N°. 9179. Dinsdag 31 Januari. A0. 1890. §szs ffiarant wordt dagelijks, met uitzondering van ion- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 20 Januari. Ecu toclit vóór zonsopgang. _JSL^M FHUS DJEZEB COTTRANT. ?»or Leidoc psr 3 mwuadealv/5. Franco pot pos'o1.40. Aijjonderltjka Scamoro0.05. PEUS DEE AD VEE TEN TIEN: Vfcn 18 regels/1.05. Ieder» regel meer/0.17$. Grootere letter» utr plaatsruimte. Voor het is* caeeeoren buiten de itad wordt 0.10 berekend. Voorgesteld wordt om, op haar verzoek, aan mej. E. M. M. Binnendijk eervol ontslag to verleenon als derde onderwijzeres aan de school 3de klasse No. 4, met ingang van 1 Maart 1890. Naar aanleiding van een desbetreffend verzoek van mevrouw E. Dücker, geb. Hepn- neman, geven B. en Ws. den gemeenteraad in overweging aan adressante wegens ver huizing naar elders vrijstelling te verleenen van de betaling van schoolgeld over de laatste twee kwartalen van den cursus 1889/90 voor hare dochter Emilio, leerlinge van het Gymnasium en voor haren zoon George Eugöne, leerling der Hoogore Burgerschool voor Jongens. Blijkens ingesteld onderzoek zijn genoemde leerlingen naar Nijmegen vertrokken. Naar aanleiding van het verzoek van dr. A. H. Van Andel, geven B. en Ws. tevens in overweging om adressant wegens vesti ging in do gemeente in December j,l., vrij stelling te verleenen van de betaling van schoolgeld voor eene dochter, leerlinge der Hoogere Burgerschool voor Meisjes en van een zoon, leerling der Hoogere Burgerschool voor Jongens, over het eerste kwartaal van den cursus 1889/90. Ook geven B. en Ws. in overweging aan G. Mader, metselaar, en C. Verkoren, bouw kundige, vergunning te verleenen om een ge deelte der Witte Singolsloot vóór hunne per- ceelen onder Zoeterwoude te overwulven en hun den daardoor verkregen grond tot weder- opzeggens in gebruik te geven, een en ander onder de door de commissie van fabricage voorgestelde voorwaarden. De commissie van fabricage bericht op twee bij haar ingekomen requesten dat by haar geen bezwaar bestaat tegen het verlee nen der gevraagde vergunning, na zulks ook verkregen te hebben van het College van Ged. Staten van Zuid-Holland en van het Hoog heemraadschap van Rijnland lo. aan B. Hoogteyling, tot hot leggen van eene brug over de stadssloot langs den Witten Singel nabij de Witte Rozenlaan tot toegang naar het perceel, bij het kadaster der gemeente Zoeterwoude bekend onder Soctie A, Nos. 3623, 4259 en 4263, mits onder toezicht van den gemeente-architect, tegen vorgoediDg der kosten van beschadiging aan het Singelpad en don berm, alsmede tegen betaling van het recht, bepaald bij art. 3 No. 35 van het tarief, vastgesteld den 5den Maart 1857; 2o. aan P. J. Van der Waals, tot het dem pen van een gedeelte der stadssloot langs den ZyiBingol over eene lengte van 25 meters tegen over de Grofsmederij en aansluitende aan het reeds gedompto gedeelte, mits daarin worde gelegd een duiker om twee kolken daarin te loozen tot afvoer van het hemelwater en onder toezicht van den gemeente-architectvoorts de daardoor verkregen grond af te scheiden met oen ijzeren hek op een meter afstands van de boomenrp, alleon tot tuin aan te leg gen en niet te bebouwen, alsmede tegen be taling der kosten van het herstellen van den weg en voldoening van het recht van 31/, cent de centiare 's ja'ars. Naar aanleiding van een verzoek van den heer J. A. Longepee om continuatie als stads- heelkundige, geven B. en Ws. in overweging adressant wederom voor den tijd van drie jaren in genoemdo betrekking te continueeren. Do commissie van fabricage stelt voor in het openbaar te verkoopen lo. Aan do Stads-Timmorworfeene party oud pzer, eene party brandhout en eene oude schuit. 