N«. 9192. Woensdag 5 Febrnui'i my A0. 1899. jdese Êourant wordt dagelijks, mst uitzondering van Jon- sn feestdagen, uitgegeven. Dji uoramer bestaat uit TWEE Bladen. Belastingwezen. Een tocht vóór zonsopgang. Leiden, 4 Februari. PR1JB DEZER COURANT. *«>of Laid*© 3 mtandenl./S. ?tioco per pc«t1.40. tfiecEderlijk# Kouiraera.0.0B. i PRIJS DER AD VERTEN TIEN: Tia 1—6 regfl» 1.01. Iodara regel tne#r 0,17$» Grooiere lóttere tuur plaatsruimte. Toer het ia> oweeeren ballen de «led wordt 0.10 berekend. Do memorie, in antwoord op het Tweede- lainer-verslag ovor de voorstellen van wet an den heer Goeman Borgesms en vier ndere leden betreffende de heffing eener ikomstenbelasting en afschaffing of nadere egeling van andere belasting of rechten is verschenen en aan de leden rondgedeeld. is een zeer lijvig stuk, waarin do hoofd - edoolingon tegen dit samenstel van ontwer en, een voor een, en op breedvoerige gron- en worden weerlegd en sommige bedenkingen inleiding gaven tot wijziging op enkele linten. In den aanvang stellen de voorstellers al vreemde in het licht van de houding dor 3strijdor3 van hunne ontwerpen, hierin gele- ön, dat zy liever eene nuttige herziening van st belastingstelsel onmogelijk maken, dan fcs te doen, dat aan de Regeering hunner chting onaangenaam kan zijn. Daartegenover plaatsen de stellers der memorie, dat hot leen de vraag is of men wil eene herziening, e van leden uitgaat, of in het geheel geene wziening. Verder zotten zij uiteen, dat in het ets-doen van den minister van financiën ino aanmoediging was gelegen tot de leden in de Kamer om zeiven tot wetsvoorstellen it initiatief te nemen. Ook houden zij zich rertuigd dat partijen, die by de stombus ilasting-herrormmg als dringend noodzakoiyk iorstelden, er op den duur geen vrede mee innen hebben, dat de Reg. van hare richting or elke poging, om dit deel van het program verwezenlijken, terugdeinst. Vrees voor rwerping hunner voorstellen deed hun niet verhouden te doen wat zy plicht achtten, ipositie te maken tegen de Regeoring was 3t hun doel. Het is hun alleen en uitsluitend doen om verbetering te brengen in het waarvan zy zich niet kannen en terughouden door de moening dat dit r Regeering niet aangenaam kan z\jn, en jft men in deze voorstellen een wapen van zien, dan geven de voorstellers in denking om er zeiven afdoende voorstellen te plaatsen. De vooryiellsrs brengen nieuwe gronden voor hun betoog over do wenschelykheid, or do mingegoeden ten koste van de meer fortmieeiden ie ontlasten, om zoodoende ide te werken tot wegneming der klacht orlonbillijko vordealing van lasten. Onder Zy gedroeg zich bijzonder ongedwongen, alsof zy met een vriendinnetje te doen 3, keek haar zoo onbeschroomd vertrouweiyk i en zei dat men zich zoo'n mooi geschenk l kon laten welgevallen van zoo'n vrygevi- ouden heer. ,Het is geen geschenk", zei Clara eenvou- „ik zal het afbetalen van het salaris, dat heer Roll my beloofd heeft." naaister zag haar van terzyde aan en zei, n zy 's avonds naar huis ging, tegen de oude „Is die zoo naïef, of houdt zy zich M^zoo?" Deze haalde de schouders op en Zy namen als goede vriendinnen ïheid want wie het slechtste van zy no mede- gel •oft, vindt licht lieden, die het t hém eens zijn. .egen 'en avond zag Clara den grooten deftig over do groote stoep voor sIot Hjj L «i n ÓljöfeO' inn. fluisterde juffrouw Tl.