Eerstc-Hamcr-overzleht. Op den laataten dag der voortgezette be raadslaging ever de Schoolwet heeft de minister Mackav in een breedvoerig betoog de wet verdedigd, en uiteengezet dat deze wijzigiDg het noodzakelijk gevolg was van den toenemenden tegenzin tegen de neutrale school en de behoefte aan bijzonder onder wijs. De schoolstrijd bedierf de politieke at mosfeer. Dit ontwerp geeft groote voordeelen ook voor het openbaar onderwijs. En wat de bezwaren betreft, het premiënstelsel zal zeer nuttig werkenschoolbezoek kan ook zonder leerplicht zeer bevorderd worden kleine, slecht georganiseerde bijzondere scholen zjjn niet te verwachten. De wet geeft waarborgen ganoee dat de subsidJén goed besteed zullen worden. Aan den wensch van den heer Kappeyne van de Coppelle om liever wijziging van art. 192 der Grondwet voor te stellen, kan hy niet voldoen. De anti revolutionairen zulleii trouw blijven aan hunne zorg voor het bijzonder onderwijs, maar dankbaar de Staatshulp aan vaarden. Zjj wenscben de kindereu niet dom te houden, maar het geestesvoedsel tevens te doen strekken tot heil hunner ziel. De heer Fransen van de Putte verklaarde voor de wet ie zijn, by de erkenning van den toenemenden tegenzin tegen de neutrale schooi geene gevaren te duchten en vertrouwen te stellen in de toezeggingen der Regeering. Van de uitvoering toch zal veel afhangen. Spr. hoopt en vertrouwt dat deze minister niet gehoor zal geven aan hen, die er eene eer in stellen vyanden te zyn van het open baai' onderwijs. Dan zou er een revirement kqonen, waarin het ontwerp en de minister zouden ondergaan, dan zou men zich vinden tegenover eene vastberaden meerderheid ook in deze Kamer. Dan zou er zyn by de mis leiden en bedrogenen eene diepgevoelde teleur stelling. De heer Van Weideren Rengers zal, ge trouw aan het einde jaren door hem inge nomen standpunt, is 's lands belang mede werken tot verzoening in een stryd, welke niet verdwijnen zal, maar die z(jn bitter karakter zal verliezen. Met Grondwetsherzie ning heeft spr. Diet mede willen gaan, maar de broederhand reiken wilde hy wel. Veel had hy ln de wet anders gewenscht, maar hp ziet er een voordeel in, dat het byzonder onderwijs beter zal werden, en dat is voor hem van overwegenden aard. Gerekend moet worden met het félt, dat het openbaar onderwijs niet allen voldoet, en nu is het In 'elands belang,dat het bijzonder onderwys verbeterd worde. Verdeeldheid en godsdiensthaat vreest spr. van de school niet; die komen van elders. De ondervinding leert dat mannen, die het vaderland de grootste diensten bewezen en die brave burgers zpn, komen zoowel van de bijzondere ais van de openbare school. Spr. verklaarde, vertrouwen stellende meer in raen- schen dan in wetten, dus ook in de eeriyke uilvoering door de Regeering en in bare be lofte om schoolbezoek te bevorderen en leer plicht voor te bereiden, te zullen stemmen -vóer de wet. De hoer Van Alberda repllceerende, ontkent dat by do kinderen heeft willen stellen tegen over de ouders, alsmede dat hy onverdraag zaam zou zyn, want wordt de wet aangeno men, hy zal het verkrygen van subsidie zoo veel mogeiyk bevorderen. Hy houdt het Grond wettig bezwaar volde Grondwet kent twee categorieën van onderwys, openbaar en vry, eene derde niet. Omdat deze wet ie tegen de belangen van het onderwys in het algemeen, zou spr. persisteeren by zyue stem