N°. 9166
3ÏJiandag O Januari.
A\ 1890.
jDit nommer bestaat uit DRIE
Bladen.
Kikeriki.
Be Influenza.
F^en IlletOB-
'8 jouraat wordt dagelijks, met uüscaiartng
van <§02- 83 §ssstdagss, altgegsvem.
DE CAPULINA.
Leiden, 4 Januari.
FRIJB DE CBR OOTKAXTl
V««r Leiden per 8 ma&nduu1.19.
flUM per postm 1.40.
aderlijke Nomaiar*.
Aan de Abonné's daarop, wordt b\j dit
nommer verzonden No. 15 van Kikeriki.
OiSIoïeoIlQ
Burgemeester cn Wethouders van Leiden,
Herzien de openbaro kennisgeving omtrent de ver
plichting tot het doen van aangifte voor de Nationale
Militie, in do maand Januari 1890, voor hen, die op
den laten Januari van dit jaar hun 19de jaar zijn
ingetreden, en alzo* de personen, geboren in het jaar
1871, alsmede voor hen, die eerst na het intreden
van hun 19do jaar, doch vóór het volbrengen van
hun 20ste, ingezetenen zijn geworden, geplaatst in
bot „Leidsch Dagblad" van 16 en 23 December 1889
Brengen ter algemeens kennis
dat tot deze inschrijving zitting wordt gehouden op
het Raadhuis., van dos voormiddaga 10 tot des na
middags 3 uren.
op Maandag den 13den Januari, voor de bewoners
va» de wijken I, II en III,
op Dinsdag den 1-iden Januari, voor de bewoners
van de wijken IV en V,
op Woensdag den 15den Januari, voor de bewoners
van wijk VI.
op Donderdag den löden Januari, voor de be
woners van wijk VII,
op Vrijdag den I7den Januari, voor de bewoners
van de wijken VIII en IX of de buitenwijk,
en dat da geboorte-akten, die de belanghebbenden
bij de iuscbrgving, onder opgave der woonplaats van
den ingeschrevene, behooren over te leggen, dage
lijks, de Zoüdag uitgozonderd, zijn te verkrijgen ter
Secretarie dezer gemeente (afdeeling Burgerlijke
Stand), van des voormiddags 9 tot des namiddags 3
uren, wannear tevens voor hen, die hier niet zijn
geboren, aanvrage ter verkrijging dier akten kan
worden gedaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTEB, Burgemeester.
4 Januari 1889. E. KIST, Secretaris.
Aangaande de epidemische Griep of Influenza
vrordt aan de „Külnische Ztg." geschreven
De Influenza is eene acute infectie-ongesteld
heid, welke in den vorm van meer of minder
uitgebreide epidemieën, die dikwijls het ka
rakter van ware pandemieën hebben aange
nomen, sedert eeuwen den geheelen be
woonden aardbodem van tjjd tot tijd bezoekt
en overtrekt. De ziekte is aangetroffen in alle
streken en op elk gedeelte des jaars. Er be
staat betreffende haar eene zeer omvangrijke
literatuur uit den ouden en den nieuwen t(jd.
Wat den ouden tijd aangaat, kan wel niet
gewezen worden op mededeelingon, welke
geacht kunnen worden als met zekerheid op
Influenza betrekking te hebben, maar reeds
van de negende oenw onzer jaartelling dag-
teekenen de berichten van epidemische ziek-
PRIJS DER ADVERTENT!®,*:
Van 1f regels 1.05. ledore r*gel meer 6.17^»
Grootora lottere naar piAaierannt*. Voer hoi ht»
OK<eeeren buiten de stad vrorut 0.18 berehcïML
XJit de portefeuille van een arts.
6)
„Genoeg, dokter, genoeg!" riep Alonso, ter
wijl hij opsprong. „Gij beschouwt de zaak
voel te ernstig."
„Niet ernstiger dan zij werkelijk is," ant
woordde hij met nadruk.
„Nu, goed, gij moogt gelijk hebben", ging
de onverbuterlijke Fanega eenigszins naden-
kelijker voort. „Op het oogenblik kan ik echter
niet terug. Lorenzo Funtsro heeft mij gedreigd
een plotselinge terugtocht zou mjj dus van
lafheid doen verdenken, en dat duldt mijne
eer niet. Ik zai er er intusschen een eind
aan maken; reken daar op! Uwe woorden
zullen niet verloren zijn."
