§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (gon- en feestdagen, uitgegeven.
N". 9125, Vrijdag X«5 TVoveiïïlbev. A*. 1889.
Wt Hommer hesteet wit TWES
Bleiea.
Leiden, 11 November.
Feuilleton.
HET GEHEIM
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 mstfidenf 1./0.
Pr&nco par port1.10.
Afeocderlgte Nommen.0.06.
PRIJS DER ADVBRTBNTIBN:
Yin 1—6 regel* 1.01. Iedere regel meer ƒ0.17}.
Grootere lettere neer plee te ruimte. Toer het in*
eeeeeeren buiten de eted wordt 0.10 berekend.
DAGBLAD.
Aan de unirereiteit alhier is met gunstig
gevolg het doctoraal examen in de rechten
afgelegd door den heer W. Dicke, van Dor
drecht.
De ry der Volksbyeenkomsten werd gis
teravond geopend. De nieuwe regeling en eeno
andere zaal waren ongetwijfeld oorzaken, dat
het aantal dor belangstellenden niet in zulk
een grooten getale vertegenwoordigd was als
dit andere jaren het geval is.
Het wekte toch eenigszins onze verwonde
ring, nu weer onze onde, alom bekende lezer
de heer R. Koopmans Van Boekeren het
spreekgestoelte zou beklimmen.
Spr. wjjdde het eerste gedeelte van den
avond aan eene beschouwing over de verschil
lende beteekenissen en soorten van tranen.
Met aandacht volgde men deze belangwek
kende lezing, welke menigmaal een hartelyken
lach in het leven riep. Nog meer echter was
dit het geval, toen spr. na de pauze eene voor
dracht hield over de verschillende wijzen yan
zingen.
Uiterst voldaan keerden de aanwezigen
huiswaarts, den spr. menigen dankbaren blik
toewerpend voor het verstrekte genot.
Onze geachte stadgenoot, de kenner
onzer letterkunde, professor dr. Matthias De
Vries, is 11. Zaterdag 69 jaar geworden. Nog
één jaar dus slechts, en de wet beveelt dec
taalvorscher zyn hoogleeraarsambt neer te
leggen, zeker tot niet weinig leedwezen van
de studenten, die van zjjn onderwijs in de
Nederlandsche taal genieten.
Den 28sten dezer zal het veertig jaren
geleden zjjn, dat de hoogleeraar zjjn ambt
aan de hoogeschool van Groningen aanvaardde,
om daarna in 1853 der Leidsche academie
tot Bieraad te gaan strekken. En niet alleen
onze academie, maar alles wat het voer-
niddel van onze gedachten lief heeft. Die
28ste November zal dan ook zeker niet ver
geten worden in den lande, niet vergeten
worden by onze Zuidelijke naburen.
Toch zal alles kalm en eenvoudig geschie
den. Hoewel de stichter van het groote Neder
landsche Woordenboek zijne colleges nog vrij
geregeld geeft, (wat hij ten vorigen jare
wegens ziekte slechts gedurende een deel van
het jaar kon doen) ontvangt hij zijne leer
lingen in zjjn studeervertrek. Zjjn zwakke
gezondheidstoestand maakt zulks noodzakelijk
en zal ook wel oorzaak zijn dat zijn aanstaand
jubileum in beperkten kring zal worden ge
vierd. Toch heeft zich eene commissie ge
vormd om den hoogleeraar weer officiéél hulde
te brengen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengon ter algemeene kennis, dat naar aan
leiding van art. 1, in verband met art. 66 der
Verordening op het Brandwezen, van den
15den Juni/24 Augustus 1871 (Gemeentoblad
No. 14), op voordracht van den voorzitter der
commissie van fabricage, wederom voor den
tijd van drie jaren het personeel bij de ver
schillende stadsspuiten is benoemd.
Bovendien zjjn herbenoemd tot directeur
van de brandweer de heer Adrianus Verhoog
en tot adjsnct-dirocteur de heer Willem
Anthonie Van Lith.
Aanst. Zondag, 17 Nov., zal de gods
dienstoefening in de Waalsche kerk alhier
geleid worden door de. Cb. Blampied, predikant
te Plan de Bay, departement du Dróme,
Frankrijk.
