N°. Si90, Maandag; 3 Februari. A®. 1890. |in <§oarant wordt dagelijks, met uitzondering ran <gfin- en feestdagen, nItgegeven. Leiden, 1 Februari. Feuilleton. f29, Een tocht vóór zonsopgang. LEIDSCH DAöBLAD. PBUe DBZBB OOUKAHTl TMt LlUn fa I euuinMO. tium p*r ...aK.Ï.' 1.40. 4&*ndtrttjk< Hemmen.0.00. PBJJ8 DUE ADYBBTHNTTDN: Tu 1—fgein 1.05. I«d«r« r*f«l m«er 0.1T&. Groter* tetter* uu pU*t«ruimts. Yoor het in- otneeren b oüen de «tad wordt 0.10 berekend. Bij koninklijk besluit is bepaald dat krachtens art. 175 der wet van 19 Aug. 1861 (Staatsblad no. 72), betrekkelijk de nationale militie, de miliciens-verlofgangers der lichting van 1887, die van de regimenten der cava lerie zjjn overgeplaatst by de treincompagnieën van de regimenten der veld-artillerie, onder de wapenen geroepen om in den wapenhandel te worden geoefend: o. bij het 1ste en 2de reg. veld-art.: '/3 der lichting van 28 Febr. tot 22 Maart, '/3 der lichting van 24 Maart tot 17 April, en '/3 der lichting van 18 April tot 10 Mei; b. bij het 3de reg. veld-art.: '/3 der lichting van 13 Maart tot 3 April, '/3 der lichting van 8 April tot 29 April, en '/3 der ichting van 1 Mei tot 22 Mei. Het heeft den Koning behaagd don heer G. Basroger, kapitein van het Fransche stoom schip „Emma," te huis behoorende teHüvre, te benoemen tot ridder in de orde van den Nederlaudschen Leeuw. Te Zevenaar is overleden de heer F. K. J. Pliester, notaris aldaar. De overledene was ook lid van den Baad en had, daar hy het algemeen vertrouwen genoot, eene zeer uit gebreide praktyk. Blykens een by het Departement van Marine ontvangen telegram is Zr. Ms. schroef- stoomschip 1ste klasse „Atjeh," onder bevel van den kapitein ter zee J. H. Mercier, den 31sten Januari jl. te Batavia aangekomen. Aan boord was alles wèl. Door een lid der Ned.-Herv. gemoente te Botterdam is de aanzienlyke som van ƒ100,000 ter beschikking gesteld van de ge committeerden dior gemeente, tor verbetering van de traktementen der predikanten, op voor waarde, dat deze binnen drie maanden op ƒ3000 zullen zyn gebracht. Volgens „Mir.erva", is de oud-hoogleeraar prof. Buys Ballot ernstig ongesteld en heeft prof. Opzoomer te Utrecht zyn ontslag aan gevraagd. Op initiatief van de heeren Westerouen van Meetoren te Amsterdam en mr. H. Mulder te 's-Hage is in eene druk door fabrikanten, technici en staatslieden bezochte vergadering in de residentie gisteren de wenschelykheid uitgesproken tot het oprichten door werkge vers en fabrikanten - dus door beroepsperso nen van eene vereeniging tot voorkoming van fabrieksongelukken. Vyftien fabrikanten, industriêelen en werk gevers verklaarden zich bereid om met het voorloopig bureau de vereeniging tot stand te Maar Clara stoorde zich niet aan haar. Die flinke beweging deed haar goed 6n zy voelde zich veel opgewekter dan in lang het geval was geweest. En hoe fraai was het uitzicht van hier boven 1 Eensklaps merkte zy dat zy onder het werken begon te neuriëndat had zy vroeger nooit gedaan. Al wat zingen was, had zy steods verfoeid zoo lang zy by hare tante was, en hare ongeoefende keel bracht dan ook slechts eene zeer eenvoudige, doch vroolyke melodie voort. Eensklaps werd Clara geroepenVrouw Pieter die nu in een ander vertrek bezig was, kwam haar zeggen dat de vrouw van den school meester haar verlangde te spreken. Clara vergat haren grooten boezelaar af te doen en liep naar Nelly toe, die nog by het hek stond. „Waarom komt ge niet binnen?" riep ze haar van verre toe. „Omdat