2o. De volgende doode boomen, als: vier iepeboomen in de Zonneveldsteeg, vier iepo- boomen in het Park, een iepeboom op den Vliet en veertien populieren op den Vestwal aan de Zydgracht. INGEZONDEN. 0e Stadsgehoorzaal en 's-Giavcnsteln. 't Schijnt nu eenmaal zoo de gewoonte te zpn, dat men, by het stichten en plaatsen van monumenten en openbare gebouwen, de dagbladpers te hulp roept om het vóór en tegen er van te bespreken. Dit is dan ook de beste weg om de betrokken besturen de meening te doen kennen van eenigen uit het groote publiek. Wy hebben het hier reeds ondervonden met het monument in het Van-der-Worf-park. Ook in andere steden is hot 't zelfde, b. v. met de Bours-quaestie in Amsterdam, het Academie-gebouw in Utrecht, de kerk in Beriyn enz. Uit al dat geschryf blykt dat er voor- on tegenstanders zpn, en dat kan mot anders. Dat is nu op zichzelf genomen zeer goed, want men beziet dan de zaak van meer dan ééne zijde. Doch men gaat verder, men prpst zpn voorstel aan, evenals oen koopman zpne waar aanprijst, met voorbijzien van al hot goede van de tegenpartij en de gebroken van zpn eigen plan. Zoo is het ook met onze Gehoorzaal quaestie. De een wil de oude plaats, een ander wil het naar do plaats waar 's-Gravenstein staat doen verhuizen, een derde weer wil het naar de Plantage en wie weet zpn er nog andere plannen in den dop. Een groot voorstander van 's-Gravenstein is zekere heer Van L./Tiie dat plan met al de kracht, welke in hem is, verdedigt. Als hoofdargument voert Van L. aanDat men een concert-gebouw krijgt, waar men geen last heeft van het gedruisch daarbuiten. Prachtige theorie; maar.is dit wel zoo? Want als men een concert-gobouw aan het Gerecht plaatst, krijgt men een gebouw, ge heel aan open verkeorwegen gelegen. Nu spreekt het vanzelf, dat daardoor het gevaar voor gedruisch eer vergroot wordt dan weg genomen. Neen, dat kan alleen voorkomen worden door het gebouw met ééne zijde aan 6en verkeerweg te plaatsen en het verder ïn te sluiten door een open plein of tuin. Dit kan (en is reeds op beperkte manier in het door B. en Ws. voorgestelde plan geprojecteerd) op de Breestraat gemakkelijk geschieden. Wat het gedruisch op de Breestraat betreft, dit is op te lossen door er, voor zoover noodig, eene bestrating van asphalt aan te brengen. Verder bestrijdt de geachte inzender de argumenten, welke do redactie van het „Bouwk. Weekblad" aanvoert voor het behoud van onze zaai op de Breestraat, op gronden, welke wü ook één voor één willen nagaan. lo. bestrijdt hij „dat een publiek gebouw niet moet worden weggestopt in een afgelegen hoek," door te beweren dat het afgelegene van het terrein komt door het gebouw, dat er nu staat. Dit is eene reden6ering, welke geen steek houdt. Immers, Gerecht en Pieterskerkplein zpn geen winkelstraten en men kan het publiek toch niet dwingen, in plaats van Breestraat en Rapenburg, de Papengracht te wandelen. Ik acht dan ook hot argument van de redactie van het „B. W.'" volkomen waar, het is een afgelegen hoek en het zal er niets beter op worden als men daar de Gehoorzaal bouwt, want als de zaal ongebruikt is, lykt het gebouw ook eenzaam en verlaten. 