Gemoogd Nieuws. Eengen t li d geleden deed zich hot volgende vermakelijke geval voor. Een jachtopzichter had in de jachtgrooden van Rijnland een haas uit een wildstrik gehaald om het by de bevoegde macht te deponeeren. Vóór het haas echter naar zijne bestemde plaats te brengen, kocht hy in eene herberg te Noord wyk aan Zee een borrel, langbeen aan zyn stoel hangende. Eenige daar aan wezige personen, bepaald niet vreemd aan het haas, hieldon baas koddebeier met nog een paar borreltjes aan de rraat. Na eene goede traktatie, bleek hem echter pas dat zyn haas verdwenen was. Men behoeft niet te vragen, waar het haas gebleven was,en van welk geld hy gedronken had. Om dus zeer gemak kelijk te stroopen, heeft men slechts een strik te zetten, en het wild wordt u in de herberg bezorgd. De openbare veilingen van hak- hout op stam en van boomen onder de ge meente Wassenaar zyn afgeloopen. De pryzen waren voor de koopers over het algemeen bevredigend, hoewel die niet hooger waren dan in het vorige jaar. Goed werkhout vond willige koopers. Het 1 y k van den sedert 21 Dec. j 1. vermisten J. H. K. uit Alfen is thans aan 's Molenaarsbrug, onderde gemeenteOudshoorn, uit den Ryn opgehaald. In do V a n-L i m b u r g-Stirumstraat te 's-Hage viel gisteren een 3-jarig kind, dat door de moeder even alleen was gelaten, in ec-n pot met kokend water. De arme kleine kreeg hevige brandwonden. In het afgeloopen jaar zyn.te Amsterdam voor koopmansschulden door hunne crediteuren in gyzeling gesteld 35 personen. In 1888 bedroeg dit getal 57. Een gijzelaar zit daar reeds 18 maanden voor eene schuld van f 200. Aan kosten van vervolgiDg en voeding is door den crediteur reeds f 800 betaald. De dour waarder Leonard Vasten- houdt werd gisteren door de arrondissements rechtbank te Amsterdam ter zake van ver duistering veroordeeld tot 18 maanden gevan genisstraf. Volgens de „Soleil" brengt Enge land jaarlyks 105,000,000 tons steenkool voort, Duit3chland 70,000,000en Frankryk 20,000,000. Het jaarlykeche verbruik bedraagt in Engeland 7400 pd. per inwoner; in België 4200; in Duitschland 3000 en in Frankryk 1560 pd. In de Glenmjjn, by Pontypool in Engeland, beeft eene uiitploiting plaats gehad, terwyl 170 arbeiders in de myn waren. Byna allen vluchtten en ontkwamen, doch 5 man verloren het leven. Volgens een te Lahore, aan den Indus, verschynend blad, bestaat het leger van den emir van Afghanistan uit pl. m. 50,000 man. Te Kaboel zyn 2 inrichtingen, die per uur 10,000 patronen kunnen maken. In een trein van Weenennaar St.-Fetersburg is naby Dunaburg door het bar sten eener petroleumlamp brand ontstaan. Het geheele rytuig werd vernield, maar de reizi gers ontsnapten op één na, die den dood vond. De anderen werden alleen min of meer gewond. De „Lord Derby," van Liverpool naar Cardiff bestemd, en de „Henry Brand" zyn in de Penarth-road in het Bnstolkanaal in aanvaring geweest. Het laatstgenoemde schip zonk en alle opvarenden verdronken, terwyl de „Lord Derby," die zwaar beschadigd was, op strand werd gezet. Redding der equipage van do „Shakespeare". Kapt. Munro, gezagvoerder van het Engelsche stoomschip „Stag", van Shields naar Nieuw-York, rapporteert betref fende de redding der equipage van het schip „Shakespeare" het volgende: Des nachts van den 28sten December bemerkte men aan boord van de „Stag" tydens een orkaanach- tigen storm, vergezeld van regen en sneeuw, de lichten van eon schip, spoedig gevolgd door een vuurpyl als noodsein en begreep men dat het een vaartuig was, dat in nood verkeerde, en besloot ik derhalve het in nood verkeorendo schip in het oog te houden en den dag af te wachten. Tosn hst lichter werd, bemerkte men een geheel mastoloos schip, waarvan de man schappen op alle mogelyke wyze om hulp seinden. Do „Stag" naderde to 7 u. 15 m. dos ochtends het wrak en de