N\ 9190.
Maandag 3 Februari.
A\ 1390.
van
wordt dagelijks, md st'wnfering
en (fimtdagip, uttptêvsn.
Dit nonimer bestaat uit VIEK
Diaden.
Kikeriki.
Zout-acc y n s.
Leiden, 1 Februari.
Feuilleton.
Een tocht vóór zonsopgang.
PRIJS DE23® OOTOAITT:
f«M leiden per 3 ta»an4«»..T." iT*a1.19.
Vfeaoa par post1.49.
Soiamsra.9^6.
wawcr- 2E«&C
Aan de Abonné's daarop, wordt btf dit
nommer verzonden No. 19 van Kikeriki.
Op en naby de zuidelijke grenzen van ons
vadorland wordt aanhoudend een ware guerilla-
oorlog gevoerd, waarin partyen wedy veren in
slimheid, soms ook in kracht. Gelukkig gebeurt
het maar hoogst zelden, dat in die schermut
selingen bloed wordt gestortwel worden er,
ofschoon dan ook alleen van één zyde, dikwyis
krijgsgevangenen gemaakt, die meest allen
terechtkomen in de gevangenis te Breda,
door belangstellende medebewoners gewoon
lijk „de perrepln" genaamd.
"Wie meenon zou, dat de ,heikosknapp»r"
want het is dit element van de Nederland-
scbe bevolking, dat wy bedoelen in zyn stryd
tegen de commiezen, er eenlge schande in
ziet, voor korteren of langoren tyd en bp her
haling achter de groote deuren gestopt te
worden, vergist zich. Alleen vindt hy het,
vooral wanneer 't in den zomer valt, als er
wat te verdienen is, minder aangenaam. Ook
stelt hij er eenigen prys op, dat hy niet ge
lijk met al zyn volwassen huisgenooten,
wat toch geen zeldzaamheid ia, in de doos gaat;
immers, er dient toch iemand te zyn, die op
het huis past, de geit verzorgt en het oog
houdt op do te veld staande „piepers", zco-
als hp heel dichteriyk zyn aardappels noemt.
Zout-smokkelen is geen stelen, zegt hyen
hoewel uit die stelling niet moet afgeleid
worden dat hy voor het overige heel preciet
is op het punt van „myn en dyn", inzonder
heid als de geit gebrek heeft aan voer en de
piepers-aanplant aan bemesting, tooh heeft
hy in zooverre geiyk, dat al zyn rasgenooten
het met hom eens zyn en de koopsrs zyner
smokkelwaar hael vreemd zouden kyken als
iemand hun verweet dat z(j eigeniyk helers
zyn van onrechtmatig verkregen goederen.
Alle mogelyke plaatsen, die de zoutsmok-
kelaars to baat kunnen nemen om met ver-
myding van de voor hen al te gevaariyko
hoofdwegen het land binnen te dringen,
kunnen niet bewaakt wordengeen wonder
dus, dat de smokkelary op groote schaal
wordt uitgeoefend. Flinkgebouwde mannen,
maar ook vrouwen en meisjes gaan over de
grenzen hun inkoopon doenvoor het zout
betalen zy -1 a 4'/2 cents per kilo. De eerst-
genoemden dragen in een dubbelen zak over
de schouders dertig, veertig kilo, en loopen
daarmee barrevoets soms acht uren ver. Ze
hebben een verbazend scherp gezicht; als de
op grooten afstand verdekt opgestelde commios
de geringste beweging maakt, als hy zich
laat verleiden een pyp aan te steken, waar
door de rook hem verraadt, dan heeft de
vyand hem reeds in het oog en tracht hem
mis te loopen. Het is dan ook een zware
taak, die van de grensbeambten wordt gevor
derd van een stuk schapenhuid voorzien, om
niet al te veel last te hebben van den voch-
tigen bodem, leggen zy zich plat op den grond,
en wachten, zonder ander gezelschap dan de
kevertjes, die door de heide-flora dartelen,
totdat zy plotseling voor de smokkelaars kun
nen oprijzen, of zy stellen zich, ineengehurkt,
achter een terrein-oneffenheid in hinderlaag.
