N°. 9180. Woensdag Januari. A* 1890. »it noimner toestaat uit TWEE Bladen. Prijsraadsel. Leiden, 21 Januari. Feuilleton. Een tocht vóór zonsopgang. 9) FBJJS DlOIR OOTTULMT: 7mt L«ifl«a p«r I maanden.1.18. Franco per poel.Ltt. JJko*d*rl$k6 Kamman.Mi> In het geheel zjjn ingekomen 319 oplos- ngen, waarvan 260, welke voor deelneming m de loting in aanmerking komen. Verschillende personen verkeeren, naar ableken is, in de meening dat de heer W. Van Lith de schrijver zou z(jn van de igezonden stukken in ons blad over „de ahBorzaal en Gravensteen," gemerkt met letters v. L. Daar die onderteekening er wel aanleiding <e geeft en dus meer personen mogelijk het- jlfde veronderstellen, verklaren wij gaarne at. de heer Van Lith geene stukjes over dit nderworp heeft geschreven of bi) ons inge- Dtlden. Kapitein J. Van Lelyveld van de vijfde atterij van het tweede regiment veld-artil- >rie vertrok gistermiddag voorgoed van hier aar zjjne nieuwe standplaats Bergen-op-Zoom. .lie officieren en onderofficieren van die af- eeling deden den hooggeachten kapitein, ie 12'/, jaar bi) genoemde batterj) waa, figeleide. Vrjjdag-avond werd hem door de onder officieren der vjjfde batterij in de kazerne verhandigd eer.e photographic, groot for- naat, van henzelven, uitgevoerd door den teer Goedeljee, wien daarvoor een woord van tuide toekomt, en in fraaie lijst. Behalve het ,ujt hoogachting", vertoont de photographie rok eene opdracht, Qeruimen tijd vertoefde de kapitein bij het eBsteiyk samenzijn, en het was hem aan te :ien dat het hem geenszins onverschillig was djjjken te ontvangen van achting en gehecht- reid van de zijde der onderofficieren, die ook wel nimmer door hem zouden z(jn vergeten, it had hij voortaan niet voortdurend hunne beeltenissen in zijne nabijheid gehad. Zaterdag-morgen droeg kapitein Van Lely veld het commando over zijne batterij over aan den eersten luitenant jhr. W. C. Roëll en deze zal hetzelfde morgen doen aan den nieuw- benoemden kapitein W. P. Veeren. Het Bataviaasch Genootschap van kunsten en wetenschappen heeft tot correspondeerend lid benoemd dr. "W. Pleyte, conservator van het Museum van Oudheden te Leiden. Men schrijft ons uit Alkemadede heer ^cie jouraat woriH dagtlijks, mti altzondering van &on- tn etftdagen, a Ugegtven. VBJJS DER ASVXRTINTmri Tm I—npli 1.01. I«I«r* r*f*l mr/O.lTfe. fllvoUt. WMus cut plutaralmto. Toor b«t U- mwimi biitMi t» tul wordt 0.10 bwokand. Kammeraat, sedert tal van jaren ambtenaar ter secretarie en concierge aan het raadhuis alhier, is onlangs door den gemeenteraad van IVoubrugge tot secretaris benoemd, welke betrekking hij, na verkregen approbatie, met 1 Februari a. s. hoopt te aanvaarden. Moge de kundige en welwillende ambte- tenaar, die ten allen tijde bereid was iedereen met raad en daad bij te staan, aldaar een aangenamen en gelukkigen werkkring vinden 1 Omtrent het feestconcert bjj Nicolaï's jubilé ala directeur der Koninklijke Muziek school te 's-Hage (Vrijdag 21 Febr. in het Gebouw) vernemen de Haagsche bladen nader, dat zich daarop als solisten zullen doen hooren Johan Smit, thans professor in do viool aan het conservatorium te Gent; Henri Bosmans, solo-violoncellist van het Paleis voor Volks vlijt te Amsterdam; M. H. Van 't Krujjs, organist der Groote Kerk te Rotterdam Kriens, directeur van het muziekcorps der schutterij te Haarlem; mej. C. Mulder, pianiste te 's Hage; mej. M. Snijders (Delft) en mej. M. C. Van Vliet (Den Haag), beiden zang. Het