(jourant wordt dagelijks, met uitzondering
ran <gon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 30 September.
N\ 9986.
I>in@clag 1. October.
A0. 1889.
LEIDSCI
DAGBLAD.
run DXEBB COTOAXTt
Tmv Uio fm uuia....V.TV.T 1.10.
Vium pa pai..Trr.T.'.V.'.'. l.M.
UMadaHO* Hommen0.04.
FRU8 DHR ADVERTENTDEN:
Tti 1I r»f «Ia 1.05. I«d«r« r*gel m««r/0.17f
Orootor* litWn baat plaatsruimte. Voor hoi in-
OMtoeren bolton do atad wordt 0.10 berekend.
Offlcioele Hen n i ageTingen.
InkonutenbelaêUng 1890.
Bargomeeater en Wethouders van Leiden brengen
in herinnering dat met SO Sept. a. a. de vierde termyn
vervalt van de Inkomstenbelasting en dat alzoo op 1 Oot.
a. 8. minstens vier zevende gedoolten van den aanslag
moeten zijn voldaan.
Zy noodigen mitsdion do belanghebbenden uit, om, ter
voorkoming van vervolgingskosten, tot de betaling
van hot verschuldigde tea kantore van den gemeente
ontvanger over te gaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgem.
28'Sopt. 1889. E. KI8T, Secretaris.
Door het bestuur der atudenton-afdeoling
Leiden van het .Willemsfonds" ia reeds 400
naar Antwerpen verzonden. Daar alle toege
zegde sommen nog niet geïnd zijn, zal nog
eene tweede zending volgen. Daar de afdee-
ling Donderdag 3 October a. s. hare inschry-
vingeltjsten sluit, wordt ieder, die nog voor
nemens is iets bj] te dragen, verzocht dat
vóór dien dag te doen.
Het bericht, door eenige bladen meegedoeld,
als zou de ontvangen som reeds voldoende
zjjn, ie onjuist, en berust op eene verkeerde
opvatting van eene waarschuwing in een
Antwerpsch blad tegen de overdreven en
ongeregelde ophalingen in die stad. De alge
meens deelnoming van ons land hoeft de
Antwerpeche bevolking diep getroffen, en de
„Prócurseur" betuigt in een zijnor jongste
nommers zijn leedwezen dat hare waarschu
wing bovenbedoeld wellicht eene beweging
heeft gestuit, welke oen treffend voorbeeld is
van liefdadigheid en broederschap tusschen
twee verwante volken.
De in het hotel „De Witte Zwaan" tp
Lisse Zaterdag gehouden vergadering van
de „Vereeniging van Onderwijzers en Onder
wijzeressen" in het arrondissement Leiden, was
druk bezocht. Ruim 100 leden, waaronder ook
vele dames, waren aanwezig. De vergadering
had plaats onder leiding van mr. J. F. Hou
wing, schoolopziener, die haar met een kort
woord opende.
De rekening van den penningmeester werd
door eene commissie onderzocht, in orde be
vonden en sloot met een batig saldo van
ongeveer 75. Tot bestuursleden werden ge
kozen de heeren A. Collee, van Rtjnsburg, en
G. Japikse, van Leiden.
De beide aan de orde gestelde onderwerpen
eenige beschouwingen over het leervak „be
ginselen der vaderlandsche geschiedenis" in
de gewone lagere schooi, en een en ander
over het onderwijs in de breuken, waarvan
FeLiHleton.
MARIANNE,
de dochter van den strooper.
3)
Het was een zware strijd, dien de molenaar
op dat oogenblik met zich2elven voerde, en
zijne diepe ademhaling verried, hoe moeilijk,
hoe ontzaglijk moeilijk het hem viel om tot
een besluit te komen. Het was een schurken
streek van Andreas, dat hij hem door bedrei
gingen zijne toestemming trachtte af te dwin
gen. Hoest hU nu dezen schurk zUne Marianne,
zUn eenig kind tot vrouw geven? Neen!
riep eene stem in zjjn binnenste. Aan ieder
ander maar aan dezen schurk niet. En
toch als hy niet aan den wensch van dezen
man gehoor gaf, dan klaagde deze hem aan
van wilddieverU, en hot gevolg, het onver-
müdelöke gevolg zou zUn, dat hU, de duivels-
molenaar, de rykate boer in het dorp, in de
gevangenis gezet werd.
