N°. 9164
Vrijdag 3 «T&imai'i.
A0, 1890.
Nt uosamer bestaat ®it 1'
Roeraat wordt dagelijks, met uitsondering
van J?0jE- en <§mtdagen, uitgegeven.
Leiden, 2 Januari.
Feuilleton.
DE CAPULINA.
PRUS DEZER OOTJBA1T?:
?o$r Lei dsn per 3 maart don-1.16.
tfracco pc? po Or, g 1.4^.
Afsoadorl^to Hommen.
PRIJS DER AJDVEBTÏÏNTIHNi
16 regels 1.05. Iedere regel bmt0.17$.
Grootore lotton naar plastorulmto. Voor hot fct-
"ortn balten do otod wordt 0.10 berekend-
■Wij vernemen dat met 1 April a. s. tot
chef de bnreau (tevens plaatsvervangend
secretaris) b(j het agentschap van de Neder-
landsche Bank te 's-Gravenhage is benoemd
de heer S. Broekveldt, boek- en procuratie
houder bij do Leidscbe Bankvereeniging alhier.
Gedurende het afgeloopen jaar zijn aan de
veemarkt alhier ter markt gebracht: 144,681
stuks. Hiervan zijn 26,822 runderen, 6562
kalveren, 45,918 schapen, 51,550 lammeren,
3933 varkens en 10,703 biggen. De vermoe
delijke waarde van het aangebrachte vee be
draagt de som van f 7,360,218.07.
Er bestaat gelegenheid tot verzending
der correspondentie naar den Kongo enz, door
middel van het stoomschip „Afrikaan", van
Botterdam vertrekkende. Ten postkantore
alhier moeten de brieven enz. uiterlijk Vrijdag
middag om 1.25 bezorgd zijn.
De wijze van verzending behoort duidelijk
op het adres vermeld te worden.
In de heden gehouden openbare ver
gadering van den Baad van State (afd. v. d.
geschillen van bestuur) werd o. a. mededeeling
gedaan van het koninklijk besluit, strekkende
tot handhaving van het besluit van Gedep.
Staten van Zuid-Holland, dd. 2/4 Sept. 1), tot
toelating van den heer L. Lange als lid van
den Baad der gemeente Katwijk.
Aan den heer G. Van Egmond, ge
durende 35 jaren secretaris der gemeente
Koudekerk, is mot 1 Januari 1890 een eer
vol ontslag verleend.
Chr.-Ger. Kerk. Beroepen is te Hazers-
woude de heer M. Schuurman, te Enschedee.
Ned.-Ger. Kerk. Beroepen is te Waarder
do heer J. H. Van Kasteel, te Kollum.
Bedankt is voor Oudshoorn door den heer
L. Adriaanse, te Zeist.
Gistoren is te 's-Gravenhage overleden
mr. A. Q. Krajjenhoff van de Leur, de oud^fe
procureur bij den Hoogen Raad der Neder
landen. In 1838 trad hjj in die functie op
en was indertijd zeer in aanzien by zijne
ambtgenooten, zoowel als bij de magistratuur.
Sedert verscheidene jaren had de achtens
waardige man zich uit zjjne werkzaamheden
teruggetrokken.
De centrale commissie ter bevordering
van wedstrijden voor handwerkslieden in
Nederland, vestigt de aandacht op de tentoon
stelling eener verzameling schetsen en toeke-
Uit de portefeuille van een arts.
3;
Het verhaal van den ranchero had haar
nog belangrijker voor my gemaakt. Voordat
ik evenwel na een haastig ontbijt tot een
nader onderzoek kon overgaan, werd ik onver
wachts by myn vriend Fanega geroepen; de
jonge man wa-s, zooeven eerst tehuis geko
men, van de trap gevallen en had zijn voet
verstuikt.
