N°. 9176.
Vrijdag IT Januari.
A®. 1890.
IT" T?
$fj# Qourant wordt dagelijks, mot uitzondering
ran <gpn- on feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 16 Januari.
Feuilleton.
Een tocht vóór zonsopgang.
DAGBLAD
paus DM1E OOUaAJPT:
Twr L-c'usa p8 »*and«o...V.IJ®.
Praaeo pn? posrtL40.
jLfeoadaïiyks H«a
PBUB DEB ADVEBTENTIMWi
Tu 1—I »f*M Mm r»f>l >w/«.lTi
Onotm Uttui our plutonlmt*. Toot b.t i».
■kwd btttw I» >Ud »or4i Alt bmknl
De heer H. A. De Man, than3 onderwij
zer aan de Christelijke school te Katwijk aan
den Rijn, is benoemd tot onderwijzer aan de
Christ, school op de Middelstegracht, te Leiden.
Eerste Kamer. De Kamer nam heden
zonder discussie aan een aantal wetsontwer
pen van goringeren omvang, waaronder de
begrootingen voor het domeinfonds, de lands
drukkerij en het pensioenfonds, de machti
ging op den Gouverneur-Geneneraal betref
fende do kustvaart in Mederlandsch-Indie,
i terwfll ook öe Knqnêle-wet, waarover de
•heer 'Biydenstoin in oen kort woord zijne
goedkeuring betuigde, zonder stemming werd
goedgekeurd.
De Kamer is tot Maandag 27 Jan. gescheiden
en behandelt dan de Staatsbegrooting.
Alvorens de zitting dor burgerlijke kamer
van don Hocgen Raad heden te openen, sprak
de president, mr. J. G. Kist, het volgende:
.Edel Hoog Achtbare Heeren!
„Nu wjj hier weder plaats nemen om onze
gewone werkzaamheden aan te vangen, denken
wü allen in de eerste plaats aan het jongste
lid dezer Kamer, die nog zoo kort geleden
met ons werkzaam was, wiens stoffelijk over
schot reeds gisteren bjj dat zijnor vaderen
ter aarde is besteld.
Ons jongste modelid, onze ambtgenoot en
vriend Hingst is ons voorgegaan.
"Wij spreken thans niet van zijne geleerd
heid, van zyne groots rechtskennis. "Wj) den
ken thans in de eerste plaats aan den oprechten
mensch, aan don harteljjkon vriend.
Wp betreuren zijn zoo vroegtijdig heengaan.
Met diepe droefheid nemen wjj afscheid van
den braven ambtgenoot, van den harteljjken
vriend.
Hij is heengegaan, maar zijne herinnering
blijft ons bij. Hjj ruste in vrede!"
Aanstaanden Zondag, des voormiddags
te 10 uren, zal voor de Nod.-Herv. gemeente
te Warmond optieden ds. Van Loon, predi
kant te Sassenheim, en des avonds te 7 uren
ds. Heijneken, predikant te 's-Gravenhage.
Bedankt is voor hot beroep naar War
mond door ds. A. Pynacker Hordijk, te Brussel.
Aanstaanden Zondag, 19 Januari, hoopt
de heer J. C. G. Gobius du Sart, predikant
te Benthuizen, des namiddags te twee uren
in de kerk der Ned.-Herv. gemeente van
Hoogmado op te treden.
Voor de behandeling van brieven met
eene aangegeven waarde boven f 600 z(jn
aangewezen de hulpkantoren der posterijen
■weg—
te Andel (N.-B.), Beek en Donk, Boekei,
Borsele, Gendringen, Hallum, Helden-Pan-
ningen, Kamperland, Kinderdijk, Koudekerke,
Leidschendam, Made, Nieuwveen, Puttershoek,
Schoorldam, Sleen, Soesterborg, Stoppeldijk,
Streefkerk, Strjjen, Tzum, Varseveld, Veen-
wouden, Westkapelle, Zuiddorpe en Zwar-
tewaal.
Naar aanleiding van de gisteren ver
melde benoemingen in de Militaire Willems
orde, schrijft men aan de „N. R. Ct.":
De meeste dier onderscheidingen zijn te
Ndi verdiend, -en wel tijdens <ie insluiting-en
dèi ontzetting van onze benting aldaar, in de
helft van het vorige jaar.