By de gisteren gehouden aanbesteding
door het departement van koloniën is inge
schreven voor de levering van 1800 witte
wollen dekens: door Gebr. Van Wijk, alhier,
voor 4.40; door J. Regout, Maastricht, voor
4.39; door J. Scheltema Jansz., alhier, voor
4.25, en door Jan Zuurdeeg en Zoon, alhier,
voor 4.23. Aan de laatsten is de voorioopige
toezegging gedaan.
Voerts voor de levering van 550 blauwe
paardendekens: door Gebr. Van Wyk, voor
ƒ9.10; door J. Scheltema Jansz., voor 9.20;
door Jan Zuurdeeg en Zoon, voor 9.27, allen
alhier, en door J. Regout, Maastricht, voor
ƒ9.31. Aau de eersten is de voorioopige toe
zegging gedaan.
Gedurende de tweede helft der maand
Oct. zyn aan het postkantoor alhier bezorgd do
volgende brieven, welke, wegens onbekend
heid der geadresseerden, niet besteld konden
worden
W. F. Boekstal, Aalsmeer; H. Minnema,
mej. J. M. Hogeidyke, wed. C. Kleyn, Am
sterdam J. B. Van Beek, mej. J. Van Giessen,
T. Van Haarter, 's-GravenhageH. Van San
ten, mevr. H. Molyn, LeidonL. Van der Meer,
Lisas; T. Doesburg, Marken. Briefkaarten:
Van Amerongon, AmsterdamW. Risel, 's-Gra
venhage.
Brieven, verzonden geweest naar Amerika
Thomas, ChicagoDuitschlandF. G. Meyer,
Müllheim; Afrika: A. A. De Groot,Pieter
Maritzburg; Frankryk: A. Taborond, St.-
Mêine; De Groot, La Roche.
De commissie voor de maskerade van
1890 door het Leidsch Studentencorps te
houden, heeft een oproep gericht tot de
studenten om zich nog ten spoedigste te
willen aanmelden ter deelneming.
Voor de maskerade zyn nl. benoodigd
83 rollen te paard en 120 te voet. Tot nog
toe hebben zich voor de rollen te paard op
gegeven 78, voor de rollen te voet slechts
14 deelnemers. Meerdere deelneming is dus
voor het welslagen noodig.
Hedenmiddag ontvingen we per Nederl.
mail de Indische bladen van 10 en 11 October.
Naar men verneemt, is tot adjudant des
Konings in buitengewonen dienst benoemd
de met rang van majoor op zyn vorzoek ge-
pensionneerde ritmeester van het 3de regiment
huzaren, in garnizoen te Leiden, J. D. H.
graaf Van Limburg Stirum, voormalig ordon-
nanco-officier van Z. M.
Heden is te 's-Hage geslaagd voor de
akte van onderwyzeres mejuffrouw M. H. C.
Venseliar, van Noordwyk.
De Algemoene Synode der Ned.-Herv.
Kerk heeft in hare vergadering van heden
benoomd tot kerkelyken hoogleeraar by de
gemeente-universiteit te Amsterdam, dr. W. A.
Bronsveld, predikant by de Ned.-Herv. ge
meonte te Utrecht.
Het stoomschip „Batavia", van Rotterdam
naar Batavia, arriveerde 13 Nov. te Marseille;
de „Prins Alexander", van Amsterdam naar
Batavia, vertrok 14 November van Suez; de
„Soenda", van Batavia naar Amsterdam, arri
veerde 14 Nov. te Suez; de „Zuid-Holland",
van Batavia naar Rotterdam, is 13 Nov.
Gibraltar gepasseerd.
By koninkiyk besluit is, met ingang
van 1 December a. s., benoemd tot notaris
binnen het arrondissement Maastricht, ter
standplaats de gemeente Maastricht, mr. J. J.
Jessé, candidaat-notaris en kantonrechter-
plaatsvervanger aldaar.
Schoolwet.
Het afdeelingsverslag van de Eerste Kamer
over de gedeeltelyke herziening der wet op
het lager onderwys is heden verschenen.
