blijspel„Eene kl«ne vergissing", van Antonie
met zang.
De daarin entredenden tocii kweten zich
uitstekend van hunne taak, zoowel de dames
als de heoren.
De rentonier geworden Kaaskoopor, wegens
zijne gunstige verandering in de flnantiëele
omstandigheden door hoogmoed bevangen,
doch in het .fatsoen" al een heel mal figuur
makende, vond in den heer, die hem voor
stelde, oen goeden vertolker, evenals me
vrouw Kaaskooper, die, trots de betere positie,
waarin zy thans bij vroeger verkeerde, de
wereld van eene andere zyde bleef bezien,
meer ernstig, bezadigd bleef, goed werd
voorgesteld door de dame, die deze taak had
op zich genomen, om verdienstelijk samen
te werken met nog «ene andore jonge dame,
die als hunne dochter Elsje, evenals haar
vader, voor den hoogmoed in geenen deele
niet ontvankelijk was, nu hare ouders rjjk
waren steeds „hooger op" wilde, en zelfs
van haren beminde, den tot gemeente-secre
taris bevorderden Eduard Halm, niets meer
wilde weten, omdat een ritmeester der huzaren,
baron Yan Beukenstein, haar (evenwel op
eene onbeholpen manier) het hof maakte,
waardoor z(j meende eene betere partij te
kunnen doen, zelfs eeoe adellijke dame te
worden.
Hoogmoed komt echter voor den val. Het
bleek aan de familie Kaaskooper maar zeer
spoedig, dat deze vertegenwoordiger van het
Nederlandsche leger niet de baron Van Beu
kenstein, maar slechts zj|n oppasser Jan, een
gewoon huzaar, was, die vooruit was gezonden
en nu, bij de komst van zijn overste, wegens
het misbruik, dat hy van de gastvrijheid had
gemaakt, op minder vleiende wjjze door zflc
chef op zjjne plaat* werd gezet. Kantte Jan
door zijn geheels spel en door de vrijheid van
beweging uit, een weord va» lef komt ook
too aan hem, die dea tusschen Elsj» en Halm
als bemiddelaar optredenden ritmeeeter voor
stelde, evenals aan Jetje, die als Kaaskooper»
dienstmaagd door hare vinalgheid en geslepen
heid reeds spoedig ontdekte dat Jan allesbe
halve een edelman kon zijn en daarom ook
den werkelyken ritmeester bjj diens eerste
verschijnen eenige minder malsche weorden
toevoegde. Door een en ander had zjj het by
Kaaskooper danig verbruid, die haar eindelijk
toch weer het „lieve Jetje" noemde. „Als dit.
nu ook maar geeno vergissing is", hoopte zij,
na welken wensch het scherm viel, onder de
daverende [toejuichingen van het publiek,
dat ook tjjdens het stuk zelf, alsmede voor
de gezongen liederen, herhaaldelijk door luid
applauB, gepaard mot een gullen lach, recht
matige bewijzen van tevredenheid had gegeven.
Dit was ook het geval met de beide overige
opgevoerde stukken„Een vreeselyke moord
geschiedenis!" kluchtspel in dén bedrijf, door
Leonard, en „De zwakke zijde der vrouwen'
(meer bekend onder den naam van „De weg
naar het hart"), waarin de medewerkenden,
w. o. enkelen, zooale Moor, Turk, Jeremiae
en Brand, die in het eerste stuk niet waren
opgetreden, ale veelbelovende of als reeds
verdienstelijke dilettanten hunne rollen ver
vulden.
Het was in één woord een avond, waarop
de toofifielvereeniging pJacob Cats" steeds met
genoegen mag terugzien.
Gemengd Nieuw».
De afdoeling Leiden van het
„Nederlandsch Werkliedenverbond" had Zater
dag-avond voor hare leden in hot lokaal Ephraïm
op de Haarlemmerstraat een gezelligen avond
beroid, volgens den voorzitter, den heer C. H.
