Dc Nuts-lezlng.
Id de goed bezette groote zaal Tan het
Nutsgebouw trad gisteravond voor de leden
van het departement Leiden der Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen op de heer M. Cbap-
puis, novellist, die zich had voorgenomen die
leden en hunne talryk opgekomen dames met
twee zjjner novellen, <3éne vóór, de andere
na de pauze, bekend te maken.
Dit plan legde hjj dan ook ten uitvoer.
De novelle, welke do heer Chappuis vóór
de pauze ten beste gaf, had een dramatisch
-karakter, in tegenstelling met die, waarmede
■hy zyn auditorium na den rusttyd boeide en
welke ten doel bad de aanwezigen tot lachen
te bewegen. De eerste novelle verplaatste ons
met onze gedachten (dit was zeer gemakkelijk)
in het winterjaargetyde; de tweede daarente
gen in het hartje van den zomer.
In den winter, in de maand November,
voorde spr. ons in het eerste verhaal denk-
boeldig naar het zuiden onzes lands, op de
Belgische grens. Op een onaangenamon dag,
van welke onaangenaamheid moeder Natuur
de schuld droeg, zagen we daar een kermis
troep ten afreize met e6n grooton wagen ge
reed en maaktbn wij kennis met den baas en
de dame3 en andere heeren van 't „spul",
meer in het byzonder nog met een mannetje,
dat niemand een Adonis zou genoemd hebben,
dat Bart heette en den directeur van het
„Théatre de Paris" als paljas diende.
We zagen dio personen vertrekken en aan
komen in eene gemeente, waar het dra kermis
-zou zyn. Wat er op die kermis te zien was,
word ons medegedeeld. De paljas ontmoette
daar'ter plaatse eene flinke, frissche boeren
meid; hy maakte kennis met haar en kwam
daardoor tot de wetenschap, dat zy hem niet
mooi vond.
Op den laatsten kermis-avond werd in het
„Théatre de Paris" eene extra buitengewone
groote gala-voorstelling gehouden, waarop de
bsdoelde boerendochter verscheen, echter in
gezelschap van manslui en van eene dikke
vrouw. Die vrouw herkende Barthet was
Trees, zyne voormalige echtgenoote, die zich
van hem liet schoiden, toen hy wegens moord
naar de gevangenis moest.
Die ontdekking maakte hem zóó van streek,
dat daaruit eindelyk door bykomende omstan
digheden volgde dat Bart het spel voorgoed
verliot, na er toevallig door lezing derhuwo-
lykspublicaties in het kastje aan bet stadhuis
achtergekomen te zyn, dat Trees' dochter
ook zijne dochter was, ofschoon hy van haar
bestaan nooit iets geweton had.
Bart bleef een poosje, alvorens te vertrekken,
in de buurt rondzwerven en mocht daardoor,
r.3by het huis, waar Trees woonde, gekomen,
vernemen dat hare dochter gedwongen werd
■tot een huweiyk met iemand, die veel ouder
was dan zy. Het hinderde Bart; maar wat
kon hy er aan doen?
Met een sujet van het epel, afgezonden
om hem tot inkeer en naar het théatre terug
te brengen, geraakte Bart in worsteling. Hy
zeeg opeens neer, door een mes gewond,
bleef eene poos liggen, werd later opgenomen
en gaf als zyn vurig verlangen te kennen
des morgens de stad te kunnen bereiken.
Met een boerenwagen werd hy naar de stad
gebracht, tot vóór het stadhuis, en trad dit
binnen, juist toen de huwelyksvoltrekking
een aanvang nam en Trees hare goedkeuring
desbetreffende met luider stemme verkon
digde. Bart gaf daarna „als vader", niet let
tende op Trees' tweeden echtgenoot, zyne
weigering te kennen, hetgeen veel ontsteltenis
teweegbracht, maar bekroond werd met liefde
van de dochter jegens den vader en met haar
huweiyk met den jongeling harer keuze, welk
huweiyk door Bart wel werd beleefd, maar
niet lang overleefd.