ik mij niet meer wil laten weg jagen zooals gisteren," zei zy met een toornigen blik naar het raam van juffrouw Thórèse. „Wat eene malligheid!begon Clara »n wilde haar naar binnen halen, toen eens- brengen en hare statuten te ontwerpen. Tot deze personen behoorde o. a. de heer D. Van der Horst, van Leiden. Door den minister van waterstaat, han del en nyverbeid is bepaald dat de nagenoemde ambtenaren by de administratie der posteryen, te rekenen van de achter hunne namen ver melde tydstippen, hunne functiën zullen uit oefenen als volgt: de commiezen der 3de kl. J. D. Vissering ten postkantore te Utrecht, 1 Februari 1890; P. F. Vos ten postkantore te Groningen, 1 Dec. 1889; J. T. Abbema Copes van Hasselt ten postkantore te Am sterdam, 1 Dec. 1889; H. B. Graswinckel voorloopig op het spoorwegpostkantoor no. 1 (standpl. Amsterdam)J. Winters ten postkan tore te Maastricht, 1 Februari 1890; de com miezen 4de klasse: F. W. Immink, ten post en telegraafkantore te Osch, 1 Febr. 1S90; mej. M. W. C. De Koning ten postk. te Schie dam, 1 Febr. 1890; E. H. L. Gielen ten postk. te Eindhoven, 1 Febr. 1890; J. H. Van Wilpe ten postk. te Dordrecht, 1 Febr. 1890; J. J. Baisig ten postk. te Zutfen, 1 Febr. 1890 J. Huisman ten postk. te 's-Hertogenbosch, 1 Febr. 1890. Gemengd Nieu ws. Ook de tweede opvoering van de operette „Falka", ditmaal in den Kleinen Schouwburg te Botterdam, heeft gisteravond tot woelige tooneelen aanleiding gegeven. Het kleine lokaal was op alle rangen stamp vol, en het bleek weldra dat een zeker aantal lieden plaatsen hadden genomen opzettelyk om den geregelden gang der voorstelling te beletten. Nauwelyks toch verscheen in de eerste acte de portier van het klooster ten tooneele, of er werd, vooral in het parterre hevig ge floten en kabaal gemaakt. Zy, die gekomen waren uitsluitend ter wille van de Engelsche operette, kwamen tegen hen, die kabaal maakten, in verzet. Er ontstond twist in de zaal. Het gordyn moest zakken. Maar er waren politie-agenten in burgerkleeding in het lokaal; de politie ook daarbuiten was sterk vertegenwoordigd, en zy, die het meeste leven maakten, wer den nu verwyderd, moest het zyn met geweld. Hot orkest hief het Volkslied aan in de hoop de gemoederen tot bedaren te brengen, maar de ontevredenen maakten er van ge bruik om mede te zingen en te blyven zin gen, altyd met het doel om het voortzetten van de voorstelling te beletten. Ook daaraan klaps hare stem haar begaf en zy zich aan het hek moest vasthouden. Op den weg, welke langs het hek liep, kwam een heer aan „Ja," zei Nelly, „verbeeld u, daar is onver wachts de dokter by ons gekomen en ik heb hem dadelyk naar u toegebracht, zonder hem te zeggenZy trad achteruit en genoot van de verbazing op beider gelaat. „Kyk, dat hadt ge niet gedacht! En gy ook niet dokter, maar zeg dan toch eens iets gy staart Clara aan, alsof zy eene geestverschy- ning ware. Vindt gy niet dat zy opgeknapt is?" Clara hoorde de stem van Baimond, die een groet stamelde; misschien antwoordde zy ook iets, maar dat wist zy niet zy was te veel ontdaan. Zy merkte alleen dat de zon scheen, dat er een zacht koeltje woei en dat de vogels zongen. Wat was de wereld toch mooil De tranen kwamen haar in de oogen. Zy bukte en trok een paar grashalmen uit, maar zag niet op. „Welk een zonderling wederzien!" sprak haar vroegere leermeester. En tegen Nelly: „Wat is er veel gebeurd sedert wy elkaar het laatst gezien hebben 1 Ik heb de heele wereld doorreisd. Gy zyt