„Neem een besluit ja of neen?" zeide
Andreas.
„Vraag toch eerst mijne dochter, of zy u
voldoende mag lyden om met u te trouwen,"
antwoordde de molenaar, op deze wUze een
rechtstreeksch antwoord vermydende.
resp. iDleidera waren de heeren H. C. Van
der Heyde en J. M. Prins, gaven vervolgens
tot belangryke besprekingen aanleiding. Aan
de voordracht van den heer W. Goemana
over W. J. Hofdyk als dichter, werd eveneens
veel aaDdacht geschonken.
Als plaats waar de volgende vergadering
zal gehouden worden, werd Katwyk aan Zee
gekozen.
Omtrent den tyd, dien sommige leden in
een vroeger deel dea jaars wenechten, werd
na beraadslaging bepaald, dat deze zou gesteld
worden op den eereten Zaterdag van Juli.
Na afloop der werkzaamheden stelden de
onderwijzers van Liese zich beschikbaar om
de overige leden op eene wandeling door de
omstreken te geleiden, waartoe het weder
zioh trouwens niet bijzonder leende. Daarna
werd gelegenheid aangeboden om aan een
gemeenschappelykon maaltyd deel te nemen,
waarvan door verscheidene leden gebruik werd
gemaakt.
By de heden gehouden openbare verkoo-
ping van cokes, in partyen van 100, 50,
10 en 5 hectoliters, waren de hoogste prijzen
ƒ64, 28, 5.50 en 2.80de laagste53,
27, ƒ5.20 en 2.75.
De Fransche mail met berichten uit Indiê
wordt hedenavond alhier verwacht.
In het Gebouw der MaatschappU tot
bevordering der Bouwkunst, Mamixstraat 402,
te Amsterdam, wordt thans eene tentoon
stelling van antieke schilderyen van vóór 2000
jaren gehouden.
Deze antieke schilderyen (portretten) bo-
hooren tot het Grieksch-Romeinsch tydvak
in Egypte (van de 1ste eeuw vóór tot de
2de eeuw ni Christus) en zyn onlange ge
vonden in de grafkelders van Kubayat; zy
zy zyn uitstekend goed bewaard gebleven en
van bet grootste belang, zoowel uit een oog
punt van kunst als wat betreft do wyze van
schilderen (in was), bij die volkeren in gebruik.
Het „Bouwkundig Weekblad" meldt dat de
heer F. H. Richter, ingenieur, den 4den Oct.
a. s. in de zaal, waar die portretten aanwezig
zyn, eene lezing zal houden.
Het wordt, naar men verneemt, van veel
belang geacht, dat de geloerde mannen uit
Leiden de hoogst belangryke verzameling
komen zien. Ze ie het eigendom van den
heer Th. Graf, te Weenen.
Door het „Bouwkundig Weekblad" wordt
er een groot artikel aan gewyd.
Met 1 Oct. a. s. zou de IJselstoomtram
den dienst op Wassenaar staken.
Ten gerieve der bewoners vormde zich
daar oeno commissie tot instandhouding of
oprichting van een tram- of omnibusdionst
op Voorschoten. Deze commissie bestaat uit
de meest notabele ingezetenen en had reeds
eene samenkomst met de traasdirectie.
Vóór het einde der onderhandelingen zal
de dienst niet gestaakt worden.
Dl'De graaf Van Bylandt, Zr. Ms. gezant te
Londen, thans met vjrlof te'e Hage aanwezig,
die goene ernstigs gevolgsn van het ongeval
met de stoomtram en zyn rytuig heeft onder
vonden, bracht zyn eerste bezoek aan den
koetsier, die by de aanraking van het rytuig
met ds machine van den bok werd geslingerd
en dientengevolge in het Ziekenhuis moest
worden opgenomen.
De man is redelyk wel. Het wordt meer
dan tyd, dat vanwege de bevoegde autoriteit
maatregelen worden genomen, waarby de
exploiteerende Maatschappy verplicht wordt
verschillende overgangswegen van de tram
baan, b. v. die by den Pompstationweg en
naar den huize „Groenhove" beter te bewaken,
daar werkelyk de stoomtrambaan weinig ver
schilt van een gewonen spoorweg, behalve
dat laatstgenoemde gewooniyk niet door de
stad loopt en afgesloten is.