De tweede novelle deed ons in kennis
komen met eene op een buiten stillevende
familie, tot welke een beleefd, maar vry drin
gend verzoek gericht werd voor korten tyd te
komen logeoren, door vrouw in do allereerste
en man in de tweede plaats, met aankondiging
er bij van hot bezit van twee lieve kinderen,
een jongen en een meisje.
Dat verzoek steunde op eene vroeger ge
dane belofte van de nu buitenwonende me
vrouw en kon dus moeilyk geweigerd worden.
Tot ontvangst van het viertal werd dan
ook maar, in vredesnaam, besloten: het zou
slechts voor korten tyd zyn en neef Jan kon
wel zoolang in de herberg telkens overnachten.
Het feit, dat het aantal koffers der „ge-
noodigde" familie niet in do logeerkamer kon
geplaatst worden, was de voorbode van een
langer verblyf, dat telken dage mmder in
aangenaamheid en stof tot tevredenheid van
de landbewoners won. Mevrouw was de baas
over mynheer en wilde het ook in dit huis
zyn; de man mocht o.a. niet rooken entoen
zy 's avonds eenmaal tot de ontdekking kwam
dat hy toch gerookt hado weel De
kinderen waren onhebbelijke wezens en lastig;
ze bezorgden veel nadeel bovendien. De meid
wilde met het oog daarop zelfs den dienst
verlaten 1
De heer en mevrouw Van der Veen begon
nen zeer te verlangen naar het vertrek hunner
gakten en allo pogingen werden in het werk
gestold om van hen verlost te worden. Die
pogingen gelukten echter niet; de middelen
waren veelal erger dan de kwaal en zelfs
neef Jans mededeeling dat typhus of zooiet3
in de buurt heerschte, vermocht hen niet tot
vertrek te bewegen.
Diezelfde Jan zou echter oen uiterst middol
beproeven en toen de heer Van der Veen
afwezig was, kwam hy op zekeren avond
zoo onthutst mogelyk de huiskamer binnen
stormen om de mededeeling te doen dat „de
Kozak" in tuin en huis spookte. De gelo
geerde mevrouw werd doodsbleek en wist
geen raad meer, toen Jaantje, de meid,
schreionde binnenvloog en geraas van brekend
glas en aardewerk de nadering van den spo-
kenden Kozak verried.
Nu zou mevrouw weg, meteen maar, naar
de herberg, en dan naar huis!
Zoo geschiedde het en neef Jan, wiens vriend
als spook had dienst gedaan en die trouw
door Jaantje was geholpen, had zyn doel
beroiktde lastposten waren verdwenen. Ten
bewyze dat de mynheer, die onder mevrouws
pantoffel zat, zoo heel dom niet was, strekte
een brief, door hem gezonden, met eene
opmerking, waaruit bleok dat hy hot zaakje
geheel had doorzien.
Beide novellen, „Paljas" zoowel als „Een
uiterst middel" gaven reden tot tevredenheid,
welke by do aanwezigen uiting vond in een
luid applaus. Niet dan zeer kort konden we
ze hier weergeven, maar we houden ons over
tuigd dat, wie ze in haar geheel mocht kun
nen te lezen krygen, eene genoeglyke ure
zou doorbrengen.
Gemengd N ienwo.
In het Panorama op de Hoog e-
woerd maakten we heden kennis met de andere
helft van Zwitserland, met het prachtige
Bomer-Oberland en het meer van Genève,
waarby de volgende gezichten wegens hunne
schoonheid van onderwerp of natuurlykheid
byzondere vermelding verdienen: Bern, Inter
laken met de Jungfrau, de Aare en de Hohbühl,
Meiringen, do Giosbach-spoorweg en de Gies-
bach-watervallen. Vorder eene diligence op den
Brünig, de gezichten van Brienz en het meer;
de grot op den Grindelwaldgletscher, het
Rböne-dal en het schilderachtig gelegen Sion,
Lauterbrunnen en de Staubbach en, last not
least, de schoone gezichten langs de oevers
van het meer van Genève.