tegen de wet. De heer Van Tienhoven was vóór het eit- Verp, omdat daardoor het grondwettelyk recht op openbaar onderwys, dat Diemands gods dienstige gezindte kwetst, niet wordt gekrenkt en het algemeen belang niet wordt geschaad. De flnantiëele regeling was voor spr. wel aon bezwaarhy acht het »iet in 't belang des lands weder een nieuwen greep te doeD in de regeling der gemeentehuishoudlng. De nood der gemeenten is niet te wyten aan al te weelderige uitvoering der schoolwetten, maar aan de voortdurend» gropen van den Staat in da t-omeente-financiën. Xntusachen, het aut~,elp i3 (j00r de overgangsbepaling in opzicht verbeterd. De schoolgeldheffing ie ook een bezwaar, niet om het bedrag, maar omdat de wetgever met dit voorschrift gaat zitten in 't gestoelte van den Raad. Intusschen, ook in andere wet ten is dit geschied, en omdat spr. practisch geene ernstigo govolgon vreest, vooral na de geruststellende verklaring, dat de Regeoring niet dwingen zal, ziet hy geene bedenking in dit artikel. Hy vraagt slechts of de Regeering, als eene gemeente weigerachtig is een hooger schoolgeld in te voeren, die niet straffen zal door onthouding van de Ryks-uitkeoring. (De minister schudde ontkennend met het hoofd Dan is spr. tevredeD. Een voordeel ziet 3pr. hierin, dat uit ge meentekassen niet mag worden gesubsidieerd daardoor wordt hersenschimmig de vrees, dat do stryd zal komen in de gemeenten. Doch te dien opzichte vraagt spr. of armbesturen subaidiën kunnen geven; hy meent van niet en hy hoopt In dien zin eene verklaring te krygen. In 't maatschappelyk belang, mag spr. de wet niet afstemmen. Dat oenige kinderen zullen overgaan naar 't byzonder onderwys, is geene ramp, en dat onverdraagzaamheid daardoor zal worden aangekweekt, vreest spr. niet. Vat de gevolgen zullen zyn der wet, den val der opeobare school vreest hy niet, want zy is geworteld in 't hart der natie, zooals ook uit de adres beweging blykt. De heer Vening Meinesz gaf ook zyner- zyds oene beschouwing over de geschiedenis der Grondwet en kwam op tegen de vyandige houding, tegen de sektenschool ingenomen. Wel dweept hy niet met sektenscholen en is groot voorstander der openbare gemengde school. Maar de vraag is alleen, of de sekten- school mag bestreden worden op grond, dat zy minder goed i3. De gemengde school mag geen wapen zyn tegen de sektenschool. Het is niet goed, dat men ze daarvoor laat dienen. Ten slotte vroeg hy aan den minister hoever de bevoegdheid gaat om vacantia te geven op de byzondere gesubsidieerde scholen en of het do bedoeling ie scholen voor heel- en halfvolwassenen, van jongelingsvereenigiDgen byv., uit te sluiten. De heer Van Gennep handhaafde zyne methods van grondwete-uitlegging tegenover die van den heer P|nappel. Overigens vroeg hy eenlge inlichtingen over de evenredige 8choolgeldheffïog, waaromtrent hy de Regee ring liefet wenscht te houden aan hare ver klaringen in de andere Kamer. De heer Van Swinderen verheugde er zich over dat de minister met hem de inmenging der politiek in den schoolstryd afkeurt. Spr. zegt ook namens vele medestanders, tegen te stemmen uit plichtsgevoel en betrsurt het dat de heer Van de Putte en diens vrienden niet aan zyae zyde staan, maar by en zyne vrienden kunnen niet andere en zeggenfais ce que dais, advienne quepourra. De minister beantwoordde nog enkele vragen. Hy deed opmerken, dat