DAGBLAD. N°. 9171. Zaterdag XX Jauuiui. A0. 1890. fëmrant wordt dagelijks, met uitzondering van §QR- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton» EËNT GELUKSVOCEL™ PRIJS DEZER. COT7R2LNT ieidec pnr 8 mjULbdoB1./9. per pootiït.r...... 1.40. ertyk® Hommora0.06. Voö? L Franco Gemengd Nieuws. De te Brussel verbrande Beurs- schouwburg bestond sedert 1885 en was ge bouwd door den heer De Luyek naar plannen van den heer Alban Chambon. De eerste steen was gelegd den lOden Februari en de eerste vertooning werd reeds in December van het volgende jaar gegeven. De schouwburg had weinig geluk. De direc teur Humbert stierf. De heer Simon ging failliet en de heer De Luyck, die thans het bestuur zelf in handen had, zag zijn gebouw door het vuur vernield. Het gebouw was onder bijzonder goede voorzorgsmaatregelen opgericht, en dit wel om twee redenen. Yooreeist stond het omringd van bewoonde huizen, winkels, hotels, enz., ten tweede was de schouwburg bestemd voor het opvoeren van tooverspelen, waarin Ben- gaalsch vuur en electrische verlichting eene min of meer gevaarlijke rol spelen. Over drie jaren was de heer De Luyck voornemens den schouwburg op te hellen en het gebouw in eene overdekte markt te ver andoren. Thans verzekert hij echter dat de schouwburg zal herbouwd worden. Hjj be looft zelfs de heropening tegen September of October. Uit Hamburg wordt geschreven: De snelste reis, welke een zeilschip ooit van Duitschland of Engeland naar de westkust van Zuid-Amerika gemaakt heeft, werd af gelegd door het nieuwe Hamburgsche schip „Palmyra," van de firma Laeisz, en we) in den tyd van 66 dagen. De „Palmyra" meet 1721 ton en is in den afgeloopen zomer ge bouwd op de werf van Blohm en Vosz te Hamburg. Uit Lübeck wordt gemeld: Het ijs heeft dezer dagen zeer vele offers ge- eischt. In het naburige Dummersdorf ver dronken twee jongens voor de oogen van hun vader, zonder dat deze hen helpen kon. Te Schülp kwam de zoon van een werkman ommen redde hem aanvankelijk wel en bracht hem nog levend thuis, maar kort daarna stierf hij. Te Neukirchen verdronk de eenige zoon van een schrijnwerker en in de nabijheid van Weddinghusen verdronken twee broeders, negen en elf jaren oud, die als lijken elkander nog vasthielden. De 12- jarige zoon eener weduwe te Tünning zonk ook in de diepte weg, evenals nog een knaap aldaar. Te Weenen is de hoofdbuis van de waterleiding, welke eene middellijn heeft gg^gSSMilBBÉfiSfiBËSÉSlSSil SStfcËfiBWMBË StSSÜS van 37 duim, in den nacht van Zaterdag op Zondag jl. gebarsten. Vijf van de negen wij ken der stad hebban nu geen water, en de overige vier moeten zich zeer behelpen. Vooral wordt dit gebrek aan water gevoeld in de ziekenhuizen, en zelfs heeft een der sahouw- burgen de voorstellingen gestaakt, omdat er geen water was, hetgeen voor veiligheid, bij brandgevaar, noodig kan zijn. Schouwburgbranden. In het jaar 1889 heeft het niet aan schouwburg branden ontbroken. Er kan sprake zijn van 28 zulke rampen. Gebrand hebbende schouw burg te Kirkcaldy, in Schotland; de lyrische theaters van St.