Dit is de laatste landschap-serie. Den lsten
Kerstdag begint eene 2de afdeeling (zynde 50
nieuwe gezichten) van de Parysche Tentoon
stelling, waarmede het Panorama den 30sten
dezer sluit.
Door den sterkon stroom in de
Haagsche grachten geraakten gisteravond
verscheidene schepen in de buitengrachten
aan den grond en werd de doorvaart gestremd.
Aan den N.-W.-Buiten-Singel sloegen twee
aldaar liggende tjalken op zyde en konden
slechts mot de grootste inspanning voor om
vallen bewaard blyven. -Van ééne schuit knap
ten de trossen, waarmede zy aan den wal
gemeerd was, als draadjes af en het vaartuig
helde zoodanig, dat de schipper het raad
zaam achtte vrouw en kinderen in veiligheid
te brengen.
Het hof te '8-tlravenhago ver
oordeelde gisteren J. Levering, uit Barendrecht,
ter zake mishandeling met doodelijken afloop,
tot 5 jaren gevangenisstraf.
In oen hofje op de Ammunitie-
haven te 's-Hage, zat gisteravond eene alleen
wonende vrouw, bygenaamd „dronken Jetje",
met eene stoof met vuur onder zich te
soezen, toen hare kleedoren in brand ge
raakten. Op haar hulpgeroep kwamen de
buren toeloopen, rukten haar de kleederen
van het lyf en merkten dat zy aan beide
beenen deerlyk verbrand was, zoodat heel
kundige hulp moest worden ingeroepen.
In de gisteren gehouden zitting
der rechtbank te 's-Gravenhage vorderde het
Openh. Ministerie twee jaren gevangenisstraf
voor den Amsterdamschen commissionnair,
die in September jl. onder valschen naam en
beroep twee magazynhouders te 's-Hage
oplichtte voor een bedrag van ruim duizend
gulden. Beklaagde was door het hof te Am
sterdam in October van dit jaar wegens ver
duistering reeds tot twee jaren gevangenisstraf
veroordeeld, doch voortvluchtig en gesigna
leerd, thans alhier gedetineerd. Uitspraak 23
December.
Gistervoor- en -namiddag werd
aan het strand te Scheveningen aanhoudend
een schel gefluit gehoord, dat afkomstig moet
zyn geweest van eene stoomboot.
Ds dikke mist belette echter iets van de
boot waar te nemen.
Heden wordt uit Egmond aan Zee gemeld
dat bezuiden Egmond is gestrand het Engel-
sche stoomschip „Aarl of Durham", van Sun
derland met steenkolen naar Amsterdam.
Door Katwyker voerlieden is
op het strand onder Wassenaar gisteren in
den vroegen ochtend gevonden een bewuste-
looze man, als heer gekleed, die een ge
zwollen linkeroog had en aan dat linkeroog
eenigszins bloedde. Hy werd naar het politie
commissariaat te Scheveningen gebracht en
van daar op last van een geneesheer naar
het ziekenhuis te 's-Hage overgebracht, waar
hy reeds is overleden.
Wat er met den man gebeurd is, ligt in
het duister. Hy is iemand van omstreeks
50 jaren. In zyn hoed staat de naam eener
Rotterdamsche winkelfirma, en er zyn ook
andere aanduidingen, dat de heer uit Rot
terdam afkomstig is.
De commissaris van politie te Scheveningen
stelt naar de oorzaak van den dood een
nauwgezet onderzoek in.
De 17-jarigo zoon van J. Jansen,
te Hoofddorp, dio eonïgen tyd geleden uit
een hooiberg is gevallen en zyn been heeft ge
broken, is nu met paard en driewielde kar
op hol geraakt, waardoor zyn been nu weder
gebroken is.
