N® 9160 Zatei-clag 28 X>eceiTil>er. A®. 1889. $szs tgourant wordt dagelijks, met uitsondering van go* en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 27 December. Feuilleton. DE BEDRIEGER. van de begrooting voor 1890 niet is gerekend, geven B. en Ws. den Raad in overweging hun college tot de voorgestelde splitsing te machtigen, zullende later te zijner tijd een voorstel tot verhooging van het betrekkelijk artikel der begrooting worden ingediend. Mr. J. A. Stoop, te Leiden, heeft heden voor den Hoogen Baad den eed afgelegd als advocaat. Gedurende de maand December werd aan de HijJpbank waarvan de zittingen volgens achterstaande advertentie voortaan in het ge bouw op het Steonschuur zullen worden ge houden geleend ƒ7250. In het afgeloopen jaar werd in 't geheel 61,292.79 uitgeleend. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Noord-Amerika, door middel van het stoomschip „Rotterdam", van Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiterlijk heden avond om 10 uren bezorgd zijn. De wjjze van verzending behoort duidelijk op het adres vermeld te worden. Hedenmiddag ontvingen we per Pransche mail de Indische bladen van 23 30 Nov. en de „Deli-Crt." van 27 November. De gemeenteraad te Utingeradeel heeft besloten de Kweekschool voor Bewaarschool- houderessen te Leiden te steunen met eene jaariyksche bijdrage van 15. De gemeenteraad van Oudshoorn heeft aan do afdeeling Leiden en Omstreken der Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst een subsidie van 30 toegekend voor de door die afdeeling uitgeschreven wedstrijden van handwerkslieden en leerlingen. A1b voorganger in de Ned.-Herv. kerk te Leiderdorp hoopt Zondag, 29 Dec., a. s., des namiddags te 2 uren, op te treden de heer P. N. Gijsman, predikant te Zoeterwoude. De oudejaars avond-predikbeurt aldaar, om halfzeven, zal vervuld worden door dr. G. "iVildeboer, hoogleeraar te Groningen. Beroepen is te Noorden (cl. Leiden) ds. F. Hopster, te Moerdjjk. Men schrijft ons uit ZoeterwoudeVoor het verkrijgen van een orgel in de Herv. kerk alhier wordt eene lijst ter inteekening aan de Hervormde ingezetenen aangeboden. Daar, zooals door kenners beweerd wordt, alleen een groot orgel in de niet groote, doch wel hoogs kerk vereischt wordt, is het zeer te wenschen dat, indien de bijdragen der meer gegoede ingezetenen, die meest allen bij Leiden wonen, in deze zaak niet zeer mild vloeien, men zich met een klein orgel zal tevreden stellen. Aanstaanden Zondag, 29 December, drs voormiddags te tien uren, zal de gods dienstige sluiting des jaars in de kerk der Ned.-Herv. gemeente te Hoogmade plaats hebben, terwpl alsdan als voorganger zal optreden de heer H. J. Van Noubuys, predi kant te Oudshoorn. Toen w(j in ons vorig nommer melding maakten van de hulde, den Nederlandschen dichter J. J. L. Ten Kate gebracht op zijn zeventigsten verjaardag, bleek daaruit welk eene droeve plechtigheid het was. De dichter was zeer ziek, en ieder, die hem in zjjn armstoel zag zitten, kon het hem aanzien dat het einde van het leven, waarnaar bp zoo verlangde, naby was. Gistermiddag is h(j zachtkens ontslapen. De vyf regels, in het laatste nummer van „Eigen Haard" door hem geplaatst, zijn de laatste geweest, welke deze rykbegaat'do man gedicht heeft. Wy halen dit zijn aandoenlijk afscheid van het leven nog eens aan: Hoe Telen zijn weg, dio ik teêr heb bomind! 