gezagvoerder gaf te kennen, dat hij hen niet zoude verlaten, doch dat de zoo op dit oogenblik te hoog was om eene boot uit te zetten; ook woei de storm met de kracht van orkaan. Het zinkende schip werd dikwyis door dikko sneeuwbuien uit het oog verloren, doch den geheelen dag en ook den volgenden nacht hield men het wrak zooveel mogeiyk in het gezicht, in de hoop dat de storm zoude be daren, ten einde eene boot tot redding der schipbreukelingen uit te kunnen zetten. By het aanbreken van den dag van 29 December kon men van het wrak niets meer ontdekken, doch eindelyk kreeg men na eene sneeuwbui het wrak weder in het gezicht. Het was diep in het water en het dek lag met de zee gelijk. Het was blykbaar dat er met spoed diende gehandeld te worden om de schipbreu kelingen te redden, dewyl het anders te laat zou zyn. Ik gaf bovel om de achterste boot aan bakboord gereed te maken en verzocht vry- willigors om de redding te beproeven. De geheele equipage bood zich daartoe aan en weldra vertrok de boot, bemand met den tweeden stuurman Noel en vior der beste matrozen, naar het wrak. Door de hooge zee kon de boot niet dichter dan op een afstand van vyftig voet by het zinkende wrak komen en, aan eene toegeworpen lyn vastgemaakt, sprongen de schipbreukelingen, voorzien van eene reddingsboei om het lyf, in zee en wer den in de sloep getrokken. Slechts vyf man konden op deze wyze opeens gered worden, en voer de boot nog viermalen met telkens vyf man van het wrak naar de „Stag." De beide laatste tochten was de boot bemand door den opper stuurman William Hanson en eene versche afdeeling vry willigers. De opperstuurman van de „Shakespeare", Fred. Mat tie, was do laatste, die het wrak verliet. Zy hadden reeds vyf en zeventig dagen reis van Hamburg en al de geredden waren geheel uitgeput en met wonden overdekt. De gezagvoerder Muller was den IGion Dec. overleden en toen zyn lyk den 17den Deo. tydons zwaar storm weder over boord werd gezet, rolde eene ontzettende zee over het schip en vielen de masten overboord. De gezondheid vandenkoning van Spanje is nu zóó bevredigend, dat geene verdere bulletins meer worden uitgegeven. Over den in Juli 11. gepleegden geheimzinnigen moord op den Paryschen deur waarder Gouffé schynt allengs het volle licht te zullen opgaan. Gabrielle Bompard, het meisje van den ver- moedelyken moordenaar Eyrault, hoeft zich in handen der politie gesteld en Donderdag ochtend is zy herhaaldelyk gehoord. Zy had, met haren „vriend" naar Amerika getogen, in Californië kennis gemaakt met een Pransch- raan, B., en had dezen alles bekend, toen Eyrault haar had voorgesteld ook hem te vermoorden en te berooven. B. haalde haar over om met hem naar Frankryk terug te keeren. Van Eyrault zelf heeft de Parysche politie een brief van twaalf bladzyden uit Nieuw-York ontvangen, waarin hyalle6chuld van zich en op Gabrielle werpt. Deze heeft bekend, dat zij bij den moord tegenwoordig is geweest, echter bewerendo er geen deel aan genomen te hebben. Het slachtoffer was door een brief van haar, door Eyrault gedicteerd, in eene woning in de Madelaine-wyk gelokt, door Eyrault onder een valschen naam gehuurd en waar Gouffé, op het oogenblik dat hy vertrouweiyk met haar zat te praten, door Eyrault over vallen en mot een houten hamer was neer geveld en voorts met behulp van twee mede plichtigen geworgd en afgemaakt werd. Daarop werd het lyk geheel ontkleed in een zak ge naaid en in den te Londen gekochten, te Mil iary by Lyon gevonden koffer gedaan. De man, die Gouffé's kantoor bezocht en omtrent wien men zich indertyd in gissingen verdiepte, was Eyrault zelf, die, by den verslagene slechts 150 fr. aantreffende, zich met zijne sleutels in het kantoor toegang had verschaft, maar te zenuwachtig was geweest om er eenig geld te vindon. ToeD hy gerucht hoorde, was hy