K°. 9117.
Woensdag O Norember.
A°. 1833.
feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§pn- en feestdagen, uitgegeven.
®it nomiser feestast ait TWE1
Bieden.
Leiden, 5 November.
Feuilleton,.
HET~3EHEIM
FKin DEZER COURAJTT:
y—t Ldd«a par I nmandoffl1.10.
fnsM p«r p«siV...... 1.40.
AAondarltfiê Hommer».0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
1—6 r*g»l» 1.05. Iedere regel meer ƒ0.171.
Groot*re letter» n*»r plaetemlmte. Yoor het ia-
i trolten de tied wordt 0.10 berokend.
Offloieel© Ken n 1 agevAagen.
Burgemeester on Wethouders van Leiden;
Gerien het adres van Z. YAN DER MET, wonende
alhier, houdende verzoek om vergunning tot plaatsing
van een bakkersoven, in het peroeel Langegraclit lè.
Gelet op de artt. 6 en 7 der Wot va» 2 J»nil875
(Staatsblad No. 95);
Geven bij deze kennis aam het publiek dat ge
noemd verzoek, met de bijlagen, op do Secretarie
dezor gemeente ter visie golegd isalsmede dat op
i Dinsdag don 19den November 1889, 's voormiddngs
te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal
worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in
te brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgem.
!'j 5 Nov. 1889. E. KIST, Secretaris.
Aan.de universiteit alhier is het candidnats-
r, examen in de rechten afgelegd door den hoer
G. A. Verkuyl.
Gaarne voldoen wy aan het ons van zeer
bevoegde en gewaardeerde zfjde gericht ver
zoek om met een enkel woord de voordrach
ten aan te bevelen van mr. Thornton Beau
mont, oen 93-jarigen grijsaard.
De niettegenstaande zjjn hoogen leeftijd
nog krachtige man zal morgenavond in de
bovenzaal der sociëteit Amicitia" verschillende
fragmenten uit Shakespeare's werken ton
gehoore brengen.
De verschillendo beoordeelmgen, ons ter in
zage gegeven, getuigen alle van ingenomen
heid en bewondering over het talent van
den man.
Wfl aarzelen daa ook niet den ingezetenen
onzer veste aan te raden van deze zeldzame
gelegenheid gebruik te maken, welke hen in
staat stelt met den grootsten dramatischen
dichter der wereld kennis te maken.
Bij beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken van 4 dozer, is aan
dr. J. M. Janse, op zijn verzoek, eervol ont
slag verleend als adsistent voor de botanie
aan de B(jks-nniversiteit te Leiden, en zjjn
voor het tijdvak van heden tot en met 31
Dec. 1890, benoemd tot adsistenten voor de
botanie aan de Kijks-nniversiteit voormeld,
de hoeren J. Van Breda de Haan en L. Vuyck.
De Hervormde kerk te Zoeterwoude bezit
geen orgel. Vroeger werden pogingen aange
wend om er oen machtig te worden, doch
ze mislukten. Thans hebben zich eenige j.nge
dames aan het hoofd gesteld om tot het
beoogde doel te geraken.
Moge hunne moeite met een gunstigen
uitslag bekroond worden.
:t
Bedankt is voor Katwjjk aan Zee, door
da. W. H. Snethlage, te Achlum.
De Prins Von Wied nam heden deel aa»
eone groote jachtpartij onder Wassenaar, op
het landgoed „Groot-Haezebroek", waartoe
ook de Duitache gezant was uitgenoodigd.
De gezondheid van den Koning blijft,
aldus schrijft men aan het „Hbl.", voort
durend bevredigend, zoodat de Koning in
staat is dagolyks op vastgestelde uren de
gewone werkzaamheden te verrichten met
den refere.daris en de heoren der hof houding.
Evenals de Koningin, ziet men Prinses
Wilhelmina dagelijks een rijtoer maken.
Zondag voormiddag was H. M. met gevolg
te Apeldoorn ter kerk b(j ds. Hattink. Des
namiddags maakte H. M. met Prinses Wil
helmina in een halfoverdekt rijtuig een ritje,
dat wegens den voortdurenden regen tot een
half uur beperkt bleef.
Gisteren werd door de heeren van hot go-
volg des Konings een jacht op klein wild
onder Beekbergen gehouden.
