N°. 9094. Donderdag lO October. A". 1889. jgsss fèourant wordt dagelijks, mst uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. BerictLt. Leiden, 9 October. Feuilleton. MARIANNE, LEIDSCH DAGBLAD. PBIJB DEÏEB. COURANT: Tmt Laiden per S moAndea..V7«'. 1.19. Pïaso» per post1.49. Aissttéorltfk® Nommerc.9.99. PRIJS DIES ADVEBTHNTIKX Ten 16 regale 1.96. Iedera rogel mecr0.17^ Grootero letters ruuir pl&ateruimie. Voor h«4 ka« oecoeeren buiten de stad wcr<lt 0.10 borekoad. tit nommer bestaat Hit-TWEB Bladen. Eerstdaags, na afloop van het tegen woordige Feuilleton, zal in ons Blad met een nieuwen Roman begonnen worden, getiteld: Het geheim van den inspecteur van politie", een werk, dat belangrijk van omvang en inhoud is. Aan de universiteit alhier zijn de volgende examens afgelegd door de heerenG. A. Van Einden en E. S. Hollander, het cand.-examen in de rechtenW. Van Deursen, het cand. examen in de godgeleerdheid 1ste gedeelte; D P. A. Verryp, het cand.-examen in de wis- en natuurkunde; S. J. Moorman, het cand. examen in de geneeskunde. Door tal van geaboineerden en bezoe kers van het Hollandsche tooneel en belang stellenden in de kunst worden bij den Raad van Beheer der koninklijke vereenigiig „Het Nederlandsch Tooneel" pogingen aangewend om de tooneelepeelster Anna Rössing Sablai- rolles wederom aan den schouwburg te ver binden. Wegens voortdurende ongesteldheid van den inspecteur van het lager onderwijs den heer A. Moens, is mr. J. Gerdenier, districts schoolopziener te Amsterdam, belast met de waarneming der inspectie. De volgende bekroningen zijn toegekend op de wereldtentoonstelling te Parijs wegens uit Boskoop gezonden planten: J. Boer W.Z. en Zoon, groep van 25 aucuba japonica, getuigschrift (mention). W. C. Boer, groep van 25 hulsten in soorten, derde prijs. A. Koster Mzn., groep van 50 rhododendron hybriden, tweede prijs; dezelfde, groep van 25 buxus in soorten, derde prijs; dezelfde, voor 26 couiferen, taxus hibernica en gazon- planten, mention supffceure; dezelfde, voor belooning van de jury supérieure, bronzen medaille. P. Van Nes Az., verzameling azaleas van den vollen grond, tweede prijs. P. O. Van Nes Zoon, groep van 12 mag- nolea in soorten, derde prijs; dezelfde, groep van 25 groenblijvende heesters, mentionde zelfde, groep van 25 aucuba japonica, mention; dezelfde, belooning van de jury supérieure, bronzen medaille. Nursery-Association, groep van 12 magnolea in soorten, derde prijs; dezelfde, verzameling vroege en late clematis, mentiondezelfde, nieuwe coniferen, derde prijs; dezelfde, 25 bontbl. hulsten in soorten, derde prijs; dezelfde, belooning van de jury supérieure, bronzen medaille. Ottolander Hooftman, verzameling azaleas van den open grond, tweede prijs; dezelfde, groep azalea mollis uit zaad, mention; de zelfde, nieuwe coniferen, mention; dezelfde, verzameling van 50 coniferen in soorten, derde prijsdezelfde, belooning dor jury supérieure, bronzen medaille. P. A. Ottolander, verzameling van 25 coni feren in soorten, derde prijs. O. L. Rutten, groep van 12 magnolea in soorten, derde prijs; dezelfde, verzameling van 25 groene hulsten in soorten, mention supé rieure; dezelfde, belooning der jury supérieure, bronzen medaille. Aan de ingezonden rozen is geene belooning toegekend. Ned.-Herv. Kerk. Beroepen: te Aarlan- derveen, ds. J. W. H. Kalkman, te Alfen a/d. R(jn; te Koevorden, ds. J. Wieten, te Aalsmeer. Chr.