DAGBLAD
N5. 914;
"Vïdidias: December.
A0. 1889,
Sint-Nicolaas.
$eie {jouraat wordt dagelijks, m«t uitsondering
van <gon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 5 December.
Feuilleton.
HET~GEHEIM
PRIJS DEZER COURANT:
▼oor Laidwü par S maanden.......1.14,
Franco per post1.40.
Aiaondcrlijk» Nomman.IM.
De kinderen hadden dagen te veren over
het genot gesproken, dat de goede Sint hun
verschaft. Zy verblijdden zich dat de goede
Sint zyn jaarlykschen tocht weder zou aan
vaarden, om allen, die zoet en braaf z(1d,
blijde te makeD.
Ook hen, die eiken dag kunnen krjjgen,
wat hun hartje maar begeert? Zeker, ook
z(j z()n vatbaar voor blijdschap, als hek Sint-
ÏNicolaasfeeat alom gevierd wordt. Zij mogen
taiet zooveel hebben aan de lekkernijen, welke
8jJ andera ook wel krijgen, en met de vole
geschenken zjjn ingenomen, welke hun daarbij
ten deel vallenzij verkeeren niettemin even
zeer onder don bljjden indruk van het kin-
d*rfestljn. Dat de goede Sint onderscheid
maakt tuesehen rijke en arme kinderen, door
den eereten veel en den laatste» weinig of
niet. te geven, - ale, dat ie iete, dat zjj Diet
kunnen verklaren, zoo zjj niet aireede weten
dat de goede Sint reed» vele, zeer vele jaren
er niet meer is, en dat aedert zy» dood de
oudere doen, wat hjj weleer zoo uitnemend,
zonder onderscheid te maken, deed.
Maar du deze de taak van don goedon
Sint hebben overgenomen, is het licht te
vorklaren dat arme ouders, hoe graag zjj het
ook zouden willen, onmogelijk kunnen doen,
wat rjjken ouders zoo gemakkelijk valt. En
zoo komt Set, dat rjjke kinderen veel en arme
kinderen weinig of niets krijgen. NietB?
Helaas 1 Er ziln enkele kinderen, voor wie
de Sint-Nioolaasdag ale elke gewone dag
voorbijgaat. Het z|n de kinderen van dood
arme oudora. Dezen kunnen geene lekkernijen
koopen, want zjj zouden hun anders geen
brood kannen geven, ja moeten het ooms
uit hun eigen mond «paren, om het den
hunnen te verschaffen. Een bewjja genoeg,
dat het onderhart ook voor die kinderen
klopt, maar hoezeer het hun spijt, den alge-
meenen feestdag voor de kinderen onopgemerkt
voor de hunne te moeten doen voorbijgaan,
zie, daarentegen, hunne oegen eens schitteren
van blijdschap, als hunnen kinderen eenige
verrassing wordt bereid door gegoede oudere,
die wat voor hen kochten.
En dat gebeurt. Er ajjn er, die daarin hunne
vreugde vindon. Zulke kinderen mogen wel
eens den klomp bij gegoede lieden uitzetten,
evenzeer als kindaren van welgestelde ouders
het doen, ook bjj aanverwanten en goede ken
nissen. Nog altjjd bl(jft de meeniDg onder de
kleinen bestaan, dat de goede Sint hun de
ns&sga
lekkernijen en geschenkjes verschaft. Zjjn
oude knecht staat hem bjj dat werk trouw
ter zijde. Menig kind zoekt vroeg zijn bedje
op, en met de gedachte aan de komende
dingen vervuld, slaapt het eindelijk in, maar
is vroeger dan gewoonlijk uit do voeren, om
te zien, wat de goede Sint gereden heeft.