DA 1ste luitenant A. De Leur, die zijne op
leiding ontving aan de militaire school te
Heester-Cornelis, behoorde tot de bezetting
van de benting, en slaagde er in, door goed ge
leide uitvallen, den vijand op een eerbiedigen
afstand te houden. De hem toegovoogde 2de
luit. J. F. Cornelius is eervol vermeld, wat
hem voor zijn boleidvol optreden, als comman
dant der achterhoede, ten volle toekomt.
De luitenant-kolonel H. L. J. De Bank
Langenhorst was bevelhebber der troepen, die
Edi hebben ontzet.
De twee gesneuvelden, de 1ste luitenant
J. J. A. Gaade en de korporaal F. H. W.
Schordel, die in de registers der kanselarij
zullen worden ingeschreven, moeten metgroote
achting worden genoemd.
Gaade, die reeds tweemaal eervol was ver
meld, stierf den heldendood. Toen zijne sectie
bjj een plotselingen klewangaanval voor den
vijand terugdeinsde, bleef hjj alleen staan te
midden van een tiental kerols, die als razenden
om zich heen sloegen, doch waarvan hjj er
verscheidenen tegen den grond sloeg. Hjj
werd hierin bijgestaan door den korporaal
Schordol, die reeds gedecoreerd was met do
Militaire Willemsorde en het IJzeren Kruis
en die later aan de gevolgen zijner wonden
overleed. Zijn naam wordt als riddor Sdo klasse
opgenomen in do registers der kanselarij van
eer, die anders slechts aan hoofdofficieren
wordt toegekend.
De sergeant-majoor J. H. Wolvekamp
onderscheidde zich bjj de gevechten te Edi
zoodanig, dat h(j voor eene koninkiyke be-
looning werd voorgedragen. Helaas, ook hy
mocht die onderscheiding niet by zpn leven
ontvangen, want by het noodlottige gevecht
I naby Kota-Pohama stierf hy den heldendood.
De nagedachtenis der gesneuvelde gedeco-
j roerden zal by het Indische leger nog lang
blyven voortleven.
Het stoomschip „Prins Frederik Hen
drik," van Paramaribo naar Amsterdam, ver
trok 15 Jan. van Havre en is 16 Jan. Dover
gepasseerd; de „Bromo," van Rotterdam
naar Batavia, vertrok 15 Jan. van Port-Said.
Toonkunst-Concert.
Vanwege de Leidsche Maatschappy voor
Toonkunst werd gisteravond in den Schouw
burg alhier het tweede gewoon concert ge
geven, dat van het eerste geheel onderschei
den was.
Trad toen «en geheel orltest, dat van het
Amsterdamscjie Concertgebouw, op, thans
bestond het aantal executanten slechts uit
drie personen, waartan zich allereerst de heer
L. Leonides Van Praag aan de met hunne
dames opgekomen leden voorstelde, voor zoo
ver hier althans nog van eene voorstelling
sprake kon zyn.
Immers, de heer Van Praag heeft zich al
zóó dikwyls en dan op dfisdanigo wyze doen
hooren, dat hy een goed bekende geworden
is, dien men gaarne met zyn instrument te
voorschijn ziet treden. Thans geschiedde het
op uitdrukkelyk verzoek van het bestuur, en
men zal er dit erkenteiyk voor zyn. Do hoer
Van Fraag toch bood weder heel wat geniet
baars aan.
Met Aug. Lindner's „Introduction, Serenade
und Tarantella nach dem Concert op. 34"
toonde hjj zich wederom een violoncellist van
goeden smaak en een liefhebber van buiten
gewone ontwikkeling, waardoor men ook
hier, evenals in de nommers, welke hy later
voordroeg: Schumanns' „Fantaisie-Stücko", (op.
73, No. 1), Poppers' „Horbstblume" er Schu
manns' „Stücke im Volkston" (No. 2), onwille
keurig andermaal zich afvroeg waar, met
zulke feiten voor zich, toch eigenlijk de grens
tusschen dilettant en kunstenaar gelegen is.
Door den heer Mann word hy als piano-
accompagnateur verdienstelyk ter zydo ge
staan, en hyzelf vond bij het publiek hooge
waardoering. Warm toegejuicht, werd hy ook
meermalen teruggeroepen en eindeiyk zelfs
genoodzaakt nog iets ten beste te geven.
Zyne keuze viel toen op Poppers' welbekend,
geestig „Arlequin".