Kouw, die deze bijeenkomst met een hartelyk
welkom opende, om den vrouwen der leden
eenige vergoeding te schenken voor de vele
avonden, dat ze de aanwezigheid in huis van
hunne echtgenooten moeten derven, wanneer
de gewone vergaderingen dezen roepen voor
de belangen van do Vereomiging op te troden.
Tot het punt „gozelligheid" overgaande,
gaf de voorzitter al dadelijk het woord aan
den heer L. J. Jordaan, smid te Amsterdam,
die voor deze gelegenheid waa uitgenoodigd
en zich, als altijd, onmiddellyk bereid had
verklaard met zijne zwakke krachten het
welslagen van die bijeenkomst te helpen be
vorderen.
Alvorens daartoe over te gaan, voelde de
heer Jordaan zich genoopt te vragen of het
wel passend was zulk een gezelligen avond
to houden, aangezien do tegenwoordige toe
stand aliG3bohalve „gezellig" kon genoemd
worden; wair men het oog wendde, overal
waren werkstakingen i"-an ue van den
dag. Een jammerlijk verschijnsel noemde
spreker deze zaak. Hoewel het niet te ont
kennen valt, dat do uitkomsten somtijds be
vredigend waren, neemt het echter niet weg
dat het beginsel verreweg is af te keuren,
aangezien van de tien hunner voorzeker negen
als het ware geheel worden uitgeput, alvorens
eventueele verbetering wordt verkregen. Een
jammerlik v-erechynsel, wanneer men bedenkt
dat het juist het „Nederlandsch Werklieden
verbond" Is geweest, dat de werklieden heeft
aangespoord tot vereeniging, om zoodoende
langs geleidelijken weg verbetering in vele
omstandigheden te verkrijgen. Sluit u aan,
werklieden, was zijne leuze, en laat vooral
het werk ter verbetering niet alleen op uwe
bestuurders aankomenieder werke voor zich
ter bereiking van het schoone doelverbetering
van den werkenden stand, laags den geleide
lijken weg.
Na deze voorafspraak, toonde de heer
Jordaan dat z(jne krachten nogal zoo erg zwak
niet waren, en wel door de lezing eener
novelle van Justus Van Maurik Jr., getiteld:
„Een «lot, dat pakt."
Met hoeveel gevoel werd dit stuk voorge
dragen, hoe wist hy zijne hoorderessen en
hoorders te boeien, waartoe niet weinig bij
bracht het overnemen van de verschillende
dialecten en het natuurlijk schetsen van de
toestanden, in dit stuk weergegeven. Dit was
niet minder het geval met de voordracht
eener novelle van denzelfden schrijver, get.:
„Een pleizierige nacht", welke somwijlen het
gezelschap dead schateren van lachen.
Een welverdiend applaus was dan ook de
belooning veor hem an ook voor vele anderen,
die door kunne voor het meerendeel niet on
verdienstelijke voordrachten hadden getracht
deze bijeenkomst „zeer gezellig" te maken.
Hoewel geen sprake was van een bal,
noopten de tonen eener goed bespeelde pianino
ten alotto de nog evergebleven gasten, zich
eenige oogenblikken aan den dans te wijden.
Na een hartelijk afscheid en een tot weer
ziens togon allen opgewekt haiswaarts.
Voor de HaagBche rechtbank
verscheen heden de uit de Leidsche troebelen
bekende socialist Pierlot, beklaagd van in
„Recht voor Allen" van den 13den Juni een
door hem onderteekend stuk te hebben doen
opnemen, getiteld „Een onbillijk vonnis",
waarin hij, op den burgemeester van Leiden
doelende, dezen heeft genoemd „rechtverkrach-
ter" en „wotsschenner", alles mot de bedoeling
om gemeldon ambtenaar in de rechtmatige
uitoefening zijner bediening opzettelijk to be
leedigen.
Als eerste getuige werd gehoord de heer De
Laat de Kanter, burgemeester van Leiden,
die verklaarde bovenbedoeld artikel te hebben
gelezen.