Toen ik by hem kwam, vond ik donna
Louisa aan zyn bed, en niet dan met moeite
bewoog ik haar, mij eenigen tyd alleen te
laten met den patiënt. De jongedame open
baarde by die gelegenheid eene heftigheid en
halsstarrigheid, welke my verbaasden. Geluk
kig bleek Fanega's verwonding meer pijnlijk
dan gevaarlijk te zy'n en eischte niets dan
eene doelmatige positie van het been en eenigo
dagen rust. Ik zorgde terstond voor het noo-
dige en liet donna Louisa toon weer binnen
komen. Blijkbaar had ik geen gunstigen
indruk op de schoone gemaakt, want by het
binnenkomen wierp zy mij eeu eigenaard geri,
dreigenden blik toe, die my bekend toescheen,
ningen, welke gedurende eenige dagen zal
worden gehouden in het Gebouw der Maat
schappij tot Bevordering der Bouwkunst,
Marnixstraat 402, te Amsterdam.
Deze verzameling bevat de ingekomen ant
woorden op eene reeks prijsvragen, door ge
noemde commissie uitgeschreven, ter beko
ming van ontwerpen van werkstukken, ge
schikt om te dienen voor prijskampen tusschen
werklieden en bestemd om door gewestelijke
of plaatselijke vereenigingen of commission
daarvoor desverkiezend te worden gebezigd.
Gisteren, den lsten Januari, werd in het
Israëlietisch Oude Mannen- öd Vrouwenhuis in
de St.-Jacobstraat te 's-Hage feestgevierd.
Het was de dag, waarop 25 jaar geleden de
heer dr. H. F. Van Praag Heymans als regent-
secretaris was opgetreden. By monde van den
voorzitter van het bestuur, den heer mr. A. A.
De Pinto, werd de jubilaris in eene daartoe
buitengewoon bijeengeroepen vergadering van
regenten gecomplimenteerd en hem, onder aan
bieding van aller gelukwenschen, door zijne
collega's een kunstvoorwerp aangeboden.
Door den jubilaris werd daarop aan de
oude lieden een feestmaal aangeboden, waarbij
menige heildronk werd uitgesproken ter eere
van de» geachten secretaris, die gedurende
het vierde eener eeuw onvermoeid de belangen
van het gesticht heeft behartigd.
De senaat der universiteit van Amsterdam
is voornemens den dies natalis van de inrich
ting voor hooger onderwijs daar ter stede te
vieren in eene openbare vergadering, op "Woens
dag 8 dezer, des namiddags te 3 uren, in het
gebouw der Maatschappij voor den Werkenden
Stand, Kloveniersburgwal.
Deze vergadering is voor ieder toegankelijk,
ook zonder daartoe uitgenoodigd te zijn.
De heer H. Den Bandt, te Dordrecht,
sedert 25 jaren agent der Nederlandsche Bank,
heeft op 1 dezer van eene commissie uit ban
kiers, handelaars en kapitalisten aldaar een
huldeblijk ontvangen, bestaande in een prach
tig bronzen beeld.
De minister van binnenlandsche zaken,
gelet op z\jne beschikking van 20 Doe. 1889,
waarbij onder lo. is bepaald, dat hot met
ingang van 1 Januari 1890 verboden is,
schapen, niet gemerkt op de wyze, onder 2o.
bepaald, te vervoeren in de daarbij aangewezen
gemeenten of gedeelten van gemeenten in de
provincie Limburg, heeft ter openbare keünis
gebracht dat het bepaalde sub lo. in boven
genoemde beschikking, met wijziging in zoo
verre daarvan, eerst in werking zal treden
met 8 Januari 1890.
Het stoomschip „Burgemeester Den
Tex," van Amsterdam naar Batavia, arri
veerde 31 Dec. te Padang; de „Semarang,"
van Batavia naar Rotterdam, is 31 Dec. te
Marseille aangekomende „Koningin Emma,"
van Amsterdam naar Batavia, vertrok 1 Jan.
van Aden; do „Zaandam," van de Plata-
Rivier naar Amsterdam, vertrox 30 Dec.
van Montevideo.
Gemengd N ienvrs.
Het nieuwe jaar heeft zich voor
de „Leidscbe IJsclub" gelukkig ingesteld.
Reeds des morgens om tien uren kon, na
de vorige nachtvorst, de baan op den eersten
Januari worden geopend.