juffrouw Walzl geworden en juffrouw Olbrich vind ik hier aan den ingang van dit afgelegen park misschien wel als eene meeeteresse van bet slot?" werd door de andere schouwburgbezoekers en door de politie een einde gemaakt. Er werden op die wyze achtereenvolgens wellicht een dertigtal personen op den Singel gezet, die echter eenig daar verzameld volk wisten op te hitsen, met het gevolg, dat men tegen de politie opdrong, die met voldoende macht den toegang tot den schouwburg bezet hield. Er begonnen enkele steenen te vliegen, hetgeen ten gevolge had, dat de politie een paar maal chargeerde en den hoop uiteenjoeg. Daarna bleef het daarbuiten tamelyk rustig. In het lokaal zelf was middelerwyl het scherm weder opgegaan en liep de eerste acte zonder verdere belemmering ten einde. In de tweede en de derde acte deden zich nog enkele, doch veel minder krachtige po gingen voor om belemmerend op te treden, telkens als de bedoelde portier van het kloos ter verscheen. Ook nu weder werden zy, die het meeste rumoer maakten, verwyderd, doch de voorstelling ging voor het overige geregeld haren gang, zonder dat het gordyn tusschen- tyds behoefde te zakken. Het uitgaan van den schouwburg geschiedde in de beste orde. Daarbuiten eenig gejoel, maar voor het overige niets byzonders meer. (N. R. C.) Een Amsterdammer, Willem S., was smoorlyk verliefd geraakt op de blonde, lieftallige Emma, de dochter van een bekend handelaar in sigaren daar ter stede. Emma's hartje klopte ook voor Willem en weldra waren de jongelui verloofd. Aangezien onze vriend er vry goed by zat, had hy geen pleizier om zyn huweiyk lang uit te stellen en hy liet zich in dien geest tegenover zyn aanstaanden schoonvader uit, die hem volkomen gelyk gaf en onder vier oogen de woorden toevoegde: „Beste jongen, myn kapitaal bestaat wel hoofdza- kelyk uit zaken, die in rook opgaan, maar toch krygt Emma acht duizend mee." „Dat's een buitenkans," dacht Willem, die er volstrekt niet op gerekend had dat zyn liefje hem fortuin zou aanbrengen en hy maakte nog wat meer haast met het trouwen. De blonde Emma en de kranige Willem werden vrouw en man, maakten een klein huwelyksreisje en keerden in de vorige week in Amsterdam terug. Toen zy hunne nieuwe woning binnenkwamen en de keurig ge meubelde huiskamer betraden, wachtte hen eene verrassing. Op de stoelen, op tafel, op eene rustbank, op den schoorsteenmantel, in een buffetkastje, kortom overal stonden kistjes sigaren Zyne stem klonk onvast. „En als gy dat eens geraden hadt", zei Nelly lachende. Clara voelde dat hy haar aanzag, maar kon het niet over zich verkrygen om het hoofd op te heffen. „Als ik het geraden had", zei Baimond na eenigen tyd heel langzaam, „dan zou ik mevrouw slechts geluk kunnen wenschen met eene keus die zoo verstandig was!" Clara wilde hardop neon roepen, maar het was alsof hare keel toegeknepen werd zy hief de hand afwerend op, doch liet haar ter stond weer zinken en boog deemoedig het hoofd. Nelly scheen te vermoeden wat er in hare vriendin omging, ten minste, zy liet haren schertsenden toon varen en vroeg Baimond of hy in ernst geloofd had dat Clara gehuwd was en toen hy niet dadelijk antwoordde vroeg zy lachend of by wel wist aan wie dit park be hoorde. Neen, dat wist hy niet. Hy beant woordde de vragen Tan Nelly verstrooid en onoplettend en keek onafgebroken naar dat jonge meisje dat schynbaar onverschillig tegen het hek aanleunde. Die houding krenkte hem en terwyi Nelly steeds voortbabbelde, fronste