Do kunstschilder Marie Ten Kate, die zich
metterwoon te Epe, op de Veluwe, gaat ves
tigen, heeft van den Koning vergunning ver
kregen de geheele heerlijkheid hot Loo te
mogen bejagen.
Het stoomschip Conrad," van Batavia
naar Amsterdam, arriveerde 4 Nov. te Suez;
de „Prins Frederik Hendrik" arriveerde 30
Oct. van Amsterdam te Paramaribo en vertrok
4 Nov. van daar naar Demarara; de „Oranje-
Nassau" vertrok 29 Oct. van Paramaribo naar
Amsterdamde „Batavia," van Rotterdam
naar Batavia, arriveerde 3 Nov. te Sou
thampton.
Z. M. heeft benoemd: tot kantonrechter
plaatsvervanger in het kanton Weert, Th. G.
Versfeit, ontvanger der directe belastingen,
invoerrechten en accijnzen te Weert, on U. J.
W. Van Nooten, ontvanger der registratie en
domeinen aldaar; tot notaris binnen hst arron
dissement Utrecht, ter standplaats de gemeente
Woudenberg, H. A. N. Van Warmelo, candi-
daat-notaris te Loenen; tot notaris binnen
het arrondissement Zutfen, ter standplaats de
gemeente Groenloo, J. P. Vemer, candidaat-
notaris te Schiedamtot kantonrechter-plaats-
vervanger in het kanton Delft, mr. W. M. H.
Boers, advocaat en procureur te Delft.
Goedgekeurd dat de burgemeester van
Alkemade, de heer F. H. Van Wic'nen, is
benoemd tot secretaris dier gemeente.
Benoemd tot burgemeester van Bokhoven
J. Versteeg, secretaris dier gemeente, en tot
id. van Engelen A. H. P. De Bekker.
liet Licldsch Toonecl.
Suzanne", tooneelspel in drie bedrijven
van den acteur-auteur Jan C. De Vos, is on
getwijfeld een der eenvoudigste, meest onge
kunstelde stukken, waarop onze tooneellitera-
tuur zich kan beroemen.
Mr. Maurits Van Oppen bemint de zuster
zijnor vrouw en vindt b(j haar wederliefde.
In beidor gemoederen ontstaat oen hevige, ver
schrikkelijke strjjd; de strijd tusschen harts
tocht en plicht, tusschen hun eigen menech-zijn
en het oordeel der wereld: dan eens holt
do overwinning over aan deze, dan weder
aan gene zijde. De hartstocht echter staat op
hot punt de overwinning te behalen; de ge
huwde man zal zijne hem liefhebbende gade
en kind verlaten om de vrouw, die hij lief
heeft, te volgen, wanneer deze als laatste voor
waarde hem stelt„ga eerst afscheid nemen
van je echtgenoote en van je storvend kind,
kus hen, en kom dan terug, als je kunt!"
Van Oppen komt werkelijk terug, maar
thans om te verklaren dat hij blijft bij zijne
vrouw, bij zjjn kind.
Ziedaar in korte woorden den inhoud van
„Suzanne".
Da rollen, in handen van den auteur als
Van Oppen, van mevr. Jonkers als zijne
echtgenoote Jeanne, en van mej. Marie Vink
als Suzanne werden vol gevoel, vol warmte
en gloed weergegeven.
Mej. Vink schetste in levendige kleuren
den strijd tusschen lichaam en ziel; z(j tee-
kende die diepgevoelde smart, welko haar
deel was, »p uitnemende wijze; hare gebaren,
hare zeggingskracht eischten bewondering af.
Dezelfde loftuitingen kunnen wij den heer
De Vos toezwaaiende dialogen tusschen dit
tweetal worden gesproken met innigheid en
overtuiging. Zjj sleepten als het ware het
publiek met zich mede.
Het zorgzame, zich een weinig al te veel
aan haar huisheuden wijdend vrouwtje, werd
door mevrouw Jonkers op waardige wijze
vertolkt; vooral hare houding by het einde
der eerste acte, toen haar door den echtge
noot werd toegevoegd: „Je bent vervelend!"
was bij uitstek schoon en waar.