'k Ben eenzaam maar toch niet alleen, Want daaglijke vertroost mjj eon blijvende Yrind: „Geduld nog een vrelnig! Gij aijt toch Gods kind, „Ik leide n na&r 't Vaderhuis heen!" Hy heeft niet lang geduld noodig gehad. Jan Jacob Lodewyk Ten Kate was een uitstekend Nederlandsch dichter, wiens beeld- ryke en welluidende verzen getuigenis geven van gevoel, verbeelding en kracht en niet minder van rykdom van gedachte dan van een ongeëvenaard meesterschap over den vorm. Van een en ander geven in de eerste plaats biyk zyne twee groote gedichten: „De Schepping" en „de Planeten," welke algemeen als zyne meesterstukken worden beschouwd. Maar niet minder geven van het laatste zpne vertalingen van de meesterstukken der oudere en nieuwere letterkunde een treffend blyk, en telkens, wanneer hy fris3che voortbreng selen van zyn eigen veelomvattenden geest in de wereld zond, luistert Nederland met belangstelling naar zyne betooverende taal. Hy werd geboren te 's-Gravenhage den 23sten December 1819, bezocht aldaar hot gymnasium en knoopte betrekkingen aan met dichterlyke vrienden, inzonderheid met S. J. Van den Bergh, vond er in het genootschap „Oefening kweekt Kennis" een aandachtig gehoor voor de zangen zpner jeugd en begaf zich in 1838 naar Utrecht, om er zich aan de studio der godgeleerdheid te wyden, nadat reeds twee jaren te voren zyne „Gedichten" in het licht waren verschenen. Ook als student wist hy tyd te vinden voor de beoefening der poëzie, zooals blykt uit zyne toen ver vaardigde zangen. In zjin studententyd was het, dat hy met Winkler Prins, toen reeds predikant in Fries land, het plan vormde en uitvoerde tot de uitgave van „Braga" bepaaldeiyk van den eersten jaargang en zich met de hoofd- PBua DXZEE oornaAWV: ▼eer Leidra per meenden.IJ». ftenoo ft pont.LM. Ifroidniyk* Immb.Mi Zij, die zich nu abonneeren op het Leidsch Dagblad, ontvangen de tot 1 Januari verschijnende nummers gratis. Van het kwartaal December, Jan. en Febr. worden dan alleen de beide laatste maanden (ad 74 Cts. voor Abonné's binnen de stad en ad 94 Cents voor die buiten de stad woon achtig zijn) in rekening gebracht. Officieel© Kennitgeviiigen. Inkomstenbelasting 1899. Burgemeester en Wethouders Tan Leiden brengen in herinnering dat mot 81 Dec. a. 8. de zevende termijn vervalt van dc Inkomstenbelasting en dat alzoo op 1 Jan. a. s. de geheele aanslag moet zjjn voldaan. Zij noodigen mitsdien-de belanghebbenden uit, om, ter voorkoming van vervolgingskoeten, tot de botaling van het verschuldigde ten kantore van don gemeente ontvanger over te gaan. Burgemeester en Wethonders voornoemd, Leiden, DE KANTER, Burgemeester. 27 Dec. 1889. B. KI8T, Secretaris. In de gemeenteraadezitting van 11 Oct. werd het aan deze gemeente door den heer D. Hartevelt gedaan aanbod van 10,000 tot oprichting van eene Kunstzaal achter het Stedeiyk Museum in de Lakenhal meterken- telykheid aanvaard. Aangezien nu die gelden alsnog op de be grooting voor dit jaar moeten worden ge bracht, bieden B. en Ws. den Raad thans ter vaststelling een suppletoiren staat van begrooting, strekkende tot verhooging dier begrooting met 10,000 in ontvangst Volgn. 43 „Andere ontvangsten niet tot de voren staande beboerende" en in uitgaaf VolgD. 