Tweede getuige was de heer DomelaNieu
wenhuis, volgens opgave zonder beroep, die,
„onder protest en onder bijvoeging dat hy
er niets aan hecht", den eed aflegde en ver
klaarde dat hy, als redacteur van „R. v. A.",
de kopie voor bovenaangehaald artikel heeft
ontvangen en dat die kopie was van bekl.'s
handschrift.
Do directeur-uitgever van „R. v. A." ver
klaarde ten slotte dat het nummer van dat
blad, hetwelk het geïncrimineerdartlkelinhield,
op de gewone wyze in 't openbaar was ver
spreid.
Het O. M., k« monde van subst.-off. mr.
Ort, achtte - tegenover de aanvankelijks
bewél'lfig van bekl., die opgaf dat hy niet 't
opzet had te beleedigen, dsch alleen om den
burgemeester aansprakeiyk te stellen voor 't
aan zyn persoon en goederen door anderen
aangedaan geweld door de aangehaalde
woorden, in verband met de strekking van 't
goheele artikel, bekl.'s opzet om den burge
meester in diens hoedanigheid te boleedigen,
wettig en overtuigend bewezen en vorderde
twee maanden gevangenisstraf.
Te zgner verdediging voerde bekl. breed
voerige motieven aan, nu en dan van de zaak
afdwalende, waardoor de voorzitter genood
zaakt was hem hierop te wyzen. Hy beweerde
dat de burgemeester drie grondwettig gewaar
borgde rechten: het recht van vergadering
en vereeniging, van vryheid van drukpers en
van bescherming van personen en goedoren,
tegenover de socialisten had geschonden en
hy dus het recht had dezen te noemen gelyk
hy deed.
De uitspraak werd bepaald op heden over
8 dagen.
Op don Witten Singel, naby Bui
tenzorg," zal menigeen ongetwyfeld met wel-
giva'len zien naar do nieuwe bloemkweekery
v?n den heer J. G, Ballogo. Waar vroeger
de blik stuitte op eene geteerde schutting,
ontwaart het oog thans eene plantenkas van
aangeriamen vorm, over vry groote uitgestrekt
heid omgeven door een aanleg, welke, reeds
nu streelend voor het gezichtsorgaan, nog vee!
belooft. Inderdaad, de nieuwe bloemkweekery
ls een 9ieraad voor den singel en doet een
oogenbllk geheel de modderigheid van dezen
(door bouwen en aanleggen van duinwater
leiding) vergeten.
Tevens zy opgemerkt, dat de verlichting
des avonds, met petroleumlantaarns, van dien
singel, na verplaatsing dier lantaarns, beter
aan het doel beantwoordt dan in het begin
van het donkere seizoen het geval was.
Ken schryft ons heden uit Kat-
wyk aan ZeeGisteren werd hier door eenige
jongens een neg levende Maanvisch (Orthra-
goriscus mola) gegrepen, een visch, welke
zeer zelden in onze wateren voorkomt. Door
H. Guit werd hy in de oude kerk geborgen
en door tU6schenkomst van den heer A. Van
Rhjjn heden naar het Ku9eum van Natuurlyke
Historie te Leiden verzenden.
Door den rjjks-Teldwachter Sm.
en den onbezoldigden ryks-veldwachter U.
zyn Zaterdag te Zoeterwoude bekeurd drie
personen, twee te Leiden en één te Oegst-
geest wonende, wegens het visschen met een
zegen in de Vrouwenvaart, zonder schrifte-
lyke vergunning van den eigenaar van het
vischwater.
Op het Wassenaarsche slag, onder
do gemeente Wassenaar, heeft Donderdag jl.
een duel op het pistool plaats gehad, waar
van we reeds iets vermeldden, en wel tusschen
baron d'A. Van G., lsten luitenant der jagers,
en een student uit Leiden. Het wisselen der
schoten is zonder verwonding van een der
partyen afgoloopen. De geruchten, volgens
welke een dor dnellanten in den schouder
zou zyn getroffen, zyn derhalve ongegrond.