Daarmede schudde hij mij de hand en ver
liet mij. Zjj zag hem schouderophalend na.
Zonderling! Do eer verbood hem na te laten,
wat de eer hem had moeten verbieden te
beginnen. Maar zoo is de wereld Jo que
es el mundo zooals men in Mexico zegt.
Om aan mp'ne gedachten eene andere rich
ting te geven, begon ik met de uitvoering
van een sedert lang gekoesterd plan, name
ten, wolke misschien als Influenza zijn aan
te merken. Mot zekerheid kunnen met dien
naam bestempeld worden die epidemieën,
welke in de jaren 1323, 1327 en 1387 in
Italië en Frankrijk optraden.
Volgens Hirsc-h hebben nog oudere opgaven
betrekking op Influenza, zoo o. a. die omtrent
de verschijning in 1173 van de besmettelijke
ziekte in Italië, Duitsebland en Engeland. Van
een pandemisch (algemeen heerscbend) op
treden der ziekte, waarop gewezen kan worden,
werd eerst in de jaren 1510, 1557, 15S0 en
1583 melding gemaakt.
Sedert hebben soortgelijke ziekten zich nog
dikwijls herhaald.
Een overzicht der Influenza-epidemieën in
de jaren 1173 tot 1875 wordt gevonden in
het handboek der historisch-geographische
pathologie van prof. dr. A. Hirschde bron
nen, waaruit dit overzicht is samengesteld,
worden in dat werk genoemd.
De naam der ziekte is verschillend naar den
tjjd en in de streek, waar zjj heerschte.
Volgens Gluge werd zij bijv. reeds in 1712 in
Duitschland „modeziekte" genoemd. Andere
namen luidden, in Duitschland: Spanischer
Ziep, Schafhusten, Blitzkatarrhin Frankrijk
Coqueluche, Baraquette, Générale Grippe,
Follette, Petite Peste, Allure Chapeau Quarré;
in EngelandInfluenza, Epidemie Catarrh.
De ziekte treedt steeds epidemisch op en
eindigt bijna altijd met geheele genezing.
De zeldzame gevallen met doodelijken afloop
worden meest aangetroffen bij kinderen en
grijsaards, bi) niet sterke personen. Een een
maal doorBtaan der ziekte waarborgt niet
voor weder ongesteld wordenhet komt zelfs
niet zelden voor, dat men ten tijde der epidemie
meer dan één keer aangetast wordt. Van de
oorzaken der ongesteldheid is niets bekend.
Het staat niet eens vast of de ziekte al dan
niet van mensch op mensch overgaat.
De epidemieën, welke gedurende eene pan-
demie optreden, bereiken meest zeer snel
haar hoogtepunt. Zij verbreiden zich met
grooto snelheid en komen tegelijkertijd over
eene groote uitgestrektheid voor, zonder dat do
invloed van het menschelijk verkeer daarop in
oenigerlei wijze vastgesteld is kunnen worden.
De Influenza-epidemieën trokken dikwijls
van hot oosten naar het westen, over de
geheele aarde, doch ook wel in tegenoverge
stelde richting, alsook in de richting van
noord naar zuid. Zeeën en gebergten schijnen
niet onoverkomelijk te wezen voor de ziekte
integendeel is het uitbreken der ongesteldheid
op schepen, welke wekenlang met geene enkele
lijk de kolibrikooi te voorzien van eene nieuwe
sluiting van eigen vinding. Deze sluiting be
stond eenvoudig uit eene in twee sponnen
hangende houten klep, die alleen naar
binnen openging en bij het ophouden van de
haar openende drukking vanzelf weer dicht
viel. Daardoor werd het mjj mogelijk gemaakt
snel en gemakkelijk in do kooi te grijpen, en
het eenvoudige toestel voldeed inderdaad zoo
goed, dat ik besloot het ook aan die van
Finetto in toepassing te brengen.
Vooreerst, dat wil zeggen gedurende de
eerste acht dagen, had ik evenwel genoeg te
doen met de toebereidselen voor eoneniouwe
reoks van proeven, die ik met Finette dacht
te doen. Het betrof de werking en de samen
stelling van het spinnengif te constateoren.