103 „Onderhoud van huizen, torens, poorten en dergelyke." Tevens leggen zy over eens voordracht van de plaatselijke schoolcommissie voor de be noeming van vier leden dier commissie ter vervulling van de vacatures, welke met 1 Januari 3. s. ontstaan ten gevolge van perio dieke aftreding van de heerenrar, J. S. D. Van Doorn, F. H. A. Driessen, dr. C. J. Van Ketwich en dr. A. W Kroon Jr. De aanbevelingen van twee personen zyn de volgende: lo. mr. J. S. D. Van Doorn en C. J. Vaillant2o. F. H. A. Driessen en D. F. Van der Pant; 3o. dr. C. J. Van Ketwich en F. Beyerinck4o. dr. A. W. Kroon Jr. en dr. J. W. Muller. Ook geven zij, naar aanleiding van het rapport der Commissie van Fabricage, in over weging aan de wed. G. P. Timp vergunning te verleenen tot het leggen van een duiker naar den Ouden Rijn, en van een gemetsel- den filtreerbak in de openbare straat, zoo dicht mogeiyk aan den walaant, voor hare werk- Eene vertelling uit Rumenië van J. Kraner. Door JOHANNA. 10) De voorstelling begint onmiddellyk nauwe aankomst. Eerst weigerde Capugol te schryven, omdat by vreesde dat er niets goeds van komen kon, doch toen hy de dreigende blikken van Peter zag, moest hy er zich wel in schikken. Hy schreef en reikte den Dorobanz het blad over, dat deze zorgvuldig by zich stak. „Veel dank; ik ga het dadelpk verzenden." Hierop ging hy naar de lieden in de Stana om met hen te spreken, want hy vreesde dat Capugol hem ontkomen zou, en sloeg toen, zonder een lang afscheid van Dragomira te nemen, den weg naar de kazerne in. Hy was er verzekerd van dut de kapitein hem voor dieu dag geen verlof weigeren zou. Van dit oogenblik af werd Capugol streng bewaakt, zonder het te doen merken, maar den volgenden morgen zag men hem heimelyk plaats aan den Ouden Rpn wyk 6 no. 162 (straatn". 118), mits de bak worde afgedekt met een gegroefd yzeren deksel, niet boven de straat uitkomende, alsmede tegen betaling der kosten van het opbreken en herstellen van de straat en den wal en van de rechten, bepaald by art. 3 nos. 10, 12 en 13 van het tarief, vastgesteld den 5den Maart 1857. Met ultimo dezer maand treedt, inge volge het bepaalde bij art. *1 van het Regl. voor de Inrichting voor de opleiding van Oost- Indische ambtenaren periodiek af, als curator, de heer L. M. De Laat de KaDter. Dientengevolge geven curatoren in overwe ging den gemeenteraad voor te stollen, als curator te herbenoemen den aftredenden curator den heer L. M. De Laat de Kanter. Na overleg met de commissie van fabri cage deelen B. en Ws. den Raad mede dat in de kamer van den burgemeester, waarin onlangs het plafond is hersteld en een nieuw behangsel is aangebracht, de overgordijnen, het tapyt en de stoelbekleeding moeten worden vernieuwd, waarvan de kosten worden geraamd op ongeveer 400. Zy geven mitsdien in over weging hun de daarvoor vereischte machti ging te verleenen, zullende te zyner tyd, zoo noodig, een voorstel worden gedaan om den betrekkelyken post der begrooting te ver- fa oogen. Verder leggen B. en Ws. een staat over, vermeldende de namen van eenige aangesla- genen in de Plaatselyko Directe Belasting over 1889, die gedurende den loop van dat jaar de gemeente hebben verlaten of overleden zpn, met voorstel om aan die personen ge- deelteiyke afschryving of restitutie te ver leenen. Ten aanzien van een viertal aanslagen, meenen zy in overweging te moeten geven om overeenkomstig het op dien staat ver melde te beschikken. Tevens leggen zy over eene aanbeveling van de commissie voor de bewaarscholen voor de benoeming van een lid dier commissie ter vervulling van de vacature, welke met 1 Januari a. s. ontstaat ten gevolge van de periodieke aftreding van den heer H. J. Bool. Voldoende aan het voorschrift van art. 15 harer instructiën, beveelt de commissie aan de heeren H. J. Bool en