van die vereischten, met uitzondering
van de lichamelyke geschiktheid en van de
gevorderde lengte, wordt bewezen door oen
getuigschrift van den burgemeester der woon
plaats.
Hy, die voor de militie is ingeschreven,
wordt slechts als vrywilllger toegelaten voor
de gemeente, in welke hy ingeschreven is,
tenzy hy geene verplichtingen ten aanzien
van de militie moer te vervullen hebbe.
Hy', die by de zeemacht, by het leger hier
te lande, of bij het krygsvolk in 's Ryks over-
zeescbe bezittingen heeft gediend, wordt niet
als vrijwilliger by de militie toegelaten, tenzy
hy, by het verlaten van den dienst, behalve
een bewys van ontslag, van den bevelhebber,
onder wien hy laatsteiyk heeft gediend, een
getuigschrift hebbe ontvangen, inhoudende
dat hy zich gedurende zyn diensttijd goed
heeft gedragen. Hy kan, heeft hy dit ont
vangen, totdat zyn veertigste jaar volbracht is,
als vrijwilliger by do militie worden toegelaten.
Tot bet opmaken van bovenbedoeld ge
tuigschrift bestaat dagelyks, uitgezonderd den
Zondag, van des voormiddags negen tot des
namiddags vier uren, ter secretarie dezer ge
meente de gelegenheid.
De bevolking der gemeente Leiden be-
slond op 31 Dec. 1888 uit: 21,969 mannen
en 24,410 vrouwen, totaal 46,379 zielen.
Vermeerdering had plaats door geboorte
van 744 m. en 700 vr., totaal 1444; en
door vestiging van 1571 m. en 1313 vr.,
totaal 2884 zielen.
De geheels vermeerdering bestond o'us uit
2315 m. en 2013 vr., totaal 4328.
Vermindering had plaats door sierfte van
455 m. en 455 vr., te zamen 910 en door
vertrok van 1937 m. en 1532 vr.,tezamen 3469.
Do geheele vermindering bedroeg dus 2392
m. en 1987 vr., te zamen 4379 zielen.
De bevolking verminderde derhalve mot
77 en vermeerderde met 26, terwyi de totale
vermindaring bedroeg 51.
De bevolkiog bestond alzoo op 31 Dec.
1889 uit 21,892 m. en 24,436 vr., te zamen
46,328 zielen.
De bevolking van de gemeente 's-Gra-
venhage bedroeg op 31 December 1889 156,497
zielen, tegen 153,440 op 31 December 1888.
De Duiteche kapitein W., wien onlangs
aan de Prins-Hendrikkado te Amsterdam een
oog is uitgeslagen, heeft nu het ongeluk gehad,
over boord te vallen en te verdrinken.
Ter vervulling van do vacature aan de
universiteit der gemeente Amsterdam, ontstaan
door het overlyden van dr. Th. Jorissen, ge
woon hoogleeraar in algemeene, vaderlandsche
en staatkundige geschiedenis, worden door
curatoren aanbevolen dr. H. C. Rogge, biblio
thecaris der universiteitsbibliotheek te Amster
dam, dr. Th. P. H. Van Aalst, leeraar aan
het gymnasium te 's-Hage, en dr. M. C. Valeton,
leeraar aan het gymnasium te Arnhem.
De benoemde officier van gezondheid
der 2de kl. bij de zeemacht F. Schreuder,
wordt met 1 Maart a. s. geplaatst by het
hospitaal der marine te Willemsoord.
Gisternamiddag is een langdurige minis
terraad gehouden. Het overleg werd heden
ochtend hervat.
Men wil weten, zegt het „Haagsche Dbl.
dat de byoenroeping van de Tweede Kamer,
ten gevolge van de ministeriSele crisis, eenigs-
zins vertraagd zou kunnen worden. Hoewel
nog geen dag vastgesteld was, achtte men
't waarschynlyk dat de byeenkomst der Ka
mer op 18 Februari zou worden bepaald.
De eerste maandelyksche aflevering van
het reeds tal van jaren gunstig bekende tyd-
schrift „Eigen Haard", welke ons werd toe
gezonden, is eene roepstem tot ons om de
aandacht onzer lezers op dat tydschrift te
vestigen. „Eigen Haard" is zyn zestiende
jaar ingetreden en dat wel op waardige wyze
het heeft uitbreiding ondergaan, is in waarde,
maar niet in abonnementsprys gestegen. Het
is bekend welke goede krachten medewtiken
om dit tydschrift, met keur van illustratiën
ruim bedeeld, te doen zyn een der uitne-
mondste in ons land. Wat men er dan ook
in aantreft, hetzy in proza, hetzy in poëzie,
kan op den naam ran degelijk aanspraak
maken. Wy twyfolen er niet aan of eene
kennismaking met deze eorste aflevering zal
velen aanleiding geven zich van do geregelde
ontvangst er van te verzekeren. Door veler
steun kan de uitgever, de heer H. D. Tjeenk
Willink, te Haarlem, er dan voor bly ven zor
gen dat „Eigen Haard" voortdurend in ge
halte stygt en moer en meer met recht de
plaats kan innemen van buitenlandsche tyd-
schriften, weikon nog maar al te veel tot nu
toe de voorkeur wordt geschonken.
Na een langdurig lyden overleed te Gro
ningen, in den ouderdom van byna 70 jaren,
de heer G. W. Van den Heetkamp, directeur
der gasfabriek aldaar.