])e gezant van Z. M. by de Fransche
Republiek, jhr. De Stuers, is gisteren, na eon
langdurig verbiyf te 's-Hage, naar Parye
teruggekeerd.
Hot Kamerlid de heer Van Korkwyk,
vertegenwoordiger der Regeering op het in
ternationale spoorwegcongres te Parys, is
in de residentie teruggekomen.
In de afgeloopen week slaagden in het
Notarieel Staatsexamen, voor het eerste ge
deelte, de heeren: A. G. J. Mastboom, van
Oosterhout, en H. W. Teeesellnk, van Hoorn
en voor hot tweede gedeelte, de heerenE.
Heimans, van Groenloo; P. W. P. Van Bunge,
van Nymegen; J. G. H. B. Bolk, van Vucht,
en J. Hosang, van Rotterdam.
Naar wy vernomen, is jhr. C. A. Van
Sypesteyn, die reeds menigmaal geschriften
over zyne geschiedkundige navorschingen
openbaar maakte, door Z. M. den Koning be
iast met belangryke historische onderzoekingen
ia Zr. Ms. Huisarchief.
Blykens mededeeling aan de gemeento-
bosturen is de aanschryving van den Min.
van Oorlog van 7 Februari 1873 betrekkelyk
do vergunning tot verhuizing van verlof
gangers naar Noord Amerika, ook van toe
passing verklaard op verhuizing naar andere
landen buiten Europa.
Deze bepalingen evenwel gelden alleen
voor de ingelyfden by de militie te land, die
voor hun eigen nummer dienen en niet voor
verlofgangers, die als plaatsvervanger of num-
merverwiaselaar dienst doen.
Onder den eenigszins opzichtigen titel
„Asclepische Gentianen" heeft mej. Jacoba
Mossel by den heer H. C. A. Thieme te Nyme
gen eene net gedrukte verzameling teekenin-
gen, gedichten, proza- en muziekstukjes van
verschillende min of meer bekende schryvers
en schryfsters, kunstenaars en kunstenareasen
het licht doen zien ten voordeele van hot
Protestanteche ziekenhuis te Nymegen. De
titel ie met het oog op de bestemming van
den bundel, zegt de verzamelaareter, aan de
„Gentianae Aeclepiadeao", „geneeskrachtige
bloemen van Asklepioa", ontleend.
Van een werk als dit wordt uit den aard
geen critiek verlangd noch verwacht. Genoeg
zy het aan te Btippen, dat namen als die van
onzen Beets, A. Pierson, Richard Hol, Wally
Moes, Danlèl De Lange, Pol De Mont, Jozef
Israels, Marie^Boddaert en tal van anderen,
wier bydragen in even bonte afwisseling elkan
der volgen als hier hunne namen, een waar
borg zyn dat niemand deze „bloemen" koopen
zal zonder althans Iets, misschien veel, naar
zyn smaak te vinden. En dat menigeen in
do beurs taste om te koopen, willen wy om
het goede doel der verzamelaarstor gaarne
helpen wenschen.
Men schryft uit Arnhem:
Hot nieuwe militaire hospitaal te Arnhem,
waarvoor de gemeente vry willig het benoodigde
terrein afstond, daar zy dan in het vrye bezit
terugkeerde van het terrein met het tegen
woordige gebouw aan den Eusebiuebuiten-
singel, wordt half October in gebruik genomen.
Het is geheel Ingericht volgens de eischen
der hygiène, maar desniettemin eenvoudig,
zonder overtollige weelde. Het bestaat uit
een hoofdgebouw van twee verdiepingen, waar
de administratie is gevestigd, alsmede het
bureau van den geneeskundigen dienst, waar
de vaste officier van gezondheid woont, de
apotheek zich bevindt, de operatiekamers en
keurkamera, enz., en uit zeven ziekenzalen
van ééne verdieping, die ter zyde en achter
het hoofdgebouw zyn gelegen. Eene dier zalen
is afgescheiden van het hoofdgebouw, om
desnoods als zaal voor besmettelyke zieken
te dienen. De ligging is by uitstek gezond,
nameiyk op een der hoogste punten van
Arnhsm's onmiddellyke omgeving: op den
Muaschenberg, naby de nieuwe Coehoomka-
zerne. Er is ruimte voor meer dan honderd
(wy meenen 112) zieken.