volgens art. 46 vele gemeenten meer zullen krygen dan zy nu ontvangen. De aanspraak op de by- dragon gaat niet verloren door niet-nakoming der gemeente van de verplichting tot echool- geldhefflng. Op de vraag of burgerlyke armbesturen subsidie kunnen erlangen, kon de minister niet met één enkel woord antwoorden, omdat de werkkring dior instellingen zeer verschil lend is. Op de vraag of eene school, die 9 maanden vacantie houdt, subsidie krygt, ant woordde de minister dat dit eene ontduiking der wet ware; dan zou subsidie niet gewet tigd z(jn. Jongeiings-vereenigingen zullen wei geen 18 uren schoolhouden en- vallen dus vanzelf buiten 't subsidis. Ten aanzien var.- 't evenredig schoolgeld meent de minister dat ty eon gering aantal kinderen- 't schoolgeld- niet over dezen moet worden omgeslagen voor het geheele bedrag der kosten, waarna de- discussie werd gesloten. Eindeiyk viel de beslissing, waarnaar in do laatste weken met zooveel hoop- sn met zoo veel angstige spanning werd uitgezien. De- uitslag van den stryd, welke ona- andere zoo- kalme volk in beroering bracht, is bekend. De Onderwyswet werd met 31 togen 18 stem men aangenomen. Van de 50 leden, waaruit de lente Kamer tegenwoordig is samengesteld, behoor en de zes loden uit Noord-Brabant, de drie leden uit Limburg, de twee leden uit Utrecht en drie van de zes leden uit Gelderland, -tus samen 14, tot hetgeen men de rechtaeayde kan noemen. Van deze veertien was er één, de heer H. M. Smits, afgevaardigde uit Noord- Brabant, wegens ziekte afwezig. De overige dertien stemden natuurlyk allen vóór. De zes en dertig meer of minder liberale ledon waren allen aanwezig. Van hen verklaarden zich juist evenveel vóór als tegen het ontwerp. Do tegenstemmers waren als volgt ovor de vorschillon.de provinciën verdoold' Gelder land één van de 8 (do heer Coenee), Zuid- Holland 3 van de 10 (de heeren Vlielander Hein, Muller en Van der Goes), Noord-Holland 5 van da 9 (de heeren Kappeyne, Bultman, Prins, Donker en Pynappel), Zeeland de twee afgevaardigden Moolenburgh en Sn, Friesland 3 van de 4 (de heeren Breuning, Van Swin deren en Van Ey3inga), Groningen 2 van de 3 (de heeren Alberda en Welt) en Drente de twee afgevaardigden Van Lier en Ds Vos van Sleenwyk. De drie leden voor Overysel stemden allen vóór. Van de 18 tegenstemmers hebben er 12 aan de discussie deelgenomen, terwyi het totaal aantal sprekere niet minder d.m 24, dus ongeveer de helft van het getal loden, bedraagt. Vóór stemden de heeren: Melvill Van Lyndon, F. Van Nispen, Ragout, Van Tien hoven, Van Akerlaken, Van Royen, Henget, Huydecoper van Maarsseveen, De Bruyn, Viruly, Smits van Oyen, Stork, Blussé, Vening Meinesz, Van Gennep, Verheuen, Pyls, Rengers, Van Nagelt, Van der Breggen, Blydenstein, Fransen van de Putte, Wertheim, Van Pallandt, Thooft, Van Zuylen, Magnée, L. Van Nispen, Inainger, Smitz, en de voorzitter (de heer Van Naamen van Eemnee). De beslissing is in zooverre nog gunstiger voor de Regeering dan in de Tweede Kamer, daar gistere» de helft der liberale leden voor stemde; aan de andere zyde van het Binnen hof slechts 17 van de 43 aanwezigen. Hoewel de Koning ten aanzien van dit wetsontwerp nog geone daad verricht heeft (het werd ingediend toen h6t koninkiyk gezag tydeiyk werd waargenomen door den Raad van State), is het wel waarschyniyk dat Z. M. de Terelschte bekrachtiging