-Paul en van Dulutte (Staat Minnesota, Vereenigde Staten)de schouwburg te Aldershot, in Engeland, en die van Salaralo, te Ravenna; het théatre des variétés, te Leicester, en het theater-Frank, te Nieuw- Orleans; het theater-Bijou, te Melbourne, de schouwburg van Seaty (Pennsylvania), het thédtre des variétés te Londen en het Stadt- theater te Wetelbaeh. Deze gedurende de zeven eerste maanden des jaars. In Augustus, September, October, November en December werden vernield de schouwburgen van San- Carlino, te Catania, en van Mont-Thabor, te Milaan; de circus-Priansi, te Nantes, de Poli- teama, Spadasi, te Bolognehet theater Asioli de Correggio, het theater Ukièh (Vereenigde Staten), de opera te Zacaticas (Mexico), van Staleybridge, in Engeland, het Spaansche theater te Barcelona, het Fransche theater te Tunis, de Globe te Boston, het Roma-theater te Bahia-Eianca (Zuid-Amerika), het Duitsche theater te Buda-Pesth, het Lyceum te Sala manca en de Umberto-schouwburg te Florence. Het is eene kolossale lijst. Maar als het zoo voortgaat als in de eerste dagen van 1890, zal dit jaar het vorige in dit opzicht overtreffen. Thans hebben reeds gebrandhet theater te Zürich, dat van Rhondda Valley, het Alcazar-theater, te Havre, en de Beurs schouwburg te Brussel. Te Lima, in Ohio, zjjn 1000 vaten petroleum ontploft. De schok was zóó hevig, dat alle huizen schudden als door eene aard beving. Een tiental werklieden werd gekwetst. Het Engelsche stoomschip „Joy" is uit San-Francisco te Nieuw-York aange komen met de tijding, dat de kapitein op 11 November, 65 mijlen ten Zuid-Oosten van kaap Hoorn, het Engelsche schip „King Robert," van Glasgow naar San-Francisco, in brand zag staan. Het schip was verlaten, maar de brand was zóó hevig, dat het onmo gelijk was de „King Robert" te naderen. Het Engelsche jacht „Imbert" heeft schipbreuk geleden in de Middellandsche zee. Het vaartuig stiet op eene rots en zonk terstond. Behalve vier matrozen, die zich in eene boot redden, kwamen alle opvarenden om. Reeds zijn tien lijken op de Spaansche kust aangespoeld. Uit Pavia w o r d t g e m e 1 d d a t d e rivier de Po buiten hare oevers getreden is, den dam bij Mezzanino heeft verbroken, waar door tien huizen zijn ingestort en ook Busca bedreigt. Zekere Syrkin, gevolmachtigde van eene bankinstelling te "Wilna, had voor korten tijd de politie er mede in kennis ge steld dat hjj te Riga op de straat overvallen en van 17,000 roebels beroofd was geworden. Thans is aan het licht gekomen dat Syrkin dit verhaal opgedischt heeft om eene misdaad, door hemzelven gepleegd, te bedekken. By eene huiszoeking bekende do man. In het a f ge1oopenja ar hebben te Gotha 128 lijkverbrandingen plaats gehad. Totaal nu reeds 719. Eene slangenboerderij. De „New York Herald" doet een merkwaardig verhaal van eene slangenboerderjj in Brazilië. Het is eene maatschappij, die op omstreeks 5 dagreizen van de Amazone eene inrichting tot het fokken van slangen bezit, en jaar lijks meer dan 20,000 huiden verkoopt. Ruim 240 verschillende soorten zijn er, waarvan geldtasschen, kaartendoozen en duizend andere snuisterijen worden vervaardigd. In de fokkerij bevinden zich alle soorten van tropische slangen, die naar hun aard, deels op droog en hooggelegen land, deels op vochtige plaatsen worden aangekweekt. Hoe wel de zwakkere soorten door de sterkere verslonden worden, is de vermeerdering zóó snel, dat de opbrengst van huiden in het kwartaal inderdaad verbazend is. De Indianen er zjjn er omstreeks 200, die per bunder 50,000 slangen, schildpadden en hagedissen verzorgen bezitten eene verrassende handig heid om de dieren van hunne huid te ontdoen. Honderden worden in het uur, als even zoo vele garnalen, „gepeld". Aan de slangenboerdorij is eene fokkerij voor varkens verbonden, welke laatster, met de overblijfselen der reptiliën worden gevoed. Op hunne beurt worden de slangen met varkensvleesch gevoed, dat ze, met de kleine