programma voor dit concert zal om vatten eene kortelings door den heer Nicolal voltooide Prinses Wilhelmina-cantate voor kin derkoor en orkest, onder leiding van den heer H. Völlmar; eon vrouwenkoor uit „Bonlfacius" onder leiding van den heer G. F. Wagener, alsmede enkele liederen van den jubilaris; voorts een tweetal nommers voor orkeBt, waaronder eene feestouverture, gecomponeerd door den heer Maan, muziekdirecteur te Leiden, die zich tevens op den avond van het concert voornamelijk met de leiding hiervan zal be lasten. Do commissie uit de oud-leerlingen bestaat uit de heeren: G. F. Wagener, J. W. Kers bergen, J. G. H. Mann, M. H. Van 't Kruije en H. D. Van Ling. Misschien, zegt een Haagsch briefschrijver in het „N. v. d. D.", geeft het gemeente bestuur den heer Nicolaï wel, evenals in dertijd aan Massenet, een zilveren gedenk penning met de ooievaars der stad er op. De 1ste luit. J. Burger, van het 4de reg. inf. te Delft, wordt met 1 Febr. werkzaam gesteld op het bureel van den gen.-majoor Den Beer Poortugael, commandant der stelling van Amsterdam. Door B. en Ws. van Rotterdam wordt aan den Raad voorgesteld te besluiten tot uitgifte eener 4de reeks, ad f 1,100,000, der 3'/,-pCt8. leening van 1888. De Koning en de Koningin hebben van Hd. bijzondere belangstelling blijk gegeven door bet beschermheerschap te aanvaarden van dö tentoonstelling ter voorkoming van ongelukken in fabrieken en werkplaatsen, welke in de maanden Juni, Juli en Augustus in het „Paleis voOC Volksvlijt" te Amsterdam zal gehouden worden. De Koningin woonde Zondag-voormiddag, vergezeld van het gewone gevolg, de gods dienstoefening bij in de kerk der Ned.-Herv. gemeente te Apeldoorn, ditmaal onder het gehoor van ds. Hoest, predikant te Zutfen. Zaterdag overleed te Wamsveld de rechter in de rechtbank te Zutfen, mr. Joan Philip Verloren. Na te Utrecht gestudeerd te hebben en ge promoveerd te zijn, vestigde de heer Verloren zich als advocaat te Deventer. Later was hij in rechterlijke betrekkingen te Tiel en te Hoorn werkzaamna de herziening der rech terlijke organisatie in 1877 werd by als rechter in de arrondissements-rechtbank te Zutfen benoemd. Het stoomschip „Prins Alexander," van Batavia naar Amsterdam, vertrok 20 Jan. van Aden; de „Zeeland," van Batavia naar Rotter dam, passeerde 19 Jan. Gibraltar; de „Noord- Holland," van Batavia naar Rotterdam, is 20 Jan. te Suez aangekomen; de „Prinses Amalia," van Batavia naar Amsterdam, arri veerde 20 Jan. te Genua; de „Batavia," van Batavia naar Rotterdam, vertrok 20 Jan. van Colombo; de „Drente," van Rotterdam naar Batavia, passeerde 20 Jan. Gibraltar. Het Leldseh Tooncel. „Nomine mutato de te fabula narratur."Toen Victor Hugo in zyn drama „Ls roi s'amuse" dea hold van Pavia, Francois premier, een maal koning van Frankryk, als een vuigen wellusteling schetste, meende de Fransche regeering uit eerbied voor de nagedachtenis van een harer vroegere heerschers de op voering van dit meesterstuk te moeten ver bieden. Ed. Duprez maakte zich van het libretto meester, metamorphoseerde den zoon van Karei van Orleans in een hertog van Mantua, noemde Vriboulet, den in de geschiedenis be- ruchten hofnar, Rigoletto, veranderde den naam van „de Saint-Vaillier" in „de Monte- rone", Verdi bracht het geheel in muziek over en een der prachtigste opera's, door eiken Franschman toegejuicht, was geboren. En toch, welk een verschil tusschen het oorspronkeiyke en het laatste. Het kan niet meer