N°. 9132 Zaterdag; 23 Noyember. A0. 1889. Que (QouTint wordt dagelijks, met uitzondering ran <gfin- en feestdagen, uitgegeven. F'enilleton» HET GEHEBM LEIDSCH DAGBLAD. PBXT8S DEZER OOTOAHT: Tm» IMlm p« i mutia1.10. rum pn p*d1.40. Kommen.0.04. PRIJS DHR ADVBRTHNTI1IN: Vaa 1—6 r«g«ls 1.05. Ieder® regel meer 0.171. Grootore letten uu plaaWrulmte. Yoor hot in- OMseenn buiten de etad wordt 0.10 berekend. Met 1 December begint een nieuw kwartaal van het Leidsch Dagblad. Zij, die zich nu reeds op deze Courant abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. Een gedenktecken tc Delftshaven. Weinige maanden geleden is in de Ver- eenigde Staten van Noord-Amerika een ge- denkteeken verrezen ter eere van de „Pil grim Fathers," de mannen van Britsche af komst, die, om der geloofswille, uit hun vaderland naar Nederland waren uitgeweken en van daar in 1620 naar Amerika ver trokken, waar zy ter plaatse, waar nu New- Plymouth ligt, landden. De kerk der Inde- pendenten is door hen in de nieuwe wereld gesticht. De „New-York Tribune" van 12 Sept. meldt dat het plan bestaat, ook een gedenk- teeken te plaatsen te Delftshaven, waar de uitgewekenen zich hebben ingescheept. Naar aanleiding daarvan brengt de heer v. Z. v. N. (Van Zuylen van Nyevelt) in het „Haagsche Dagblad" in herinnering, hoe in de 16de eeuw de Britsche uitgewekenen hier te lande eene schuilplaats vonden. 't Eerst geschiedde dit na de geloofsver volgingen, die onder koningin Maria plaats hadden. Na haren dood keerden de uitge wekenen in hun vaderland terug, waar zij, onder den invloed van hetgeen zi) van de Doopsgezinden in Nederland geleerd hadden, zich ten deele van de Engelsche Staatskerk afscheidden. Dit gaf tot nieuwe vervolgingen aanleiding en wederom weken de vervolgden uit naar Holland, waar zy onder Ainsworth te Amsterdam eene schuilplaats vonden. Een deel sloot zich aan by de Doopsgezinden, anderen vormden oen eigen kerkgenootschap en vestigden zich in 1609 onder John Ro bertson te Leiden. Elf jaren daarna vertrok Robertson met een honderdtal zijner aan hangers, van Delftshaven uit, naar de nieuwe wereld, waar zy, die als de „Pilgrim Fa thers" nog altpd hoog geeord worden, de kerk der Independenten stichtten. In 1877 werd te Leiden in het huis, door Robertson bewoond (het Persynshofje in de Kloksteeg), vanwege het nationale concilie der Ameri- kaansche kerken, een gedenksteen met op schrift gemetseld. „De Amerikanen hebben eene groote piëteit voor de stichters hunner gemeenten", zegt de heer v. Z. v. N., „en Leiden wordt door velen hunner bezocht om met eigen oogen de plaats te zien, waar de Fathers hun gods dienst geoefend hebben". Vandaar dan ook het voornemen, om te Delftshaven, van waar de Fathers naar Ame rika uitzeilden, eene gedenkzuil op te richten, die gelpk de „N.-Y. Tribune" zegt „op sympathieken bodem zal verrijzen en een volk niet onaangenaam zal zyn, welks groote, rechtmatige trots nog steeds wortelt in Willem van Oranje en de Republiek der Vereenigde Nederlanden". Gemengd -N iou \vs. Voor de Haagsche rechtbank stond gisteren terecht een 20-jarige koetsier, beklaagd van op 10 Sept. 11. uit een winkel aan de Hemsterhuisstraat te 's-Hage, waar hp kleine inkoopen kwam doen, te hebbon weggenomen en zich wederrechteiyk toege- eigend een zestal tafellakens, en zulks terwijl nog geen vyf jaren waren verloopen sedert hp eene tegen hem uitgesproken gevangenis straf had