„Natuuriyk zal ik dat doen. Maar gy moet
Marianne overreden, moet een goed woord voor
my doen by haar."
„En als Marianne niettegenstaande dat
niet wil?"
„Dan dwingt gy haar het jawoord te zeg
gen," antwoordde Andreas, op ruwen toon
lachende.
„Maar ik bid u, Andreas, wees toch voor
rede vatbaar! Als myne dochter u niet mag
lyden, en lk dwing haar er toe om met u te
trouwen, dan zal zg u haten en niemand
kan haar dat euvel duiden. Welk eon huwe-
ïykeleven moet er wel niet volgen, als de
vrouw den man haat? Ik voor my was dan
liever niet getrouwd."
„Laat dat maar aan my over. Als Marianne
maar eerst myne vrouw is, dan zal zich dat
wel vinden zy zal zich aan my gewennen
en daaruit kan langzamerhand eene zeer goede
verhouding ontstaan. Dus het blyft er by
gy zorgt er voor, dat wy, Marianne en ik, een
paar worden, dan beloof ik u over hetgeen ik
van u weet te zullen zwygen. Binnen eenige
dagen zal lk met Marianne zelve sprekengy
hebt intusschen tyd haar daarop voor te be
reiden. Maar dit zeg ik u vooruit: het huwelyk
moet op zyn hoogst binnen den tyd van een
vierendeel jaars voltrokken zyn. Begrepon?"
Andreas stak zyn buurman de rechterhand
toe. Maar deze doed, alsof hy dat niet bemerkte
en antwoordde met eene van woede half ver
stikte stem: „Begrepon!"
„Goed, dan zyn wy het eens. Met een paar
dagen kom ik weer. Ik hoop dat gy dan den
tyd goed besteed hebt. Tot weerziens, tot over
eenige dagen, buurman!"
Maar deze scheen weder do hem toegesto
ken hand niet te zien en bracht eindeiyk ook
met moeite een „tot weerziensuit. Daarna
zonk hy, terwyl Andreas den rechts van het
dorp over de berghelling voorenden boschweg
insloeg, op de bank neer en bedekte met de
vereelte rechterhand zyne vochtige oogen.
De morgengodsdienstoefening was afgeloo
pen. De kerkgangers verlieten het kleine
dorpskerkje en begaven zich, druk met elkaar
pratende, naar hunne in het dal verspreid
liggende woningen. Marianne, de dochter van
den duivelsmolenaar, bevond zich ook onder
hen. Hier knikte zy bekenden vriendeiyk toe,
daar wisselde zy met eene vriendin een paar
vluchtige woordenweldra verliet zy echter
den broeden ryweg en schreed alleen het
smalle boschpad langs, dat over do vry steile
helling van den berg naar den duivelsmolen
leidde.
Marianne was een mooi meisje, hot mooiste
niot alleon van het dorp, maar van alle meisjee
uit den omtrek. Diegenen van hare vriendinnen,
die afgunstig op haar waren, spotten dikwyls
over haar rood haar, maar zouden waarechyn-
lyk zeer gelukkig geweest zyu, ais zy zich
hadden kunnen beroemen op zoo'n prachtigen
haardos. Marianne droeg heur dik haar in
twee lange vlechten; bovendien keken hare
groote blauwe oogen vrooiyk de wereld in
en zag men, als zy lachte, tusschen hare
volle, roode lippen een paar ryen sneeuwwitte
tanden schitteren, zoodat zy ook zondor het
schalksche kuiltje in hare kin de harten der
jonge boeren in het dorp zou veroverd hebben.
Maar geen óón van dezen kon zich er op
beroemen door haar ook maar eenigezins boven
do anderen onderscheiden te wordon; Marianne
was jegens ieder, hetzy oud of jong, even
vriondeiyk, en juist daarom had zy ook geene
vyanden in het dorp.
Slechts één man was or, by wiens aanblik
haar hart sneller klopte; die woonde echter
niet in hot dorp, maar midden in het woud,
in een met prachtige geweien van herten ver
sierd huisje; dat was Martin, de jachtopziener,
in dionst van den Koning.
(Wordt vervolgd.)