Ns. 9145.
JM&cinclag; O £>eceinX>e:r.
A0. 1889.
|in (jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
ran <gon- ea fieestdagea, uitgegeven.
Leiden, 1 December.
Feuilleton.
~HET GEHEBiVi
LEIDSCH
DAGBLAD.
PBUB Dim OOU*AlfTl
Liidn ptr t wmtoil.li
per port.f IM,
Mommen...IJl.
pkua mm adyxbtsnthuc
Th 1—4 »g»U l.N. I«der« r«g«l mwS1H-
Ortotm UU.n war rlaaUrvinU. Tmt kat Si-
buiteo da rtad wordt 0.14 I
Aan den gemeenteraad leggen B. en We.
oyer het adres van de afdeeling Leiden en
omstreken der Maatschappij tot bevordering
der Bouwkunst, met het versoek om een
subsidie uit de gemeentekas ten behoove van
den door haar uit te schrijven wedstrijd voor
handwerkslieden en leerlingen in Leiden en
omstreken.
Met het oog op het doel, door den wed
strijd beoogd, achten B. en Ws. eene finan-
tiëele medewerking door de gemeente alles
zins gereohtva&rdigd, zoodat zjj niet aarzelen
voor te stellen om te besluiten dat, wanneer
de wedstrijd een tekort mocht opleveren,
daarin door de gemeente tot een bedrag van
hoogstens f 700 zal worden bijgedragen.
Te zijner tijd zal alsdan, zoo noodig, een
voorstel worden ingediend tot verhooging van
het betrekkelijk art. der begrooting voor 1890.
Be bijlagen van het adres, waaronder be
hoort eene begrooting van ontvangsten en
uitgaven, zijn in de Leeskamer ter inzage
van de leden nedergelegd.
Evenmin als bjj den hoofdonderwijzer
van de Leerschool bij de Kweekschool voor
Onderwijzers bestaat er b(j B. en Ws. bezwaar
tegen de inwilliging van hst verzoek van
Uej. J. M. Dijkman, om ontslag uit hare be
trekking van derde onderwijzeres aan de
Leerschoel, waarom zij den gemeenteraad in
overweging geven het gevraagd ontelag eer
vol te verleenen ei zulks, ingevolge haar ver
zoek, met ingang van 1 Januari a. s.
Ook stellen z(j voer aan den heer L. K.
Harmeen een eervol ontslag te verleenen als
tijdelijk lector aan de Gemeente-Inrichting
tot opleiding van O.-I. Ambtenaren, met ingang
van 1 Januari 1890, daar hij aich verplicht
ziet naar Indil terug te keeren, om aldaar
zjjn dienst te hervatten.
Onder overlegging van de betrekkelijke
stukken, geven zij tevens in everweging aan
Dr. P. Yan Romburgh eervol ontslag te ver
leenen als leeraar aan de Kweekschool voor
Onderwijzers, met ingang van 1 Januari 1890,
met het oog op zyn a. s. vertrek naar India.
Bedankt is voor het beroep naar do
Nederl.-Geref. (doleerende) gemeente alhier
door den heer Fernhout, te Zwartsluis.
De door het hoofdbest*ur der Holland-
sche Maatschappij van Landbouw benoemde
commissie tot het uitbrengen van rapport
omtrent de oprichting eener verzekering-
maatschappij tegen brandsohade, bestaat uit
de heers mr. D. Yisser Yan Hazerswoude,
te Amsterdam, voorzitter; D. F. A, Bauduin,
te 's-Gravenhage; H. De Bie, te Botterdam;
K. Czn. De Boer, te Assendelft; J. Van der
Breggen Azn., te Leiden; P. J. A. De Bruine,
te Zwijndrecht; mr. H. P. De Kanter, te
Brielle; S. C. Korteweg, te MiddelharnisP.
F. L. Waldeck, te Loosduinen, secretaris.
De gemeenteraad van Noordwykerhout
heeft een subsidie voor de wedstrijden van
handwerkslieden en leerlingen te Leiden c. a.
toegezegd tot eon maximum-bedrag van
f 25, onder dien verstande dat er 10 am
bachtslieden uit genoemde gemeente deel
nemen aan den wedstrijd.
Mocht dit getal onverhoopt minder zijn,
dan zal het maximum bedrag niet kunnen uit
gekeerd worden.