2o. wil de geachte Van L,, om het Pieters kerkplein te sparen, het Gerecht „volbouwen". Dat zal toch, dunkt mp, slechts satyre zpn, want, bouwt men het Gerecht vol, dan komt men in de contremine met de bewoners en men moet een paar straten voorgoed afslui ten. Dat kan toch, dunkt mp, niet do bedoe ling zpn van den schrpvor. 3o. doet de heer Van L. zjjn best om het al of niet geschiedkundige van 's-Gravenstein in een bespotteiyk daglicht te stellen. Enfin Hiervoor ben ik onbevoegd rechter. Toch wil ik er dit van zoggen, dat do geschiedkundige waarde van een gebouw niet alleen afhangt van het: door wien is hot b9woond? maar ook wel van den tpd, waarin het is gesticht. Tenminste, als men dien tyd in dat gebouw kan terugvinden. Dan wil Van L. beweren, dat een Waalsch kerkje niet op het Pieterskerkplein zou passen, omdat het niet zou harmoniseren met do trot- scbo lpnen der Pieterskerk. Ook hierin wil ik geen uitspraak doen, maar alleen dit op merken eene kerk past toch beter bp eene kerk dan eene concertzaal. En buitendien, hoe kan nu de achter- en zpgeve! van de Gehoorzaal harmoniseren met dion trotschen gevel der P.-K.? Om die reden maak ik dan ook be zwaar, al is het gedeeltelpk, hot plein te be bouwen. Verder maakt Van L. bezwaar de Waalsche Kerk weg te breken, omdat het (een zeer klein stukje bestaat er nog maar) een gasfct huis met 7 zalen enz. is goweest. Dit bezwaar kan ik ook niet deelen, want wat er nog over is van het St.Catharina- gasthuis herinnert ons maar aan vroeger van dalisme. Immers, het grootste deel is er van gesloopt voor twee scholen en de oude Ge hoorzaal. Uit een oogpunt van kunst kan men hot gerust wegbreken, daar het, met het kleurig gecemente deel, waarin de biblio theek is, eene ontsiering uitmaakt van de Breestraat. Ik moet nog even aanstippen dat, al heb ben wp vroeger 's-Gravenhof gesloopt, wy daarom geen recht hebben 's-Gravenstein ook maar te sloopen. Neen, reeds overal elders begrijpt men dat boter, getuige de Munttoren in Amsterdam en moer. Laten wp, Leidenaars, niet maar zoo voetstoots onze handen slaan aan een werkstuk onzer vaderen, laten wu aan Nederland toonen dat Leiden zpne ge schiedenis in eere houdt. Gebruik 's-Gravenstein voor Archief, voor Bibliotheek der Waalsche Kerk, en desnoods ook voor I Jkkantoor, maar breek het nooit weg I Ten slotte nog dit. De Gehoorzaal behoort op da Breestraat: lo. omdat zp daar burger recht heeft verkregen; 2o. om do hierboven aangehaalde redenen, en 3o. omdat het Ge meentebestuur alles in het werk moot stellen tot verfraaiing der siad. Daarom hulde aan de voorstellers van het in beginsel aangenomen plan Leiden, 18 Januari 1890. H. J. P. 8) Hoe minder hy zpne ongerustheid kon bedwingen, des te boozer werd hp op Clara, op zichzelven, op iedereen, en hp begon driftig de kamer op en neer te loopen, met de handen op den rug, eene onherkenbare melodie fluitende. Eindelpk strekte hp zpne wandeling tot de huiskamer van juffrouw Wendelin uit. Nelly was nog nist terugmaar de heer Walzl, die intusschen thuisgekomen was, trad juist zpn kamertje uit. De lange, schrale schoolmeester, wiens groo te handen steeds om zpn lpf rondtastten, als zochten zp een zak, om zich te verbergen, be groette den doctor, voor wion hp eene onbe grensde hoogachting koesterde, vrp links en ging naar de tafel, waaraan Nelly gezeten had af en toe streek hp over haar naaiwerk, ter- ■wyi Raimond nog steeds met krakende laar zen door de twee kamers wandelde. „Juffrouw Nelly is zeker uitgegaan?" vroeg Walzl eindelijk bedeesd. Raimond knikte en zei: „Ja, om naar juffrouw Olbrich te zien, die vandaag niet gekomen