ondergaan. Het O M. vorderde bekl.'s veroordeeling tot S maanden gevangenisstraf. De verdediger, mr. P. F. L. Verschoor, meende dat het wettig bewys ten deze niet was geleverd. Uitspraak over acht dagen. In de strafzitting van het gerechtshof te 's-Hage werd tevens o. a. de volgende zaak behandeld. Een jongmensch .van 22 jaren stond terecht als beklaagd wegens diefstal en wel omdat hp ten behoeve van zyn zwager, die koopman is en eenige kleedingstukken op afbetaling had verkocht, van den kooper die kleederen terugvorderend wegens wanbetaling, in zyn y ver om de belangen zyns zwagers te behar tigen, de verkochte voorwerpen zou hebben medegenomen. De advocaat-generaal mr. Telders meende dat hier geen spr ike kon zyn van arglist, noch van voornemen tot toeëigening, en requi- reerde vrijspraak. De verdediger, mr. Van Praag, zyr.e vol komen instemming betuigende met het geno men requisitoir, meende toch nog één enkel punt te moeten releveeren, nameiyk, dat, blij kens de stukken, de kleederen door den kooper in handen van den beklaagde waren gesteld zoodat ook nooit van diefstal, alléén van ver duistering had kunnen gesproken worden. Evenwel was het na het genomen requisitoir niet meer noodig om aan te toonen dat hier ook geene verduistering kon hebben plaats gehad. De rechtbank te Heerenveen heeft den notaris De Vries, te Munnikeburen, wegens verduistering, tot 3. maanden gevan genisstraf en ontzetting uit zyn ambt ver oordeeld. Wiebenga, beschuldigd van brandstichting in het armhuis te Drachten, werd door die rechtbank vrygesproken. De arrondissementsrechtbank te Maastricht heeft de drie bakkersknechts, die in de vorige week terechtstonden ter zake van meineed in eene strafzaak, veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf met ontzetting voor den tyd van 5 jaren van het recht om ambten te bekleeden. De rechtbank beval bovendien hunne gevangenhouding. Gistermorgen is in de draaiery van de werkplaats der Staatsspoorwegen te Zwolle de door stoom gedreven steen, waarop het yzer gepolyst wordt, aan stukken gespron gen. Een stuk vloog door het dak, een ander verbrpzelde het hoofd van den werkman B. van Breemen. De ongelukkige laat een vrouw en drie kinderen achter. Te Elberfeld is een groot socialis ten-proces begonnen, het omvangrykste van dien aard, dat tot dusver in Duitschland is gevoerd. Er zyn 91 personen uit verschillende streken van Duitschland bp betrokken en 468 getuigen zyn opgeroepen. Op enkele uitzon deringen na, worden de gedaagden beschuldigd in de jaren 1883 tot 1888 deel te hebben ge nomen aan eene geheime vereeniging met het doel, door de regoering genomen maatregelen door onwettige middelen te verhinderen. Bebel wordt als leider der beweging beschouwd. In een moeras ten noordwesten van Milaan, in de buurt van Somma Lombardo, is eene paalwoning ontdekt, die in vele op zichten verschilde van andere, welke in Opper- Italië en Zwitserland zyn gevonden. Do woning bevond zich onder eene veenlaag van 1 meter dikte en was een rechthoekig gebouw van 80 M. lengte en 30 M. breedte. Men vond o. a. halfgebrande planken, die blykbaar van boomen gespleten waren, zonder dat eene zaag was gebruikt. Aan enkele der palen, waarop het gebouw stond, had men de takken laten zitten, om ze dus als ladders te bezigen. Ook werden gepolyste steenen bylen, eenige pyl- spitsen, messen en onbewerkte steen met sporen van vuur gevonden. Enkele voorwer