in alleryl gevlucht. Na het lyk naar Millery gebracht te hebben, veibleven Eyrault en Gabrielle tot 18 Augustus te Marseille. Daarop kwamen zy te Parys en vertrokken vervolgens weer over Marseille naar Liverpool, Quebec, San-Francisco en ein delijk naar Nieuw-York. Op haar doortocht door Parys bracht Ga brielle een bezoek aan Chanteau, don schoon broeder van Eyrault te Auteuil, die haar later 2000 fr. zond. Chanteau en Réné Launay, die Gouffé met Gabrielle in konnis bracht, zyn Donderdag-avond gearresteerd. Gabrielle deed haar verhaal met groote koelbloedigheid, als van iets dat haar niet aanging. Het curieust is, dat do heer B., een ryk man, aan wien men hare overkomst en be kentenis te danken heeft, nu op de vroeger uitgeloofde 10,000 fr. aanspraak zal hebben. KOLONIËN. BATAVIA, 21-28 December. (Fransche mail.) Aan hot verslag der voornaamste gebeur tenissen in het gouvernement Atjeh en Onder- hoorigheden, loopende van 27 Nov. tot en met 9 dezer, wordt het volgende ontleend Groot-Aljeh. De gewone beschietingen der posten, nu eens moer dan eens minder, hiel den aan. Betrekkeiyk weinig volk nam daar aan deel. Op den 2den Dec. weiden twee Europeesche fuseliers en een dwangarbeider gewond. In den nacht van 23 op 24 Nov. gelukte het eene hinderlaag van uit Boekit Karang het opbreken der spoorbaan tusschen dien post en Roempit te beletten en eenige vyandige Atjehers, voorloopig althans, scha deloos te maken. Een bekend ondernemend bendehoofd uit de versterking Toengkoeb, de Pedirees Pang Analan, kreeg daarby een doodelyk schot door de borst. Ook werd door nachtelyke patrouilles van Ketapang Doewa en Lampeneroet een drietal aanhangers van Tengkoe Kota Karang by Tjot Goe verwond, waaronder één doodelyk. Onderhoorigheden. Ter Oost- on 'Westkust werd de rust niet verstoord. Op de Noordkust werd onze versterking te Segli nog nu en dan beschoten. Hadji Bin Abas, de voornaamste onruststoker in het Edische, moet zich diep in het binnenland bevinden, terwyl Tengkoe Awé Getah, zijn bondgenoot, zich naar Sarna- langa begeven had. Van den Radja van Perlak werd vernomen, dat Mad Din, aanvoerder der bende, die in het begin der vorige maand te Simpaag Anas eene Chineesche tongkang af liep, zich in Tamiang dan wel in Beneden- Langkat moet ophouden. Genoemd hoofd ver klaarde zich bereid om, zoo onze pogingen tot opvatting van hem en zyno medeplich tigen vruchteloos bleven, de door het bestuur te bepalen schadevergoeding te betalen. Op de bezittingen van Mad Din, ter waarde van 8000 dollars, werd beslag gelegd. De Radja van Passangan lag nog steeds overhoop met de hoofden van de staatjes Tjoenda, Nizam Sawang en Kloempang Doewa en klaagde dat Pedada die staatjes steunt. Volgens ingekomen berichten zouden door zeker berucht smokke laar Lantjanggé, te Birim (in het Perlaksche), zeshonderd geweren, twintig pikols buskruit en tien staven lood zjn ingevoerd. Indortyd werd gemeld dat men na het gevecht by Kota-Pohama op 26 Juli jl. in de genomen benting Beaumontpatronen vond, van het jaartal 1888 voorzien. Men geloofde algemeen, dat deze uit Penang waren inge voerd. Thans is echter gebleken, dat een deel der manschappen van het 3de bataljon op 26 Juli van de bedoelde patronen is voor zien geweest en ze reeds eenigen tyd in zyn bezit hadnatuuriyk waren zy ook al in het garnizoens-wapenmagazyn. Men heeft daarom een streng geheim onderzoek inge steld naar de wijze, waarop de patronen in het bezit van den vyand zjn gekomen. Van 16 December 1889 af tot een nader vast te stellen tydstip is alle in- en uitvoer ter Noordkust van Atjeh, van den rechter oever der Koewala Atjeh tot aan de Weste- lyke grens van Telok Semawé, verbodeD. Volgens de „Deli-Ct." zullen de hoofden van gewesteiyk bestuur op de Buitenbezit tingen waarschyniyk spoedig de bevoegdheid krygen zelfstandig te beslissen over het aan vragen om grond, en zal aan de bezwaren van de planters tegen de koelie-ordonnantie voor de Oostkust van Sumatra tegemoet worden gekomen. Het „Bat. Hbld." verneemt dat de Regee ring het zouttransport van Madura naar de Buitenbezittingen gedurende 1890 tot 1894 toch gegund heeft aan den minsten inschry- ver, den Chinees Teng Khek Kbim. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingon genomen Civiel Departement. Verleend: Een 2-jarig ver lof naar Europa, n egens ziekte, aan den hoofdinspec teur der spoorwegdiensten H. G. Derx. Ontslagon: Eervol, wegens volbrachten dienst tijd, do adjudant landmeter lsto kl. A. A. Berthug; wegens lichamelijke ongesohiktheid voor verderen dienst de opz. 3do klasso by de Staatssp. J. C. Asman eervol de opzichters 2do kl. bij den Waterstaat Ch. F. Joosteo en C. Van der Voort. Onthevon: Van do waarhoming van don civiel geneesk. dienst in do afd. Krakeaiin do civ. genees heer B. Van Delden. Benoemd: Tot president, van de wees- on boedel kamer ie Makassar, W. H. Simon. Gesteld: Ter begekikkieg van den aJgemeenen seeretaris, de antbtonaar J. B. Van der Houren van Oordtj ter beschikking van den voorzitter der land raden te Magelang en Temanggoeng, ten einde te worden belast met griffierswerkzaamheden, mr. J. G. J. Oetgens Van Wateren Pancrae Clifford; voor ten hoogste zes maanden tor beschikking van den voorz. van den landraad te Bangkalan, ten einde to worden belast mei griffierawerkzaamheden, J. L. Kolmue. Belast: Met de waarneming van den civ. ge neesk. dienst in do afd. Pati en Joana, de gewozto off', van gez. lsto kl. M. Cohn met do waarn. der betr. van leer^res in de-Ned. taal en lotterk. aan de H. B.-S. met driej. cursus voor meisjes te Batavia, mej. E. C. B. J. Kuneman; met de waarn. dor betr. van hoofd-inspecteur der spoorwegdiensten, de hoofd» ingenieur bij do Staatssp. J. K. Kempeea; met de waarneming van den civ. geneesk. dienst in de afd. Krakeaiin B. M. D. Essors. Benoemd: Tot ontvanger te Bezoeki, A. Burger. By liet dep. van fin. tot 2den commios, C. H. E. Van Geldon; tot 3den commies, J. C. Lutte-r. Tot commies ter controle by de in- en uitvoerr. en acc., V. M. Nettekoven. Bij den waterstaattot opz. 2de kl. J. E. C. Struijclc, cn de opa. 3de k1. J. A. Schiot- ling; tot opz. 3do kl. Th. C. H. J. Vogelenzang. Tot hulponderwijzeres, mej. F. L. Heijnen, thans tijdelijk. T ij d e 1 ij k belast: Met do waarneming der be - trekkiag van onderwijzer 3de kl. H. J. H. Bockmeuloo. Geplaatst: Als hulponderwijzer aan de school te Madioen, H. J. H. Bockmeulen voornoemd; in VA' ree. Pasoeroean, de ambtenaar voor den burg. dienst, G. Engelberts; in de res. Soerabaia, de ambtenaar voor den burg. dienst J. P. W. Houtman. Benoemd: Tot onderwijzer 3de klasse, E. De> Filliotas Bousquet cn H. J. Stroband, thans tijdelijk. Overgeplaatst: Als hoofdonderwijzer: van de late school B. te Batavia naar de 3do school aldaar, de oöderw. 1ste kl. J. J. Fonteijn; van de 3de school te Batavia naar do lste school B. aldaar, de onderw> lsto kl. R. Metelerkamp. Geplaatst: In do contróle-afd. Tjipoetri, aid- Tjiandjoer, de contr. 2de kl. R. J. Maas. Verplaatst: Van de contróle-afd. Tjipoetri, afd. Tjiandjoer, naar do contróle-afd. Noord-Bandoeng, afd. Baüdoeng, do contr. lste kl. H. Th. Hendrikez. Geplaatst: In de contr.-afd. Banjoemas, de contr. lBte kl. H. Kuijp, in de onderafd. Fort Van der Capellen, de contr. lsto kl. H. B. Van der Kolk. Verplaatst: Van de ondorafd. Fort Van der Capellon naar Padaug Pandjang, do contr. 2de kl. Th. Ader. Geplaatst: In de contr -afd. Bangkala, de contr. 2de kl. H. J. De Groot. Civiel Departement. T ij d e 1 y k Gesteld ter be schikking van den Directeur der B. O. W. om bij den Waterstaat cn 'e lands B O. W. als adsp.