Al dadeiyk blykt dat de gevoelens over dit
onderwerp verdeeld waren en bij het onder
zoek is niet gebleken van het bestaan eener
meerderheid in eene bepaalde richting en dat
wel hoofdzakeiyk, omdat meerdere leden zich
hunne stem wenschten voor te behouden totdat
zij van de Regeering de gewenschte inlich
tingen hadden verkregen.
Algemeene indruk. Van de eene zydo wees
men er met nadruk op dat ook, ai modt
men zich over de aanneming van een wets
ontwerp als dit niet verheugen, in elk geval
de goedkeuring daarvan, ook door de Eerste
Kamer, thans raadzaam was. Van deze Reg.,
uitvloeisel van de jongste algemeene verkie
zingen, was uit den aard der zaak een voor
stel te verwachten ter tegemoetkoming aan de
bekende onderwysbezwaren.
Hulde werd gebracht aan ie wyze, waarop
zg zich van die roeping gekweten heeft on
zoowel de Reg. als de nieuwe meerderheid
waren niet alleen bescheiden geweest in ha-e
eischen, maar hadden tevens ernstige zucht
aan den dag gelegd tot gemeen overleg en
tegemoetkoming aan de bezwaren der voor
standers van hot openbaar onderwys. Onder
deze omstandigheden zou het met reden
worden betreurd, indien de aanvankelyk go-
slaagde, wel nimmer te herhalen poging tot
verzoening afstuitte op het veto der Eerste
Kamer. Immers dan zou het struikelblok
togen hervormingen op ander Staatsge-
bied blyven bestaan en integendeel eene
botsing tusschen de grondwettige staats
machten worden verwekt, welker gevolgen
uiterst moeilyk waren te bezweren. Eenige
opoffering van lang gekoesterde meeningen
behoorde hier, in 's lands belang, tot aan-
nemiog van het wetsontwerp te leiden.
Den uitgesproken lof over de gematigdheid
beamende en het gewicht der redenen voor
aanneming erkennende, meende eene tweede
groep van leden evenwel, dat hier in de eerste
plaats moet wegen wat plicht gebiedt. Ver
zoening zou tot zelfbedrog kannen leiden;
Devrediging in deze kan slechts verkregen
worden door eene wettelyke regeling, die op
een vast beginsel rust. Men kan niet van
Staatswege tegelykertyd én de gemengde ön
de confessioneels als volksschool erkennen.
En waar nu de overtuiging mocht verkregen
wordon, dat het wetsontwerp op twee gedach
ten hinkt en daarom beginselloos is, moet
men het, willende weldoen zonder omzien,
bestryden.
En dit vooral als 't blykt niet overeen
komstig te zyn met gebiedende voorschriften
der Grondwet. De Eerste Kamer, geplaatst
boven de Staatkundige partyen, hetzy ze
elkander te lyf gaan, hetzy ze elkander in
de armen vliegen, behoort ook tegenover hare
worstelingen en de verrassingen der stembus
het schild der Grondwet te zyn.
Eene derde groep leden verklaarde zich op
de zoowel scbriftelyk als mondeling door de
van den Inspecteur van Politie.
57)
De inspecteur maakte nogmaals eene be
leefde buiging.
„Het verheugt my zeer, hernam hy, te
hooren dat zy daarin de waarheid heeft ge
sproken. Maar, ik herhaal het nog eens, ik
kaa u verder geene inlichtingen geven. Ge
zult natuurlyk gehoord hebben, waarvan zjj
wordt beschuldigd?"
„Zeker! viel de edelman driftig in, maar
het is onzin; hot is monsterachtig 1"
„Ik kan niets anders zeggen, dan dat ik dit
volkomen met myn echtgenoot eens ben!
sprak de barones, die tot nu toe stilzwygend
geluisterd had.
Het was voor den inspecteur Saunders eon
moeilyk geval. Hy had niet veel keus; hy
moest op zijne hoede zyn en aan de andere
zyde de beleefdheid niet uit het oog verliezen.
De heer Hunter was niet alleen ryk, maar
een zeer geacht grondbezitter, een man van
grooten invloed in het graafschap, en in elk
geval niet iemand, wien men eenvoudig de
deur kon wyzen met de boodschap, dat hy
zich met zyne eigen zaken moest bemoeien.