érèso; 1 betoovord; ziet ge wel dat •olgdo zij, toon by naderbij c-ona op zyne oogenzou mon die mingegoeden begrijpen de voorstellers niet alleen de allerlaagste klasseD, maar ook do z. g. kleine burgerij, do ambachtslieden, kleine bazen en kleine neringdoenden, die schier aan geene enkele belasting ontsnappen en in vele gevallen een aanzienlijk percent van hun inkomen aan den fiscus moeten afstaan. Ten einde ook deze. groep van burgers nog meer te ontlasten, hebben zy hunne voor stellen alsnog gewyzigd. Zelfs meenen zy dat dan nog hunne voorstellen niet ver genoeg gaan en het noodig zal zyn de laagst aangeslagenen in de inkomsten-belasting nog meer te ontlasten dan in deze voorstellen geschiedt. Do voorstellers komen op tegen het verband, dat tusschen de vermindering dor mutatie-rechten en de aanhan gige herziening der belastbare opbrengst van de ongebouwde eigendommen wordt gelegd. Een mutatierecht van 4 pet. met 38 opcenten achten zy onverdedigbaar, zelfs al werd er eene veel lagere grondbelasting geheven. Hoe wel zy erkennen dat na aanneming van hunne voorstellen herziening van de gemeentewet ten opzichte van de gemeentelijke belasting urgent zal worden, geven zy niet toe dat die herziening vooraf moet gaan; evenmin dat zy de behandeling van het toegezegde regee- ringsvoorstel tot herziening der gemeentelyke belasting hadden moeten afwachten. Derede nen, waarom eone inkomsten-belasting in het samenstel der rykslasten niet langer mag blijven ontbreken, en dus niet aan de ge meenten kan worden overgelaten, worden in de memorie nader ontvouwd. Zy laten zich door de bezwaren, tegen eene ryksinkomsten- belasting ingebracht, niet afschrikken. By hen weegt het zwaarste, dat een einde kome, zoowel aan de bevoorrechting, welke op het stuk van belasting en door een deel der ver mogendo ingezetenen genoten wordt, als aan den te zwaren of ondoelmatigen, en door ge wijzigde maatschappelijke toestanden veroor deelden last, die op een ander deel der be volking thans drukt. De bezwaren tegen het progressieve karakter der belasting achten de voorstellers weinig afdoende. Zy toonen aan dat de voorgestelde progiessio tot eene rechtvaardige verdoeling van den belastingdruk zal leiden. Zy hand haven hun voorstel: behoud der grondbe lasting naar de inkomstenbelasting, maar by de toepassing der laatste mot de eerste reke ning gehouden en eeno bepaalde verhouding aangenomen. De afschaffing van den zout- accyns handhaven zy voornameiyk op drie grondende groote druk voor de lagere klassen, de belemmering voor de productie wucaai'. niet zeggen dat hy een betooverdmensch is misschien wel een prins Clara moest lachen. Zy was nu niet bang meer voor de oude juffrouw, maar dat gestreel van dien grooten kater vond zy akelig en zy verzocht juffrouw Tbérèse om hom op te slui ten. Dat was echter niet zoo gemakkelijk. Al- mansor wist zyne nu eens lokkende dan weer dreigende meesteres steeds te ontsnappen, totdat zy beiden achter het slot verdwenen. Intusschen was de avond gevallen en Clara wandelde op en neer onder de boomen, waar thans eene weldadige koelte heorschte. Eens klaps hoorde zy geritsel naast zich en Karei trad uit het kreupelhout to voorschijn. „Papa heeft my gisteravond verboden om in hot park te komen", zei hy lachend, „maar ik wilde u zien en heb my dus hier verstopt." Zijne stem werkte kalmeerend op Clara, die sedert hare ontmoeting aan hot hek nog altyd eenigszins gejaagd was. „Men zal u missen on zoeken, uw papa zal boos worden." Karei wierp het hoofd in den nek en riep „Dat mag hy! "Waarom verbiedt