Da heer W. Kes, de bekende directeur
van het philharmonisch orkest te Amster
dam, zal eene school tot vorming van orkest
leden openen.
resKfrc?; gyagaore
8>
Daar viel eene schaduw op de grind. In
aren yver had zy het rytuig niet gehoord,
noch de voetstappen, die het slot naderdon, en
mi zag zij eensklaps eene dame op zich afko
men, met blozende wangen, goudblond haar,
ia een geel-zyden kleed, met bloemen en
vlinders op den hoed eene verschyning, zóó
verschillend van de vrouwen, die zy gewoon
was te zien, dat zy oprees en haar met de
grootste verbazing aanstaarde. Eensklaps ging
haar een licht op dat was geen mensch;
maar eene fee de goede fee, die Almanzor
moest bevryden en de jonge heks bestraffen.
„Kunt gy my ook zeggen, waar ik juffrouw
Clara vinden kan vroeg de vreomde met eene
welluidende stem.
H Juffrouw Thórèse knikte, stond met den
kater in hare armen op en wees naar het park.
„Daar zit zy den ganschen dag hare booze
lannen te beramen," fluisterde zy. De
vreemde dame keek verbluft naar dat kleine
jwezen, dat nog allerlei wartaal van botooverde
prinsen en bevrijding van haren kater vertelde.
Bovendien begon Almanzor te blazen on de
pi
pooten uit te slaan, zoodat zy verschrikt ach
teruitdeinsde en den aangeduiden weg insloeg.
Juffrouw Thórèse zag haar met voldoening
na en drukte den kater aan haar hart
maar wat scheelde Almanzor? Hy krabde en
beet haar, zoodat zy hem verschrikt losliet,
waarop hy met groote sprongen in het bosch
verdween. Zy liep hem al roepende achterna;
doch toen zy de plek onder de dennen naderd9,
bleef zy als aan don grond genageld staan en
vergat haren lieveling door het schouwspel, dat
zy hier ontwaarde. Die mooie, vreemde dame
zat op de bank te schreien, terwyl Clara met
de armen over elkaar voor haar stond en
toornig op haar neerzag.
„Neen, gy hadt betor gedaan met het my
niet te zeggen, vooral niet nu gy my bekent
dat gy my nist uit eigen beweging opgezocht
hebt, maar alleen komt omdat de hoer Roll
u verzocht heeft een goed woord voot hem
by my te doen. Hoe durft gy dat? Gjfkent
hom niet en weet alleen dat hy ryk is en
daarom aarzelt hy geen oogenblik om my te
overreden om zyne vrouw te worden, zélfs al
bemin ik hem niet. Daarom komt gy by my
en zegt: ik ben uwe moeder en meen het
zoo goed met u. Myno moeder!
„Als gy my het leven gegeven hebt, ben
ik u daar niet zeer dankbaar voor; want gy
hebt hot van den beginne af aan vergiftigd
gy hebt myno jeugd vergald, my laten op
groeien zonder liefde, zonder opvoeding; gy
hebt my verloochend. Neen, gy zyt geene
mo9der voor my goweest gy hebt u over mij
geschaamd en elke zachte opwelling in mijn
gemoed verstikt.
„Als kind haatte ik u toen ik leerde be-
grypon wat er om my heen voorviel, heb ik u
niet kunnen achten en nu ik uw huis ver
laten heb, omdat ik daar beleodigd en gehoond
werd, nu komt gy my toeroepen ik ben uwe
moeder! en meent daarmede alles goed te ma
ken wat ik geleden heb. Neen ik wil niet
dat gy myne moeder zyt!"
Clara's stom, die eerst koud en h&rd klonk,
beefde thans van ontroering.
Juffrouw Tbérè3e stond onopgemerkt tus-
schen het kreupelhout te luisteren. De vreemde
dame riep snikkende uit: „Clara, gy bezon
digt uGy bezondigt u 1"
De houding van hare dochter bracht haar
van haar stuk en daar haar hart ledig was,
wist zy niets op d:o verwyton te antwoorden.
Zonder te bedenken wat zy zei, riep zy opeens
uit„Weet gij dan niet wat eene moeder ge
voelt?" en terwijl zy die woorden uitte, schoot
haar oene rol te binnen, die zy indertyd vaak
met zooveel succes gespeeld had eene arme
moeder, die haar kind zoekt en, als zy het
ryk en aanzieniyk terugvindt, de byna uitge
doofde liefde door hare moedersmart weer
opwekt. Er kwam één zin in voor, waarby
geen oog droog bleef hoe was die ook weer
Werktuiglyk herhaalde zy baren laatst6n vol
zin en zei toen woord voor woord dat gedeolte
van de rol op, zooveel mogelyk de versmaat
verbergende. Het ging haar echter als een oud
circus-paard, dat voor eone kar loopt en by bet
hooren eener bepaalde melodie zyn tegenwoor
dig beroep vergeet en weer begint te dansen
en te springen.Zy wond zich op, ver
gat dat zy niet op bet tooneel stond, en als
moeder slechts hare eigen gevoelens behoefde
te uiten. Zy declameerde met groot pathos;
doch Clara begreep dit niet terstond. Zy was
zelve te oprecht ontroerd, te zeer geschokt door
de verschyning van die vrouw, om op don toon,
waarop deze sprak, te letton. Eerst toen me
vrouw Olbrich opsprong en begon to ges-
ticuleeren, merkte zu dat zy eene tooneel-
voorstelling bywoonde. Onwillekeurig deed
zy een stap achteruit en zei: „AGh, Iaat
dat als 't u blieft; wy zyn hier niet in de
comedie
(Wordt vervolgd.)