Toen daarvan met de bekende vaantjes
aan de tramwagens werd kennisgegeven,
kwamen spoedig de eerste liefhebbers van
schaatsenrijden opdagen, weldra gevolgd door
meerdere leden met hunne dames, zoodat in
het middaguur nadat van twaalf tot één
uur de baan gesloten was, ten einde de be
zoekers in de gelegenheid te stellen in de
ruime restauratie-tent van den heer Van
Ingen Schenau, hetzy elders, hun „twaalf
uurtje" te nuttigen de ysvlakte met de
talrijke vlaggen en vlaggetjes een allerleven-
digst schouwspel aanbood, terwyi de opge
wektheid nog word verhoogd door de tonen
der muziek, welke zich van één tot vyf uren
byna zonder ophouden deden hooren.
De baan bleek wederom uitnemend aan
het doel te beantwoorden, waarvan het ge
volg was dat het bestuur besloot haar ook
des avonds open te stellen.
Van vijf tot zeven uren bleef ze dus ge
sloten, ten einde haar schoon te vegen en er
datgene aan te verrichten, wat mocht noodig
blyken.
Het bezoek op den nieuwjaarsavond was
niet zoo druk als overdag. Voor de eerste
maal werden de groote Siemens-lampen, welke
met ééne vermeerderd en nu zes in getal zyn,
weder in werking gesteld, doch het bleek dat
er aan de leiding door ingedrongen water een
gebrek was ontstaan, hetwelk niet alle lampen
deed branden, maar dat men spoedig hoopte
hersteld te zien.
Heden kon de baan andermaal geopend
■worden, dank zy der voortdurende vorst en
den in den nacht genomen maatregelen om de
ontstane scheuren met kokend water weder
dicht te maken.
Algemeen was dan ook de roep over de
goede conditie, waarin de baan verkeerde.
In don namiddag werd het feest weder
door muziek opgeluisterd en was het bezoek
nog drukker dan gisteren.
Naar wy vernemen, is toen door de politie
proces-verbaal opgemaakt tegen een persoon,
die zich op de baan bevond zonder voorzien
te zyn van een bewys van lidmaatschap of
een behoorlyk toereikond bewys van toegang.
Gedurende het jaar 1889 werden
aan het Rykstolegraaffeantoor alhier 33,805
gewone en 31 diensttelegrammen verzonden.
Ontvangen werden 34,050 telegrammen, welke,
op een paar uitzonderingen, werden besteld.
Bovendien werden 325 binnenlandsche- en 28
baitenlanQsche diensttelegrammen ontvangen.
Het aantal opgenomen telegrammen voor
andere plaatsen bestomd bedroeg 1000 stuks.
Derhalve te zamen 69,365.
De ontvangen en verzonden binnenlandsche
postwissels bedroegen elk 269de verzonden
buitenlandsche 25, tegen 3 ontvangen.
Höt telefoonkantoor te Leiderdorp, dat 27
Mei 1889 oponde, verzond 282 telogrammm
en ontving er 611.
Door de politie alhier zp go-
durende het afgeloopen jaar 189 processen-
verbaal opgemaakt tegen personen, schuldig
aan verschillende misdryven en overtredingen,
zoomede tegen 518 personen wegens openbare
dronkenschap en tegen 234 personen, die de Al-
gemoene Politieverordening hebben overtreden.
Gedurende dat jaar hebben zich bij de politie
om nachtverbiyf en onderstand aangemeld
649 personen, die in de richting naar hunne
woonplaatsen werden voortgeholpen, torwyl
385 personen wegens openbare dronkenschap
in voorloopigo politie-bewaring moesten worden
gesteld.
Men schryft ons uit Sassen-
heim: Maandag-avond werd in de zaal van
den heer A. Beuk alhier eene voorstelling
gegeven door den bekenden komiek don heer
De Haas. Op kluchtige wyze droeg by voor:
„Een pleizierreisje met hindernissen," „Eeno
Moordgeschiedenis," „Naar den Eiffeltoren,"
en „Een bedroefde weduwnaar."
Evenals in den vongen winter wist de
heer De Haas den lachlust zyner hoorders
op te wekken.
Zyne voordrachten werden afgewisseld door
het optreden van den heer en mejuffrouw
Boekbinder en van den Indiaanschen gooche
laar Ben Alex Alozono.
Yan het tamelyk goed opgekomen publiek
namen slechts eijkelen aan het bal deel.