De rechtbank te Haarlem, ui t-
spraak doende in de zaak tegen R. H. C. Tromp,
van Lisse, door wiens schuld een arbeider
aldaar door morphino werd vergiftigd, heeft
den beklaagde veroordeeld tot 2 maanden
gevangenisstraf.
De voormalige deurwaarder by
de arrondissoments-rechtbank te Amsterdam,
L. Vastenhoudt, wiens opsporing en aanhou
ding door de justitie was verzocht en van wiens
zelfmoord voor eenige weken ten onrechte
gewag is gemaakt, heeft zich gisternamid
dag vry willig ter beschikking dor justitie ge
steld. Hy is naar de cel gebracht.
Wolsin k, de inbreker in de villa
des heeren Janssen te Baarn en van den heer
Noothoven van Goor te Hilversum, i3 door
de rechtbank te Amsterdam tot 6 jaar gevan
genisstraf veroordeeld.
Voor Geertruide Blommers, die
hot kind van den heer D., te Amsterdam, by
een brand redde en zelve zwaar gekwetst werd,
is daar ƒ1500 byeengebracht.
Naar „De Zoom" uit goede broD
verneemt, is de toestand van de ongelukkige
Lucia Van Loon, het slachtoffer van den moord
aanslag op 28 November jl. te Bergen-op-Zoom,
in de laatste dagen zóó verergerd, dat thans
alle hoop op herstel vervlogen scbynt, en do
dood alleen verlossing brengen kan.
Naar men verneemt, heeft de
rechter-commissaris by de rechtbank te Rot
terdam, eene instructie geopend omtrent de
aanvaring van het stoomschip „Veendam"
met eene te Vlaardingen thuis behoorende
schuit, waarby de knecht aan boord van laatst
genoemd vaartuig verdronk.
De pseudo-Oxfordsche student
R. M., die, zooals onlangs is medegedeeld,
zich te Oudshoorn aan oplichteryen heeft
schuldig gemaaxt, is, zooals reeds werd
medegedeeld, te 's-Hertogenbosch in verze
kerde bewaring genomen.
Do koffiehuishouder T., die hem by zyn
voorgewend uitstapje naar Gouda zyne over
jas heeft geleend en tot nog toe vruchteloos
op torugbezorging heeft gewacht, is voor den
rechter van instructie ontboden, ten einde
over dit geval gehoord te worden.
Naar men verneemt, heeft de familie van
den pseudo-student schadevergoeding voor de
niet terugbezorgde overjas aangeboden. (N.R C.)
Omtrent de aanvaring van de
„Leerdam" en de „Gawquansia" deelt de direc
tie van de Ned.-Amerikaansche Stoomvaart-
maatschappy nog de volgende byzonderheden
medeDe aanvaring had Maandag-ochtend
te 2 uren, by mistig weder, dertig mylen be
noorden Noord-Hinder plaats. Waarschynlyk
had de „Leerdam" om dezelfde reden laDg-
zaam gestoomd, anders had de aanvaring
niet zoo naby de plaats van afvaart kunnen
geschieden. De kapitein van de „Leerdam"
was tydens de aanvaring zelf op de brug en
alle voorzorgsmaatregelen waren stipt geno
men. De aanvaring was zóó hevig, dat de
schepen in elkander liepen en niet konden
worden gescheiden.
Des morgens te 8 uren waren passagiers
en bemanning overgegaan in de scheepssloe-
pen, welke in de nabybeid van de „Leerdam"
bleven totdat dit stoomschip des namiddags
te 2 uren zonk. De opvarenden werden daarna
door het Fransche stoomschip „Emma",
van Havre naar Hamburg bestemd, over
genomen en Woensdag-namiddag te Cuxhaven
aan land gebracht. Van daar zyn zy gister
ochtend, onder geleide van den kapitein en
de officieren, naar Hamburg vertrokken, al
waar intusschen alles tot hunne ontvangst ge
reed was gemaakt. Allen zyn wel.