-Ger. Kerk. Beroepen: te Stedum, de heer Van der Keuwe, te Hazerswoude. De Tweede Kamer heeft tegen morgen, Donderdag, te halftwee, aan de orde gesteld de overeenkomst tot wering der druifluis en de verhooging hoofdstuk 9, dienst 1889, als mede eenige conclusiën. Onder de werken, welke, volgens de overeenkomst tusschen den Staat en de Ex ploitatie-maatschappij, door de Maatschappij voor rekening van den Staat zullen worden uitgevoerd, behoort ook „de uitbreiding van het station te Rotterdam (Beurs)." De heer S. J. Du Toit, superintendant van onderwijs in de Zuid-Afrikaansche Repu bliek, kwam gisternamiddag te 2 u. 52 m. met zijne echtgenoote en twee zoons te Am sterdam. In de wachtkamer van het Rijnspoor station, waar eenige ruikers waren geplaatst, hadden zich een 40-tal belangstellenden ver zameld, op uitnoodiging van de commissie van ontvangst, wier voorzitter prof. J. W. Gunning was. Bi) aankomst van den trein speelde de kapel van het 7de reg. het Trans- vaalsche volkslied. Toen de heer Du Toit en echtgenoote de wachtkamer waren binnengekomen, nam prof. J. W. Gunning het woord. H(j heette de gas ten hartelijk welkom, er op wijzende dat het niet eene Transvaalsche, maar eene Du Toit- sche betooging was, die de feestcommissie op het getouw had gezet. Hij verklaarde zich uit naam van de aanwezigen bereid alles te doen wat de welvaart van de Transvaal zou kunnen bevorderen. „Wij hebben vele belan gen met u gemeen," zelde h(j, „voornamelijk de belangen van het onderwijs, welke u hier heen voerea." Daarna maakte spr. met een enkel woord melding van de poging, hier te lande gedaan, om jongeheden op te leiden en bskwaam te maken om in de Transvaal een bestaan te zoeken. Daarna bood mevr. Spruyt de echtgenoote van den superintendant een ruiker, en mevr. Van der Hoogt den heer Du Toit een krans aan. Vervolgens beantwoordde de heer Du Toit de toespraak van prof. Gunning. Hij zeide dazen hartelijk dank voor zijne woorden. Toen hij Amsterdam binnenreed, had hem een ver schil getroffen met z(jn vorig bezoek aan Nederland in 1884. Toen lag er sneeuw aan ds boorden vau de Maas en zeide de winter ons vaarwel. Thans neemt de zomerzon af scheid. „Heeft het geene beteekenis, vroeg hij, dat een zonnestraal ons welkom heet? In 1884 waren in Transvaal donkere wolken, maar sedert zijn betere tijden aangebroken, want Halland heeft een zonnestraal naar Transvaal gezonden, door jongelieden in zijne universiteiten op te nemen." Hij drukte den wensch uit dat Nederland zoo ook tot op richting eener universiteit in de Zuidafrikaan- sche republiek mocht medewerken. Spr. had opgemerkt dat de afstand tus schen Holland en Transvaal langzamerhand geringer wordt. H(j had in de Ti ais vaal Nederlanders de hand gedrukt en werd thans hier door Nederlanders verwelkomd. „Machten de afstanden nog meer verdwijnen en, na het gereedkomen van den Delagoa- spoorweg, een geregelde stoomvaartdienst tus schen Nederland en de Transvaal daartoe het zijne bijdragen 1" Nadat velen der aanwezigen aan de gasten waren voorgesteld, begaf men zich. in de rijtuigen, welke voor het station gereedston den. In het eerste rijtuig zaten de heer S. J. Du Toit en echtgenoote, prof. Gunning en mevr. Van der Hoogt. Toen volgden prof. Spruyt, mevr. Gunniüg, ds. en mevr. Betcke en eenige andere heeren en dames, waaronder eene deputatie van het Amsterdamsche stu dentencorps. Opnieuw speelde de