slangen, welke ze eten, groot en vol maakt en dus den huiden een grooten omvang geeft. Door kruising van rassen worden soorten met groote verscheidenheid van kleuren ver gen reeds binnen de eerste veertien dagen moest ik nog drie andere stammen laten uit roeien. Deze tegenspoeden krenkten mjj des te meer, omdat Canto rnjj gedurende dien tijd, zooals de Azorees zich uitdrukt, „met hst houten mes slachtte", d. w. z. mjj voort durend met spottende vragen martelde, en ook Tunals vertrouwen meer en meer scheen te verdwijnen. Met oprechte vreugde begroette ik daarom het eindelijk komende antwoord mijner lastgevers, die mij volle vrijheid van handelen gaven, en om er direct een eind aan te maken, bood ik Canto 500 milreis (1 mil- reis f 2.70) voor zijn geheim. Maar ik had buiten den waard gerekend: Canto eischte het viervoud van die som. Te vergeefs herinnerde ik hem aan de lessen van den Catechismus in het hoofdstuk der naasten liefde, tevergeefs bood ik hem aan, hem te genezen van eene kwaal, die hjj bijna onmid dellijk na het openen der onderhandelingen aan zijn voet gekregen had, tevergeefs trachtte ik hem over te halen door te wijzen op het met eiken dag naderende gevaar eener ontdekking van zijn of een ander middel hij bleef hardnekkig bjj zijn eisch, en na vier weken onderhandeld te hebben, brak ik de onderhandelingen af. Dit geschiedde evenwel niet zonder eene PRIJS Dim ADVBRTaNTTEN: Tin 1—6 wg»U 1.0». Ieder» regel meer/0.174. Grootere lettere uur pleuteraimto. Toer het in- oeeueeren bulten de etad wordt 0.16 berekend. kregen, welke de gelieele rijke gamma van tropische tmten doorloopen. Ten gevolge van de jongste gebeurtenissen in Brazilië, maakten de bestuurders der maat schappij zich zeer bezorgd dat de aandeelen zouden dalen. „Op het oogenblik is al onzen verwachtingen de bodem ingeslagen", ver klaarde een agent. Wie zal dan ook zjjn geld beleggen in eene reptiliënboerderiJ in een land aan de overzij van den Oceaan, waar de keizer afgezet en eene omwenteling in vollen gang is? INGEZONDEN. Geachte Heer RedacteurI In uw Dagblad van heden vind ik met innig leedwezen het overlijden gemeld van den gepensionneerden generaal-majoor F. A. Vaillant. Wat daarbij *an zijne militaire loopbaan wordt gezegd, is zeer weinig. Dit slechts, dat hij tijdens den Belgischon opstand als cadet dienst deed in de vesting Nijmegen. De diensten, toenmaals door hem bewezen, kunnen, uit den aard der zaak, niet dan van bescheiden omvang geweest z()n. Doch nog op een ander tijdstip was hjj in die vesting in garnizoen, en wel toen tijdens den Fransch- Duitschen oorlog, welke 40 jaren later uit brak, hjj mij met onverflauwden iiver, met zijne beproefde kennis en onverpoosde werk zaamheid als majoor-commandant in de Sste genie-stelling en eerst aanwezend ingenieur in mijne vr(j zware taak krachtig ter zjjde stond om genoemde vesting van ons oostelijk Frontier, waarvan mij het bevel was opge dragen, met eenigszins beperkte middelen, in staat van verdediging te brengen. Aan anderen, meer daartoe bevoegden, over latende om de vele en belangrijke diensten, door den overledene, ook op andere tijdstippen van zijne eervolle militaire loopbaan den lande bewezen, te vermelden, gevoel ik mij thans gedrongen om u beleefd te verzoeken deze weinige regelen wel als een bl(jk mijner waar deering en hulde aan de nagedachtenis van mijn voormaligen braven krijgsmakker, in uw geacht Dagblad op te nemen. Met vertrouwen het welwillend voldoen aan dit mijn vriendelijk