Ingaande 1 Januari 1890 zijn te Zoeter-
woude benoemd tot brandmeester aan spuit
No. 1 de heer A. Van Tilburg en tot plaats
vervangend brandmeester de heer J. Reewijk.
Tot bode en telegrambesteller te Haar
lemmermeer is bensemd Arend Voorneveld.
De afdeeling der Koninklijke Academie
van Wetenschappen, bestemd voor de taal-,
letter-, geschiedkundige en wysgeerige weten
schappen, zal hare gewone vergadering houden
op Maandag 9 dezer.
Onderwerpen van behandeling zijnVerslag
van de heeren Naber en Pleyte over de ver
handeling, aangeboden door den heer Leemans.
Verslag van de heeren Fruin en Fockema
Andre® over de verhandeling van den hoer
3. Muller Fz. Nieuwe lezingen ln de Eerste
Partie van Maerlant's Spiegel Hlstoriael.
Tweede bijdrage van den heer Verdam.
Van goederhand verneemt het „Hbl."
dat aan het Rjjk voor don bouw van een
nieuw Paleis van Justitie te Amsterdam op
nader te bepalen voorwaarden, aangeboden
is een gedeelte van terrein van de voormalige
Hollandsche gasfabriek aan de Weteringschans.
Wellicht dat door dit aanbod wijziging komt
in het niet zeer bevredigend regeoringsvoor
stel tot verbouwing van hot Paleis van Justi
tie en het bouwen van een gebouw voor de
kantongerechten naast de gevangenis.
Zooals men weet, treedt de wot van 5
Mei jl., „houdende bepalingen tot het tegen
gaan van overmatigen en gevaarlijken ar
beid van jeugdige personen en vrouwen",
op 1 Januari e. k. in werking.
Door de artikelen 5, 7 en 11 dier wet is
aan de Regeering de bevoegdheid verleend,
bjj algemeenen maatregel van bestuur (dus
nadat de Raad van State is gehoord), voor
bepaalde bedrijven uitzonderingen te ver
gunnen omtrent de uren, door de wet be
paald voor het begin en het einde van den
arbeid der beschermde personeD, omtrent
hot verbod van arbeid op Zondag en de ver
plichting om in de op te hangen lijst de
werkuren te vermelden.
Met verlangen wordt door de nijveren, die
zich naar aanleiding van die artikelen tot
de Regeering hebben gewend, uitgezien naar
de afkondiging dier besluiten. Naar het „A.
H." verneemt, zullen z(j in den loop der
volgende week in de Staatscourant worden
opgenomen.
Dezer dagen is verschenen het laatste
nommer van den negenden jaargang van het
„Maandblad uitgegeven door de Vereeniging
tegen de Kwakzalverij," welke jaargang de
eerste is, die vanwege het nieuwe bestuur
is geredigeerd, nadat de heeren Bruinsma de
redactie hadden neergelegd. Een exemplaar
van dit Maandblad wordt gratis toegezonden
aan ieder, die het aanvraagt b(j den secreta
rie-penningmeester der Vereeniging, den heer
G. B. Schmidt, apotheker, Binnengasthuis te
Amsterdam.
In dit nommer wordt uitvoerig gehandeld
over de Electro-Magnetische Medahe Carolus
en de Magneto-Galvanische Batterij, waarmee
zeker reeds velen onzer lezers zullen kennis
gemaakt hebben, door middel van eene circu
laire, welke, franco per post, aan tal van
personen in ons land is toegezonden. Verder
bevat het Maandblad eene belangrijke ont
hulling omtrent de werkzaamheden van de
z. g. oordoktersNicholson, Simpson, Mountain
en anderen, terwijl enkele kleinere artikelen
doen zien hoe men, in het buitonland, togon
do kwakzalverij optreedt. Onder de „herhaaldo
waarschuwingen" wordt het een en ander
over de Pain-Expeller en over dr. Retau's
zelfbewaring meegedeeld.
Wie over een dezer onderwerpen nader
wenscht ingelicht te worden, kan dus, door
aanvraag van een gratis-nommer, zijn wenscli
bevredigd zien.
