N°. 9151.
JVÏaiAiixla,**- 10 I3eceiiil>ei*.
A®. 1889.
gjeze jouraat wordt dagelijks, mei uitzondering
van §pn- en feestdagen, uitgegeven.
pit nounuer bestaat uit DBIE
Bladen.
Bericlit.
Het testament van Mevrouw
De Tonnettc,
Kikeriki.
De opleiding onzer zeelieden.
3FaO'U.±XXo'£o>:ö.™
HET~GEHEii"V!~~
Leiden, 14 December.
Wtordt verwijd.)
PRIJS DEZER, COURANT
V&or Leiden per 8 ouaudenl./D.
Franco por po«t1.40.
Alioaaorl^jk® Sommen0.GÖ.
PRIJB DEB ADVRBTUN TliSN:
Ta» 1—regtl* l.W. Iod*r* r**e1 m«ec/8.17f
Grootera tetter* tuur plAttarninte. Voer hel in-
oai*eer*n b ai ten de «t*d wordt 0.1® berekend.
Bij gelegenheid van het Kerstfeest
wordt als premie aan de geabonneer;
den aangeboden:
ccn boekwerk, getideld:
door GERARD KELLER-, tegen be
taling van 25 cents.
Aan do Abonné's daarop, wordt by dit
nommer verzonden No. 12 van Kikeriki.
Wat kunnen de t ij den toch veranderen!
Vroeger (eene halve eeuw geleden) geen
dorp van eenige beteekenis, of er werd onder
was in de zeevaartkunde gegevenstuurmane
kunst, zei men in dit dagen.
Men versta dit wel.
Als we hier van dorp spreken, dan bedoelen
we daarmee niet de eerste de boste gemeente.
Neen, zjj moet op de eene of andere wyze
met de zeevaart in betrekking sraan, byv.
door hare ligging aan zee of in de nabijheid
eener havenplaats; door den scheepsbouw,
die er uitgeoefend werd; of door de vestiging
(woonplaats) van zeelieden.
Voor eene halve eeuw bloeide de zeil
vaart nog.
Wie toen met de trekschuit van Gronin
gen naar Winschoten voer, stond verbaasd
over 't groot getal scheepstimmerwerven,
die men passeerde. Welk eene drukte te
Martenshoek, Hoogezand en Sappemeer! Een
gehamer en een geklop om er doof van te
worden. Te Oude-Pekela (een dorpje, dat in
1841 ongeveer 4000 inwoners telde) waren
toen 13 scheepstimmerwerven.
't Is dan ook algemeen bekend, dat de pro
vincie Groningen oen groot contingent leverde
voor ons corps zeelieden.
Hoeveel lust bestond er toen onder de
jongelui om vooruit te komen! Haddon allen
Riet het ideaal om kapitein te worden, stuur
man voorzeker wel. Met „Meezenbroek" (hun
leerboek over de zeevaartkunde) onder den
arm en gouden ringetjes in de ooren stapten
ze in 't winterseizoen 's morgens naar de
lagere scheol.
Naar de lagere school?
Zeker, eene gelegenheid om zeevaartkundig
•nderwys te genieten, bestond op het platte
land alleen te Veeudam. Liefhebbers uit hot
Oldambt, Fivellngoo of Hunsingoo konden
daarvan niet profiteeren. Daarom bezochten
ze de lagere school.
Vooreerst was voor velen het daar gegeven
onderwas lang niet te versmaden, maar ten
tweede waren sommige hoofden van scholen
vry wel bedreven in de „Stuurmanskunst"
om de jongelui voort te helpen. Op enkele
plaatsen gebeurde bot zelfs dat by eene op
roeping van sollicitanten naar de betrekking
van hoofdonderwijzer vermeld stond„kennis
van de zeevaartkunde strekt tot aanbeveling."
Dat het den autoriteiten daarmee ernst wae,
bewyzen de rekenkundige opgaven voor het
vergelijkend examen uit dien tijd. De heer
H. Bouman, directeur der Kweekschool voor
onderwijzers en onderwijzeressen te Amster
dam, vroeger hoofd eener school te Beerta
(Oldambt) zou het kunnen getuigen, hoe hij
m6de verscheidene jongelui bij hunne theo
retische opleiding behulpzaam is geweest.