En met de lekkernijen in de hand, hoort meu
het joDge volkje weer de geliefd. Sinterklaas-
deuntjes neuriën en spoeden atj zich naar
vader en moeder, die inmiddels van het ge
stommel zjjn ontwaakt en getuige moeten
zijn van hunno vrooltjkheid, die ook h.n bljjde
stemt. Ja, het Sinterklaasfeest toovert blijd
schap op de gezichten der kinderen. En wijl
kindervrienden niets liever zien, hebben zjj
zioh in vele onzer groote gemeenten vereenigd,
om aan honderden kinderen een gezamenlijk
kinderfeest te bereiden, waar Sint-Nicolaas in
eigen persoon met zijn ouden, trouwen knecht
versehjjnt, om ken op allerlei lekkers te ont
halen. Geen schrik verspreidt zjjne verschijning,
gtl|jk wel daar gezien wordt, waar iemand
met barache stem en rinkelenden ketting zich
als zoodanig voordoet, zoodat men verstandig
handelt den zoodanige den toegang tot zijns
kinderen te beletten, omdat de schrik slechte
gevolgen voor hen zou kunnen hebben, geljjk
er voorbeelden zijn, dat dit warkelijk het
geval is geweest. Neen, de Sint-Nicolaas, dis
voor die breede kinderschaar zich vertoont,
is de goedheid in eigen persoon, zoodat zijne
komst in hun middon een gejubel uitlokt en
blijde gezichten te aanschouwen geeft, een
voldingend bewijs, dat geen feest zoo de kin
deren verheugt, als de viering ven het Sint-
Nico laas-feest.
Toch zjjn er geweeBt en ze zijn er wellicht
nog, die het vieren van dat feest om hunne
eigenaardige gevoelens afkeuren, m**r al hun
pogea heeft in deze richtiug niet. mogen
baten. Het jonge geslaeht is met dat olond
kinderfeest te zeer iagenomen on de gelegen
heid om een algemeen kinderfeest te organisee-
ren, verdient veeleer verdubbeld te worden, dan
geheel in onbruik te raken. Nu, voor hst laat
ste behoeft geene vrees te bestaan. Bakkers,
banketbakkers, winkeliers en allOD, die een
goeden afzet van hnnne waren op dien dag
hebben, zullen met de kinderen wel zorgen,
dat de goeden Sint in oes land in eere zal
blijven.
Het Smt-Nicolaasfeest is bij uitnemendheid
een kinderfeest, en zijn er kinderen, die we
gens armoede hunner ouders niet in de kinder
vreugde mochten doelen, hier biedt zich voor
allen, dio de bljjdsehap zoo algemeen mogelijk
wenschen te maken, eene welkome gelegen
heid aan om ook de zoodanigen te verblijden
en al wie dat doen, toonen aan de ouders,
dat er harten onder de meergegoeden zijn,
die aan hunne spruiten in liefde denken.
Menige moeder ontlokte dat een traan van
dankbaarheid, die aan hare oogen ontwelde.
Ja, zjj leert haren kinderen, als zjj zoo iets
ontwaart, met achting over hen spreken,
met wie, zij in stand zoo veel verschillen en
menigeen, die gewoon is met barsehheid over
de rijken te oordeelen, werd door baar tereebt-
jezet en met beslistheid zeide zjj, dat zg bi)
ondervinding weet, hoe goed menig keer de
rijken zijn. Niets stemt de arme moeder zoo
gunstig den te ervaren, dat men veel met
haar kroost opheeft.
En het voorbeeld der gegoede ouders, die
alsoo bandelen, werkt ook weldadig op hunne
eigen kinderen, want er z|jn voorbeelden vaa,
dat desea uit eigen beweging eenige lekker
nijen afstanden aas arme kiaderen, teem zjj
sagen, dat bunse ouders oek voer dezes wet
overhebben.
Het joDge geslicht in deze voor ts gaan,
strekt ook ten zegen van eigen en anderer
kroost.
Sint-Nicolaas is niet alleen voor het jonge
volkje, maar ook voor menigeen van hen, die
reeds lang den kinderschoenen zijn ontwas-
Bohen, een blijde dag. De velen, die op den
Sinterklaasavond dê talrijke winkels bezoeken
en er een kykje nemen, doen niet enkel
inkoopen voor kinderen. Eenige artikelen, die
zt) koopen, worden voor ouderen bestemd,
wien z|J een bewijs hunner liefde en toege
negenheid willen geven in de» vorm van
allerlei surprises, welke met innig welgeval
len door de geadresseerden worden in ontvanget
generaen. Zy, die hunne eüënteele bedienen,
weten er van te spreken en zulke beeoekers
zjjn hun niet minder welkom. Vandser dat
menigeen sok artikelen tentoonstelt, die sist
voor jonge kinderen zyn bestemd en toch een
geeden aftrek vinden vóór Sint-Nicoiaae.
Met voldoening werden de kykjes, in dit
blad vermeld, wat de onderscheiden winkeliers
te koop aanbieden, zoo deor dezen als door
hunne afnemers gelezen, en deze kykjes zy'n
zoovele gidsen om koopers te bezorgen door
he» tot een bezoek aan te sporen.