isl" Walzl boog, nam het naaiwerk voorzichtig met twee vingers op, legde hot neer en nam het weer op. Daarop begon hp met den vin gerhoed te spelen en toen Raimond weer eens langs hem kwam, zag hp op en zei blozend, terwyl bp don vingerhoed liet vallen: „Een aardig dingetje"; daarop tastten zyno handen weer naar een zak en zei hij na eene poos, den doctor vragend aanziende „Er zal toch niets ergs gebeurd zijn?" De doctor haalde de schouders op. Walzl boog, zei met een zucht: „Het zal wel niets ergs zjjn!" en begaf zich naar zpne kamerdeur, waar hp met de hand op de kruk bleef staan en weer begon: „Juffrouw Clara is een lief meisje, ja." Toen keek hy weer naar den vingerhoed en er kwam een lach op zpn gelaat, die er eene beminnelpke uitdruk king aan gaf. Hp deed den mond open, hief de hand op, als wilde hp iets zeer belangrpks zeggen, doch bracht het niet verder dan een langgerekt „jaaa!", dat als eendiepen zucht klonk. Eensklaps liet hy de deur los, stapte op Raimond toe en tikte hem vertrouwelpk op den arm. „Juffrouw Clara kan heel lief zpn; dat trek ik volstrekt niet in twpfel neen, zeker niet! Maar zp heeft zoo iets vreemds, iets hoogmoedigs gp moet het mij niet kwalpk- nemen. Het is ook heel goed dat een meisje hare waarde kont en tegenover u zal zp wol bescheiden zijn, dat geloof ik woleen man als gp, een doctor bijna professor, zooals juf frouw Wendelin zegt, lieve tijd, dat is ook heel wat anders. En dan zoo rpk, zoo'n goed inkomenAls ik maar de helft bezat, dan zou ik hp zag schuw om zich heen en ging voort „Ik bon een tpdlang jaloersch op u geweest, doctor I Wees niet boos, maar Nelly sprak altijd over u, op een toon, met eene uitdruk king. Nu weet ik dat zij het maar deed om mp te plagen ja, om mp te ergeren! Zp heelt het my zelve gezegd." Wederom vloog dat blyde lachje over zyn gelaat. Raimond, die hem ongeduldig aangehoord had, lachte kortaf en niet heel vriendelpk; doch toen hij den verliefden schoolmeester in de oogen zag, werd lip plotseling stil en stak hem de hand toe. Op hetzelfde oogenblik ging de buitendeur open. Nelly kwam binnen en zei gejaagd „Clara is ziek, naar ik vrees ernstig ziek. Haar hoofd gloeit en hare haDden zyn koud. Zy heeft koorts 1" Raimond zag het meisje aan, als wilde hp iets antwoorden, maar by zweeg, keerde zich om en ging naar zijne kamer. Na eene poos viel hem in, dat hy vergeten had Nelly te be danken voor hare moeite; en toen hp de deur, die op een kier stond, opende, zag hp dat zp weer aan hare werktafel zat, doch niet naaide, maar garen opwond, waarby de groote han den van den schoolmeester als haspels dien den. Zp zaten stil en keken elkaar slechts met schitterende oogen aan. Dit tafereel, waar over Raimond anders stellig zou golachen heb ben, ergerde hem nu. Hy wierp do deur hard in het slot, zoodat de jongelieden opsprongen, bromde iets van eene liefdelooze pop en een verliefden ezel en verdiepte zich in het schrp- ven eener brochure, waarin hjj zpn tegenstander zeer gevoelig de waarheid zei. Den volgenden morgen verzocht hp juffrouw Wendelin om naar de zieke te gaan vragen; maar do goede ziel was hem reeds vóórge- weest en zei geheel ontdaan „Ik mag niet bij haar komen. Verbeeld u, aan de deur werd ik afgescheept met de bood schap dat het alweer beter gaat, maar ik geloof het niet. Die daarginds vinden onze deelneming lastig en zp schamen zich dat zy nog geen dokter gehaald hebben zulke menschen geen dokter?" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 5