hy my om u goeden nacht to zeggen?" „Hy is zeker bang dat do avondlucht na- deelig voor u is. Gjj ziit niet sterk." en don smokkelhandel. Zij vorklaren daarbij niet te kunnen voldoen aan den wenk, om het invoerrecht op ƒ3 te brengen, zyndo zy van meening dat by afschaffing van den zout- accyns ook een invoerrecht van f 1 nog eene matige bescherming is. Eveneens handhaven zy hun ongunstig oor deal over de patentbelasting, waarvan zy de afschaffing op tal van gronden nader ver dedigen. Zy achten geene inconsequentie ge legen in de handhaving van het patentrecht voor de Naaml. Venn. Het is billijk dat de vreemde aandeelhouder een deel van zyne winst aan den Staat afstaat. Mitsdien gaan zy niet mede met hen, die slechts, wanneer meer dan 6 pet. winst verkregen wordt, patent geheven zouden willen zien. Wat betreft de bepaling van het percentage der inkomsten belasting voor 1891, aanvankelijk voorgesteld op G pet., geven zy er do voorkeur aan slechts eene verlaging van G op 5 pet. voor te stollen, maar daarnaast in de lagere klas sen zekeren aftrek van het inkomen naar verhouding van het aantal kinderen en met dezen geiykgestelden too to laten, ten einde de heffing meer met de draagkracht in over eenstemming te brengeD. De vermindering dei mutatie-rechten wordt vooral uit eon sociaal oogpunt als een nuttig werk aanbevolon. Zaterdag, den 8sten Februari a. s., des namiddags te 2 uren, zal de rectormagni- ficus dr. A. P. N. Franchimont, ter plechtige viering van den 315den verjaardag der stich ting van de Loidsche hoogeschool, ec-no rede voering houden in het groot auditorium van het Academie gebouw, tot het bijwonen waar van alle belangstellenden worden uitgenoodigd. Heden ontvingen wy hot achtste jaar verslag van hot bestuur der „Vereenigmg tot instandhouding van hot Kolff-fonds te Leiden," loopende over het jaar 1889. Daaruit blykt dat ook dit jaar weder werd voortgegaaD, onder de gestelde voorwaarden, geldelijke hulp te verleenen aan Indische personeD, hunne weduwen en weezen. Tot oen bedrag van f 3460.45'/2 werd in leen verstrekt, terwijl, met inbegrip van vroegere leeningen, eene som van f 4262.65'/j terugontvangen werd. Op het einde des jaars had de Veroeniging voor geleende gelden en renten daarvan te vorderen een bedrag van f 3241.14 en was er eeno som van 2916.36'/2 aanwezig, waarvan f 2624.50 bjj de Leidsche Spaarbank gedeponeerd. „Zeg dat nu ook nietl ik ben gezond, ik ben sterk. Ik wil het zijn I" H(j had te snel gesproken en kreeg eene hoestbui. Clara zei vriendelijk„Ga nu naar huis, wat ik u bidden mag." Hjj greep hare hand en bracht die, eer z(j hot verhinderen kon, aan zijne lippendaarop verdween by weer in het struikgewas. Toen Clara op het groote pad terugkeerde, zag zy den heer Roll voor het Biotopen neer loopen. Zy ging naar hem toe, bedankte in korte woorden voor bet gezondene en zei dat zy hoopte spoedig haro schuld t9 kunnen af doen. Hy keek haar verwonderd aan, doch toen zy zyn blik kalm beantwoordde, beet hy zich op de lippen on rookte zwygond zijne sigaar. Eensklaps wierp hy d:9 echter weg en zei op zyne gewone, barsche manier: „Ja, het spreekt vanzelf dat gij hot betalen moet." Na eene poos vroeg hij op denzelfden toon, hoe zy hot op hot slot vond. „O! het is hier zoo mooi en bovenal zoo rustig!" „En toch hebt gy heden al bszoek ontvangen." Clara voelde dat zy bloosde tot achter de ooren en fluisterde: „Doctor Löbner is myn leermeester ge weest." „Dat