Alleen de viool-solo, door den auteur ten
beste gegeven, zagen wij gaarne verdwijnen
do hoer De Vos is een goed speler op de
plankon, maar niet op dit strijkinstrument;
in den letterlijken zin des woords leverde dit
gedeelte een dissonant by het harmonieus
geheel.
Vervolgens werden wy vergast op een werk
van Dumas fils en natuuriyk op eene mis
dadige liefde. Overal toch, steeds en altyd is
Dumas' pen gewyd aan huweiyksontrouw
en ontuchtmen roepe zich slechts voor den
geest „Diane de Lys," „Le fils naturel," „La
dame aux camelias," „Les idéés de madame
Aubray" en zoovele anderen.
Ook het gisteravond hier onder den titel
van „Alphonse" opgevoerde stuk, in de oor-
spronkelyke taal „Monsieur Alphonse" ge-
heoten, dient tot bevestiging van dat beweren.
Alphonse is de pseudoniem van eon dier
verachtelyke wezens, die, na eerst de eer
eoner vrouw geroofd te hebben, na eerst haar
in het engeluk te hebben gestort, haar ver
volgens prysgeeft aan kommer en ellende
of wel aan een leven vol wroeging, vol angst
en vreeze, zooals hier het geval was.
Het gevolg van don misstap van Raymonds,
welken zy begaan had in gezelschap van
Alphonse: het kind, dat lieftallig 6li]arig
meisje, moest voor immer aan haar oog ont
trokken worden; het mocht haar niet tot
moeder hebben, door haar niet gestreeld wor
den, want zp wa3 gehuwd, zy had hare hand
geschonken aan een braaf, edel man, aan een
officier, De Montaiglin geheeten, die niet mot
haar verleden bekend mocht zyn.
Niet alleen voor de moeder, ook voor den
vader, voor Alphonse, was dit kind een hin
derpaal; ook deze toch wilde zich verbinden
met eene zeer ryke, maar tevens zeer jaloersche
vrouw, met juffrouw Guichard.
Deze, uit de heffe der volksklasse voortge
sproten, zonder opvoeding, zender ontwikke
ling, maar begaafd met eene groote mate
van instinct en doorzicht, weot het bestaan
van dat kind te ontdekken en wel juist op
het oogenblik dat de vador zijn oigen kind
voor immer wilde vorwyderon. Hier treedt het
dramatisch element op den voorgrondde
stryd tusschen haat en verachting eenerzyds,
tusschen liefde en aanbidding aan de andere
zyde. De laatste overwint. „Ik veracht je,
maar toch aanbid ik je," voegt zij den vader,
haar tsekomstigen echtgenoot, toe. Die liefde
gaat zelfs zoover dat zjj het onschuldig wicht
als het hare erkent; zy meende met recht
aldus te kunnen handelen, overtuigd dat de
werkolyke moeder niet meer tot de levenden
behoorde, zooals Alphonse met verpanding
van eerewoord had verklaard.
Door een coup de théatro loeren beidon,
de Montaiglin en juffrouw Guichard, de waar
heid kennen. De brave officier schenkt zpne
vrouw vergiffenis, neemt en erkent ook haar
kind als het zyne; juffrouw Guichard jaagt
den schelm weg, den nietswaardigen bedrie-
l
van den Inspecteur van Politie.
41)
De Zondag ging voorbjj en de Maandag
morgen was eindeiyk aangebroken. Wy zeg
gen „emdeiyk" voor de» gevangene; want
Power en Brusel was de tyd letterlijk omge
vlogen. Sint-Alba was vroeg opgestaan; hy
ontbeet haastig en besteedde den overigen
tyd aan het maken van een zorgvuldig toilet.
Voor de eerste maal sedert zyne gevangen
neming verloor hy zjjne gewone bedaardheid,
toen hy hoerde, dat hy zich niet zelf mocht
scheren. De gedachte, dat men hem van een
zelfmoord kon verdacht heuden, was hem
ondragelyk. Hy schold de wachters uit en
bezwoer by hoog en laag, dat hy deze ver
achtelyke behandeling publiek zou maken;
maar hy bedaarde onmiddeliyk, toen zfln
advocaat, mr. Ford, de cel binnentrad, en
bleef langen tyd met dezen rechtsgeleerden
raadsman in gesprek. Toen hem eenigen tyd
daarna werd aangekondigd, dat de zitting zou
worden geopend, nam hy weder hetzelfde
voorkomen van beleedigde grootheid aanmet
langzame stappen schreed by tusschen de
beide veldwachters voort, terwyi honderden
gezichten vol nieuwsgierigheid van alle zyden
op hem nederzagen, groette de rechters met
eene beleefde buiging en zette zich met kalme
waardigheid neder op zyne plaats in de bank
der beschuldigden.