aan het ontwerp Diet zal onthouden. In het verslag der zitting van den vorigen dag worden den heer Kappeyne van de Cop- pello de woorden in den mond gelegd, dat ,door deze wet (de Schoolwet) de anti-revo- lutioonaire party, fiere zonen der Geuzen, den bsdeimantel aanneemt." Ook sommige andere bladen maken eene dergelyke vergissing. Blykens de meer uitveerige verslage» heeft de heer Kappeyne echter gezegd„In dien de anti-revolutionnaire party in deze wet borust, heeft zy de hulp by de stembus be taald met hare eer en haar geweten. Zy, dio zich kinderen der fiere GeuzeD noemen, hebben van die Geuzen niets bewaard dan den bedelnap." De Eerste Kamer is geseheiden tot Maandag 16 Dec., wanneer aan de orde zal zyn de ConsigDatie-wot, de benoeming van een com mies-griffier en ds behandeling der Indische begrooting. Gemengd Nienwa Esn buitenbewoner, dio per as hedenmiddag omstreeks één uur van- Leiden naar zyne woonplaats terugkeerde on- snnoo- dig hard voortreod, geraakte met zyn rijtuig in botsing met een handwagen van een-man, op welken wagen een vat petroleum en eenige brandstof lagen. De aanryding had plaats aan het einde van de Heerenstaaat, naby de elbot, en de scbeh, door haar teweeggebracht was zóó hevig, dat een en ander op en door het Ijs dier aloet terechtkwam. Bereidvaardige handen baalden alles, 'ie- halve den vloeibaren last, weer spoedig- op het droge. Zy, die aldus hulp-boden, vormden een sterk contrast met den. zoo haastigen boer, die Wykbaar van oordeel was dat eone spoedigs verwijdering van zijn persoon van de plaats des- onheils voor hem het raad zaamst was. Dit moge- door hem nlek. 3(in misgezien, tóch is het te hopen dat h^ bekend woede en er met sjjn onverantwoordeiyk hard rijlen maar niet op deze eenvoudige wyze afkome. Er zyn op genoemden Zoeterwoudschen weg reeds meermalen ongelukken door het te hard ryden voorgevallen. Men geve nu eens een good voorbeeld! In het bericht omtrent do ver miste jas> staat in ons nummer van gieieren o. a. dat de kofflehuishouder verklaard heeft dat uit sy« koffiehuis ia gestolen een pakje. Dat gestolen moet zya gehaald. Tusschen de bemanning van ds Schevenlngscbe bomschuit „Jacobs" reedor AT. Groon, schipper Minnekers Roos en de bemanning van da vischsloep „Osiende 61" lieoft dezer dager, op de Noordzee een formeel gevecht plaats gehad en wel naar aanleiding van een diefstal van netton en touwwerk, l door de sloep ten nadeele van de bomschuit gepleegd. Do Scheveninger3 riepen do hulp in van vier in haut nabyheid liggende schuiten, wisten met hun allen aan boord Tan de sloep te komen, van waar men hen met stukken hout en steenkool wierp; zy bereikten evenwel hun doel en noodzaakten door hunne overmacht den schipper van de sloep zelfs tot het teekenen v»n een bewya van den nettendiofstal. Fad.) Het ïyk van den heer L. V., deur waarder by de rechtbank te Amsterdam, is gistermorgen in het Tondelpark opgevischt. Eenige maanden geleden werd hy in zyn ambt geschorst. De menschen schynen tegen woordig zóó weinig te bewaren te hebben, dat zy geene brandkast kunnen gebruiken. De Chatwoodsbraudkaat, by de laatste ver loting der Holl. Mpy. van Landbouw te Haar Iem op No. 6050 gevallen, is althaas nog niet afgehaald. Giitermorgen is teGroningen een achromeiyk ongeluk voorgevallen. De schoenmaker R. O., van Nieuweschans, arriveerde aldaar met den eersten