Wordt de hoikesman gesnapt, dan gaat hy
aan den haal, met achtorlating van zyn vracht
hy heeft dan een slechten dag gemaakt. Soms
weet hy toch nog zyn verlies gedeeltelyk te
herstellen. Als hy zeker is, dat de commies
hem niet kent, dan komt hy een paar
uren later met het meest onbevangen gezicht
van de wereld de plek voorby, waar de amb
tenaar verlegen staat by zyn buit, niet wetende
wat daarmee uit te vroren; immers, de man
der wet kan moeilyk dien zak zelf wegdragen,
en liet hy hem een poos onbeheerd, om eerst
aan 't naaste douane-kantoor een werkman met
een kruiwagen te halen, dan zou het vrachtje
gewis weggehaald zyn tydena zyn afwezig
heid. In dien nood verschynt, als reddende
engel, onze zelfde vriend of anders een vau
zyn kornuiten, die met den ambtenr.ar accoord
maakt om het vrachtje op zyn rug te ver
voeren.
Lukt de expeditie, dan is zooveel-maal
zeven of acht centen „verdiend", als er kilo's
zijn vervoord. Want, de accyns bedraagt negen
centen, maar, de smokkelaar kan van zijn
afnemers, do winkeliers in verschillende ge
meenten iangs do grenzen, natuurlyfc niet den
vollen winkelprys bedingen; ook dezen moe
ten er wat aan verdienen, anders zouden zy
geen enkele reden hebben om de vriendelyke
relatie aan te houden. Daar komt nog by,
dat de smokkelaars meestal in winkelwaron
uitbetaald worden, dus het mes snydt
aan twee kanten. Nog worden niet onbelang-
ryke hoeveelheden gesmokkeld zout geleverd
aan de boeren, tegen den slachttyd.
We deelen deze byzonderheden mede, minder
als een bydrage voor de moreele ethnogra-
phie onzer landgenooten, dan wol als pleidooi
voor de afschaffing van den zout-accyns.
Of is men het niet mot ons eens dat de hier
geschetste toestanden op de zedelyke ontwik
keling onzer grensbewoners een allesbehalve
beilzamen invloed oefenen?
Er is meer voor die afschaffing aan te
voeren. De accyns is onzinnig hoog, buiten
alle verhouding tot do waarde van het artikel
zelf. Hot woord accyns is afkomstig van een
werkwoord, dat „afsnyden" beteekent; van
enkele gebruiksartikelen wordt, zoo het heet,
een gedeelte afgesneden ten voordeele van
de schatkist. Maar hoe men nu van een
ding, dat 6 cents kost, de prys van het
zout hier te lande, een stuk kan afnemen
ter waarde van 9 centen, zelfs Bartjens
was niet knap genoeg om dat to bocyferen.
Maar, zegt men, die accyns is toch een
middel om den minderen man, die in geen
directe belastingen kan worden aangeslagen,
iets te doen offeren aan de openbare mid
delen, als bydrage in de kosten van de huis
houding in den Staat, van welks inrichtiDg
hij toch ook de voordeelen geniet. Gaat die
redeneering op, wy voor ons zyn zeer geneigd
om de bepaald onvermogenden maar iitver
niets van hun armoedje te doen betalen,
dan wyzeu we op de onbillykheid, die er in
is gelegen vau twee huisgezinnen met gelyke
inkomsten, dat, hetwelk tweemaal zooveel
hoofden en dus ook magen telt als het andere,
tweemaal zoo zwaar te belasten in den vorm
van een belasting op een onmisbaar consumtie-
artikel.
Voor don landbouw is afschaffing van den
zout-accyns een behoefte; de zuivelbereider
betaalt er jasriyks een niet geringe eom aan.
Hot accynsvrye zout, ten behoeve van de
veehoudery, tor voorkoming van hoeibroei
of voor de visechery beschikbaar gesteld, kan
de zuivelboer niet gebruiken, daar hot door
bymenging van een aleem-praeparaat of iets
andere een bitteren smaak heeft gekregeD.
De Regeering heeft verlaging van den zout-
accyne in uitzicht gesteld. Naar onze beschei
den meening slechts een halve maatregel; de
smokkelary zal er niet door vernietigd wor
den, alleen zullen de winsten uit dit bedrijf
minder ruim vloeten, wat de liefhebbers wel
onaangenaam zullen vinden, maar hen niet
zal weerhouden er hun krachten aan te
blyven wyden.