hy de wenkbrauwen en werd zyn ge moed verbitterd. Nelly vertelde hem dat de eigenaar van deze 't waren tachtig kistjes, ieder van honderd stuks. Een briefje, dat onzen Willeed over handigd werd, bevatte de mededeeling: „Zie hier, waarde schoonzoon, de acht duizend, die ik beloofd heb, Emma mee te geven." In 't begin keek de jonggehuwde man wat zuur, maar hy eindigde met te lachen en is al weder tevreden door 't vooruitzicht, dat hy een jaar of wat vry rooken heeft. Tot naricht van trouwlustige jonge lezers kunnen wy mededeelen dat de wakkere sigarenhandelaar nog twee allerbekoorlykste dochters in voorraad heeft donker soort. Ze krygen elk tien duizend mee. (VI. BI.) Het uit het „Haagsche Dagblad" overgenomen bericht, dat aan den heer J. Koch (niet Cock), wegens het ongeluk te Eui- nerwold, eene schadeloosstelling van f 50,000 was uitgekeerd door de Maatschappy tot exploitatie van Staatsspoorwegen is, volgens de verzekering van den betrokkene zelf, onwaar. Naar u i t g o e d e b r o n v e r n o m e n wordt, zal binnen korten tyd eene telefoon verbinding tot stand komen tusschen Amster dam, Haarlem en Zandvoort. Eene zonderlinge Amerikaansche dame, de weduwe Hiller, té Wilmington (Massachusetts), besteedt groote sommen gelds om door pracht het begraven minder stuitend te maken. Haar man, die voor een jaar over leed, werd begraven in eene kist van 50,000 dollars, welke werd bygezet in een voorloo pig graf te Wilmington, dat 5000 dollars kostte. Zy laat nu te Winchester een praal graf bouwen, dat 100,009 dollars kosten zal, waar zy eens naast baren echtgenoot hoopt te rusten in fraai bewerkte steenen praalkis- ten van 50,000 dollars. Hare eigenlyke kist zal ook 50,000 dollars kosten, en op haar doodskleed, van zeldzame zyde en kant, met zilveren haken en oogen, zyn kostbare ver sierselen ter waarde van 22,000 dollars. Het graf en de sarcophagen worden versierd met. beeldhouwwerk, voorstellende personen uit den Bybel, Shakespeare's werken en Bunyan's „Pelgrimsreis", alsook met talryke opschriften. Mevrouw Hiller is eene ontwikkelde vrouw, die veel gereisd heeft. Zy is moeder geweest van 23 kinderen (waaronder 14 tweelingen), maar geen van allen is meer in leven. COEEESPONDENTIE. Ingezonden stuk ken, waarvan de inzenders hun naam niet aan de Eedactie bekend maken, worden ongeplaatst ter zyde gelegd. groote bezitting de heer Boll was, een man van meer dan vyftig jaar, met grys haar en een gelaat, dat meer vrees dan liefde zou in boezemen, vooral by een jong meisje Nog altyd keek Baimond Clara aan. Zy stond roer loos. Eensklaps lachte h\j hardop. Nelly schrikte. Wat was dat een leelyke lach 1 „Een jong meisje, zegt gy? Weet gy dan niet dat er jonge meisjes zyn, die op haar zeventiende jaar reeds koud en berekenend genoeg zyn om een grysaard de hand te reiken Dat zyn verstandige meisjes en fatsoenlyk ook, ja, zóó fatsoenlyk, dat zy zich vol afschuw af wenden van een man, die zoo dwaas is om van zyne liefde te spreken in plaats van over zyn geld I „Liefde! Dat is een verouderd begrip. Een hart Trouw 1 aanhankelykheid 1 altemaal voor- oordeelen. Boode wangen, heldere oogen, vroo- ïyk lachen - alles is comedie, alls is logen - alles. En zulken meisjes gaat het goed in de wereld. Hare deugd is boven eiken twyfel ver heven, de onschuld ligt op haar gelaat, haar hart is kouder dan marmer! Eene zonderlinge speling der natuur, nietwaar, juffrouw Walzl?" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 13