Moge ieder hunner ook over den goeden
afzet zyner artikelen op dit Sint-NlcolaasfeeBt
tevreden zjjn, alsook ieder, hetzy kind of oudere,
over hetgeen Sint-Nicolaas weder onder het
bereik of liever in het bezit van elk heeft
gebracht. Dan zal het blyken dat de kjjkjea
FBXJB DUB ADVEETHNTTElNl
Tea 1— regels I.Oi. Ieders regel meer/0.1Tb
Grootsn letten assr plaatsruimte. Voor bet Is-
seist eten baltaa de stad wordt 110 berekend.
bevorderiyk zjjn gowoest aan eene blyde stepn-
ming op den ouden, maar gelukkig niet ver
ouderden Sint-Nicoiaasdag.
Voor het examen Fransch, akte middel
baar onderwys A, is geslaagd de heer H. L.
De Haas, van Leiden.
De uit Oo8t-Indië teruggekeerde 1ste
luit. F. Van Wyk is ingedeeld by het 4de
reg. inf. en komt den 13den Januari a. s. te
Leiden in garnizoen.
Door de Leidsche Hulpbank is in de
maand November, onder borgstelling, een be
drag uitgeleend van ƒ9115.
Hedenmorgen werd voor het front der
troepen van de '2de afdeeling van het 2de
regiment veld-artillerio de bronzen medaille
voer 12 jaren trouwen en eerlyken dienst
uitgereikt san den korporaal-zadelmaker J. J.
Van Bysluge, alhier in garnizoen.
De Rjjnlandsehe Stoomtram vervoerde in
de maand Oct. 11. tusschen Leiden en Katwjjk
24,220 personen, met eene opbrengst Van
8624.72; het goederenvervoer en diversen
bracht 575.58"/, optotaal 4200.30'/,. Van
af 1 Januari tot en met uit*. Oct. 1889 bedroeg
het aantal vervoerde reizigers 270,894, met eene
opbrongst van 42,963.02het goederen
vervoer en diversen bracht ƒ4322.21'/, op,
totaal 47,285.23'/2l zynde per dagkilometer
17.28'/,.
Van de by het 4de reg. inf. nieuwbe
noemde officieren zjjn de 2de luits. L. F.
Duymaer van Twiet en W. J. Prins inge
deeld bj) het 5de bataljon van dat corps te
Gouda, en de 2de luit L. F. F. Vogel Dy
het 8de bataljon ts Haarlem.
De officier vaa gezondheid 1ste kl. dr.
H. F. A. Sass» van hst corps genietroepen
wordt m«t 1 Januari a. a. overgeplaatst by
het 4de regiment infanterie te Haarlem.
Bjj de hervatting van de behandeling
der Indische begrooting iu de avondverga
dering der Tweede Kamer ep 4 Deeembor
bracht de heer Goekeop bezwaren in tegen
de bestemming van het oude, dikwyls gere
pareerde 8toom8ehip „Banda" tot opnemings
vaartuig ten dienste vao de hydrographie en
VToeg of daarover de adviezen van de hydro-
graphen waren ingenomen. Do minister ver
onderstelde dit laatste en verdedigde de ge
schiktheid van de Banda" voor opnemings-
vaartuig.
Het hoofdstuk „uitgaven in Indië" werd
zonder stemming aangenomen.
By de „uitgave» in Nedsrland" verklaarde
van den Inspecteur van JPolitie.
101)
„Ja," zeide de gevangene, naar lucht snak
kend en niet in staat om ran ztyne verbazing
te bekomen.
„Thans kan je zien, waartoe ge mjj ge
bracht hebt door ja schurkenstreek," zeide
Robert Power ernstig. „Aanschouw den man,
wiens levensgeluk je verwoest hebt, door je
vervloekte leugens!"
Het was of het verzwakte lichaam van
Stanley door eene stuiptrekking doorboord
werd, maar hjj gaf geen antwoord.
Het was nu tyd om de oei binnen te gaan
en het brood werd aan de gevangenen ge
bracht. Daar Robert hierbij de behulpzame
hand moest bieden, bestond er geene gelegen
heid om het gesprek voort te zetten. Naar
later, toen alles weder rustig was en toen de
cipiers zei ven ook waren gaan eten, opende
Robert de cel van Stanley, zoo zacht mogo-
ïyk, en hjj trad binnen.