Een artist van zeldzame bekwaamheid was
vervolgens de heer Hugo Heermann, professor
aan hot conservatorium te Frankfort a/M.,
een violist, wien zeer zeker eene plaats tus
schen de beroemdheden De Sarasata en Joachim,
hier evenmin onbekend, mag toegewezen wor
den. Hoe heeriyk, in één woord, klonk het
Allegro uit Brahms' prachtig „Concert voor
Viool" (op. 77), waarbij o. a. de chromatische
toonladders in een buitengewoon tempo
zoo welsprekend tot haar recht kwamen en de
zoo verbazend hooge tonen zoo kristalhelder
klonken. Hy verleent aan hetgeen hy voor
draagt, bezieling, leven, en, dank zyne bewon
derenswaardige techniek, liggen hem geone
moeilijkheden, al schynen ze voor anderen
onoverkomeiyk, in den weg. Hy vormt met
zyn instrument één geheel; beiden hebben
zich, als 't ware, vereenzelvigd; het gevoel,
dat in hem trilt, is, om zoo te zoggen, in het
fdoor hem bespeBid "wordend voorwerp, dat hy
tegeni zich aandrukt, overgevaren; of liover,
gelijk hij tot opening der tweede afdeoling
Spohr's ireflyk „Recitatief en Adagio" uit het
6do Viool concert en later de „Nocturne" van
Emst en eindeiyk ook de „Caprice" A-mol),
thema con variatione van N. Paganini, ver
tolkte, van spelen mag geen 6prake zyD.
Men staat hier voor eene hoogere, verheven
kunst, byna een ideaal, slechts voor hoogst
enkelen bereikbaar, eene gave, maar weinigen
geschonken.
De aanwezigen begrepen, gevoelden dit.
Eerst als met ingehouden adem luisterend,
barstten ze in daverende toejuichingen los,
dat de zaal er van dreunde, als nu deze, dan
gene voordracht ten einde was. Herhaaldelijk
moest hy zich weer vertoonen en al moest
hetgeen, waarop hy zyn gehoor ten slotte,
op aanhoudend verlangen, onthaalde, een
concerdino van eigen compositie? voor
het vorige onderdoen (trouwens, als men
Paganini bereikt heeft, is dit niet te verwon
deren), men was er niet minder erkenteiyk om.
De derde van de trits was eene dame,
raej. Johanna Van dor Wissel,-eene vriende
lijke, jeugdige verschijning uit Rotterdam,
die eene waardige plaats aan het klavier
inneemt. Is het voor pianisten niet gemak
kelijk op een groot concert spoedig de harten
te veroveren, het publiek dadelijk onder den
behoorlijken invloed te brengen, des te moei
lijker valt dit in een lokaal, dat slechts voor
noodhulp-concertzaal gebruikt moet worden,
waar de omstandigheden dus nog ongunstiger
zyn. Onze pianiste van gisteravond scheen
di9 moeilijkheden langzamerhand te kunnen
overwinnen, want toonde zy reeds in Chopin's
„Scherzo" (Bes-mol) een schoonen, vasten
aanslag te bezitten, ook in Henselt's „Etude
No. 4" (Repos d'amour), Gernsheim's „Pré
lude" en Schumann's „Aufschwungonder
scheidde zy zich door eene zekerheid van
spel, gepaard met iets liefs, iets eigenaar
digs in de voordracht, welke tot waardeering
3)
„Er zyn immers geene spokenherhaalde
de doctor lachend en wilde naar zyne kamer
terugkeeren. Maar Nelly hield hem bjj zyne
jas vast. Nu was zy wezoniyk bang en ver
zocht hem bevend om nog even te blijven.
Hare moeder en do heer Walzl zouden dade
lijk komen.
Clara zag hare vriendin toornig aan en zei
7,Schaam jQ ^och j zou nu kun
nen zijn?"
„Kijk dan eens wat het is, als gij zoo
moedig zijt", zei de doctor spottend,
j dat doe ik alantwoordde het meisje
geraakt en begaf zich naar de deur, welke
opengesprongen was.
'„Clara!" riep Nelly bevreesd, maar deze
betrad moedig het donkere vertrek. Het bleek
dat de tocht de sleehtgesloten deur had doen
openspringen en r.u liet Nelly wel de jas van
den doctor los. maar zij verzocht Clara toch
om die akelige deur goed te sluiten, daar het
zóo ongezellig^ was a!s do deuren a 1 md door
vanzelf opensprongen, en zij liet den doctor
r.iöt heengaan voordat hare moeder thuis was.