pen waren blykbaar door wevers gebruikt. Diegenen onzer landgenooten, die te Parys geene schoone vrouwen genoeg zagen en die ia den waan verkeerden op het concours de beauté, in de Avenue deNeuilly, iets byzonder schoons te zien, zal het wellicht interesseeren wie door de meerderheid der stemgerechtigde bezoekers als „de" schoonheid, of liever de schoonheden zyn gestempeld, want er waren twee afdeelingen, eene natio nale en eene internationale. In de eerste afdeeling zyn de meeste stemmen behaald door mile. Fanny Fottikarosch en in de tweede door miss Amy Krauss (No. 22 van den cata logus). De berichtgever van het „Vad." ver klaart dat ook hy op laatstgemelde „beauté" gestemd zou hebben, indien zy niet vlak voor de stemming door te geeuwen een mondje had laten zien, dat eenige herinnering aan zekere dieren uit het land der pyramiden op wekte. Niet galant uitgedrukt, zal men zeggen, maar men stelt zich immers niet ten toon om galante taal te hooren? Aan boord van het Italiaansche barkschip „Immacolata" heeft eene ontploffing plaats gehad. Het schip had te Marseille eene lading petroleum aangebracht van Nieuw-York en was nu bezig eene lading gemengde goe deren naar Nieuw-York in te nemen. Men heeft het schip gedeeltelyk vol water laten loopen. Het heeft door den brand weinig ge leden; alleen is de cement beschadigd. De ontploffing was veroorzaakt door petroleumgas. Men vreest dat het stalen bark- schip „Rosalind," dat 70 dagen geledon van Aspinwall naar Mexico vertrok, met man en muis zal zyn verongelukt. Een paar dagen na het vertrek van bovengemeld schip streek een cyloon over de Golf van Mexico, waar door vele schepen zonken, en men vermoedt dat met de „Rosalind" hetzelfde gebeurde, dewyl het schip reeds twee maanden ter plaatse van bestemming had kunnen zyn. De peiBonen, beschuldigd van nalatigheid in verband met het spoorweg ongeluk van Röhrmoos, hebben te München terechtgestaan. De wissolwachter en twee andere beambten, door wier schuld de trein op het doode spoor kwam, met het gevolg dat by het daardoor veroorzaakte ongeluk 9 personen gedood en 10 gewond werden, zyn schuldig verklaard en tot gevangenschap veroordeeld. De stoomboot „Scythi a", v a n d e Cunardlyn, heeft op hare reis van Boston naar Liverpool zwaar weer gehad. Op 13 en 14 dezer woei een ware orkaan, welke meer dan eens eene zware zee over het dek wierp. By Queenstown zag men eene stoomboot, welke blykbaar in gevaar verkeerde. Vermoedelyk was het de „Dalmally" van de Mersey met eene lading katoen, voor Galveston bestemd. van den Inspecteur van Politie. 75) Het zal onzen lezers dan ook niet verwon deren, dat onze vriend, na zyne nieuwe ont dekking, het eerst aan zyn chef dacht, als den man, by wien hy de meeste hulp en de krachtigste ondersteuning kon vinden. Zyne verwachting zou niet beschaamd worden. Reeds den volgenden morgen, na Brusels bezoek aan de woning van den hoofdinspec teur, kon men in diens wachtkamer in Scot land-Yard drie personen byeenvinden, die op het teeken wachtten om by den heer Norfolk te worden toegelaten. De eerste van hen was de detective Tom Brusel, de tweede onze vriend Robert Power, terwyl de derde niet alleen in deze omgeving een volslagen vreemdeling bleek te zijn, maar ook in houding en kleeding geheel den buiten lander verried. Het was een man van zekeren leeftyd, hoewel sterk en gezond en van betrekkelyk nog jeugdig voorkomen. Zyn