Var. particuliere zyde is een bericht ont
vangen, dat de gezagvoerder op voorbeeldige
wijze de orde tydens de ontscheping der
schipbreukelingen heeft gehandhaafd, dewyl
anders dit in volle zee, met ongeveer -150
passagiers aan boord, wel niet zonder onge
lukken zou zyn afgeloopen.
Het casco van het stoomschip „Leerdam"
was ter Rotterdamsche Beurs verzekerd voor
f 300,000, waarvan 50,000 eigen risico door
de N.-A.-S.-My. wordt geloopen. Aan vracht
penningen is overigens f 00,000 verzekerd.
De lading is voor het grootste gedeelte aan
de Beurs te Amsterdam gedekt.
De „Leerdam" had o. a. aan boord eenig
Noord-Hollandsch stamboekvoe en eenige paar
den, bestemd voor Buenos-Ayres, fraaie exem
plaren, die natuurlijk den dood in de golven
hebben gevonden. Tot de lading behoorden
ongeveer 800 ton spoorwegrails en ongeveer
1000 ton stukgoed.
De „Hamb. Börsenhalle" deelt enkele by
zonderheden mede omtrent deze aanvaring.
„De Leerdam" werd midscheeps op de hoogte
van do machinekamer door het stoomschip
„Gawquansia" aangevaren en de beide stoom
schepen zaten tot des morgens te 10 uren in
elkander verward. De „Leerdam" is toen 10
minuten nadat de schepen waren gescheiden, ge
zonken, doch van hot wegzinken van de
Eng. boot heeft men niets gezien.
De booten van beide stoomschepen, in een
paar van welke zich meer dan 100 perso
nen bevonden, werden des namiddags te
4 uren door het Fransche stoomschip Emma
opgenomen.
De passagiers Tan de „Leerdam" hebben
niets anders dan hun leven kunnen redden
en hebben van Maandag-namiddag tot Woens
dag ep het dek van de „Emma', moeten
doorbrengen, daar de ruimen van hot schip
vol lading waren.
Niet alleen koude doch ook gebrek ie er
gedurende die dagen geleden, daar de levens
middelen, die zich aan boord van de „Emma"
bevonden, niet toereikend waren voor zoovele
personen. Gelukkig waren onder de lading
eenige voedingsmiddelen.
De bomanning van het Engelsche stoom
schip bestond grootendeels uit Hindoes van
welke, naar men zegt, twee zyn verdronken.
Do bemanningen en passagiers zyn per extra-
trein van Cuxhaven, alwaar ze Woensdag-avond
zyn geland, naar Hamburg vertrokken.
Volgent eon heden by de N.-A. S.-M. te
Rotterdam iigekomen bericht, komt de be
manning van het stoomschip „Leerdam" zeer
vermoedelyk naar Rotterdam, terwyl ernstig
onderhandeld wordt over het vercere vervoer
der passagiers.
De heer jhr. Otto Reuchlin, een der direc
teuren dor „N.-A. S.-M.," welke te Corunna
aan boord zou komen, vervolgt zyn reis naar
La Plata met de Royal Mailstoamer „Elbe",
welke 24 dezer van Lissabon vertrekt.
Gisteravond omstreeks vyf uren
is te Kampen brand ontstaan in een pas
opgebouwd perceel en voor een paar weken
betrokken door den manufacturier De Vries.
By het afzenden van dit bericht was de brand
nog niet gebluscht, doch waren do boven
verdiepingen reeds geheel uitgebrand.
Een vry ernstig voorkomen heeft
de griep te Weenen aangenomen. Van de
meeste gezinnen ligt de helft te bed on in
groote kantoren, scholen on kazernen is het
getal zieken zeer groot. Honderden zieken
moeten in het algemeens ziekenhuis op ma
trassen op den grond liggen, omdat er geene
bedden genoeg zyn, terwyl by de andere hos
pitalen zich ook zóó velen aanmelden, dat
alleen de ernstige zieken kunnen worden aan-
I genomen.
Griep, dengh, influenza, al deze benamm-