muziek de vaderlandsche volksliederen, waarna de stoet langs Sarphatistraat, Utrechtschestraat, Regu- liersbreestraat, Singel, Leidsche6traat tot Leid- schekade reed, waar de heer Du Toit ten huiz9 van een zijner vrienden, den heer Van der Hoogt, afstapte. (H6L) Tot hoofd eener school te Leeuwarden is door den Raad benoemd de heer G. Postma, onderwijzer te Winschoten. Tot hoofd eener openbare school te Dordrecht is benoemd de heer A. J. P. De Beste, onderwijzer te Middelburg. De bekroningen zijn bekend geworden van de „driejaarljjksche tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters" te Am sterdam. De volgende kunstenaars hebben de uitgeloofde gouden medailles verworven Albert Neuhuys, „Een binnenhuis"Pier Pan der, voor de geheele inzending; G. H. Breitner, „Souvenir van de manoeuvres"; J. M. N. Whistier, geheele inzendingWillem Maris, „Hollandsche weide"; Thérèse Schwartze, „Psalm 146." De tentoonstelling is tot en met 6 October bezocht door 14,026 betalende personen en wordt gesloten den 20sten October. (H.) Bij den gemeenteraad van Rotterdam is door B. en Ws. een voorstel ingediend tot reorganisatie der Zeevaartkundige School. De jaarlijksche kosten hiervan worden na aftrek van het schoolgeld geraamd op f 14,000, waarin het Rijk f 6000 zal bijdragen, zoodat voor rekening der gemeente blijft f 8000, benevens f 1560 voor noodige uitbreiding. Het stoomschip „Burgem. Den Tex", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 9 Oct., van Port-Saidde „Voorwaarts", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 9 Oct. van Port- Said; de „Bromo", van Java naar Rotterdam, vertrok 8 Oct. van Aden. Z. M. heeft herbenoemd tot kantonrechter plaatsvervangerin Roermond, mr. F. Ver- scheure; in Wageningen, mr. H. J. Wunder; in Osch, mr. H. J. Fenseling; in Berlikum, J. J. Cannegieter Hz. Aan Joseph Alfred Ford, geboren te Dar lington (Engeland), en aan Numa Emile Béguin, geboren te Rochefort (Zwitserland), vergunning verleend tot het geven van hooger onderwijs aan eene bijzondere school van voorbereidend hooger onderwijs te Voorschoten. Voor het tijdvak van 8 October 1889 tot en met 30 September 1890, benoemd tot huis meester in 's RJjks krankzinnigengesticht te Medemblik, K. Warburg, en tot huismeesteres, zijne echtgenoote C. A. Bazendijk. Met 16 dezer, by het corps mariniers be vorderd: tot luit.-kolonel, den kapitein J. L. Cadet, en tot kapitein, den eersten luit. L. H. J. L. Vogelvanger. de dochter van den strooper. 13) Niet ver van hem af moesten twee mannen twist hebben, want luide, in drift gesproken woorden drongen tot hem door. Martin luis terde in spanning en onderscheidde weldra de stemmen van den duivelsmolenaar en van Andreas. Op zijne toenen voortgaande, sloop hij tot in de nabijheid van de twistenden, en toen hij dicht genoeg genaderd was om elk woord te kunnen verstaan, vatte hjj post achter een dikken boom. „Zij heeft mij een schurk genoemd," schreeuwde Andreas en pakte zjjn tegenstan der heftig bij den schouder. „Laat los!" zeide de molenaar met donde rende stem. In plaats van aan dit bevel te voldoen, schudde Andreas den duivelsmolenaar in blinde woede heen en weer. Daar hief deze laatste de vereelte rechter hand op tot een geweldigen slag. Nauwelijks bemerkte Andreas echter het dreigende gevaar, of hjj gaf zjjn tegenstander met alle macht een stoot tegen de borst. De duivelsmolenaar waggelde. Hij zocht