In het jaar 18S3 heeft de directeur der
Rijkspostspaarbank, de heer A. Sassen, een
overzicht (in de Fransche taal) van die nut
tige instelling gegeven ton behoeve van de
bezoekers der koloniale tentoonstelling to
Amsterdam, en van de buitenlandse!® re
geeringen, die om inlichtingen vroegen. Sedert
dat jaar heeft de Spaarbank al meer en moer
aan hare roeping voldaan de inlagen zijn
van ruim 3 tot over de 40 millioon ge
stegen en is menige verbetering aange
bracht. Toen nu dezen zomer te Parijs het
congres voor de „instellingon van voorzorg"
weder vergaderde, heeft de heer Sassen zioh
beijverd eene tweede uitgaaf van zjjn „Mé-
moire" te bewerken, waarin da geschisdenis
en de toestand der Postspaarbank tot het
begin van dit jaar worden geschetst.
Men ziet daaruit dat op 1 Juli 1889 het
getal hoofdkantoron en hulpkantoren, waar
inbreng kan geschieden, was gestegen tot
1185. Op SI Maart 18^9 was het getal
inlagen (sedert 1 April 1881) gestegen tot
2,868,988, voor een bedrag van f 41,440,724
op 277,714 boekjes, dat der uitbetalingen
tot 562,952 voor een bedrag van 27,587,124
(waarbij f 52,062 rente). Het tegoed bedroeg
op dien dag ruim ƒ14,910,000 op 213.902
boekjes.
Onder dagteekening van den 26sten
October jl. heeft het bestuur der „Soeka-
boemische Landbouw-maatschappjj," geves
tigd te Soekaboemi, een adres geriebt aan
den minister van koloniën, waarin het de
redenen ontvouwt waarom, naar het oordeel
van het bestuur, voortaan de unit voor kina
basten van het gouvernement van Neder-
landsch-Indië behoort te worden gesteld op
èen minimum van 15 cents voor fabrieks-
b&steD.
Het stoomschip „Prins Willem I" ver
trok 29 Nov. van Paramaribo naar Amsterdam;
de „Prins Maurits" arriveerde 30 Nov. van
Amsterdam te Paramaribo en 6 Dee. van daar
te Demarara; de „Merapi," van Rotterdam
naar Batavia, vertrok 6 Dec. van Suez; de
„Rotterdam" vertrok 5 Dec. van Nieuw-York
naar Rotterdam.
De gewone audiëntie van den ministor
van justitie zal op Dinsdag 10 dezer niet
plaats hebben.
Bi) koninklijk besluit is, met ingang
van 1 Januari 1890: lo. aan den luitenant
kolonel A. L. Van Loon, op z(jn verzoek,
eervol ontslag vertoond uit z(jno betrekking
van militie-commissaris in Drente, behoudens
aanspraak op pensioen2o. tot militie-com
missaris in Drente benoemd de gepension-
neerde kolonel W. Schuurman.
Aan mejuffrouw L. Schamel, geboren te
Belm (Pruisen), mits zy overigons aan de
daartoe by de wet gevorderde vereischten
voldoet, vergunning verleend tot het geven
van lager onderwijs.
De heer A. W. Nieuwenhuis, arts, be
noemd en aangesteld tot officier van gezond
heid der 2de klasse by het personeel van
den geneeskundigen dienst van bet leger in
Nederland8ch-Iudië.
van den Inspecteur van Politie.
103)
Deze sinjeurs herkenden hem dadelijk. Het
waren beiden personen van zeer opgewekten,
zelfs vroolyzen aard, en zjj groetten Robert
zóó vriendelijk, dat hy geheel verbaasd was,
daar hy 't toch was, aan wien zy hun tegen
woordig verblijf in de gevangenis te danken
hadden. Maar zoo is dat volkje: z(j erkenden
ten volle dat by zyn werk even goed gedaan
had als zy 't hunne. De fortuin had hun
parten gespeeld en niets meer.
Eén van hen riep, zoodra h(j Robert zag:
„Wat weerga, kameraad, ben jij daar? Dit is
eene alleraangenaamste verrassing. Hoe is 't
met je schouder? Ik hoop toch dat jo er niets
kwaads van overgehouden hebt?"
De ander grijnsde met den mond van het
eene oor tot het andere en hij maakto eenige
danspassen, tbt hem dit belet word door een
nydigen cipier, die hem by den kraag vatte
en in zijne cel wierp. Daar zü gewoonlyk bui
tenshuis werkten, zag Robert hen niet dikwijls.