Eindelijk kwam deze en begrootte het zeld
zame bezoek van den hooggeëerdon doctor met
zulk eene overdreven verrukking en zulk een
overweldigenden vroordenvloed, dat de gevierde
terstond naar zijne kamer vluchtte en den
sleutel tweemaal in het slot omdraaide, als
vreesde hij voor een terugkeer van den vyand.
Den volgenden avond werd doctor Rairaond
Löhner echter in het geheel niet gestoord
het was zelfs zóó stil in de huiskamer, welke
naast zijne kamer lag, als hy het maar by
mogeiykheid weoschen kon. Maar 't was
zonderling nu stoorde hem juist die onge
wone stilte. Hy kon niet werken en nauwe
lijks met aandacht lezen. Steeds dwaalden
zyne oogen naar de gesloten deur, gedurig
fluisterde hy of er geene beweging daar naast
kwam. Eindelijk kon hy het niet langer uit
houden. Hy sprong driftig op en wilde ga3n
zien wat er in de huiskamer gebeurde, of liever
niet gebeurde. Doch halverwege bleef hy
staan. Wat wilde hy eigenlijk Zich beklagen
Waarover? Dat zyn wensch naar rust ver
vuld was? Dat ging toch niet aan! Hy keerde
dus langzaam naar zyne schrijftafel terug on
beproefde om zich in een boek te verdiepen,
dat daar opengeslagen lag. Eene poos las hij
rustig door. Doch daarna ging hy achterover
jn zijn stoel liggen om over het gelezene na
te denken. Ja, wat had hy eigenlyk gelezen?
Hy wist er niets meer van. Weer begon dat
onbewuste kyken naar do deur - dat onwille
keurig luisteren neen, aan dien toestand
moest een einde gemaakt worden„Laat
ons stelselmatig te werk gaan!" zeide hij
by zichzelven en legde do hand over de oogen
om ongestoord te kunnen nadenken. „Wat
hindert u? De rust? Neen, dus het gebrek
aan leven? Dat lykt wel! Het onderscheid
tusschen gisteren en heden is dan ook te plot
seling, te groot, om de hoop, laat staan het
vertrouwen, op het voortduren van dezen nieu
wen toestand te rechtvaardigenzonder deze
zekerheid is de rust erger dan de onrust, want
die is toch iets bepaalds. Het is dus noodza-
keiyk om de oorzaken dier rust te onderzoe
ken; daarom moet ik daarginds gaan zien
wat er gebeurt of wat er voorbereid wordt."
Inderdaad gesterkt en tot rust gebracht door
deze uitkomst van zyn stelselmatig handelen,
stond de doctor ten tweeden male op en begaf
zich naar de deur.
„Of dat aardige kind met die donkere
oogen er weer zou zyn?" dacht hy, toen hy
den sleutel omdraaide en do hand op de kruk
legdo; maar Clara was er niet; hij vond
niemand dan juffrouw Wendelin, die druk zat
to naaien by het schynsel van oen klein lampje;
doch eer hy weer kon teruggaan, was zy opge
sprongen en vroeg heel gedienstig wat bij
verlangde. Daar stond hy nu wat zou hy'
vragen Gelukkig placht de bedryvige weduwe
nooit het antwoord op hare vragen af te
wachten, maar net zoolang door te praten als
er iemand was, die naar haar luisterde. Rai
mond zweeg dus en juffrouw Wendelin praatte
voort. Zy vertelde dat Nelly zich in den tuin
van Schwarzenberg op het ys was gaan ver
maken; want het kind was eene volmaakte
schaatsenrydster, gelyk zij alles, wat zy aan
pakte, voortreffeiyk deed. De onderwyzer was
meegegaan om haar te begeleiden, maar zij
zou hem waarschynlyk erg beetnemen, want
die goede, doch hoogst onhandige mynheer
Walzl kwam heden voor het eerst op het ys.
Van het vriendinnetje harer dochter sprak zy
niet, doch toen de doctor torloops naar Clara
vroeg, kroeg hy terstond uitvoerig bericht over
dat kind, dat eigenlyk geen kind meer was,
en door hare tante, die waarschynlyk ook geene
tante was, maar eene moeder, doch eene slechte,
gedwongen werd nog met die korte rokken
te loopen. ten spot van alle mannen en tot
ergernis dor vrouwen daar in huis."
Wordt vervolgd.)