De veroordeelde' had zjjn maal bjjna niet
aaDgoroerd. Gedurende zijn vorbljjf in de ge
vangenis was hij over hot algemeen steeds
een slechts eter geweest. Steeds was hjj zeer
tevreden met het rantsoen, uat hem voorgezet
werd, maar heden had hjj nog minder trek
dan andera. Zjjne ontmoeting met den dokter
had hem geheel in de war gebracht.
„GjJ komt ongetwjjfeld om mjj te bespotten,"
zeide bjj. „Iedereen krjjgt zjjne beert en gjj
hebt thans de uwe. Het leven is hier zaer
hard en ik vermoed, dat gjj 't nog wel wat
ergor zult maken. Gjj ault wel telkens rapport
over mij indienen."
„Ik ben niet van die soort," antwoordde
Robert, volkomen begrijpende wat do veroor
deelde vermoedde, waardoor zjjn toestand nog
oneindig veel ellendiger zou worden dan thans
het geval was.
„Indien ik deed, wat gjj veronderstelt, zou
't niets meer zjjn dan hetgeen je verdiend
hebt. Je hebt echter niets anders te deen
dan je goed te godragendan zal ik je geen
moeite of last veroorzaken. Ik zie wel dat je
zwaar genoeg gestraft bent. Je ziet er uit,
alsof je op 't punt bent van te sterven."
„Ik ben dóór en dóór ziek, dat is de waar
heid," snikte Stanley. „Ik heb niet de minste
kracht meer om mjj over het leed heen te
zetten. Dit levea doodt rujj."
„Als go je ziek voalt, waarom ga je dan
niet naar het hospitaal?" Yroeg Robert. „D&n
zou ja 't toeh beter hebbeD."
De gevangene schudde ontkennend met het
hoofd. „Neen, 't is niet in 't hospitaal, waar ik
herstel zou vinden. Waaraan ik behoefte heb,
is versche lucht en ik moet geruetgeeteld
worden, 'tls de zorg, die mjj een langzamen
dood doet sterven."
„Wat hebt ge dan voor zorgen, terwjjl ge
in de gevangenis vertoeft?"
Stanley maakte opnieuw eene ontkennende
beweging met het beofd. ,'tZjjn ook geene
zorgen in do gewone beteekenis," zeide hjj:
„'t is de gedachte aan haar, die zoo zwaar
op mjj drukt. Ik weet 't, dokter, gjj zjjt mjj
niet vriendschappeljjk gezind, na hetgeen wjj
u gedaan hebben, maar ge zondt niet kunnen
wenschen, dat iemand zich ellendiger voelde,
dan ik mjj nu gevoel."
„Bedoel je, dat je ongerust bent over je
vrouw?" vroeg Robert.
Dezen keer maakte Stanley een toestemmend
gebaar met het hoofd, waaruit bleek, dat thans
de juiste gissing was. gemaakt.
„Over haar beu ik bezorgd. Op zjjn laatst had
ik veertien dagen geleden een brief van haar
moeten krjjgen. Maar William, de eipieriudo
werkplaats, plaagde mjj on bracht mjj ertoe, hem
in drift een klap te geven. Er werd rapport van
mij gemaakt en ik verloor twaalf goede merken
en do kans om iets van baar te hoores."
»e gevaDgene bedekte zjjn gelaat met de
handen. Zjjne gedachten waren geheel vervuld
met de vrouw, van wie hjj gescheiden was
en a-an wie hjj zeo innig gehecht scheen.
Robert Power liet Diet na, dit punt op te
merken, en het vervulde hem met de hoep,
dat het niet zoo moeiljjk zou zjjn, als het
scheen, om zich met Stanley te veretaan. In
den toestand, waarin deze verkeerde, was 't
oDgetwjjfeld 't verstandigste, hora vriendeljjk
te behandelen, hetgeen niet moeiljjk was, daar
hjj medeljjden gevoelde met den ongelukkige,
't Lag niet in Roberts karakter wraak te
nemen op iemand, die reeds zeo zwaar ge
straft was.
„Wat aoudt ge er van zeggen," zei hjj, na
eenige minuterf gezwegen te hebben, en- elk
woord goed wikkende, „als ik je eens oenig
nieuwe kon melden van je vtouw
„Gjj?'' riep de Zigeuner met schitterende
oogen.
„Ja," antwoordde Robert.
Potseling echter vatte de veroordeeldo arg
waan ep. „Gjj zult een loopje met me nemen,"
zeide hij njjdig. „Ge tracht me te tergea. Ik
begrjjp 't. welge kwaamt hier om eens met
my te spelen."
{W#r&. vtrvoh-i.)