„Wat zal ik u zeggen, mynheer?" antwoordde
de inspecteur dan ook voorzichtig. „Ik hoop
van harte, dat u en mevrouw geiyk moogt
hebben, en dat de gevangene onschuldig is,
maar dat is eene zaak, waarover ik niet te
belissen heb! Ik heb myne orders en die moet
ik blindelings volgen."
„Natuurlyk I antwoordde de heer Hunter,
Het is volstrekt niet met het plan om het u
lastig te maken, dat wy hier zyn 'gekomen.
Onze bedoeling was alleen om door onze ver
klaring zoo spoedig mogelyk een eind te ma
ken aan den onaangenamen toestand, waarin
het meisje zich bevindt. We zyn overtuigd,
dat het arme kind er vreeselyk onder lydtl"
„Als ik u wal begryp," hernam de inspecteur,
„zoudt u dus eene verklaring in het voordeel
van de beschuldigde wenschen af te leggen 1
In dat geval kan ik u helpen; wij wenschen
niets liever dan uwe getuigenis en ook die
van mevrouw te vernemenalleen ben ik
verplicht u te waarschuwen, dat ieder woord
zal worden opgeschreven en dus by de te
rechtzitting gebruikt kan worden.
„Dat is juist wat ik wensch," antwoordde
de edelman. „Alles, wat wy te zeggen heb
ben, kan slechts dienen om juffrouw Duvi-
vier's onschuld aan het licht te brengen.
Ooze verklaringen kunnen lniar niets'anders
dan goed doen."
De inspecteur Saunders plaatste zich aan
eene schryftafel en maakte zich gereed de ver
schillende byzonderheden op te teekenen, die
Hunter hem omtrent de beschuldigde zou
wenschen mee te deelen.
Deze begon zyne verklaring onmiddellyk.
„Charlotte Duvivier ie sedert eenige jaren
by my als gouvernante in betrekking ge
weest. Hoe lang denkt gy wel, lieve?" ver
volgde hy tot zyne vrouw.
„Zeker wel drie jaren," verklaarde deze,
na zich een oogenblik bedacht te hebben.
Annie was nog zoo jong, weet ge wel, toen
zy voor het eerst by ons kwam."
„Schryf maar gerust drie jaar," vervolgde
Hunter. „Zy kwam by my met de uitste
kendate aanbevelingen. Hare ouders zyn bei
den doodmaar ze heeft een oom, die in
Rouaan woont, met wien ik reeds vroeger in
kennis was gekomen. Als bewijs dat de
achtenswaardigheid van dien man niet in
twyfel kan worden getrokken, behoef ik u
alleen te zeggen, dat hy langen tyd burge
meester van die stad is geweest; gy zult
zeker weten, wat dit vooral in Frankryk zeg
gen wil. Het was door hem, dat ik juffrouw
Duvivier het eerst leerde kennen. Hy was er
zjor op gesteld, dat zy het Engelsch grondig
zou leeren en vertrouwde haar aan onze
zorgen toe. Het was eigeniyk slechts in
naam, dat zy by ons in betrekking kwam
want haar oom, de heer Duvivier, is een man
van groot vermogen, die als weduwnaar
zonder kinderen zyn nichtje steeds als zyne
dochter en toekomstige erfgename heeft be
schouwd. Zy werd dan sok by ons meer als
logée of liever als vriendin, dan wel als
gouvernante behandeld. Myne vrouw en mijn
dochtertje vatten reeds binnen weinige dagen
de oprechtste en innigste genegenheid voor
haar op, en dit was de reden, dat zij in
plaats van één jaar zooals de oorspronke-
lyke afspraak luidde zoo veel langer by
ons is gebleven. Wy konden haar geen van
allen missen en drongen er telkens op aan,
dat zy haar verbiyf nog eenigen tyd zou
rekken; ja, ik kan er zelfs by voegen, dat
wy haar niet naar Frankryk wilden laten
vertrekken, voor wy van haar de bepaalde
belofte ontvingen, dat zy na het bezoek aan
haren oom weder tot ons zou terugkeeren."
Wordt vervo'/jd.t