dan een armoedige, magere schim van het origineel genoemd worden. Daar alles vol kracht, vol gloed en bezieling, met ver heven dichtregelen, hier niets dan een exerpt van dit alles. Welk een onderscheid b. v. tusschen de woorden van De Saint-Vallier als hy den nar vervloekt, en die welke De Monterone Rigo letto toekryscht! Welk eene andere taal als Triboulet *yn eigen figuur, zyn leven en zjjne handelingen als laag, verachtelpk uitroept en die door zyn plaatsvervanger uitgespro ken 1 Maar vooral, welk een buitengewoon onmeteiyk verschil tusschen den Franschen nar, als hy by het ïyk zyner dochter staat, en tusschen dien door Duprez in het leven geroepen. Nog slechter is, nog oneindig veel lager staat de Hollandsche operatekst, zooals wy dien gisteravond te hooren kregen. Niet alleen dat deze ruw, onbeschaafd, zelfs plat moet hee- ten, zooals o. a. O, de vangst is zeer fijn of Voor den hansworst kan het ons niet scholen. Kom er uitl en dergelyko meermaar buitendien heeft de vertaler blyken gegeven de FranBche taal niet eens machtig zyn. Als Rigoletto byv. zegt: Maintenant monde, regarde moi Ceci c'est un bouffen et oeci o'est un roi, dan wil hy daarmede aanduidenik, de nar, ben thans de machtige, en de koning, dood, vermoord, in een zak genaaid, ligt thans aan myne voeten, en niet zooals mr. E. v. S. hem laat zeggen: Menschen ziet my aan. Een laag hansworst, Die eensklaps koning werd. Is het soms het voornemen van den heer Van S. meer proeven van zyne dichtkunst te geven, hjj bekwame zich ten minste dan eerst het meest eenvoudige Fransch te kunnen verstaan. Thans de uitvoering zelve. En dan in de eerste plaats een woord van byzondere hulde, van onverdeelden lof aan den heer H. Albers in de titelrol. Zpn zang, zijne actie, de creatie zyner rol, alles was meosteriyk en onovertrefbaar. Als nar spreidde hy al het afzichtelyke van zyn figuur ten toonals vader verborg hy dit zooveel mogelyk. Dit was zeer juist gezien. Werkeljjk schoon klonk zyne beschaafde, sympathieke stem in de duo's met G.lda, zyne dochter, in het tweede en derde bedrijf, en „En toen in het najaar de mopshond, dat akelige, vieze dier, maar een beetje hoestte, toen moest hy dadeiyk naar het hondenhos pitaal Bovendien hebben zy tot laat in den nacht piano gespeeld en gezongen. Mevrouw Olbrich heeft weer een nieuwen tenor ontdekt, een Italiaan, dien ze voor de opera wil oplei den Toroi'fi, of hoe hy heeten mag. Voor dien was het heele feest, voor hem en voor een paar courantier, die zich over hem ontfer men moeten. Ik heb het van de keukenmeid gphoord, die een halfslag ordenteiyk mensch is, en niet langer wil blyven, omdat zy dat huishonden niet langer kan aanzien. Het ergste is echter de kameDier; Aranka heet dat lie- vertjel Die zoekt zich by de moeder aange naam te maken door het kind, onze arm9 Clara, te mishandelen. O, dat is een brutale, arglistige persoon, die ik tot alles in staat reken. God vergeve mij de zonde!" Raimond bedankte haar kortaf voor de inede- deeling en juffrouw Wendelin hoorde hem den heelen morgen heen en weder loopen. Blgkbaar hield een groot besluit hem bezig en tegen den middag kwam hy dan ook in zyn zwarten rok, met een hoogen hoed, voor den dag en begaf zich regelrecht naar het voorgedeelte van het huis. Hy wilde zelf met de moeder van Clara gaan spreken, waartoe hg zich, na rgp beraad, als leermeester en vaderlijke vriend, niet alleen gerechtigd, maar zelfs verplicht gevoelde, en in dien zin