De zoutaccyns is op de begrooting voor
1890 uitgetrokken voor een bedrag van
ƒ3,800,000. Wat de grensbewaking kost, wat
er heengaat aan onkosten voor het zoo lastig
2BSJ9 DEK ADVEBTSHTIISIT:
▼in 1 I 1.66. Ivdere «gel m*cr/!.17i.
Qrcotera letten »b!r ?l«e3ruimte. Toer ïat W-
eueeene buiten de Se. vordt O.'.S btrskrsd.
toezicht ln de zoulkeeten, kunnen jvy niet
nagaandat is over andere begrootingsposten
verdeeld. Het komt ons voor dat dit een niet
onbelangryk sommetje zal zyn, waardoor die
38 ton een niet geringe vermindering onder
gaan. We kunnen dus gerust aannemen dat
het offer, 't welk de schatkist zou brengen
aan de vervulling van een algemeen gedeel-
den wensch, minder groot is dan het zich
oppervlakkig iaat aanzien.
Reden waarom wy ons veroorlooven, dien
wensch nog eens uit te spreken.
Heden werd ons door den heer W. J.
Lampe, uit Den Haag, het prospectus toe
gezonden van den teekencursus, welken hij
zich voorstelt eerlang hier ter stede te openen,
zoowel voor vrouwelyke als maDnelyke leer
lingen, ter opleiding tot de examens voor
lager en middelbaar ondorwys. Met genoegen
zal menigeen daarvan kennis nemen en de
namen van de keoren, die deze zaak aan
bevelen, zoowel als de gunstige bekendheid
van de Haagsche Academie van Beeldende
Kunsten geven aanleiding op deze inrichting
de aandacht van belanghebbenden te vestigen.
De kerkeraad der Herv. gemeente te
Leiderdorp heeft twee manslidmaten, die
zich by de doleerenden hadden aangesloten,
maar daarover hun leedwezen hebbon betuigd,
op hun verzoek hersteld in het lidmaatschap
der Ned.-Herv. Kerk.
Aan den Raad der gemeente Hazejrs-
woude wordt door de ouders van leerlingen
der bolde openbare scholen een adres inge
diend, waarin verzocht wordt dat het tamelyk
hoogs bedrag van het schoolgeld terugge
bracht worde ep het minimum, in do nieuwe
wet op het onderwys genoemd.
Bedankt is voor het beroep naar de
Chr. Ger. gem. te Haarlemmermeer door ds.
J. Landwehr, te Monster.
In het afgeloopen jaar werden in de
gemeente Rynsburg geboren 51 mannelyke
en 41 vrouwoiyke personen. Er vestigden
zich 36 mannen en 39 vrouwen.
Het aantal overledenen bedroeg 30 m. en
15 vrouwen32 mannen en 30 vrouwen
verlieten die gemeente.
Vier levenloos aangegeven kinderen worden
geboren.
Aan Arolis Van Egmond is op zyn ver
zoek eervol ontslag verleend als buitenge-
j woon onbezoldigd gemeonto-veldwachter en
in diens plaats werd aangesteld Willem
i Hendrik Haasbroek.
26)
Zoo zag het er inderdaad op het verlaten
voorplein uit alleen de slapende schildkna
pen en ridders ontbraken. Hoog struikgewas
omsloot aan alle zyden het zonnige plein,
waarop het stille huis met zyne gesloten deu
ren en vensters neerzag. Een wilde wyDgaard
groeide over de balustrade van het terras en
hing tot op den grindweg neer.
„Ziedsar uwe woning 1" zei de heer Roll.
Er lag iets in zijne stem, dat Clara bedeesd naar
hem deed opzien. Op zyn anders zoo strak
gelaat wa3 eens zachtere uitdrukking gekomen,
zyne lichte oogen zagen haar weemoedig
aan en zyne mondhoeken trilden. Hy keerde
zich om, streek met de hand over zyn voor
hoofd en zette zich toen als het ware weer
schrap, om op zyn gewonen barschen toon te
vervolgen
„Het wordt laatwy moeten juffrouw Thé-
ïèse opzoeken."