weet. ik. Uwe vriendin hoeft my alles verteld." In Nederland werd in 1889 aan bydragen ontvangen f 167.50, terwijl uit Indio een bedrag van ƒ218 werd gezonden, als bydragc-n gedeeltelyk over 1887 en 1888. Van de jongelingen, aan het bestuur toe vertrouwd, bleef de een als apotheker te Rotterdam werkzaam; een van hen, die het academisch onderwys in de geneeskunde te Leiden genoot, is aan de zorgen van zyn vader, hy diens terugkomst in Nederland, overgedragen, terwyl oen tweede zyne verdere opleiding te Amsterdam blyft volgen. De jon geling, aan de Kweekschool voor de Zoevaa:t te Amsterdam geplaatst, volgt die lessen nog steeds, terwyl voor dien aan het „Technikum" te Mittweida tegen het einde van het jaar verder door zyn vader werd gezorgd. Een jongeling werd alhier aan de zorg van een daartoe alleszins geschikt persoon toever trouwd en bezoekt eer.e der openbare scholen. In het huishoudolyk Reglement werden door het bestuur eenige wyzigingen gebracht in het belang van hen, aan wie het Fonde geldelyken steun verleent. Daar het bestuur voortdurend de onder vinding verkreeg dat het „Kolff-fonds" voor velen eeno ware uitkomst is, zoo blyft het de Veroeniging aanbevelen in den steun van allen, die hulpbehoevende Indische ambtenaren er: officieren of hunne weduwen en weezen wen- schen by te staan. Het bestuur bestaat thans uit de heeren H. J. Bool, A. W. Sythoff, F. Van Ketwich, J. A. Van Hamel, mr. J. J. Schnoitber en I. H. Van der Burg. De binnenkort aan te bestoden werken tusschen het Galgewater alhier en de sluis te Leidschendam moeten in hun geheel vol tooid zyn op 1 November 1891. Met den bouw der brug en der sluis bij „Rynoever" moet zoodra mogelyk worden aangevangen en op den 1 sten December 1890 moet dat werk zoover voltooid zyn, dat de passage ovor de nieuwe brug kan worden geleid. Op don lsten Mei 1891 moet ook do buitenhaven volgens bestek opgeleverd, de hulpweg opgebroken, de dam opgeruimd en het geheele terrein in de nabyheid der sluis, ten genoegen der directie tn orde gebracht zyn. Wanneer de passage op den lsten Decem ber 1890 niet in de gewone richting is her steld, of wanneer de directiekeet niet op den bepaalden tyd is voltooid, zal de aannemer I voor iederen dag eene korting van f100 op zyne aannemingspenningon ondergaan. By het overschrijden van een der andere De volgende dag ging kalm voorby. Juffr. Thóièse was ziok en hield hare kamer. Vrouw Pieter vertelde dat zy haar eene soort van thee met allerlei gedroogde kruiden had laten zetten; ook Nelly kwam niet, zoodat Clara ongestoord haar werk in de onbewoonde ver trekken kon voortzetten, en 's middags alleen het middagmaal gebruikte, dat de werkvrouw haar voorzette. Het weer was guur en somber geworden, af en toe viel er eene regenbui; vóór het vallen van den avond was Clara naar hare kamer gegaan en had voor het ven ster plaats genomen, toon zy den heer Roll over het voorplein zag loopen. Hy groette be leefd, ging een eind voorby, doch koerde eens klaps om en riep haar toe „Zoudt gy even benoden willen komen, juffrouw Clara? Ik wenschte u te sproken!" Zy sloeg een doek om en ging naar buiten. Do heer Roll was zeer zenuwachtig en trok voortdurend aan zyn knevel. „Vergeef my dat ik u op dit ongewone uur kom storen, maar ik ben zooeven uit de stad teruggekeerd en moet morgenochtend vroeg weer van huisZyne stem trilde en Clara vroeg ontsteld „Wat hebt gij mij te zeggen?" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 1