De justitie heeft zich het geval aangetrok
ken en een onderzoek doen instellen.
De Haagsche rechtbankveroor-
deelde heden den Rotterdammer, die wegens
diefstal van handwagens terochtstond, tot
acht maanden gevangenisstraf.
Eene 29-jarige Roermondsche was als win
keljuffrouw wprkzaam in een bekend mode-
magazyn in de residentie en genoot het ver
trouwen van den magazynhouder; op een
goeden dag zag deze echter by eene naaister
aldaar oen stuk stof in bewerking, dat hom
voorkwam onbetaald zyn winkel te
hebben verlaten. Dit leidde hem tot de ont
dekking dat deze winkeljuffrouw gedurende
het tydvak van begin December 1888 tot
einde Augustus 1889 het magazyn bestolen
had, door wederrechtelyke toeêigening van
een groot aantal goederen voor een bedrag
van ongeveer f 400.
De beklaagde bekende ter terechtzitting
het haar ten laste gelogde, met uitzondering
evenwel van den diefstal van enkele goede
ren, welke zy beweerde te hebben gekocht.
Het O. M. vorderde een jaar gevangenisstraf.
Mr. W. M. H. Boers (uit Delft) achtte het be-
wys ten aanzieu van een aantal goederen,
waarvan de diefstal door bekl. wordt ont
kend, niet geleverd en beval zyne cliënte in
de welwillendheid van de rechters aan.
Uitspraak heden over 8 dagen.
By de vier jachten op de land
goederen van wylen prins Frederik, waaraan
de prins Von Wied deelnam, zyn ongeveer
negenhonderd stuks wild geschoten, bestaande
in fazanten, hazen, konynen, een dertigtal
houtsnippon, enz.
Uit Aden wordt aan de „Agonzia
Stefani" gemeld: Volgens berichten uit Choa
hebben de dervischen, die door drie opper
hoofden werden aangevoerd, gebruik gemaakt
van de afwezigheid van den generaal, die
het bevel heeft over de voorhoede van Me-
nelik's loger. Zy staken Candar in brand en
vermoordden de soldaten van het garnizoen.
Hiervan onderricht, viel de generaal van Me-
nelik de dervischen aan en versloeg hen
hunne drie opperhoofden werden daarby
gedood.
De patroons der sjouwers aan
do dokken te Londen hebben de eischen
hunner werklieden ingewilligd.
Veertien millioen gered. Dezer
dagen werd de politie te Turyn gewaarschuwd
dat men eene poging zou doen om zich van
de Indische post meester te maken. By Bar-
donnèche zou men den trein aanhouden door
middel van alarmsignalen. Van Avigliana af
werden karabiniers geposteerd. Toen de trein
Woensdag tot staan gebracht was, zag men
inderdaad fettolyke personen opdagen, maar
plotseling weerklonk een fluitje, en w
waren de roovers. Men kon geen spoor torn
vinden. De post nu bevatte 14 millioen a:
allorlei waarden.
KOLONIËN.
BATAVIA, 29 September—9 October.
Men meldt uit AtjehIn den nacht
den 31sten Augustus op den lsten Sep
hebben onze Atjehsche vriendjes, gelyk
in de officiëele wereld betiteld worden, on:
spoorwegbrug tusschen bonting Lamreng a
het blokhuis Lamsajoen geheel en al verbran:
zonder dat wy het kwaad hebben kunn
voorkomen of in zyn voortgang stuiten.
Op den 2den hebben de dwangarbeide:
andermaal twee Nederlandsch Indische gr,
naten netjes onder de spoorrails ingegrave
gevonden en ze aan het bestuur togen f 5
per stuk verkocht.