wilde hy die dame onverholen zyne meening zeggen. Eene dikke, goedig uitziende dienstmaagd deed hem open. Dat was biykbaar de halfslag ordenteiyke keukenmeid. Zy liet hem, toen hy zgn naam gezegd had, in een klein salon, en deelde hem met veel omhaal mede dat Clara nog altyd niet beter wasde koorts was toegenomen en den heelen nacht had het arme kind hardop gepraat meestal over hem, over haren leermeester. „Zy moet heel graag by u leeren," besloot zy met een vertrouwelijk lachje eiTging heen om hem aan te dienen. Na eene poos kwam mevrouw in een ruischend gewaad binnen; eene vrg jeugdige, knappe vrouw, doch geblan ket en geschilderd, met briljant-poeder in het geelblonde haar en schitterende ringen aan de viDgers, terwgl zy by elkö beweging wel riekende geuren om zich heen verspreidde. Het vage, niets zeggende lachje om haren mond, de koele blik in hare grijze, ongedurige oogen, do gemaakt© voornaamheid in houding en taal verhoogden don ongunstigen indruk, dien Rai- mond terstond van haar kreeg. En toch kon hy geen woord uitbrengen van hetgeen hy deze vrouw was komen zeggen. Zy had zeker door de dienstboden gehoord dat hy Clara den heelen winter les gegeven had, want zy bedankte hem met hoogdravende woorden voor al het goede, dat hg het arme weesje bewezen had. Daarop verontschuldigde zy zich dat zy de onbescheidenheid „der kleine", alhoewel onbewust, had toegelaten en voegde er by dat de ziekte van Clara niets scheen te zyn dan eërrmzware verkoudheid; doch do dok ter, dien zg juist wachtte, zou wel spoedig zeg gen wat het was - mot een genadig hoofd knikje kreeg de bezoeker zgn afscheid. Raimond was dan ook reeds opgestaan, toen de deur schieiyk geopend werd en een jongmen9ch, met glimmend zwart haar en een opge- draaiden knevel, onaangediend binnenkwam. Hy snelde naar mevrouw Olbrich toe en kuste baar de hand. Daarop zag hy Raimond met een onbeschaamd vragenden blik aan, hetgeen de zangeres bewoog om d9 he9ien in alleryl aan elkaar voor te stellen. Signore Tiberio Torossi, die binnenkort aan onzo opera zal debut-eeren, doctor e pardon, uw naam is mg ontgaan!" Raimond noemde aar zelend zijn naam en verliet, door een brutalen blik van den Italiaan gevolgd, het vertrek. Op de trap haalde hy ruimer adem. Zgne eerste gedachte gold het arme meisje. Hoe onaangenamer de indruk was, dien de woning der zangeres, dien zgzelre en vooral de ont moeting met haren nieuwsten... bescherme ling op hem gemaakt hadden, des te inniger werd zyn medeiyden met Clara. Hg moest een paar straten op en neer loopen, eer hy weer aan het werk kon gaaneenmaal op zyne stu deerkamer, trachtte hg door ingespannen arbeid de herinnering aan de moeder van Clara te verdrgven. Doch daar tikte juffrouw "Wendelin aan de deur om te zeggen dat er iets bgzon- ders gebeurd was. Men had de arme Clara h«t huis uitgedragen on in een rgtuig weggebracht. En niemand wist waarheen. Waarschgnlgk naar eon gasthuis 5 want de doctor was er ge- woest en had den toestand voor zeer bedenke lijk verklaard. „O, die slechte moeder I" riep juffrouw Wen delin uit, terwgl de banden van hare muts op en neder gingen. „Zoo'n lief, zacht schepsel naar het gasthuis te zenden, als eene land loopstor, die geen thuis heeft! Nu zitten ze daarover woer te spelen en te zingen, die lieve moeder en die gemeene Italiaan ik kon het met gelooven; maar de keukenmeid heeft het my zelf gezegd'." Wordt vervolyd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 1