-ingenieur dienst te doen F. M. E. L. Kovstene. Geplaatst: Bij den aanleg van Staatsspoorwe- won op Java (lyn PreaDgerTjilatjap) en in ver band daarmede bij zyn corps la suite gevoerd, de benoemde adsp.-irgeDieur F. J. W. Van Roseum. Ovorgoplaatet: Van Kaari, (afdeelingBangil, residentie Pasoeroean), naar de residentie Banjoemae en zulks met intrekking zijner toevoeging aan den- chef der 5do waterstaatsafdeeling, de opzichter lste kl. A. N. Pieters. Toegevoegd: Aan den ass.-resident van Ban doeng, de ambtenaar voor den burgerlijken dienst G. H. Th. Wiggers Van Kerchem, thans ter btsohik- king van den ass.-resident van Sockapoera. Gestold ter beschikking: Van den chef der 5de waterstaatsafdeeling, met introkking zijner toevoeging aan den Resident van Pasoeroean voor het doen van opnemingen in het district Tenger, de adsp.-iDgeDieur W. H. M. Do Bruyu, blijvende hij editor bij zijn corps a la suite gevoerd. Benoemd: Tot controleur 2do kl. bij het Binn* Bestuur op do bezittingen buiten Java en Madura do adepirant-controleur H. J. De Groot. Departement van 0orlo§. Ontslagon: Op verzoek, wegen9 ziekte, eervol, do tijdelijke officier van gez. 2do kl. J. Csillag. Hersteld: In activiteit, do 2de lnit. der inf. B. Filet, thans op non-act. Belast: Met de waarneming der betrekking van opziener over de patronenfabriek te Soerabaia, de moeeterkneoht-metaaldrasier bij den art.-constructie- winkel J. P. Van do Leur; met de waamemiDg der betrekking van meesterknecht-metaaldraaier bij den art.-instructiewinkel t9 Soerabaia, de Europeoeclie werkman lste kl. F. A. Ekels. Bevorderd: Tot lsten luit.-kwarticrm., de 2de Init.-kwartierm. J. W. H. Roeder. Geplaatst: Do onlangs uit Nederland terugge komen officier van gezondheid lste kl. W. J. Van Haefccn, bij den gewestelijken en plaatsolyken genees kundigen dienst in do 2de mil. afdeeling op Java en Djokdjakarta; de onlangs uit Nederland aangekomen officier van gezondheid 2do klasse P. Wyn, bij den. geneeskundigen dienst in de mil. afdeeling op Java. te Soerabaia. Overgeplaatst: Dc onlangs van Atjeli geëva cueerde majoor, tbane luiteDant-kolonel der infanterie, J. A. Vink, by bet 4de bataljon te Djokdjakarta. Departement van Oorlog. Bevordord: Tot lst$r> luit.-kwartiermee6ter, de 2de luit.-kwartiermcest'ep J. F. L. Schneider. Departement van ftfarine. Benoemd: By het marine-établissement te Soerabaia: de op verzoek eervol ontslagen bootsman M. Hekkemn, thans met do waarneming dier betïckkking bolast; tot vice- cemmandcur voor hot vak van scheepstouw J. Sohlieker, daartoe gesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal. Verguming verleend om te repatriëcren: aan den offic. van adm. 2de kl. C. M. Krul, wegene ziekteaan den luit. ter zee 2do kl. D. W. A. Pels Rijekeu, wegons ziekte; aan kapk-luit. ter zve A. P. Tadema wegens langdurig verblijf; aan den luit. ter zee late kl. A. H. Hoekwater, wegens ziekte. Ontslagen: uit 'slands dienet in de uitoefening zijner function do geschorste loods bij het loods wezen in straat Bali J. C. Daup. Departement van (Marine. Benoemd: Bijdegon- vernements-marine, tot gezaghebber 2de kl. de ui. 3de kl. O. Van Dort; tot gezaghebber 3de kl. do lste stuurman J. Fieser; tot lsten stuurman de 2do id. W. N. A. F. K. H. Van Nassau. Ontslagen: Bij liet marine-établissement te Soerabaia, eervel, wegens ziekte, de 3de commies J. B. Matheron. Benoemd: Tot 3dcn commies, de klerk J. F. A. Ferdinandue. Passagicrlijst van het stoomschip „Prinses Amalia," vertrokken van Batavia naar Amsterdam: De heer Wein, echtg. en 3 kindoren, de heer E. DallinanD, lste luit.-kwartiermeestcr T. W. Arndt, echtg, en 2 kinderen, lsto. luit. van de mariniers J. C. Van Hoek, L- G. Kolft', familie P. Jonckheer, mr. S. Vau Dissel <>n 3 dochters, A. Meyer, benorenB Zr. Mb, iroepen schepelingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 6