Hy hoorde echter, dat zy tot de ondeugendste
gevangenon behoorden, zware lastposten voor
hen, die belast waren met de taak, om hen
te bewaken.
Intusschen was de toestand van Jacob
Stanley er wel iets op vooruitgegaan. Robert
had den dokter gesproken en hem ernstig op
het hart gedrukt, iets voor den man to doen.
Het gevolg hiervan was geweest, dat Stanley's
zaak de aandacht trok. De versche lucht,
waarnaar hy zoo verlangd had en waarvan
het gemis zyn gestel aantastte, werd hem
gegeven. Te zwak om in de steengroeven to
werken, had hy, zooals de moeeten van zyn
geslacht, veel slag om met paarden en vee
om te gaan, en daarom werd hy aan 't werk
gezet op de boerdery. Een paar dagen waren
voldoende om eene opmerkelijke verandering
by hem teweeg te brengen. Zyn eetlust keerdo
terug, zyne geestkracht herleefde en zyn ver
magerd gelaat werd ronder en minder lyk-
achtig. Jacob wist natuuriyk zeer goed, aan
wien hy deze veranderingen te danken had
en op zyne manier was hy Robert uitermate
dankbaar.
Eindeiyk kwam de dag, waarop word toe
gestaan, dat de veroordeolda den brief zou
ontvangen, welken men hem als straf ont
houden had. Robert was or niot by tegenwoor
dig, toen hy hem kraag,xzaar hy zag Stanley
des avonds, toen do gevangenen spys ontvingen.
Stanley's gelaat was donker, zyne oogen
puilden hem uit het hoofd, zyne handen beef
den en dikke, opgezwollen aderen vertoonden
zich op zijn voorhoofd.
„He! Wat beteekeut dat nu?" riep Robert
uit. „Ik dacht dat die brief u zooveel genoe
gen zou doen; ge hebt er zoo naar verlangd
en nu ziet ge er nog slechter uit dan te voren 1"
„Die schurk 1" was alle3, wat de veroordeelde
met moeite kon uitbrengen.
Zyn gelaat was vaalbleek geworden. Hy
deed blykbaar moeite zyne drift te bedwingen.
„Die schurk I" herhaalde hy en vervolgde
toen op zachter toon
„Hy laat haar aan haar lot overl Zy ïydt
gebrek de arme vrouw 1 Och God, dokter,
begryp my tochzy ïydt gebrek 1"
„Gebrek 1 Wie ïydt gebrek?" vroeg Power.
„Mgne vrouw, myne arme vrouw 1" ant
woordde de andere wanhopig.
„En wie laat haar' gebrek lyden?"
„Hydie kerel 1Hy, die het beloofd
had, die er zich toe verbondon had haar en
mg te helpen!"
„Ik begryp u niet, Stanley 1 sprak Robert
bedaard. „Vertel mij wat er is."
Maar de Zigeuner gaf geen antwoord. Met
woeste gebaren liep hy de bekrompen ruimte
van zyno cel op en neer, ouder het mompelen
van driftige uitdrukkingen in zyne Zigeuner
taal, waarvan Powor natuuriyk geen woord
verstond.
„Het is uit! Ik wil niets meor mot hem te
maken hebbenriep hy uit, zyne gebalde vuist
schuddende. „Nooit! Nooit meorl..."
Verscheidene malen achtereen herhaalde by
zyne onverstaanbare vorwenscbingen. Hy
kwam eerst langzaam tot bedaren, toen zyne
oogen die van Power ontmoetten, welke hom
in al zyne bewegingen waren blyven volgen.
Zyne gedachten schenen een anderen keer
te nemen. Hy bleef voor Robert staan en
greep hem by de hand.
„Gy zyt goed voor my geweest, doktert"
hernam hy kalmer, „ofschoon ik het waarlyk
niet aan u vordiend hebl Maar ik zal het a
vergelden, en daarom luister, dokter I De man,
die my en Bessie, dat is myne vreuw, op
stookte, was niemand anders aan de kleine
Karei, myn boezemvriend, toen we nog jon
gens waron 1"
„Wat bazel je toch, man?" vroeg Power,
die hem wel begreep, maar oeno duidelyker
bekentenis wilde uitlokken.
Wordt vtroolqd.)