mr. N. L. J. Van Buttingha Wichers. Blykens rapport van de commissie van toezicht op de scholen voor middelbaar onder- wys wordt het noodig geacht een der lesuren in het Fransch en in het Engelsch in de 4de klasse aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens te splitsen, waarmede eene verhoog:ng van de uitgave voor parallelklassen met 100 voor één jaar gepaard gaat. Vermits op die uitgave by de vaststelling door den geitenstal heen wegsluipen. Doch hy werd spoedig ingehaald, by den kraag gepakt en niettegenstaande al zpn spartelen in den kalverstal opgesloten, met de deur op slot. Capugol sloeg met zpne vuisten op de deur, gilde, dreigde met de ministers, met de gewapende macht, totdat de oude Mihalache hem met slagen dreigde als hp zich niet stil hield. Toen werd het stil. De morgen van den feestdag verscheen en de Dorobanz sloeg weer den mooien, met heerlpke geuren beladen weg naar de Stana in. Dragomira ging hem niet zoo verheugd als anders te gemoet; zp vreesde dat Peter eene onbezonnen daad ging verrichten. „Hp is toch niet weggeloopen vroeg Peter haastig. „Neen, Peter, maar zeg, gp belooft mp niets te zullen doen, wat ons zou kunnen benadeelen?" Hp kuste haar. „Wees gerust, kindHet is slechts eene grap. De jongenheer houdt nogal van grappen; ik denk dat de lieden uit Sinaia zullen lachen en gp ook." Zp wandelden hand in hand der. weg op naar de Stana, waar vader Mihalache hen wachtte, die niet half zoo mistroostig keek als anders, want hy hoopte dat hy vandaag wel van dien las- tigen helper ontslagen zou worden, dien men hem opgedrongen had. Eindelpk hoorde men de honden aanslaan. „Zy komen 1" riep Peter, en draaide do punten van zijn snorbaard om zijne vingers. Ja, daar kwamen zp, wel twaalf heeren en dames te paard, en in vroolpke rij-kostumen, zoo jolig als het maar kon. „Dat is een van de comedianten," zei Fara- minte lachend, toen Peter hem te gemoet kwam. „Hy zal toch, hoop ik, niet komen aan kondigen dat de voorstelling niet doorgaat?" „Dat niet," was het antwoord van den Doro banz, „doch het stuk zal zeer kort zpn. Wees zoo goed hier op het gras te gaan zitten. Mpnheer Capugol komt ommiddelpk zpne opwachting makenhet stuk heet„Do Be drieger 1" Hp wees het gezelschap eene plaats op het gras, en ging naar de Stana. „Hp ziet er maar volstrekt niet uit alsof bij grooton lust heeft comedie te spelen," zeide FRUB DXB ADVHBTHNTmift Tea 1—refalfl f 1.0». Ieder» rift] Beer/1.17V 6roeiere letten neer pleeterelmle. Voor bet 1b- meeinu balles 4* ated aardt berekend. eene der dames, hem met haar lorgnet na ziende. „Welke zotte invallen heeft die Capugol ookl" „Dat komt van de verveling." Daarop werden de manden met eetwaar uitgepakt en doeken en dekens op het gras gespreid. Twee bedienden bereidden het ontbpt, waar aan Capugol ook deelnemen zou, ofschoon dat eigeniyk tegen de regels der weddenschap was. Men spitste opeens de ooren, want men meende van den kant der Stana gesmoorde hulpkreten te hooren. Doch alles bleef weer stil; mogelpk had men zich vergist. „Wat iaat Capugol lang op zich wachten," zeide iemand uit het gezelschap. „Wie weet hoe verrast we zullen zijn, als hy voor den dag komt." Daar naderde Petor weer, Dragomira aan de hand voerend; Zp waren heiden zeer bleek. Peter groette op militaire wpze en zeide toen „Hier ziet ge Dragomira, een boerenmeisje, en Peter Danescu, den Dorobanz, een eenvoudi- gen jongen." (Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1