Do raadkamer der rechtbank te
Maastricht beeft naar de openbare terecht-
zitting voor strafzaken verwezen J. S., burge
zonder dat ik my kon herinneren, waar ik hem
meer gezien had. Voor 't overige nam donna
Louisa zeer weinig notitie van my, waardoor
ik gelegenheid had, haar des te nauwkeuriger
op te nemen. Zy was inderdaad in 't oog
vallend schoon, deze twintigjaiige Creoolsche,
met hare hooge gestalte, hare gebruinde huid,
hare sierlyke handen, hare fijne, eenigszins
scherpe trekken, hare zwarte oogen en hare
zelfbewuste houding. Ik kon haar myne be
wondering niet ontzeggen en zou misschien,
gevolg gevende aan Alonso's verzoek, als
stomme waarnemer nog langer in harenaby-
heid zyn gebleven, zoo niet de gedachte aan
myne capulina my naar huis gedreven had.
Daar vond ik myne kostgangster in een
hoek der groote kooi zitten. Zy scheen nog
altyd boos te zyn over de onvrywillige reis
en zag my wantrouwig aan. Om haar in be
weging te brengen en my tevens van hare
beruchte moordzucht te overtuigen, bracht ik
eene vogelkooi met twee kolibries in hare
nabyheid. Hoe vreemd evenwel! Torwyl de
vogeltjes by het zien van de capulina byna
i radeloos van angst werden, bewoog zy wel is
j waar de oogen, maar verroerde zich niet. Ik
j schudde onwillekeurig met het hoofd. Eene
nieuwe poging hetzelfde resultaat! "Was
deze Lucrezia Borgia van het dierenrijk mis
schien beter dan men haar hield Geduld, wy
zullen te gelegener tyd op deze poging terug
komen en dan zullen wy zien.
Intusschen nam ik de loep ter hand. Maar
had ik tot dusver in do capulina slechts een
belangwekkend, zy het ook minder aantrekke
lijk voorwerp van studie gezien, zoo verraste
my thans plotseling bare schoonheid. By do
vergrooting, dezen gevaarlyken toetssteen van
alle schoonheid, vertoonde haar voor het opper
vlakkige oog afstootend uiteriyk een geheel
ander, een voornaam, ja, edol karakter. De
fijne aaneenschakeling der pooten, de glans
der oogen, de teederheid van het roodachtig
glanzende dons, dat als een fluweelen kleed
haar lyf omsloot waarlyk, dat alles was
eene vorstin waardig en de eerste, die het
sprookje van de gemetamorphoseorde prinses
bedacht, was niet allG9n een dichter, maar ook
een scherpzinnig waarnemer geweest. Ik ver
diepte m\1 in het schouwspel, ik bestudeerde
den afwisselenden glans dor oogen, ik be
spiedde het byna onzichtbare spel van het
voorste paar pooten, en vol waardeering en
bewondering voor al die schoonheid doopte ik
myne spin van dat oogenblik af „Finette".
Daarmede bezegelde ik tevens mijn bes'uit,
orn aan haar eene byzondere studie te wydon
i en do natuurlijk^ geschiedenis der yggeUpin
tot onderwerp van myn eerstvolgend hoofdstuk
te maken.
Ongelukkig werd juist om dozen tyd myne
werkzaamheid als heelmeester meer dan ooit
in beslag genomen. Alle bewoners van Orizaba
en omstreken schenen alleen op dit oogen
blik gewacht te hebben om nu achtereenvol
gens hals of beenen te breken of hunne we-
derzydsche schuldvorderingen in messteken
en geweerschoten in te lossen. Er verliepen
dus drie weken, voordat ik aan myne Finette
die aandacht kon wyden, welke voor de ver
vulling van myne voorgenomen taak onver-
mydelyk was. Intusschen leerden wy, zonder
onze door de voorzichtigheid geëischto terug
houding geheel op te geven, elkaar nader
kennen. Finette gewende zich aan my, zy
verscheen zonder vrees voor de tralies harer
woning als ik haar een grooten, gevlekten
meikever bracht. Zy maakte, zonder zich om
myne tegenwoordigheid te bekommeren, gym
nastische oefeningen, zy verzette zich niet
meor, als ik hare kooi met een stokje reinigde,
j en eindeiyk kwam de dag, waarop ik eene
zeer eigenaardige waarneming haar sou
doen.
Wordt vervolgd,)