Hot moet echter gezegd worden, dat velen,
na eenig8 jaren „gevaren" te hebben, opeen
turfschip belandden, of op eene barge, trek
schuit of tjalk.
Was dit misschien reeds een gevolg van de
klad, wolke er toen al langzamerhand in de
zeilvaart kwam?
Hoe het ook zij, de stoomvaart heeft haar
verdrongen en daarmee eok gehoel andere
oischen gesteld aan de opleiding onzer jeug
dige zeelui.
't Is er echter verre van, dat in don tegen-
woordigen tijd aan die hoogere eischen vol
daan wordt.
In het zeevaartkundig onderwijs toch wordt
tot heden voorzien door de kweekschool te
Amsterdam, de zeevaartkundige school to
Rotterdam, Yeendam, Harlingen en op Ter
schelling.
Eerstgenoemde is voorzeker wel de beste,
maar ook de andere gelegenheden gaan zich
beter inrichten.
Vooreerst Groningen.
Gesteund door oen aanzienlijk rijkssub
sidie, geheel gereorganiseerd en belangrijk
uitgebreid, voorzien van een voldoend onder
wijzend personeel, heeft ze mot September
jl. reeds hare lokalen geopend voor hen, die
zieh wenschen voor te bereiden voor de ver-
de
schillende rangen van stuurlieden by
groote en klein® zeil- ei stoomvaart.
Met goedkeuring van deu minister vau
binnenlandsche zaken werd daar tot direc
teur benoemd de heer P. G. Waterborg, om
onderwas te goven in de theoretische zee
vaartkunde en aanverwante vakken. Verder
werden benoemd: tot leeraar in de wiskunde
(tevens belast mot hot onderwijs in de
stoomwerktuigkunde) do heer W. Noordoyn,
te Gorkum, gepensionneerd luitenant ter zee
late klasse; voor practische zeevaartkunde
en scheepsbouw do heer F. De Both, rustend
gezagvoerder en havenmeester te Groningen,
en voor het onderwijs in de Engelsche taal
de heor J. G. De Vries, hoofdonderwijzer
aan het instituut voor doofstommen aldaar.
T#n tweede Rotterdam.
De gemeenteraad dier stad heeft onlangs
tot eene gehe®le reorganisatie der zeevaart
kundige school besloten.
Eene jaarlyksche uitgave van f 14,000
zal daarvoor veroischt worden, waarvan
S000 ten laste der gemeente en f 6000
voor het Rijk komt. Aan hot veranderen
van het schoollokaal zal de gemeente boven
dien eeno som vaa ruim f 1500 ten koste
leggon.
In eon 2-jarigen cursus zal onderwijs ge
geven worden in wiskunde, beginsolen van
natuur- en werktuigkunde, aardrijkskunde,
Nederlandscho, Franscbe, Engelsche en Hoog-
duitsche taal, rechtlijnig teekenon, theore
tische on practische zeevaartkunde, meteo-
rologio, kennis van do scheepsstoomwerk-
tuigen en practische oefeningen.
Van eene dergelijke reorganisatie der
overige inrichtingen hebben wo nog niets
vernomen. Zond6r krachtige, geldelijke hulp
van den Staat komt mon echter tot eeno
gewenschte verbetering niet.
Maar wat niet is, kan komen.
En daar is hoop op.
De regeering toch beseft ten volle het
belang der zaak.
Het belang?
Geheel het land billijkt do geldelijke offers,
welke de Staat brengt, em te zorgen voor de
bekwaamheid van hen, aan wie schip en
lading en raenschenlevens moeten wordon
toevertrouwd. Hoe groot moet ook niet het
gevoel van veiligheid zijn, wanneer men
weet dat dit alles in handen is van men-
schen, die volkomen voor hunne taak be
rekend zijn.
En het bewye, dat de regeering dit be-
Dit blijkt vooreerst uit de subsidiën, die
ze verleent, maar ook uit de instelling, nu
eenige jaren geleden, van eene rijkscom
missie voor het afnemen der examens van
adspirant-stuurlieden ter koopvaardij.