trein, ten einde zyne ernstig ziek zijnde vrouw, die in het academisch ziekenhuis verpleegd wordt, te bezoeken. Eerst wilde hy echter nog eene boodschap in de atad doen en sloeg daartoe den weg naar het Heereplein in. Toen hy by de brug over het verbindingskanaal kwam, was de brugwachter juist bezig die af te draaien. Niettemin trachtle O. haar toch nog zoo spoedig mogelyk te paseeeren. Die poging mislukte echter niet alleen, maar bovendien werd zijne onvoorzichtigheid zyn ongeluk. Hy toch geraakte daarby tusschen de brug en een lantaarnpaal bekneld, waarvan eene ernstige kneuzing in den buik het gevolg was. Zeer spoedig daarna was de heer chirurgijn Reyenga ter plaatse, op wiens advies de onge lukkige, zoo spoedig doeniyk en wel ln hope- loozen toestand, werd overgebracht naar ds plaats, waar ook zyne vrouw aan het ziekbed gekluisterd ligt. Te Zyldyk, gemeente 't Zandt, ontstosd brand in de boerderjj van den heer L. Huizing»; 27 stuks hoornvee, 14 paarden en eene groote party graan zyn eene prooi der vlammen geworden; alleen een gedeelte van de behuizing is gespaard gebleven. Een en ander ie, naar men zegt, laag verzekerd. Do „Indép. beige" bevestigt het bericht, dat het boek, waarin Stanley z|)ne lotgevallen zal verhalen op z|jn goheeren tocht tot bevryding van Emin-pacha, reede vooraf door de Londensche uitgevers Marston Co. voor 40,000 pd. st. (d. i. 480,000) ia gekocht. Het ia dezelfde firma, die indertijd het werk van dr. Mackenzie over keizer Fre- deriï uitgaf, en het was aan oen harer leden,, dat Stanley een zijner jongste brieven zond. Overigons krygt Stanley, voegt het blad er bg, geene geldelyke belooning voor zyne expedities. De prys van zyn boek, welke door de uitgevers is vastgesteld, is zyne eenige belooning. Voor het verhaal zijner vorige reis ontving Stanley ƒ200,000. De Engelsche bladen deelea weer twee brieven mede over Stanley en Emin-pacha. De eene brief is van den heer Jepheon, ge schreven aan het Albert-Nyanza, en geeft eene eehets van de wanorde, welke tydens Jephsons verbiyf by Eosin-paeha te AVadelaï heerssbte. De andere brief is van Stanley en werd den 3sten Sept. 1888 te Batundu aan de Ituri-rivier geschreven. Deze brief be vat -uitvoerige byzonderheden over Stanley's ontdekkingen tydens zyne rele en bevestigt hetgosn de reiziger reeds in zyne vorige brieven over zyne ontmoeting met Etein mededeelde. AVanneer men leest welke greoto gevaren Emim-pacha gelukkig heeft doorstaan, aoowel gedurende Stanley's afwezigheid als op den door dezsn geleiden terugtocht, da» is het dubbel tragisch te vernemen, welk ongeluk hem, den dag na zyne behouden kemst aan da kust, getroffen heeft ten gevolge van de ■verzwakking van zijn gezichtsvermogen. Dat gisteren door <ns vermeide treurige ongeluk vormde eene schrille tegenstelling met de vrougde, waarmede kort te voren de beide reizigers te Bagamoyo waren ingehaald. De stad was geheel versierd; eerepoorten waren in de straten opgericht en palmtakken wuifden uit elk venster. Majoor Wissmann deed 18 kanonschoten afvuren en in zyn hoofdkwartier werd de» reizigers een feest maal aangeboden, waarby Wissmann op Stanley on de Duitsche consul, de heer Stei- fonssnd, op de koningin van Engeland dronk. Stanley dankte met warmte. Bewogen sprak hy van zjjne soldaten, wier beenderen in bat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 6