Tot dat doel frischte ik mijne vroegere toxi
cologische studiën weer op. Maar er ligt eene
demonische aantrekkelijkheid in het werken
met vergiffen. Wat is het gewold van het
kruit in vergelijking met de macht van deze
vijf druppen waterhelder vocht! Do kogel
doodt u misschien, deze vijf druppen dooden
u echter zeker, onmisbaar, onvermijdelijk en
zonder een spoor achter te laten. Ook mij
verleidde weer het duivolsche der vergifstu
die, en in plaats van mijne studie in overeen
stemming met mqn doel tot de diervsrgiffen
kust in gemeenschap waren, opgemerkt. Dik
wijls brak de ziekte uit op vaartuigen, welke
voeren in de nabijheid van door Influenza
bozefihte landen. De snelheid, waarmede de
epidemieën zich van landstreek tot landstreek
bewogen, loopt zeer uiteen, doch is meestal
verbazend groot. In de pandemieën van 1833
en 3 837 werd eene zeer uitgestrekte opper
vlakte als met één slag getroffen.
In andero gevallen schreed de ziekte daar-4
entegen uiterst langzaam voorwaarts. Zeer
dikwijls wordt een springsgewijsch voortruk
ken aangetroffenook komen afwijkingen van
do eenmaal aangenomen verbreidingsrichting
niet zelden voor en somwijlen is een onver
klaarbaar verschoond blijven van zekere plaat
sen of volksklassen geconstateerd. Van vele
zulke gevallen spreekt dr. Hirsch.
De Influenza spaart geen enkel menschen-
ras en komt voor in elk klimaat en in alle
jaargetijden. Men heeft tot dusverre geen ver
band van aotiologischen aard kunnen ontdek
ken tusschen de ziekte en den invloed van
het jaargetijde of de weersgesteldheid. Met
den naam Influenza zijn, zooals bekend is, ook
zekere dierziekten bestempeld geworden, zon
der dat evenwel daaruit een verband van deze
met de Influenza der menschen mag worden
afgeleid. Bij de Influenza der dieren is niet
aan hetzelfde te denken, en ofschoon ook
zekere, met dezen naam begiftigde ziekte in
haar optreden in de verte eenige overeenkomst
verraadt met de menschen-Influenza, kan eene
nadere verwantschap toch met vrj) veel zeker
heid buitengesloten worden.
De iBfluenza-epidemie, welke nu heerschende
is, heeft, voor zoover do tot hiertoe voor de
hand liggende mededeelingon loeren, zeer snel,
met een dikwijls springend karakter, in ver
loop van weinig maanden van uit Rusland
bjjna het geheele vasteland van Europa be
streken, is daarna ook naar Engeland over
gegaan én ten laatste ook in Amerika uit
gebroken.
Nauwkeurige opgaven omtrent het aan
tal aangetasten en de uitbreiding dezer epi
demie kunnen nu nog niet overgelegd worden
alleen schijnt als vaststaande aangemerkt
te kunnen worden dat de ziekte voor het
meerendeel oen goedaardig karakter draagt.
Bjj de groote uitbreiding der epidemie 6n
de schade, welke zjj allerwegen handel en
verkeer berokkent, mag het als van veel
nut geacht worden hoe die uitbreiding kan
belemmerd worden.
Ten eerste moet vermeden worden het
i bijeenzijn van vele menschen. Waar dat,
te bepalen, ging ik den vierden dag reeds tot
do plantenvergiffen over en den achtsten dag
zocht ik Fanega op, om v6r)of te vragen tot
het doen van eenige proeven in zjjn klein
laboratorium.
Ofschoon het reeds avond begon te worden,
was hU nog niet van zijne wandeling terug
gekeerd. Donna Louisa echter ontving mij met
meer dan gewone beminnelUkheid en bracht
mij in de kleine achterkamer, waaruit men
door eene deur en twee trappen in do apotheek
kwam. Het onderhoud liep eerst over eenige
Btadsnieuwtjes, om daarna op te houden. Om
het weer aan den gang te maken, viel mij niets
beters in, dan van mijne jongste studiën te spre
ken. In 't eerst sprak ik slechts in't algemeen,
maar langzamerhand begon ik eone formo3le
voordracht te houden. Donna Louisa hoorde
mij, voor het venstor zittende, zwügend aan.