verzoek tegemoet ziende, en U daarvoor alzoo bij voorbaat mijn dank aanbiedende, heb ik de eer te zjjn Uw dw. Dr. Leiden, Van Oldenbakneveld, 9 Jan. 1890. gen. Witte Tullingh. nevenbedoeling. Gedurende deze vier weken was mjjne kleine plantage zichtbaar vooruit gegaan, de boomen kregen reeds bloesems welk een triomf dus, als ik den halsstarrigen Canto, die haar ten gevolge van zijne kwaal gedurende dien tyd niet gezien had, nog op het laatste oogenblik eens kon uitlachen 1 Maar zoo mooi zou het niet gaan. Canto genas kort daarna zonder mijne hulp, en ongeveer acht dagen later vond ik wederom een mijner schoonste stammen met de welbekende tranen bezet. In blinde woede gaf ik den onschuldi- gen boom een schop en beval Tunal. hem terstond uit den grond te trekken. „O, sennor, hy ziet er zoo krachtig uit", antwoordde do quinteiro weemoedig. „Laten wfl hem staan laten misschien komt bjj er weer bovenop." „Doe wat ik u gezegd heb!" antwoordde ik bits, ofschoon ik er een vinger voor over zou hebben gehad, indien de boom behouden had kunnen worden. En sl gehumeurd begaf ik mij naar huis. Tot mijne opbeuring begroette mij daar voor de eerste maal sedert vier dagen m ij no hospita weer mot een vroolyk gezicht. Wordt vervolgd.) Uit de poi-tefeuille van een arts. 6) Daarna ging ik met Tunal en drie andere knechts aan het werk. Wy woelden eene tot dien tijd op San-Miguel ongehoordg handel wijze een gedeelte dor quinta ongeveer vier voet diep op, zoodat de stikstof houdende laag ongeveer drie voet onder de oppervlakte te liggen kwam en, mijns inziens, voor den padden stoel ontoegankelijk werd, en gingen daarbij, trots de moeilijkheden, welke de basaltblokken in den bodem ons bereidden, met zulk een ijver te werk, dat wij, toen de gevraagde oranje- boomen den zesden dag kwamen, deze on middellijk konden planten. Daarna werd, om het gevaar voor besmetting te verminderen, de jonge plantage met eene vijf voet diepe sloot omgeven, vervolgens het overige gedeelte der quinta eveneens omgewerkt, en nu bleef ons vooreerst niets anders over dan geduldig het resultaat af te wachten. Canto had ons gedurende dien tijd her haalde malen bezocht en ons eerst met eenige ongerustheid, maar later met een spottenden glimlach gadegeslagen. Toen de jonge boomen geplant waren, vroeg by mjj„Gjj ziet dus van mijn middel af, sennor?" „Ik moet het antwoord mijner lastgevers afwachten," antwoordde ik koel. „En intusschen beproeft gjj het op uwe wijze?" „Waarom zou ik niet?" „Nu, ik wensch u goed succes, sennor, ofschoon ik geloof, dat gij met een dooden hond op de jacht zijt gegaan 1" Ik haalde de schouders op, maar het scheen bijna, dat de oude gelijk zou hebben. Want na een verbljjf van vjjf weken te Ponta Del- gada, waar ik intusschen, op aandrang van dom Jose, mjjne poging in 't groot herhaald had en eene geheele quinta had laten omspitten en beplanten, sedert eenige dagen weer naar Porto-Formoso teruggekeerd, ontwaarde ik op zekeren morgen met ontzetting aan twee mijner vjjf en twintig nieuwe boomen de noodlottige tranen. Het gebladerte der beide zieken verried echter, in tegenstelling met mjjne vroegere waarnemiagen, nog geen spoor van de kwaadaardige ziekte, maar de tranen zeiden mjj genoeg, en zonder mjj te beden ken liet ik de beide stammen uit den grond trekken en verbranden, in de hoop, daarmede de laatste schatting aan de lagrima te hebben betaald. Maar ik werd in deze hoop bedro-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1890 | | pagina 5