Zy liepen om het huis heen en gingen door
een achterdeurtje, dat op een kier stond, bin
nen. In een klein kamertje gelykvloers vonden
zy ds huisbiwaarster. Dit was. iemand van
omstreeks vijftig jaar, doch nog jeugdig gekleed
met lichte kleuren, en de rimpels op haar ge
laat liepen op zonderlinge wyze ineen met
tallooze kleine, valsohe krulletjes, die haar
voorhoofd bedekten. Zy was niet veel grooter
dan een kind van twaalf jaren, doch droeg
laarzen met zeer hooge hakken, waarop zy
hoogst onvast ronddribbelde, hetgeen een eigen
aardig geklap veroorzaakte, dat volstrekt niet
in overeenstemming was met de deftigheid,
die zy overigens tentoonspreidde. In de kleine,
donkere tuinkamer, die zy bewoonde, heerschto
eene bedompte lucht, die eigen is aan vertrek
ken, waar weinig ramen opengezet worden.
Hier woonde dns de aanstaande kameraad of
misschien wel meesteres van Clara? Het jonge
meisje zag haar beschroomd aan, terwyl juf
frouw Tbérè3e langzaam opstond, op ouder-
wetsche manier driemaal eene dienaresse maak
te en toen den heer Roll met zjjn gezelschap
afgemeten beleefd tegemoet ging. Op de smalle
canapé, waarop zy gezeten had, lagen drie
witto katten, terwyl een groote angorakatèr
den leuningstoel in beslag had gonomen en
kalm zyne pooten lekte.
„Juffrouw Thérése", begon de heer Roll;
„hier breng ik u eene jongedame, die u behulp
zaam wil zyn by het in orde houden van
i h9t huis."
„Tot nog toe is ook alles goed in orde
gehouden," antwoordde zy met een pieperig
stemmetje. „Wanneer mynheer zich wil over
tuigen Zy greep naar een sleutelbos, die
op tafel lag, maar de heer Roll schudde het
hoofd en zei geruststellend: „Dat betwyfel ik
niet. Er zal evenwel toch werk genoeg voor
u te vinden zijn," ging hy, tot Clara gewend,
voort „en hier zyt gy niomand tot last. Het
huis is groot eu dubbel toezicht hindert niet."
Hiermede scheen hy zich te willen verwijde
ren, doch Clara zag hom zóó bezorgd aaD, dat
hy haar vriendelyk de hand op den schouder
legdo ©D z«i dat zy maar goeden moed moest
houden.
„Gy schynt anders dapper genoeg te zyn,
dat gy zoo alleen
Met een zydelingschen blik op de oude juf
frouw hield hy op, lachte even en zei dat hy
juffrouw Walzl zou laten roepen om Clara een
beetje op streek te helpen.
„En wat uwe bagage aangaat"', ging hy
goedig voort, „die wordt morgen nagezonden,
ik zal er wel voer zorgen."
Clara wilde iets in het midden brengen,
maar hij hief de hand op om haar hot stil
zwijgen op te leggen.
„Morgen komt uwe bagage," herhaalde by,
nam teert afscheid en verliet de kamer, door
juffrouw Théruse tot aan den drempel bege
leid, waar hy nog fluisterende eenige woorden
met de oude huisbewaarster wisselde.
E9n uur later kwam Nelly buiten adem aan-
geloopen. Zy overlaadde Clara met verwyten,
noemde haar eene slechte vriendin, die altyd
allerlei geheimen had, doch snuffelde blykbaar
met welgevallen in het slot rond, dat zy nog
nooit had mogen betreden, daar de heer Roll
die bezitting tameiyk streng sloot en juffrouw
Thérése het eerste bezoek van de schoolmees
tersvrouw in haar benedenkamertje afgewacht
en nog niet beantwoord had.
Nu brandde het jonge vrouwtje van nieuws
gierigheid om tot de bovenvertrekken toege
laten te worden, daar men op de fabriek en
in het dorp fabelachtige verhalen deed van
de pracht, die daar heerschte. Yoorloopig werd
ze echter teleurgesteld, daar juffrouw Thérèse
Clara wel is waar eene kamer op de boven
verdieping aanwees, maar eene, die vroeger
als logeerkamer gediend had en niet in onmid-
deliyke verbinding met de andere vertrekken
stond. Eene afzonderlyke wenteltrap voerde
naar een klein portaaltje en van daar naar <*-
aanstaande "WQUiog van Clara, -d
(IVordt vervolgd.)