Ik sprak van het opium, dat droom en dood
met elkaar verzustert, van het nieskruid,
waarvan eene zeer kleine hoeveelheid ons
lang tot niezen prikkelt, van de dolle kers,
die in wilden lachlust doet uitbarsten, en
kwam eindelijk op het blauwzuur, het hevigste
van alle vergiffen. Een enkele druppel van
deze helsche vloeistof in den mond gebracht,
en met een akeligon kreet valt hot offer
neer, als door den bliksem getroffen.
zooals in kerkgebouwen met het oog op de
godsdienstoefeningen, niet wel mogelük is,
moet men er voor waken dat het vatten van
koude, hetgeen een helper der uitbreiding van
de Influenza schjjnt te wezen, zoo mogelUk
wordt vermeden. In het algemeen zij oen
ieder gedurendo het heerschen dor opidemie
gewaarschuwd voor elke verwisseling van
temperatuur. De omgang met lidenden aan
Influenza moet eveneens zeer beperkt zijn,
want het is niet buitengesloten, dat van
geene besmetting of mededeeling sprake kan
zijn. Eene te groote verwarming der woningen
is evenals het in het geheel niet verwarmen
van enkele in gebruik zijnde ruimten niet
raadzaam. Eene gelUkmatige temperatuur
van ld tot 15 graden Reaumur is het doel
matigst. Bjj het verblijven in de open lucht
zjj men er bedacht op, zich niet aan den
wind bloot te stellen. Zoo moet ook het
instroomen van koude lucht door den mond
in de ademhalingsorganen zooveel mogelijk
nagelaten worden; men hale liever adem
door den neus en houde den mond gesloten.
Voor het lidmaatschap der Provinciale
Staten van Zuid-Holland is door de Roomsch-
Katholieke kiesvereenlging „Recht en Orde"
alhier in hare gisteravond gehouden vorgade-
ring tot candidaat gekozen mr. B. M. Bahlmann.
De heer W. C. Warners, onderwUzér
aan de Chr. school op de Middelstegracht
alhier, is benoemd tot onderwUzer aan de
Chr. school te Charlois.
Gedurende de eerste helft der maand
Dec. zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de
volgende brieven, welke, wegens onbekend
heid der geadresseerden, niet besteld konden
worden
Mevr. Van Limburg Styrum, H. Loggen,
Mevr. J. Brand, AmsterdamW. A. Luijton
Jr., Blokker; Teljeur, Mej. E. Van Putten,
Pape, A. Van Maasland, A. J. Lindeman,
W. Logeman, 's-Gravenbage; Mej. C. Van
Rossen, Leiden. BriefkaartenG. Van
Veen, AmsterdamJ. Bierteler, Rotterdam
A. Serné, De Jong Terwisga, niet vermeld.
Brieven, verzonden geweest naar Frankrpk
C. M. Pleijte, Mevr. Willet, Parüs; naar
Portugal: L. W. Van Djjk, Lissabon.
Naar de betrekking van commies-griffier
bjj de Tweede Kamer der Staten-Generaal
wordt gedongen o. a. door de heeren mrs. jhr.
De Savornin Lobman, M. P. A. Wiercx, F.
J. A. V03 de Wael, R. J. H. Pat(jn en V. d.
Feltz.
Ik hield plotseling op. Donna Louisa had
zich gedurende mijne voordracht voorover
gebogen en scheen rnjj op dit oogenblik een
spookachtig evenbeeld mjjnor spin toe. De
stralen der ondergaande zon gaven de fijne
beharing van haren nek een gouden weer
schijn en een roodachtige glans uit hare
oogen fonkelde als 't ware als eene verborgen-
moordzucht en hare lippen bewogen zich zacht
evenals de kaken der capulina, als zU op het
punt staat een moorddadigen aanval te doen.
„Ga voort, sennor," zeide mijne schoone
hoorderes, terwijl zU zich oprichtte en met de
hand over haar voorhoofd streek. „Uwe voor
dracht boeit mU zeer."
Maar ik had onverwachts den draad verlo
ren on kon niet weer in't juiste spoor komen.
Na eenige vergeefscho aanloopjes gaf ik daar
om de zaak op en keerde naar huis terug.
Daar had intusschen Graumann, mün pa
pegaai, mjj eene leelijko poets gespeeld. De
slungel was op do eone of andere wijze van
zijn ketting losgekomen en had niet alleen
mijne geheele menagerie in opschudding ge
bracht, maar ook, elk schaamtegevoel en alle
moraliteit ten spUL eene afschuwelijko klad op
Virchow's fonkelniouwe „Pathologie" laten
vallen.
(Wordl vervolgd.)