Op denzelfden dag bekwam een der fust
liers van het garnizoen te Lamreng, by g
legenheid eener exercitie even buiten de vei
sterking, derhalve binnen het veilige (sic) g;
bied der scheppere onzer linie, een kogel i
het lichaam, afgeschoten door oen onzer Atjeb
sche onderdanen.
In den ochtend van den 7den sprong ander
maal eene onzer onder de spoorrails tussche
Lamreng en Lampeneroet verborgen granaten
doch met dit voor ons gelukkig gevolg, da:
de uitwerking, merkwaardig genoeg, beneden
waarts in stede van bovenwaarts was, zooda
do dasroverheen rijdend# spoortrein onge
deerd bleef.
Het zonderlinge van dit geval ligt evenwel
voornamelyk hierin, dat er reeds te voret
eene looomotief (de z. g. kamerwacht loco
motief) en ee» geheele trein overheen warei
gegleden zonder dat het projectiel uiteenspatte.
Dienzelfden dag bekwam een fuselier, die
zich velkomen veilig achtte in zyne chanibrl.
en binnen de verstaking te Boekit-Karang,
hot vyandeiyk lood in het lichaam, zoodat
het hem zeer zwaar verwondde.
Op den lSden kreeg do kapitein der infan
terie van het Nederlandsche leger, gedeta
cheerd by het Ned.-Indiache, Van Hoogstraten,
op den weg van Lambaroe naar Siroen, al
weder binnen de veilige linie, een Atjehschen
kogel door de linkerhand, zoodat men door
d9 hand zien kon. Die officier werd daaeiyk
te Lambaroe onder geneeskundige behandeling
gestold. Hy was, ten gevolge van hot vertrek
wegeia ziekte van den majoor Vink, waar
nemend linie-commandant en vergezelde op
dien dag den onderbevelhebber in dat gou
vernement, den overste Helderman, op eene
inspectie. Het ie te hopen dat de bekomen
wonde niet levensgevaarlyk zal blyken.
In den vroegen ochtend van den l?den
bekwam de Europeesche sergeant Osthof by
het schyfschieten even buiten de benting
Tjot-Iri een vyandelyken kogel ter plaatse,
hier kwalyk te noemen. Dat de ongelukkige
man van de bekomen wonde genezen mogel
Dienzelfden dag begaf zich de ridder van
don Noderlardschen Leeuw en onze boeioe-
balang van Merasa c. a., Toekoe Neq, aan
de spits van ongeveer duizend gewapende
volgelingen, buiten de linie; per spoortrein
begaf hy zich met de zynen van Olehleh in
de richting van Roempit. Hy had van het
bestuur de opdracht ontvangen em met het
geesteiyke opperhoofd der oorlogsparty, de
zoo beruchte Tengkoe di Tirou, over diens
onderworping in onderhandeling te treden.
In den loop van den daarop volgenden dag
kwam dat inlandsche hoofd met zyne onder-
hoorigon binnen de linie terug, zonder van
de zyde der Kemalaparty vyar.delykheden te
hebben ondervonden.
Het resultaat zyner onderhandelingen is nog
niet uitgelokt, vermits deze laatsten op eene
geheimzinnige wyze zyn gevoerd geworden.
Nadat namelyk de wederzydsche begroetin
gen hadden plaats gehad, hetgeen in het open
veld geschiedde, begon Toekoe Neq dadelyk
pen en papier te voorschyn te halen, waarop
hy in schrift bracht, hetgeen hy Tengkoe
di Tirou te zeggen had; na het geschrift aan
dezen overgegeven te hebben, begon ook deze
de pen te voeren en het door hem geschrevene
aan genen te overhandigen, en zoo ging het
verder over en weder, zoodat hunne onderschei
den onderhoorigen van de strekking der ge
voerde gedachtenwisseling ten eenenmale on
kundig bleven. T. di Tirou had toen p. m.
zestig volgelingen om zich heen. Op vreed
zame wyze had het afscheid der onderhande
laars plaats.
In den loop van den 20sten werd een
Europeesch fuselier, die zich vlak by de ben-