Beide maatregelen rechtvaardigen ten
voller alles, wat er gedaan wordt om do
veiligheid van onze kostbare koopvaardijvloot
te verzekeren.
J) De Kwooliseliool voor Zeevaart te LcideD is
natuurlijk van geheel andore strekking. Deze dient
tot opleiding van wakkere jongens voor onze Konink
lijke Ncdorlandscke MariDO.
van. den Inspecteur van Politie.
115)
„Dat lost het raadsel op," merkte de heer
Hun! er aan„want indien uw oog gevallen ware
op de zeer uitvoerige beschrijving van het lijk,
die op myn aandrang m de Franscbe bladen
werd geplaatst, dan zou uwe achterdocht zeker
zijn opgewekt. De naam van uwe zuster zou
reeds voldoende geweest zijn."
„'t Was alsof er een noodlot op rustte," zeide
mevrouw Ferron. De neer Roquetto, do reiziger,
die den ellendeling te Londen ontmoette en
die de couranten wol gelezen zou hebben, is
toevallig op reis in Spanje."
„Onder doze omstandigheden mogen we 't
nog een wonder noemen," zeide de rechercheur,
„dat wy zoo spoedig achter de waarheid ge
komen zijn. Maar nu moeten wo den man te
pakken krijgen. Wanneer verwacht ge hem
terug, mevrouw?"
„Ik weet er niets van," antwoordde mevrouw
Ferron, „maar 't zal nog wel eenige dagen
aanhouden. Alcide zal 't my wel schrijven."
„In ieder geval," zeide de heer Brusel, „zullen
we tyd in overvloed hebben om een nituw be
vel tot aanhouding te verkrijgen."
lang inziet?
o onder zich en
Een talrijk publiek, waarbij schoone
geslacht ruim vertegenwoordigd was, vuldo
gisteravond de Nutszaal, om het bezielend
woord aan te hooren, dat de heer M. J. Mees,
van Haarlem, aan het belang der Zondagsrust
wijdde. Door den voorzitter, prof. Gooszen,
ingoleid, beschouwdo spr. die rust als eene
dringende noodzakelijkheid voor den lichaam
lijken, voor den verstandelijkon, maar inzonder
heid voor don zedelyk-godsdienstigen welstand
van den mensch. Op den laatston vooral liet
spr. den vollen nadruk vallen.
Eigenlijk debat werd niet gevoerd, ofschoon
de voorzitter, in zijn woord van dank aan
den heer Mees, daartoe opwekto. Alleen deed
de heer Chavannes nog opmerken, dat do strijd
niet slechts gevoerd wordt voor één vrijen
dag por week, maar wel bepaaldelijk voor den
vrijen Zondag, den dag, voor gemeenschap
pelijk genieten bestemd. De heer Van dor
Heyde schetste den werkking der vereeniging
„Zondagsrust", inzonderheid van hare Loidsche
afdeeling, die hi) in de belangstelling der
aanwezigen aanbeval.
Gedurende de tweede helft der maand
Nov. zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de
volgende brieven, welke, wegens onbekend
heid der geadresseerden, niet besteld konden
worden
J. C. Cool, Engel Co., Mej. Van Dul,
K. Engels, H. A. Langeveld, Mej. J. Van
der Klug, D. C Kramer, Wed. J. Hermann,
P. Van der Lolie, AmsterdamFeokens,
Gouda; Mpj. J. G. Smit, Mevr. A. Keiser,
's-Gravenbago; Mej. M. Huisman, Leiden;
G. Van Holteren, Rotterdam; P. Van Hoe
kelen, Warmond; Moj. M. Domkof, niet ver
meld; Briefkaarten: J. Den Hoed, Am
sterdam; Woel. Van Vuuren, Rotterdam.
Brieven, verzonden goweest naar Duitsch-
landHermans, Akennaar Frankrijk
Compagnie Franco-Hollandaise, Mirambeati
naar Indlö: K. Van Slooten, Salaliga.