peper-en-zout- kleurige knevel en sik gaven hem een krygs- haftig uiterlyk, hetwelk ongetwyfeld niet weinig verhoogd werd door de kleine, vuur- roode rozet in het bovenste knoopsgat van zyne gesloten zwarte jas, hetwelk hem dade- lyk als een ridder van het Legioen van Eer deed herkennen. Uit het gesprek,dat tusschen de drie mannen in het Fransch gevoerd werd, bleek duidelyk, dat de vreemdeling in eene groote mate van spanning en verontwaardi ging verkeerde. „Wel, mijnheer 1" herhaalde Brusel voor de zóóveelste keer, „ik kan u niet zeggen, hoe bly ik ben, dat u hier gekomen is! Geloof me, wy zullen alios voor u doen, wat wy kunnen, en de zaak zal goed afluopen, want myn chef zal ons helpen. Hy zal ons zoo dadelyk te woord staan en dan komt alles in orde." „Ik ben u beiden hartelyk dankbaar, ge loof me!" antwoordde de vreemdeling. „Ik kon niet verwachten hier dadelijk zooveel hulp en zulke goede vrienden aan te treffen. Ge- weet niet, hoe dat bericht my geschokt heeft! Achl mijn Hemel! myn Hemel! dat arme kind van zulk eene misdaad te beschul digen. Gy kondt even goed uwe koningin Victoria van den moord aanklagen als mijne arme, lieve, zachte Charlotte! 't Is onge hoord „U kunt zelf niet meer van mejuffrouw Duvivier's onschuld overtuigd zyn, dan wy het zyn!" viel Power hem in de rede. „Ik behoefde haar slechts met één blik te zien, om daarvan de heilige zekerheid te krygen!" „Ach! maar dat arme kind!" jammerde de Franschman, die ontroostbaar scheen. „Wat moet ze niet uitstaan! Waarom kan ik niet by haar wezen Ik wilde haar toch zoo gaarne laten weten, dat haar oude oom gekomen is, om haar te helpen en haar te redden uit de handen van die schurken, die haar zoo iets durven aanwryven." „Gy zult juffrouw Duvivier zeer spoedig kunnen zien en spreken, hoop ik!" hernam Power, innig aangedaan by het zien van de smart van den ouden man. „Maar wy moeten voorzichtig zyn, mynheer Duvivier, en daarom verheug ik er my met myn vriend Brusel in, dat ge de goede gedachte hebt gehad, eerst bier te komen, vóór ge naar Sandbank gingt!" „Toen ik het telegram van dien goeden mynheer Hunter kreeg," hervatte de Fransch man, „heb ik alles te Rouaan in den steek gelaten, om zoo spoedig mogeiyk hier te komen. Gy hadt me uw adres gezonden, en t09n ik vanmorgen - zooals ge weet in Londen aankwam, dacht iklaat ik eerst naar hem toegaan; dan hoor ik het spoe digste de byzonderheden van het vreeselyk gevalI O God! ik ben nooit in myn leven zoo geschrokken!" „Het is zeker eene vreeselyke geschie denis," merkte Brusel op, „maar go moet den moed niet laten zinken, mynheer, als ik u een raad mag geven. Uw nichtje is onschuldig, dat weten wy alle drie, en onschuldige menschen worden in ons land zoo gauw niet veroordeeld; reken daar maar gerust op!" „Jawel, jawel 1 Maar wy moeten niets ver zuimen!" antwoordde de heer Duvivier, nog verre van gerustgesteld. „Mynheer hier," ver volgde hy, op Power wijzende, „heeft my gezegd dat er zeer bezwarende vermoedens tegen myne arme Charlotte bestaan. Ik be- gryp dat niet. Maar dat geheim moet wor den opgehelderd. Myn gansche vermogen staat tot uwe beschikking. Is er voorloopig geld noodig, zeg maar hoeveel. Wil ik beginnen met duizend gulden?.... Ik heb er alles voor over! Laat er toch niets ver zuimd worden! Is duizend niet genoeg?.... Zeg twee, zeg twintig duizend! 't Kan my niet schelen." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 5