XV.
De zaal, waar des Maandags de zitting der
rechtbank, waarin ook Powers beschermer,
de heer Kingsford, eene eervolle plaats ver
vulde, geopend werd, leverde een belangwek-
kond tafereel op. Een nieuwsgierig publiek
had het gebouw reeds in den vroegen och
tend tot stikkens toe gevuld, en op het ver
hoogde gedeelte links van de rechters zaten,
behalve enkele advocaten, die alleen uit
nieuwsgierigheid waren gekomen, thans ver
scheidene verslaggevers der Londensche dag
bladen, waarender men den heer Vavaseer
opmerkte. Kort voor de opening der zitting
trad mevrouw Sint-Alba de zaal binnen aan
den arm van Ford, die haar naar eene voor
haar opengehouden plaats geleidde. Zy was
smaakvol, maar uiterst eenvoudig en in het
zwart gekleed en zag somber, maar vastbe
raden voor zich neder.
In de bank voor den ambtenaar van het
openbaar ministerie, zat de commissaris Grand
in gezelschap van den detective Brusel en
den inspecteur Power, de laatste natuuriyk
in uniform. De heer Grand zag^er zenuwachtig
en angstig uit en fluisterde nu en dan met
Brusel, die als altyd een kalm, ondoordring
baar gelaat toonde. De advocaat van den be
schuldigde, de heer Ford, daarentegen, was
vreeseiyk druk en bewegelyk; aanhoudend
rangschikte en verschoof hy zyne papieren
en zag de zaal rond met een blik, die duide
lijk scheen te zeggen„Wacht maar eens,
vrienden, totdat ik begin!"
Toen de beschuldigde eindeiyk werd binnen
geleid, vestigde zich aller aandacht op zyne
verschyning. Hy maakte, zooals wy reeds ge
zegd hebben, eene beleefde buigfcg voor de
rechters en zag daarop met zelfvertrouwen
en bedaardheid, hoewel zonder aanmatiging,
om zich heen. Toen hy zyne vrouw herkende
knikte hy haar vriendeiyk toe, met een glim
lach vol bemoediging en geruststelling. Daarop
nam hy zyoe plaats in, met een bestudeerd
voorkomen van zorgeloosheid en de houding
van een man van de wereld, die eene too-
neelvoorstelling bijwoont.
De aanklacht werd voorgelezen. Op de ge
wone vraag of hg zich schuldig of niet schul
dig verklaarde, stond Sint-Alba even op en
antwoordde: „Niet schuldig!" volstrekt niet
inet de luide, gemaakte stem van iemand,
die een indruk wil teweegbrengen, maar op
vasten toon, zonder eenige verheffing van
stem als iets dat vanzelf sprak.
De beurt was nu aan den hoer Grand. Hy
begon met te zeggen, dat de zaak, welke
thans in behandeling zou worden genomen,
van zulk een ingewikkelden, geheimzinnigen
aard was, dat de politie, niettegenstaande de
inspanning van al hare krachten, enkele pun
ten niet tot die klaarheid had kunnen bren
gen, welke zy wel gewenscht had. De tyd
van niet meer dan zes en-dertig uren was
daartoe voel te kort geweest, en hy was
derhalve verplicht den rechters te verzoeken
de zaak op een langer termyn te verdagen.
De heer Ford, die de vraag had zien aan
komen, sprong zenuwachtig overeind.
„Ik moet ten krachtigste tegen zulk eene
handelwyze protesteeren 1" riep hy uit, dreigend
met een bundel papieren zwaaiende.
„Kom eerst met uwe bewyzen voor den dag,
eerst dan is het aan de Edel Achtbare beeren
rechters mogelgk te beslissen, in hoeverre de
al of niet inwilliging van uw verzoek nood-
zakelyk is."
(Wordt vervolgd.)