Ik zal er zoo spoedig mogelyk zorg voor
dragen. In den tijd, die ons nog rost, moeten
we een plan beramen en wachten. Ik zie niet
in, dat wjj iets kunnen doen."
„Vóór alles, mevrouw," raadde de heer Hun-
ter, „vóór alles moet go dit bözoek geheim
houden, evenals de verschrikkelijke ontdekking,
die ge gedaan hebt. Z*lfs uw echtgenoot
mag er niet 't minste van hooren vóór zijne
terugkomst."
„Ge kunt op my vertrouwen," mompelde
mevrouw Ferron. „Ik hield te veel van Made
leine om er niet naar te verlangen, dat zij
gewroken wordtO, waarom is zij ook ge
trouwd met dat monster! Onze arme vader
was er al tyd tegen en gaf slechts toestem
ming na Madeleine's herhaalde smeekbeden.
Waarorn verzette hij zich niet met m9er
kracht! Hy vermoedde niet, dat zyue toestem
ming haar doodvonnis zou wordon!"
Zooals Brusel terecht had opgemerkt, was
er niets anuers te doen dan te wachten. De
drio vrienden betrokken kamers in een hotel
en hielden zich zoo kalm mogelyk. Mevrouw
Ferron had den rechercheur de drie bewuste
brieven ter hand gesteld. De stukken, die de
schuld van Sint-Alba ontwijfelbaar vaststelden,
waren natuurlijk van onberekenbare waarde.
Brusel durfde ze dan ook zelf3 niet aan de post
toevertrouwen, maar behield
verzond slechts de afschriften aan zijn chef,
den hoer Norfolk, en aan de justitio te
Sandbank.
Hij had natuurlijk niet nagelaten, mevrouw
Ferron herhaaldelijk de noodzakelijkheid om
het diepste stilzwijgen te bewaren onder het
oog te brengen. Dit bleek echter niet noodig
te zijn. Mevrouw Ferron hield trouw haar
woord: zij vertelde niemand iets en deed,
alsof er niets gebeurd was.
Op deze wijze verliepen er verscheidene
dagen. De drie vrienden hielden zich b9zig
met de merkwaardigheden van Tours. Zij
verdreven daarmede niet alleen den tijd, maar
volgden tevens den besten weg om de nieuws
gierigheid der leegloopers te ontgaan, waar
voor vooral Bru sol zeor bevreesd was. Indien
Sint-Alba, zooals te verwachten was, in
Tours nog vrienden of kennissen had achter
gelaten, konden dezen hem wellicht on
willens en onwetend eeno waarschuwing
doen toekomen, dio het geheele plan van
den rechercheur in duigen zou doen vallen.
Van tyd tot tyd zocht hy mevrouw Ferron
op om te hooren, welke tijdingen zy van
haren man had ontvangen. De reizigers had
den Lyon en verscheidene- andere hoofd
plaatsen van de zijde-industrie bezocht en
jCtsreaossrcs:ïtjsstj T- -rr-rr-i-7ryy7iwrr||rini>-iBnr--i--ii""7---
overal hunne pvaatregelen getroffen, die het
grootscho plan van Sint-Alba moesten bevor
deren. Ferron's brieven waren zeer kort en
toonden duidelijk aan, dat hy geheel van de
groote onderneming vervuld was en voor
niets anders ooreu of gedachten had. Het
was hem onmogelijk te zeggen, wanneer zy
zouden terugkomen. Zy hadden nog heel wat
te doen.
Voor den detective waren deze korte
briefjes echter volkomen voldoonde. Hy zag
er tot zyne groote vreugde uit, dat Sint-
Alba en z\jno vrouw zich geheel veilig
waanden en dat zy derhalve zonder de
minste achterdocht to koesteren te gelegener
tyd in Tours zouden terugkomen. Dat was
hem het voornaamste.
De heeren Hunter en Duvivier waren in-
tusachen lang niet zoo rustig. De eerste
verlangde niets liever dan een eind aan de
zaak te maken, terwijl de Franschman zich
over zyn nichtje bezorgd maakte en den angst
niet van zich kon weren, dat er eon of ander
onge'uk zou gebeuren.