naar een steunpunt, maar tevergeefs. En een door merg en been drin genden gil uitstootende, stortte hij achterover in den afgrond. Een oogenblik stond Andreas als versteend, totdat een doffe slag aankondigde, dat zijn ongelukkig slachtoffer hoogstwaarschijnlijk te pletter geslagen was. Daarna ijlde by, door een naamloozen angst gedreve», langs het pad in de richting van zijne hoeve voort juist op het oogenblik, dat Martin van achter zjjn obser vatiepost op den weg sprong. Dit alles: de woordenstrijd, het korte gevecht, de val van den molenaar en de razende vlucht van Andreas hadden te zamen slechts eenige seconden ge duurd. Martin was nog als verlamd van de ontsteltenis, die zich bij den akeligen nood kreet van den ongelukkige van hem had meester gemaakt en keek met starende oogen naar de plek, waar deze »aar beneden ge stort was. Wat moest hij doen? Kon hij alleen den armen man hulp brengen? Of moest hy naar den duivelsmolen ijlen en de knechten ophalen? Als hy dan terugkwam, zou de hulp echter misschien te laat komen 1 Als hy eens wegging en niet van de zaak repte? Dan zou men den molenaar vermissenmen zou hem zoeken en ten laatste zyn ïyk ergens in de diepte vinden maar dan was Marianne meesteres over haar doen en laten, dan stond haars vaders onbuigzame wil niet meer als een muur tussehen hem en haar en dan was ook Andreas' bedreiging niet meer te vreezen. Doch slechts voor een oogenblik schoot Martin deze gedachte door het hoofd; daarna be- heerschte hy zich, zette zich over zyne ont steltenis heen en wierp zich aan den rand van den afgrond neder. „Duivelsmolenaar!" riep hy naar beneden. Geen antwoord. „Duivelsmolenaar!" herhaalde hy, tot ver sterking van het geluid door de hand roepende. Hy luisterde en meende nu een gesteun te hooren. Ten derden male riep hy „duivelsmolenaar 1" Nu hoorde hy duidelyk steunen. „God zy lof en dank!" riep Martin. „Hy leeft! En naar het geluid te oordeelen, kan hy ook niet diep gevallen zyn." En zonder zich langer te bedenken bogen hy langs den steilen rotswand naar beneden te klauteren veor den tweeden keer binnen weinige dagen. Hy kwam echter slechts langzaam verder, daar de duisternis met elke minuut toenam. Nu hoorde hy dicht in zyne nabyheid een smarteiyk gesteun. „Duivelsmolenaar!" riep hy nog eenmaal. Wederom een gesteun. Do ongelukkige moest dicht onder hem liggen. Hy liét zich weder verder naar beneden glydenplotseling stiet hy met den voet tegen een week lichaam het was de molenaar. „Beweeg u niet, duivelsmolenaar!" riep Martin. „Ik breng u hulp!" „Spoedig, spoedig," antwoordde deze met zwakke stem. Met den éénen voet op een slechts weinig vooruitstekend rotsblok, met den anderen tegen den stam van een uit de rots gegroeiden den steunende, boog Martin zich tot hem over. Welke wonderbaarlyke schikking van het lot de molenaar was in zyn val door denzelfden boom tegengehouden als Marianne's kerkboek en daardoor van een wissen dood gered. „Voelt gy pyn?" vroeg Martin. „Ja, hier!" antwoordde de ander en wees naar zyne linkerzyde, waarop hy terechtgeko men was en waarop hy, vastgeklemd tusschen den rotswand en den boom, was biy ven liggen. „Ik wil beproeven u eene gemakkelyker houding te geven," zeide de houtvester troos tend. „Maar beweeg u niet, gy zoudt ander» weder los kunnen raken en verder naar be neden storten." iWordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1889 | | pagina 1